Lee Daniels’ Precious: Het leven is lijden

mei 6, 2017   //   by Ivo De Kock   //   Algemeen, drama, film, genre, regisseur  //  No Comments

PRECIOUS

“Ik identificeerde me met dit persoonlijk verhaal,” zegt producent en regisseur Lee Daniels, “want ik kende alle personages. Maar toen ik met een financier sprak zei hij dat hij het gevoel kreeg pornografie te lezen”. De verfilming van dichteres Sapphire’s controversiële – want snoeihard realistische – roman ‘Push’ had vele voeten in de aarde. Na een triomfantelijke Sundance-première werden Precious én actrices Mo’Nique en Gabourey Sidibe echter overladen met lof en prijzen in Cannes, Deauville en Toronto. De Amerikaanse pers deelde het enthousiasme van ‘opinion leaders’ Oprah Winfrey en Tyler Perry, al zagen sommigen een weinig flatterend en te clichématig beeld van ‘de zwarten’. Dit steenhard maar steengoed drama laat niemand onverschillig.

“Niemand wil je, niemand heeft je nodig. Sleep je lui gat naar de bijstand” blaft Mary, een luie maar agressieve van uitkeringen levende moeder die haar dagen slijt op de sofa terwijl ze naar spelletjes en soaps kijkt op televisie, wanneer haar dochter om wat aandacht en liefde smeekt. Claireece ‘Precious’ Jones is een 16-jarige obese en analfabete zwarte scholiere die voor de tweede keer van haar vader zwanger is. Anno 1987 leeft ze in een grauw appartement in de Newyorkse wijk Harlem, samen met een moeder die een bakpan alleen hanteert om haar frustraties af te reageren op een dochter die ze beschouwt als haar dienster.

PRECIOUS

Precious lijdt onder de emotionele en fysieke mishandelingen, kan niet voor Mongo – haar aan het Down Syndroom lijdende baby – zorgen en tracht te ontsnappen aan haar donker bestaan via dagdromen waarin ze zichzelf ziet als gettokoningin, model of popster. Hoewel ze niet kan lezen of schrijven doet Precious het behoorlijk op school. Toch draagt ze de ‘no future’-stempel tot ze op een ‘alternatieve’ school, die het ‘Each One Teach One’-principe huldigt, terechtkomt.

Haar moeder gebiedt haar niet te dromen van ‘opvoeding’ en zelf begrijpt ze het woord ‘alternatief’ niet – “ze spreken zoals tv-kanalen waar ik niet naar kijk” zegt Precious – maar toch voelt de tiener dat dit een kans is die ze moet grijpen. Met de hulp van een heuse steungroep: een lesbische lerares (Blu Rain) die verder kijkt dan Precious’ uitdrukkingsloze blik, een verpleger (Nurse John) die ook de geest verzorgt, een sociaal-assistente (Ms. Weiss) die peilt naar de wortels van haar problemen en een ersatzfamilie van medestudenten die elk hun eigen gruwelverhaal torsen.

PRECIOUS

Precious kan zich eindelijk ontplooien maar het leven in de grootstedelijke hellepoel blijft voor haar een pijnlijke grap die alsmaar nieuwe onaangename verrassingen oplevert. Want Precious mag dan een intens louterend melodrama over de beproevingen van kansarme zwarten in een stedelijke jungle zijn, Lee Daniels omzeilt handig de valkuilen ‘sentimentalisme’ en ‘happy end’. Terwijl ook van het “yes we can!” optimisme die het Obama-tijdperk typeert weinig te bekennen is in deze verfilming van de in 1996 door Sapphire geschreven roman ‘Push’. Daniels portretteert compromisloos zwarte vrouwen wier leven verwoest wordt door mishandeling, kansarmoede en defaitisme met behulp van een stijl die even intens als verscheiden is.

De middelpuntvliedende krachten overheersen in een film waar melodramatiek, sociaal realisme, slapstick en fantasie elkaar afwisselen. Consistent is het niet altijd, krachtig wèl. Mede dankzij gedreven actrices zoals Mo’Nique (die Mary neerzet als een complex getormenteerd individu en niet als een monster), Mariah Carey (glamourloos in de rol van een empathische sociaal-assistente) en Gabourey Sidibe (subliem als een stoïcijnse maar gewonde tiener).

