New Hollywood pionier Arthur Penn: De man die een tegencultuur creëerde binnen de Amerikaanse cinema

mei 27, 2017   //   by Ivo De Kock   //   actueel, Algemeen, necrologie, portret, regisseur  //  No Comments

ARTHUR PENN

Arthur Penn (1922-2010) miste de cinefiele passie van Scorsese, de visionaire gedrevenheid van Coppola, de drang naar stilering van De Palma en het gevoel voor lyriek van Cimino maar meer dan deze collega’s was hij in de jaren 60 de pionier van het New Hollywood dat voor een breuk zorgde met de klassieke Amerikaanse cinema die samen met het studiosysteem in een crisis was gesukkeld. Met de tijdgeest uitademende films zoals Bonnie and Clyde en Little Big Man zorgde hij voor een frisse wind.

BONNIE AND CLYDE

“Een samenleving doet er goed aan aandacht te schenken aan mensen die er niet bijhoren om zo te ontdekken waar ze tekortschiet,” sprak Arthur Penn, een cineast die niet per se films wilde maken maar alleen filmde om iets uit te drukken. Deze intelligente regisseur had in de jaren 60 een missie: een tegencultuur creëren binnen de Amerikaanse cinema. Het dichtst daarbij komt hij met The Miracle Worker (‘62), The Chase (‘66) en Alice’s Restaurant (‘69). Vroege films zoals The Left-Handed Gun (‘58) en Mickey One (‘65) lijken zich te conformeren aan het western- en film noirgenre maar ondergraven Hollywoodcodes m.b.t. de held.

LITTLE BIG MAN

De ontluistering is totaal in Bonnie and Clyde (‘67) en Little Big Man (‘70). De eerste is een gangsterfilm over outsiders die killers zijn maar ook sexy, verliefde jongeren. Penn geeft de vrouw een sleutelrol en rekent af met een door corruptie en politieke moorden verziekt land. De tweede is een anti-western die een taboe doorbreekt door de geschiedenis van de indianenkwestie te herschrijven.

MICKEY ONE

Behalve deze klassiekers draait Penn nog tegendraadse films gedragen door iconen zoals Gene Hackman (Night Moves, ‘75; Target, ‘85) en het duo Marlon Brando-Jack Nicholson (The Missouri Breaks, ‘76). Maar het publiek haakt af, na Four Friends (‘81) volgen de critici en aan het slot van zijn carrière kan Penn uitsluitend nog dankzij televisie de cynische komedie Penn & Teller Get Killed (‘89), het karaktergedreven drama Inside (‘96) en een aflevering van 100 Centre Street (‘01) maken.

THE MISSOURI BREAKS

Arthur Penns roots liggen in de Actor’s Studio van vlak na WO II. Na als regisseur voor tv en theater te hebben gewerkt maakt hij zijn filmdebuut met The Left-Handed Gun. Op een moment dat gevestigde regisseurs zoals Minnelli, Ford, Hawks, Hitchcock en Ray uitpakken met extreme filmische klaagzangen. Penn is geen beeldenstormer maar heeft wel een zwak voor individuen die botsen tegen de stand der dingen. Situaties vloeien uit acties voort, en actie uit de essentie van de mens. Penn linkt daarbij geweld met seksuele repressie en kiest voor
directe, fysieke cinema.

NIGHT MOVES

Zo schetst hij een chronologie van het moderne Amerika: de depressiejaren in Bonnie and Clyde, het generatieconflict van de fifties met The Left-Handed Gun, de sixties met gewelddadige confrontaties in Mickey One en The Chase en de zoektocht naar tolerantie in Alice’s Restaurant, het wegvallen van het collectivistische ideaal in de jaren 70 met Night Moves en The Missouri Breaks, een mix van nostalgie (Four Friends), paranoia (Target, Dead of Winter, ‘87) en mediamanipulatie (Penn & Teller Get Killed) in de jaren 80-90.

FOUR FRIENDS

Kader is steevast een duistere wereld vol onrust en sluimerende gewelddadigheid. Morele spanningen en seksuele frustraties zorgen ervoor dat de personages in een wankel evenwicht verkeren. De geschiedenis wordt een aaneenschakeling van bloedige evenementen waarbij individuen tussen actie en besluiteloosheid zwalpen. Penn is geïnteresseerd in mensen die een zoektocht ondernemen. Zijn voorkeur gaat uit naar sociale analfabeten, nomaden die zich door hun instincten laten leiden. En outlaws, dragers van een positieve maar gewelddadige energie.

IVO DE KOCK

(Artikel verschenen in FILMMAGIE, n° 609, oktober 2010)

BONNIE AND CLYDE

Leave a comment