Brillante Mendoza’s filmische mokerslagen: De briljant-pijnlijke cinema van een Filipijns erfgenaam van het neorealisme

mei 27, 2017   //   by Ivo De Kock   //   actueel, Algemeen, portret, regisseur  //  No Comments

LOLA

“Bij mijn debuut The Masseur volgde ik mijn intuïtie,” zegt Brillante Mendoza, “maar mijn vrienden en zelfs mijn hoofdactrice vonden het vervelende troep. Toch ben ik mijn hart blijven volgen”. Gelukkig want met negen films in de laatste vijf jaar bewijst de Filipijnse cineast dat de bekroning als Beste Regisseur in Cannes voor Kinatay dikverdiend was. Na de première in Bozar van Lola focust Cinematek in november op het oeuvre van deze omstreden maar getalenteerde erfgenaam van het neorealisme.

BRILLANTE MENDOZA

“Mijn verhalen gaan over echte mensen en weerspiegelen de Filipijnse realiteit,” stelt Brillante Mendoza (°1960). De Filipijnse filmer die pas op 45- jarige leeftijd debuteert met The Masseur (‘05) wordt in het Westen door festivals ontdekt. John John ofte Foster Child (‘07) maakt in Cannes indruk, Tirador (‘07) in Berlijn, Serbis (‘08) en Kinatay (‘09) opnieuw in Cannes en Lola (‘10) in Venetië.

THE MASSEUR

Ook al zijn de reacties extreem. Cinefielen die wereldfilms associëren met lieftallige didactische sprookjes zijn overstuur door de gewelddadigheid van Mendoza’s rauwe drama’s, anderen bejubelen de compromisloze authenticiteit van een filmmaker schatplichtig aan het populair realisme van Rossellini en Pasolini. “Ik hoop dat ik iets maak dat waard is om getoond te worden,” zegt Mendoza, “maar wanneer iemand niet van mijn film houdt lig ik daar niet wakker van”.

TIRADOR

Mendoza groeit op in een groot gezin in Manilla, volgt kunststudies (nooit filmschool), draait commercials en werkt als production designer. Tot hij The Masseur maakt, een film die erotiek en dood linkt via het verhaal van een masseur die zijn lichaam verkoopt én zich over zijn stervende vader ontfermt. “De opnames waren een revelatie,” aldus Mendoza, “ik droomde toen nog van blockbusters en commerciële cinema maar ontdekte in mezelf een nieuw iemand, een elan naar grotere eerlijkheid”.

TIRADOR

Zijn idool, de Filipijnse geëngageerde filmer Lino Brocka, inspireert Mendoza tot enkele vingeroefeningen (Kaleido, Manoro, Pantasya) in de aanloop van het politieke melodrama John John dat de problematiek van pleeg- en adoptiekinderen in zijn sociale context plaatst. In het eerste deel volgt de handgehouden camera een sociaal assistente op de voet door een bidonville, het tweede deel ensceneert de ontmoeting tussen een locale pleegmoeder en Amerikaanse adoptieouders. Die botsing van werelden leidt tot de emotionele instorting van een liefdevolle vrouw.

SERBIS

Mendoza ontwikkelt de semidocumentaire stijl die voor dwingende dringendheid zorgt verder in Tirador, Serbis, Kinatay en Lola. Films met een verschillende toon die via op faits divers gebaseerde verhalen aangeven hoe Filipijnen leven met stedelijke criminaliteit en banalisering van wreedheid en seksualiteit. Tirador dompelt ons onder in een wijk, geregeerd door dieven en politieke corruptie, Serbis portretteert
een met armoede worstelende familieclan die leeft in en van een pornobioscoop, Kinatay toont wraakacties van agenten en Lola volgt twee oma’s van respectievelijk de dader en het slachtoffer van een roofmoord.

LOLA

Of Mendoza nu geweld toont (Kinatay) of uit beeld weert (Lola), hij wil vooral laten zien dat “het een integraal deel van het dagelijkse leven is”, dat “kansarmen weinig keuze hebben” en “gerechtigheid verbonden is met de sociale status van mensen”. Zo wordt het voor de agent in de donkere wereld van Kinatay moeilijk om moreel te ageren en regelen de grootmoeders in het door regen (een metafoor voor leven en
dood) overheerste Lola alles (financieel) buiten de rechtbanken. “Ik wil de realiteit tonen,” benadrukt Mendoza, “ook al druist dat in tegen wat de officiële samenleving als juist en goed omschrijft. Cinema moet volgens mij de waarheid onthullen”.

KINATAY

Door de expliciete seks- en geweldscènes zijn Mendoza’s films “geen entertainment en niet voor iedereen geschikt. Sommige toeschouwers
verdragen het niet om betrokken te worden in een misdaad of bij akelige figuren, mijn rol is echter niet hen te kalmeren maar verantwoordelijkheid te geven. Wanneer je naar huis gaat moet de pijn van de personages nog in je geest nazinderen, net zoals hun morele dilemma’s en de tragedie van een situatie die je niet kan controleren”. Het maakt hem geen sant in eigen land. “We weten allemaal dat de gruwel een realiteit is maar niemand besteedt er aandacht aan,” aldus Mendoza, “daarom zien zo weinig landgenoten mijn films, ze begrijpen
niet waarom ik me niet voor meer onderhoudende onderwerpen interesseer”. ×

IVO DE KOCK

(Artikel verschenen in FILMMAGIE, n° 609, oktober 2010)

SERBIS

Leave a comment