Extreem persoonlijk

Lee Daniels (°1959) groeide op in Philadelphia en kende een moeilijke jeugd waarin hij mishandeld werd door zijn vader, een gewelddadige politieman die zich nog brutaler ging gedragen toen Lee’s homoseksuele geaardheid duidelijk werd. Na zijn universitaire studies trok Daniels naar Los Angeles waar hij aanvankelijk een agentschap voor verplegend personeel runde. Dat bedrijf verkocht hij om een carrière in de entertainmentindustrie te beginnen.

PRECIOUS

Eerst als casting directeur (voor Prince bij Purple Rain en Under the Cherry Moon), later als manager (van o.a. Nastassia Kinski en Wes Bentley) en theaterregisseur. Daarna richtte hij zijn eigen filmproductiefirma Lee Daniels Entertainment op. Twee markante producties die gevoelige thema’s aansneden – racisme in Monster’s Ball (‘01) en pedofilie in The Woodsman (‘04) – zetten hem op de kaart. Toen hij de in ‘96 uitgebrachte roman ‘Push’ van Sapphire ontdekte waren ze nog niet af.

“‘Push’ is een zeer populair boek in de urban community in Harlem en de Amerikaanse getto’s,” zei Daniels in Deauville, “toen ik werkte aan Monster’s Ball, de eerste film die ik produceerde, gaven mijn neefjes me het boek; ik was er meteen weg van. Ik vond het spectaculair. Het was alsof iemand me met een hamer op het hoofd sloeg. Ik werd overspoeld door een mengeling van emoties; het was alsof een tsunami me naar het midden van de oceaan en daarna terug naar het strand voerde. Ik liet het boek een week bezinken en belde dan naar de schrijfster met de vraag of ze me het boek zou willen geven. Ze wou dat aanvankelijk niet, het leek haar beter dat ‘Push’ een boek zou blijven en geen film zou worden. Gedurende acht jaar bleef ik echter bellen en uiteindelijk gaf ze toe”.

Daniels benadrukt dat hij doorzette omdat hij “zich verplicht voelde dat verhaal van kindermisbruik te verfilmen om de wonden te helen die geslagen waren door de relatie met mijn mishandelende vader”. Maar hij was niet de eerste die aanbelde bij Sapphire. Een filmstudent die op zoek was naar een debuutfilm en een producent die R&B-zangeres Brandy wou casten kregen een duidelijk ‘nee’. “Dan wou Madonna de film produceren,” vertelt Sapphire in Entertainment Weekly, “mijn reactie was: ‘Madonna? Ik denk niet dat dit haar film is’”.

PRECIOUS

Ook met Daniels klikte het niet meteen. “Ik voelde hem niet aan,” aldus de schrijfster, “Ik zei ‘ik wil je werk zien’. En hij had nog niets gedaan”. Daniels werk als producent (Monster’s Ball, The Woodsman) en regisseur (het verhaal van moeder-zoon huurmoordenaars Shadowboxer, ‘06) trokken haar over de streep. “Hij sneed onderwerpen als interraciale seks, intergenerationele seks en moord aan,” aldus Sapphire, “Daniels nam risico’s en dat was nodig om ‘Push’ te verfilmen”.

Bovendien laat Daniels zich niet gemakkelijk uit zijn lood slaan. Monster’s Ball en The Woodsman oogsten lof maar toen zijn regiedebuut Shadowboxer door New York Post werd omschreven als “de slechtste film van de eeuw” en het door hem geproduceerde Tennessee (‘08) een koel onthaal kreeg, bleef Daniels nuchter. “Het deed me begrijpen welke strijd andere regisseurs leveren wanneer andere mensen hun film niet begrijpen of er niet van houden,” stelt hij, “toen mijn film werd afgemaakt bleef ik twee dagen in foetushouding in bed liggen. Maar het inspireerde me om opnieuw te gaan regisseren”.

Hij maakte enkele kortfilms om jonge zwarten aan te sporen te gaan stemmen (Bill Clinton, LL Cool J en Alicia Keys hielpen een handje) en vroeg aan debutant Geoffrey Fletcher om een scenario voor (toen nog) PUSH: BASED ON THE NOVEL BY SAPPHIRE te schrijven. “Ik hoorde dat enkele mensen het al geprobeerd hadden,” zegt Fletcher in Filmmaker, “ik gaf hem de eerste 15 pagina’s en hij zei dat ik de geknipte man was”.

