Literatuur @ film: De kroniek van een aangekondigd dovemansgesprek
Zijn boeken bijna altijd beter dan films – want diepgaander en een speelterrein voor je verbeelding – en is een literatuurverfilming steevast slechter dan de originele roman? Of zegt één beeld inderdaad meer dan duizend woorden en kan je daarom maar beter een boekverfilming (lees: film) bekijken dan (lees)tijd te verliezen door een (verfilmd) boek te lezen? En wat met schrijvers: is hun leven en artistieke activiteit wel (boeiend genoeg om) in filmbeelden te vatten?
Het huwelijk literatuur-film is voor sommigen weinig stabiel en voor anderen ronduit problematisch. De ‘wat is beter, boek of film?” discussie laait bij elke literatuurverfilming weer op. En ècht gelukkig is bijna altijd enkel de schrijver op zijn weg naar de bank. Tenzij een regisseur besluit om geen boek te verfilmen maar om een film te maken. Of om het cynisch uit te drukken: tenzij boekenliefhebbers en filmfans comfortabel in hun cocoon kunnen blijven.
Heel soms levert het dovemansgesprek tussen literatuur en film toch een even geslaagd als gelaagd kunstwerk op. Zoals Cloud Atlas, de epische krachttoer van de Wachowski’s en Tom Tykwer (Lola Rennt). De verwachtingen waren dan ook, ondanks de futloze Patrick Süskind-adaptatie Perfume, hooggespannen voor Tykwers Dave Eggers verfilming A Hologram for the King met opnieuw Tom Hanks. Maar het werd een afknapper van formaat. Het verhaal draait, in een door globalisering en multiculturalisme veranderde wereld om de midlife crisis van een blanke westerling.
De Amerikaanse zakenman Alan Clay trekt naar Saoedi-Arabië om een deal af te sluiten met de koning en tegelijk zijn eigen leven bij te sturen. Daarbij belandt hij in een soort kafkaiaanse vicieuze cirkel. In de paranoïde romans van Eggers (The Circle) hebben dergelijke circulaire mechanismen iets hallucinant en intrigerend maar in de spanningsloze slow cinema versie van Tykwer heerst enkel leegte en verveling. De filmbeelden zijn mooie plaatjes maar helemaal niet suggestief of prikkelend. De verbeelding van de kijker blijft werkloos omdat de filmmaker zijn eigen fantasie heeft uitgeschakeld.
Dan is de Australische anthologiefilm The Turning, zeventien regisseurs (waaronder de als cineast debuterende actrice Mia Wasikowska) adapteren elk een kortverhaal uit de gelijknamige verzamelbundel van Tim Winton, heel wat fantasierijker. Ondanks de enigszins geforceerde structuur; een caleidoscoop van in elkaar verweven hoofdstukken over een tijdspanne van 30 jaar, is de botsing van verschillende filmstijlen erg fascinerend. Uiteraard is deze omnibusfilm ongelijk van kwaliteit, maar de sterkste delen leveren in hun ruwheid, emotionaliteit en intensiteit een verbluffende visuele trip op. Een bewijs dat beelden iets kunnen toevoegen aan woorden. Wanneer respect voor de literaire auteur samengaat met vertrouwen in de eigen cinematografische verbeelding.
De door Britse auteur Paula Hawkins geschreven bestseller ‘The Girl on the Train’ is het soort psychologische thriller waar men in de betere boekhandel haast evenzeer de neus voor ophaalt als voor Bob Dylans nobelprijs. Met stereotiepe verdachte personages, uitvergrote donkere emoties, clichématige mysteries, een kluwen van vrouwelijke vertellers en een verwarrende labyrintische narratieve structuur speelt de schrijfster met het inlevingsvermogen en de verbeelding van de lezer.
