Paul Greengrass’ United 93: In het hart van 9/11

jul 9, 2017   //   by Ivo De Kock   //   actie, Algemeen, drama, film, genre, regisseur  //  No Comments

UNITED 93

United 93, de eerste grote 9/11-film vertelt in reële tijd het verhaal van United Airlines vlucht 93, het enige door Al Qaeda-terroristen gekaapte vliegtuig dat niét zijn doelwit bereikte doordat passagiers en bemanning terugvochten. Gesteund door de families van de slachtoffers maakte de Brit Paul Greengrass een beklemmend realistisch drama over de fatale gebeurtenissen die de westerse wereld grondig veranderden. Zijn ‘geloofwaardige waarheid’ zorgt voor louterende empathie.

“Of 9/11 al tot andere films geleid heeft, kan ik niet met zekerheid zeggen omdat je zowat een jaar lang geen films ziet wanneer je zelf met een productie bezig bent,” antwoordde Paul Greengrass ons toen hij in Deauville The Bourne Supremacy presenteerde, “maar mijn instinct zegt me dat het op filmgebied vijf interessante jaren gaan worden. Want in tijden waar onzekerheid, angst, twijfel en verdeeldheid heersen wordt cinema interessant omdat die gevoelens hun stempel drukken op de film-templates. Het doet me denken aan de Hollywoodfilms uit de jaren 70 die fascinerend en complex werden omdat de Vietnamerfenis zich liet voelen. De oorlog werd toen niet of amper in beeld gebracht maar de gevolgen op de Amerikaanse samenleving des te meer. Het is opvallend dat de paranoiagevoelens van films zoals The Parallax View en Three Days of the Condor terugkeren in The Bourne Supremacy en ook aanslaan bij het publiek. Mijn film is géén anti-Bush film, hoe weinig sympathie ik ook heb voor de Amerikaanse president, maar staat wel niet los van de tijdsgeest. In isolement was de geladenheid en de impact nooit dezelfde geweest. Het succes van dergelijke niet-effecten gedreven films zie ik als een signaal dat er ruimte is voor een meer boeiende cinema die de heersende gevoelens en ideeën weerspiegelt”.

UNITED 93

Twee jaar na deze profetische woorden kwam de Britse cineast, geflankeerd door nabestaanden van passagiers en betrokkenen die hun eigen rol naspeelden, op het Festival van Cannes de eerste grote 9/11-film voorstellen (niet in competitie omdat het docudrama zijn première beleefde tijdens het Festival van Tribeca, in 2002 opgericht als morele boost voor New York na de vernietiging van het World Trade Center). Het bleek geen smakeloze exploitatie van leed en sensatiezucht maar een sobere, authentieke en vooral eerlijke real time reconstructie van United Airlines vlucht 93, het vierde gekaapte toestel dat op die dramatische 11 september 2001 niet zijn vermoedelijk doelwit (het Witte Huis of het Capitool in Washington) bereikte maar crashte in een veld nabij Shanksville, Pennsylvania. Na een opstand van de 40 passagiers tegen de 4 zelfmoordterroristen die de controle over de in Newark met bestemming San Francisco opgestegen Boeing 757 hadden overgenomen.

United 93 is een even aangrijpende als ingetogen film die de valkuilen ‘hysterie’ en ‘propaganda’ weet te vermijden. Doordat Greengrass ons in het hart van het gebeuren plaatst, zorgt hij voor een beklemmende kijkervaring. Intens, uitputtend en met een slot dat naar de keel grijpt. Maar hoewel het aanvoelt alsof je zelf op het vliegtuig zit, samen met voor jou onbekende medepassagiers, wordt United 93 géén macabere thrill ride. Via de ondraaglijke betrokkenheid zorgt de scenarist-regisseur immers voor loutering en legt hij de vinger op “het DNA van onze tijden”. Briljante maar vooral ook relevante én therapeutische cinema.

UNITED 93

“Too soon!” werd geroepen toen in Amerikaanse zalen de eerste trailer van United 93 opdook. Te vroeg om de tragische gebeurtenissen te dramatiseren (lees: mogelijk trivialiseren). Te vroeg om een big budget film (lees: mogelijk popcornspektakel) te maken over iets dat de Amerikaanse bevolking nog altijd traumatiseert. Door de diplomatische en fijngevoelige aanpak van Greengrass (die in een slottekst zijn film opdraagt aan “the memory of all those who lost their lives on September 11, 2001”) bleek de vrees voor platvloerse uitbuiting ongegrond. En tijdens de persconferentie in Cannes counterde de cineast het verwijt ‘te vroeg’ door te wijzen op de nooit aflatende media-aandacht én de prominente plaats die 9/11 in ons collectief geheugen inneemt.