PRECIOUS

Daniels motiveerde zijn keuze door te stellen dat hij hield van de manier waarop Fletcher scènes structureerde en fantastische elementen introduceerde. Ook op het vlak van casting ging Daniels eigenzinnig te werk. Zo koos hij Gabourey Sidibe, met schoolmusicals als enige ervaring, voor de moeilijke rol van de door haar vader, moeder en de samenleving mishandelde Precious. “Gabby, Gabourey Sidibe, kende ik niet,” aldus Daniels, “samen met de casting director bekeek ik 500 meisjes; zij sprong er echt uit. Het was alsof God haar aanwees en zei ‘zij is het’. Waarmee ik niet bedoel dat zij in het echt is zoals Precious.

Gabby is wel de Precious van de fantasiescènes maar bij de realistische Precious overtuigt ze ons door haar acteertalent”. Als regisseur werkt hij nochtans het liefst “met mensen die ik ken. Mensen die me kennen, die me vertrouwen, die mijn waanzin kennen. Dat heeft zijn weerslag op de werkwijze: we repeteren geen scènes, we praten over seks, literatuur, politiek, Hollywoodroddels,… Daardoor zitten we op dezelfde lijn voor ik ‘actie’ roep. Mijn acteursregie beperkt zich tot knorgeluiden, alleen blikken en armbewegingen, ik zeg mensen niet wat ze moeten doen. Dat is een erg primaire werkwijze.

Vanaf het moment dat we vrienden zijn, kan ik werken. De moeder in de film, ‘mother Mary’, wordt gespeeld door Mo’Nique, een in Amerika erg bekende actrice die in mijn vorige film Shadowboxer al meedeed en daarin de rol van ene… Precious vertolkte! Met Mo’Nique werk ik niet, we hebben plezier. Voor de meisjes in de klas was het de eerste film en ik bracht eerst lange tijd met hen door, waardoor ik ze beter leerde kennen vooraleer ze aan te werven.

PRECIOUS

Alles draait dus om vriendschap. Ook Paula Patton, die de lerares speelt, is een vriendin van mij. Het is alsof je rondhangt in een speeltuin met vriendjes, als je je niet amuseert gebeurt er niets”. De gedurfde casting bleek een schot in de roos en de bekroning van Mo’Nique op het Sundance Festival startte de Oscar buzz waarop Precious een jaar surfte. Ook al omdat het engagement en het enthousiasme van de acteurs aanstekelijk werkte.

“Mariah Carey en Lenny Kravitz zijn vrienden van mij,” benadrukt Daniels, “ze begrijpen beiden deze film op een primaire manier. Ze houden van mij en weten wat ik wil doen en ze zijn erg vertrouwd met de personages van deze film. Omdat ze leefden met soortgelijke mensen. Ze acteerden gratis omdat het zo persoonlijk was en ze de film zo belangrijk vonden. Voor hen was dat een kleine steun voor beproefde jongeren. Ik betrok hen ook niet als ‘beroemdheden’ bij het project, ik deed het omdat er wederzijds vertrouwen was. Dat is belangrijk omdat de film zo persoonlijk is dat ik erg emotioneel werd tijdens de draaiperiode. Daar moesten ze mee om kunnen. Ze beschaamden mijn vertrouwen ook niet en versterkten via hun vertolking de film”.

PRECIOUS

Ondanks die sfeer van kameraadschap bleek de draaiperiode zwaar. “Een deel van de crew begreep mijn visie niet,” geeft Daniels toe. Hij ontsloeg hen omdat hij niet wou dat ze zijn werk compromitteerden. “Ik ben niet gemakkelijk,” bekent hij, “maar wanneer je als regisseur de richting aangeeft moeten je medewerkers volgen. Jij wordt er immers op afgerekend wanneer je dat niet doet”.