Om via enkele twists bij een traditioneel horror-einde te belanden, waarbij het mannelijk monster de rekening gepresenteerd krijgt in de tuin van de vrouwelijke slachtoffers. Regisseur Tate Taylor (The Help) worstelt aanvankelijk met de drie vertellers, de tijdsprongen en de dunne scheidingslijn tussen realiteit, fantasie en hallucinatie maar beseft tijdig dat verwarring niet meteen suspense oplevert en gaat over op het illustreren van de tagline van The Girl on the Train, “what did she see?”. Hij zit niet langer drie vrouwen op de huid maar maakt van een van hen, alcoholiste Rachel, zowat de toeschouwer in de film.
Waardoor het een film over kijken en bedrieglijke schijn wordt. Over tot foute interpretaties leidend gezichtsbedrog en gemanipuleerde illusies. Met een getuige die tegelijk detective en slachtoffer is en zowel lichamelijk als geestelijk op de proef wordt gesteld. Die beproeving (mishandeling, vernedering, onvruchtbaarheid, stervende baby’s) is extreem en absurd maar dat is een metafoor voor (film)kijken bij dergelijke spektakels. Rachel kijkt en leert over zichzelf, over andere vrouwen en mannelijke ‘regisseurs’. Dat is de moraal van het verhaal en het zoveelste bewijs dat Hitchcock gelijk had dat pulpliteratuur de interessantste films kan opleveren.
Nicole Garcia’s Mal de Pierres is gebaseerd op een beter boek, ‘Het huis in de Via Manno’ van de Italiaanse schrijfster Milena Agus, en gaat over de zoektocht van de in een verlaten boerendorpje levende Gabrielle naar wat zij la chose principale noemt: extatische liefde. De amour fou die ze proeft (ze likt wellustig aan het boek) tijdens het lezen van ‘Wuthering Heights’.
We verlaten het perspectief en het vertekend realiteitsbeeld van het door Marion Cotillard vertolkte personage nooit, wat helaas enkel voor verwarring zorgt omdat helaas amoureuze passie enkel een literair concept blijft. Daar waar de roman onze fantasie nog prikkelt, leidt de film enkel naar een nadrukkelijke bewustwording en boodschap. Waarbij literatuur en werkelijkheid gescheiden worden.
Een adaptatie van een roman over een ‘reële’ schrijver lijkt dan weer gedoemd om te mislukken. Genius tracht het waargebeurde verhaal over de band tussen de flamboyante schrijver Thomas Wolfe en diens corrector/uitgever Maxwell Perkins (ook verbonden met Ernest Hemingway en Scott Fitzgerald) te vertellen.
De belangrijkste anekdote die daarbij aan bod komt, hoe via stevige eindredactie een 1000 pagina tellend manuscript wordt omgetoverd in de succesroman ‘Look Homeward, Angel’, stelt vragen bij begrippen als ‘auteur’ en ‘literair genie’ maar regisseur Michael Grandage herleidt het creatieve proces jammer genoeg tot stereotiepe bevliegingen van een tragische, paranoïde figuur. Literatuur, film, auteurs, het blijft een dovemansgesprek.
IVO DE KOCK
(Artikel verschenen in FILMMAGIE, n° 674, april 2017)
GENIUS: Michael Grandage, UK-USA 2016, 104′; met Colin Firth, Jude Law, Nicole Kidman, Guy Pearce; FILM: ** / EXTRA’S: 0; dis. Paradiso;
THE GIRL ON THE TRAIN: Tate Taylor, USA 2016, 111′; met Emily Blunt, Rebecca Ferguson, Haley Benett; extra’s: audiocommentaar, verwijderde scènes; FILM: ** / EXTRA’S: **; dis. eOne;
A HOLOGRAM FOR THE KING: Tom Tykwer, USA-UK-F-D, 2016, 98′, met Tom Hanks, Tom Skerritt; FILM: * / EXTRA’S: 0; dis. Paradiso;
MAL DE PIERRES: Nicole Garcia, F 2016, 120′; met Marion Cotilard, Louis Garrel, Alex Brendemühl; FILM: ** / EXTRA’S: 0*; dis. Lumière;
THE TURNING: Marieka Walsh, Warwick Thornton, e.a., Aus 2014, 180′; met Cate Blanchett, Rose Byrne, Miranda Otto; FILM: *** / EXTRA’S: 0; dis. Remain in Light.