Filmers hebben bovendien hun functie in het verwerkingsproces. “We mogen onze wereld en zijn realiteit niet verwaarlozen,” benadrukt Greengrass in het persdossier, “door zijn blik te richten op een gebeurtenis kan een cineast dingen zien die het kader ervan overstijgen en raken aan de essentie van de samenleving”. De regisseur neemt ook bewust geen afstand. Net zoals bij de Londonderry-slachtpartij in Bloody Sunday – waar Britse soldaten 13 ongewapende Noord-Ierse burgerrechtenactivisten doodschieten – filmt Greengrass alsof zijn cameracrew getuige is van de kaping en (daarnaast) de chaotische reacties van verkeersgeleiders en militairen. Twee verhalen die parallel, gedetailleerd (realistische details staven het werkelijkheidsgehalte van dit docudrama) en in tegenwoordige tijd verteld worden. Wij zien wat de betrokkenen zien, wij weten wat zij weten. Niets minder maar ook niets meer.

UNITED 93

De narratieve kinetische energie drukt onze achterafinzichten en politieke bedenkingen (omtrent de War on Terror, Afghanistan en Irak) netjes weg. Ook herkenbare acteurs en uitgediepte personages ontbreken. De handgehouden camera maakt ons al in de luchthaven via close-ups vertrouwd met crew, passagiers en terroristen, maar Greengrass springt zuinig om met achtergrondverhalen. Idem voor de mensen in verkeerstorens, vluchtleidingscentra en militaire commandoposten. Vaak weet de kijker amper wie wat waar doet. Een perfecte afspiegeling van de verwarring en chaos bij verbijsterd en machteloos reagerende professionals. Zoals de luchtverkeergeleiders van Newark Airport die even hun schermen loslaten om door de ramen ‘life’ het tweede toestel in de torens te zien beuken. Ze blijven sprakeloos, alsof ze hun ogen niet kunnen geloven.

We’re at war with someone” stelt een nuchtere Ben Sliney (die zichzelf speelt) elders vast. De FAA National Operations Manager sluit het Amerikaanse luchtruim. Maar wie de vijand is en om welke oorlog het gaat blijft ook voor hem een mysterie. Een tipje van de sluier wordt gelicht aan boord van het United-toestel, tijdens de integraal gereconstrueerde 91 minuten durende fatale vlucht. Greengrass benadrukt dat de passagiers van vlucht 93 de enigen waren die, dankzij telefoontjes met verwanten, wisten dat vliegtuigen gebruikt werden als wapens. Waardoor ze gingen beseffen wat hen te wachten stond. “Ze waren de eersten die leefden in een post-9/11-wereld,” aldus de cineast in Metro Cannes, “terwijl iedereen onbegrijpend toekeek zaten zij al in een nieuwe realiteit. 40 gewone mensen hadden 30 minuten om tot besluiten en actie te komen. Ze kregen de keuze: ofwel niets doen en sterven, ofwel terugvechten en sterven”.

UNITED 93

De actie van de passagiers is een chaotische vlucht voorwaarts. Letterlijk: ze bestormen de cockpit. Die stormloop is zowat hun overlevingsstrijd, gedreven door wanhoop en niet door bravoure. Het is een verward gevecht zonder doordacht plan en charismatische leiders. United 93 is dan ook een atypische Hollywoodfilm. Vooreerst is er de donkere, documentaire stijl. Greengrass spant zich in om de realiteit te reconstrueren (na grondige research en mét betrokkenen die zichzelf spelen) en goedkope emoties te weren (zo worden de telefoongesprekken niet benadrukt). Daarnaast gebruikt de cineast op sobere wijze fictie-instrumenten (parallelmontage, muziek) en weigert hij het verhaal een goed vs. kwaad dimensie te geven. De terroristen zijn géén schuimbekkende, onmenselijke slechterikken. Wèl nerveuze fanatici met een overtuiging en gevoelens – angst en twijfel zorgen ervoor dat ze pas laat tot de actie overgaan – die verwikkeld zijn in een tragische spiraal.

Een draaikolk aangekondigd door onheilspellende openingsbeelden met biddende terroristen en een over de stad zwevende camera. De passagiers van hun kant zijn geen patriottische helden die zich laten opmerken door daden of woorden. Todd Beamers legendarische kreet “Let’s roll” (helaas gecommercialiseerd door zijn weduwe en gerecupereerd door Bush) wordt niet gebracht als een dramatisch keerpunt (hun actie is een langgerokken chaotische worsteling, geen krachtig gemonteerde geweldexplosie) maar als deel van een dialoog. De angstige, verwarde en wanhopige passagiers spreken immers niet voor de geschiedenisboeken. Ze zijn absoluut niet larger than life. Alleen erg nuchter: “Niemand gaat ons helpen. We moeten het zelf doen”. Het gaat om héél gewone mensen die geconfronteerd worden met een héél uitzonderlijke situatie: terroristen die kelen oversnijden en dreigen met een bom.