Een cocktail van humor en realisme

Een boodschapfilm wou Daniels niet maken, maar wel een die verankerd is in de realiteit. “Toen ik The Woodsman produceerde, leerde research me dat een op vier kinderen seksueel misbruikt worden,” zegt Daniels, “een op vier! En dan gaat het om misdrijven die aangegeven worden. Wie weet hoe de exacte cijfers er uit zouden zien wanneer alles zou zijn aan de politie gerapporteerd. Dat was een verbijsterende vaststelling. Precious is ook een film voor hen, het gaat om onschuld die bezoedeld wordt. Fysiek, mentaal of seksueel”.

Dat hij zelf slachtoffer was van kindermishandeling was niet de enige reden waarom de film persoonlijk werd. “Ik ben zelf getuige geweest van geweld en van brutaal gedrag zoals dat van Precious,” stelt Daniels, “toen ik elf jaar oud was, woonde er in mijn straat een vijfjarig meisje dat om drie uur ‘s middags aanbelde. Toen ik de deur opende zag ik dat ze naakt was, bloedde en haar genitaliën bedekte met haar handen. ‘Mijn moeder gaat me vermoorden’ riep ze hysterisch. Toen ik Sapphire’s boek ’Push’ las, wekte dat dezelfde gevoelens op als toen ik voor dat meisje de deur opende.

Een mengeling van walging, angst en woede. Ik wist dat dat meisje terug naar dat huis moest met die moeder: een kind van vijf, totaal machteloos en wanhopig. In die tijd was het slecht gesteld met de sociale diensten in Amerika, ze namen toen geen kinderen weg van hun ouders zoals nu. Toen hadden kinderen geen bescherming of rechten. Bij het lezen van het boek gingen mijn gedachten naar dat meisje met wie ik opgroeide, ik vroeg me af of ze nog leefde en welk leven ze zou leiden. Ik droeg de film op aan haar als eerbetoon aan alle kinderen die in hun jeugd zwaar beproefd worden.

PRECIOUS

Precious is een heel bijzondere ervaring voor mij, ik kan niet geloven dat deze film alleen maar een film is. Hoewel ik niet wil klinken als een artistieke regisseur, een auteur, is het verhaal dat ik vertel erg persoonlijk. Ik kende in mijn jeugdjaren heel wat meisjes zoals Precious, ze waren mijn nichtjes of schoolgenotes. Het gaat verder dan het maken van een film, het verhaal ligt me nauw aan het hart omdat ik deze mensen begrijp”.

Empathie dreef Daniels tot bepaalde keuzes. Zo koos hij ervoor om geen afstandelijke maatschappijkritiek te serveren (het onderwijs en het socioeconomische systeem worden niet op de korrel genomen), het gebeuren te situeren in de jaren 80 (“Het verhaal zou niet dezelfde impact hebben gehad wanneer het in het heden zou zijn gesitueerd,” stelt Daniels, “vooral aids was toen dramatischer omdat het betekende dat je ging sterven”) en de tocht door de geest van Precious te benadrukken via fantasiescènes. Wat Daniels niet wou was een deprimerende tv-film.

Precious is een heel donker verhaal,” zegt hij, “wanneer ik in die duisternis zou blijven zou je alleen somberheid krijgen. Ik wou echter waar mogelijk humor vinden. Je moet als kijker kunnen lachen maar tegelijk ook angst, pijn, triestheid en tederheid voelen. De film moet een emotionele achtbaan zijn. Ik vroeg aan de acteurs om te zoeken naar komische elementen, zelfs wanneer ze het niet gepast vonden. Wanneer je lacht help je immers de pijn te genezen”. Hij opteerde ook voor een constant wijzigende toon.

Met gruwelijke (Mary die een baby van haar schoot duwt), tragikomische (Precious die een emmer fried chicken steelt) en grappige momenten (Precious die Ms Weiss vraagt “welke kleur ben je, een soort wit of een soort zwart?”). “De vertaling van boek naar film was moeilijk,” bekent Daniels, “het was uitdagend omdat het boek bijzonder donker was, de film is veel luchtiger en lichter. Ik besloot het fantasie-element toe te voegen. Precious fantaseert veel meer dan ze in het boek doet. Een harder en rauwer realisme zou de film in de V.S. een X-rating hebben opgeleverd waardoor niemand de film zou zien. Bovendien, wanneer er me slechte zaken overkomen fantaseer ik; ik denk dat we dat allemaal wel doen. Er zit dan ook een klein stukje Precious in elk van ons”

Geprezen en uitgespuwd na Sundance

Begin 2009 werd de film triomfantelijk onthaald op het Sundance Filmfestival. Het publiek was laaiend enthousiast, de kritiek lovend, het regende prijzen en distributeurs gingen met elkaar in de clinch. Een minpuntje: toen de sciencefictionthriller Push in première ging, moest in allerijl de titel veranderd worden in Precious: Based on the novel by Sapphire. Belangrijker was echter dat Afro-Amerikaanse boegbeelden, en ervaringsdeskundigen, zoals Tyler Perry en Oprah Winfrey het peterschap over de film op zich namen.

“Toen de film net af was gaf ik hem aan Oprah Winfrey. Niet alleen omdat zij een machtige publieke figuur is maar vooral omdat ik dacht dat ze de film zou begrijpen,” zegt Daniels, “ze was op dat moment echter druk bezig om voor Obama te werken waardoor ze kans niet had om Precious te bekijken.

Uiteindelijk zag ze hem pas tijdens het festival van Sundance. Toen ik naar het podium aan ’t stappen was om een award op te halen, ging plotseling mijn gsm af. Ik las ‘unknown’ en nam voorzichtig op. ‘Lee,’ hoorde ik, ‘het is Oprah, Oprah Winfrey. Ik hou van je film!’. Toen ik besefte dat het echt Oprah was, wist ik even met mijn geluk geen blijf. Haar waardering was een fantastische bekroning voor een project waar ik zo lang mee bezig was. Vooral omdat ik de film voor mensen zoals Oprah maakte, mensen die een meisje als Precious echt begrijpen.

En de steun van haar en van acteur, regisseur en schrijver Tyler Perry (Diary of a Mad Black Woman) is erg belangrijk. In de V.S. heeft een kleine film zoals Precious dergelijke steun broodnodig. Oprah Winfrey bereikt via de media een ruim publiek en velen in de Afro-Amerikaanse gemeenschap luisteren naar Tyler Perry, waardoor je mensen in de zalen kan krijgen die je anders nooit zou bereiken”. Winfrey vertelde Entertainment Weekly: “ik realiseerde me dat ik Precious al een miljoen keer gezien had. Ik zie dat meisje elke morgen op weg naar het werk, ik zie haar op de straathoek staan, ik zie haar wachten op de bus, uit een drugstore komen,… En ze is onzichtbaar voor mij geweest. Ik heb haar gezien en niet gezien. Ik dacht, dat zal me nooit nog overkomen”.

De kracht van Precious is inderdaad dat het intense drama ons een nachtmerrie toont die het dagelijkse, verborgen bestaan is van een outcast, een dik en fragiel meisje. Het beangstigende is de mate waarin daders en slachtoffers mishandeling vlot als gewoon beschouwen, als een pijnlijke maar onvermijdbare realiteit aanvaarden. Precious kan zich geen ander leven buiten dat van haar fantasieën voorstellen. Een van de treffendste scènes is die waarin ze in de spiegel kijkt en in haar verbeelding een mager wit meisje ziet.

“Ik denk dat het niet alleen om zwart zijn gaat,” stelt Daniels, “vele vrouwen zien zich anders in de spiegel. De manier waarop de samenleving met hun zelfbeeld omspringt is destructief en ongezond”. Het lijden van de zwarte vrouwen heeft oorzaken en gaat generaties terug. Mary haat haar dochter omdat die haar man ‘gestolen’ zou hebben maar ze misbruikt Precious ook uit financieel oogpunt. Moeder en dochter groeien uit elkaar naarmate Precious zich meer emancipeert, maar tijdens een finale confrontatie blijkt dat ook Mary haar redenen heeft, haar trauma’s torst. De realiteit en de menselijke geest blijken complexer dan de gezinsclash aanvankelijk deed vermoeden. Precious is meer dan een tocht van donker naar licht.

Zowel boek als film “tonen wat er gebeurt” (dixit Sapphire) in een kansarme wijk zoals Harlem met individuen zoals Precious. Er wordt daarbij gefocust op het individuele lijden en de collectieve levensomstandigheden, niet op de rol van en het gevecht tegen economische en sociale discriminatie. De emotionele kracht en het onthutsende realisme van dit fenomenaal geacteerde melodrama leverde heel wat positieve commentaren en een heuse hype op, maar het ontbreken van politiek correcte standpunten en van kritische interpretaties zorgde ervoor dat na een tijd ook kritiek opdook.