PAUL GREENGRASS

De druk op Greengrass om te grijpen naar uitzonderlijke figuren, om via helden en heroïsche retoriek te streven naar loutering, moet groot geweest zijn. Helden zijn immers onlosmakelijk verbonden met de American Dream. Niet toevallig rust er in de VS een groot taboe op the jumpers, de mensen die uit de ramen van de WTC-torens hun dood tegemoet sprongen. Vaak op heel persoonlijke wijze. Gevat in hallucinante foto- en filmbeelden. Verwanten schaamden zich echter voor die ‘lafheid’ (zeker wanneer journalisten vroegen geliefden te ‘herkennen’) en ook de overheid vond dat het slachtofferbeeld verstoord werd.

De jumpers werden prompt gebannen uit de media (en naar alle waarschijnlijkheid ook uit Oliver Stone’s World Trade Center). Beamer & co leken geknipte alternatieve – want positieve – helden, maar Greengrass trapt niet in deze val. Hij kiest niet voor heroïsme en wraak maar voor subtiele moed: de onderkoelde manier waarop aan de telefoon afscheidswoorden worden gefluisterd. “Wie politiek geweld wil verstaan moet tijd doorbrengen met mensen wiens leven erdoor verwoest werd”, stelt Greengrass in Metro Cannes, “wat je zal vinden is het tegengestelde van de angst, haat, bitterheid en wraakzucht die je verwacht. Je zal immers grote waardigheid ontdekken”.

Paul Greengrass gaat daarmee in tegen de opvatting dat mensen zich omwille van hun fascinatie voor catastrofes en dood graag wentelen in gevoelens van angst, afschuw en wanhoop. Waarmee ze ook heel andere emoties voeden: rancune, wraak en agressie. United 93 is een empatisch docudrama dat weigert met woede te reageren op geweld. De kapers worden niet gedemoniseerd en de Amerikaanse overheid krijgt er slechts zijdelings van langs (de ‘onbereikbare president’ doet de in een kleuterklasje ‘My Pet Goat’ lezende Bush uit Fahrenheit 9/11 in onze geest opduiken).

Alles draait om verrassing, ongeloof en vertwijfeling. Maar ook om inlevingsvermogen. Met als hoogtepunt de finale chaos terwijl via het cockpitraam de grond naderbij raast. United 93 opent met een zwart beeld en een voorgevoel van doodsangst en laat in het slot die onderstroom met een bijna ondraaglijke intensiteit aan de oppervlakte komen. Om te eindigen met een plotse cut naar totale duisternis. Het nachtmerriekarakter van het verhaal wordt benadrukt door zwarte bookends, alsof ons (geestes)oog zich opent en sluit. Het zwarte beeld na de duikval zorgt voor een schok die zoveel krachtiger is dan eender welke onnozele explosie. Dat Greengrass de finale ontploffing uit beeld weert (en overdraagt op onze verbeelding), zegt veel over de integriteit van de filmer.

United 93 verdeelt mensen niet in kampen maar verenigt hen in pijnlijke chaos, frustrerende verwarring en ongrijpbare terreur. Het verhaal van deze doodgewone mensen confronteert ons met diepgewortelde angsten en het besef dat het menselijk bestaan fragiel, oncontroleerbaar en moeilijk te verklaren is. “In de zoektocht naar betekenis schuilt een uitdaging,” besluit Paul Greengrass, “daarom wou ik deze film absoluut maken”. United 93 is de “boeiende cinema die de heersende gevoelens en ideeën weerspiegelt” waarvoor Greengrass twee jaar geleden kansen zag. We kijken al uit naar zijn volgende projecten: The Bourne Ultimatum én de Vietnam(protest)film They Marched Into Sunlight.

IVO DE KOCK

(Artikel verschenen in FILMMAGIE, n° 565, juli 2006)

 

UNITED 93: reg. & sce. Paul Greengrass / fot. Barry Ackroyd / mon. Clare Douglas, Christopher Rouse & Richard Pearson / muz. John Powell / act. David Alan Basche (Todd Beamer), Richard Bekins (William Joseph Cashman), Trish Gates (Sandra Bradshaw), Susan Blommaert (Jane Folger), Cheyenne Jackson (Mark Binghman), Ray Charleson (Joseph DeLuca), Thomas E. Burnett (Christian Clemenson), Khalid Abdalla (Ziad Jarrah), Lewis Alsamari (Saeed Al Ghamdi), Ben Sliney (zichzelf), Major James Fox (zichzelf), Omar Berdouni (Ahmed Al Haznawi) / pro. Tim Bevan, Eric Fellner, Lloyd Levin & Paul Greengrass / USA / 2006 / 111’ / dis. UIP

 

Leave a comment