Het leek er zelfs even op alsof de discussies die oplaaiden n.a.v. Steven Spielbergs The Color Purple (een Alice Walker-verfilming met… Oprah Winfrey) nieuw leven waren ingeblazen. In ’85 waren velen van oordeel dat de toenmalige Oscarlieveling zwarte mannen in een negatief daglicht stelde, vooral door de portrettering van een vader die zijn dochter zwanger maakt. Met opnieuw een door haar vader misbruikt zwart meisje als hoofdpersonage keken sommigen met argusogen naar Precious.

“Mensen vertrouwen verhalen niet die ons niet in het beste licht plaatsen,” zegt professor Mark Anthony Neal in The New York Times. Dat wantrouwen wortelt in een lange traditie van negatieve beelden in populaire cultuur die zwarten in hun plaats hielden en noties van minderwaardigheid versterkten.

New York Press criticus Armond White haalt vernietigend uit: “Sinds Birth of a Nation heeft geen mainstream film het idee van black American life zo verlaagd als Precious. De film is een sociologische horrorshow vol schaamteloos racistische clichés”. Volgens Latoya Peterson, die de kruisbestuiving van racisme en populaire cultuur bestudeert, “maakt Neal de fout te denken dat er maar een aanvaardbare weergave van het leven van zwarten is. Hij vervlakt de black experience en ontkent zo onze menselijkheid”.

Communicatie-expert Luvon Roberson zag in Precious “geen waterval van stereotypen maar een ontroerend verhaal dat de schoonheid en onschuld toont van een arme, dikke en zwarte vrouw. Aan het einde van de film leek Precious me engelachtig”. Doctoraatstudent Aymar Jean Christian vond Precious briljant en benadrukt dat “het debat niet gaat over de film maar over het idee van de film. Het is een angstaanjagende film voor wie alleen de geïdealiseerde, ‘goede’ zwarten van ‘The Cosby Show!’ wil zien”.

Ook Sapphire mengde zich in het debat: “Met Michelle, Sasha, Malia en Obama in het Witte Huis en in het post-’Cosby Show’-tijdperk, kunnen mensen niet volhouden dat dit de enige beelden van zwarten zijn die circuleren. Zwarten kunnen zeggen dat Precious gaat over sommige van onze kinderen maar dat andere kinderen naar Yale gaan”. Ze ziet Precious terecht als een positieve Oliver Twistfiguur terwijl Daniels behalve intensiteit ook hoop, humor en verbeelding injecteert in een oncynische en niet-cerebrale film.

Er is een kritische onderstroom – het cyclische karakter van sociale kwalen wijst op een fundamentele wantoestand – en de waarheid over incest en analfabetisme wordt niet verbloemd, de grote verdienste van Precious is het respect waarmee een complexe, beproefde tiener wordt benaderd. Ze is geen cliché maar een mens die op een onverwachte plaats liefde vindt. Niet bij haar ouders maar bij een lerares die haar zelfbeeld helpt opbouwen. In een donkere wereld opent menselijke warmte perspectieven.

 

CITATEN PERSCONFERENTIE FESTIVAL DE DEAUVILLE – 11 SEPTEMBER 2009

IVO DE KOCK & JULIE DECABOOTER

(Artikel verschenen in FILMMAGIE, n° 603, maart 2010)

 

PRECIOUS: drama / reg. Lee Daniels / sce. Geoffrey Fletcher naar ‘Push’ van Sapphire / fot. Andrew Dunn / mon. Joe Klotz / muz. Mario Grigorov / act. Mo’Nique (Mary), Gabourey Sidibe (Claireece ‘Precious’ Jones), Paula Patton (Ms. Rain), Mariah Carey (Ms Weiss), Sherri Shepherd (Cornrows), Lenny Kravitz (Nurse John), Stephanie Andujar (Rita), Chyna Layne (Rhonda) / pro. Lee Daniels, Sarah Siegel-Magness & Gary Magness / USA / 2009 / 110’ / dis. KFD

Leave a comment