Dossier Werner Herzog 2: Herzogs magisch oeuvre: Leven en verhaal inspireren elkaar

feb 3, 2017   //   by Ivo De Kock   //   actueel, Herzog, portret, regisseur  //  No Comments

FITZCARRALDO

“Ik hou van al mijn films zoals ik hou van mijn kinderen. Wanneer ze stotteren, scheel kijken of manken hou ik nog meer van hen en tracht ik hen nog meer te beschermen. En aan al mijn films scheelt wel iets”. Werner Herzog is een filmmaker die onvolkomenheden koestert, die met een mengeling van verwondering en bewondering ‘donquichotterige’ outsiders portretteert en voor zowel het grandioze als het banale oog heeft. Zijn filmgedichten weerspiegelen een zoektocht naar de barstjes in “het dunne laagje ijs dat wij beschaving noemen”. Herzog is een van de belangrijkste naoorlogse Duitse cineasten, al bleef het lang wachten op erkenning. Dvd helpt een handje.

“Mijn kindertijd herinner ik in geïsoleerde beelden,” stelt Werner Herzog (°5/9/1942, echte naam: Werner Stipetic), “op een keer zag ik God – misschien was het een arbeider uit het dorp – in de deuropening van mijn kamer staan. Ik was die nacht uit angst onder mijn bed gekropen; door naar hem te kijken stopte ik met bang zijn”.

WERNER HERZOG

Herzog benadrukt dat hij “slechts een verhalenverteller is”, maar zijn hoofdpersonages vertonen vaak autobiografische trekjes. Zo is hij Kaspar Hauser (The Enigma of Kaspar Hauser), een buitenbeentje met roots in armoede en isolement. Maar ook de verbeten visionair uit Aguirre, The Wrath of God, een obsessief veroveraar van het nutteloze. Zijn vriend (en cineast) Errol Morris ziet Herzogs oeuvre als “een uitgebreid essay over de betekenis van betekenisloosheid” waar “extatische absurditeit de realiteit en het universum waarin we leven in vraag stelt”.

“Misschien zoek ik utopische dingen,” beseft Herzog, “ruimte voor waardigheid en respect, onbestaande planeten, onverstoorde of gedroomde landschappen. Weinigen speuren nog naar die beelden, of peilen naar de stand van onze beschaving, maar voor mij is het een heilige roeping”. Herzog creëert magische beelden die de impact van avontuur, vooruitgang en beschaving blootleggen.

AGUIRRE, THE WRATH OF GOD

Waardoor ze nu relevanter zijn dan ooit in het weerspiegelen van een zelfverwoestende samenleving en de mentale chaos van eenzame individuen verloren in vreemde landschappen. Leven en verhaal, realiteit en fictie, inspireren elkaar en worden gefilterd door Herzogs eigenzinnig point-of-view. De auteur is immers nadrukkelijk aanwezig in zowel speelfilms als documentaires. Met als resultaat visuele poëzie, tegelijk kunst en entertainment, feit en fantasie.

Werner Herzog groeide op in de nasleep van WO II op een boerderij in Sachrang, een klein Beiers dorpje. Zijn vader verdween snel uit zijn leven maar met moeder Elisabeth en zijn zus en broers smeedde hij een nauwe band. Als tiener ontdekte Herzog cinema via Amerikaanse B-films en leerde hij filmtechnieken uit een encyclopedie. Toen bleek dat producenten niet stonden te springen om een autodidact eigen scenario’s te laten verfilmen, stichtte hij ‘Werner Herzog Filmproduktion’.

FATA MORGANA

Herzog zou vanaf zijn debuut in ‘62 (kortfilm Herakles) en het in ‘64 bekroonde Signs of Life bijna al zijn films zelf schrijven, regisseren en produceren. Met een gedrevenheid en onafhankelijkheidszin die ook zijn hoofdpersonages typeert. Hij ‘leende’ een 35mm camera van de filmschool maar zag dat niet als diefstal: “Ik had een natuurlijk recht om die camera te nemen. En ik maakte mijn eerste zeven of acht films ermee”.

Toen het kortfilmfestival van Oberhausen in ‘68 de ‘Neue Deutsche Film’ een forum gaf, trad Werner Herzog voor het eerst op het voorplan. Maar hij voelde zich niet echt verwant met Fassbinder, Schlöndorff en Wenders. De ‘beweging’ was in Herzogs ogen te ideologisch en provincialistisch, onvoldoende universeel en poëtisch. Zelf wou hij het luisteren naar de wereld combineren met het laten weerklinken van een eigen stem.

EVEN DWARFS STARTED SMALL

“Alles gaat in hem naar binnen, maar komt er getransformeerd uit” vatte Herzogs moeder samen. “Soms ontdek ik verbazingwekkende beelden waar niemand een diepere poëzie in ziet,” aldus Herzog, “je kan die andere waarheid en schoonheid blootleggen door ze samen te voegen met andere beelden, teksten, acteerprestaties en muziek”.

Die subjectieve, bijna surrealistische stijl was al aanwezig in twee vroege werken van Herzog: de speelfilm Even Dwarfs Started Small (een zwarte komedie waarin dwergen rebelleren tegen een voor hen onaangepaste wereld) en de documentaire Fata Morgana (zogenaamde opnames van aliens tonen hoe buitenaardse wezens tegen onze wereld aankijken). De eerste prent introduceert Herzogs liefde voor (fundamenteel eenzame) outsiders die de rode draad door zijn oeuvre zou vormen.

COBRA VERDE

Met enerzijds megalomane en ambitieuze fantasten (Aguirre, The Wrath of God, Fitzcarraldo, Cobra Verde, Grizzly Man) en anderzijds kwetsbare underdogs (The Enigma of Kaspar Hauser, Stroszek) of geïsoleerde individuen die moeilijk kunnen communiceren (Handicapped Future, Land of Silence and Darkness).

De tweede film bevat een ander thema dat Herzog fascineerde: schepping en vernietiging van de wereld. Ruim 35 jaar later zou hij de met Fata Morgana begonnen trilogie afsluiten via twee als ‘science fiction fantasy’ omschreven docs: The Wild Blue  Yonder en Encounters at the end of the world. Met stilering en vervaging van de grens tussen realiteit en fantasie legde Herzog al in de seventies de basis voor wat hij anno ‘99 in zijn ‘Minnesota Declaration’ (een eigenzinnige verklaring waarin hij afrekent met ‘cinéma vérité’) als een zoektocht naar ‘ecstatic truth’ zou omschrijven.

LAND OF SILENCE AND DARKNESS

Herzogs internationale doorbraak kwam er in 1972 met Aguirre, het verhaal van een conquistador (rol van Klaus Kinski in zijn eerste van vijf films met Herzog) die afglijdt naar de waanzin in zijn wanhopig gevecht tegen gezag en natuur. Antihelden die zichzelf en hun doodsangst trachten te overstijgen zouden Herzog blijven bezighouden.

Getuige de verhalen van skispringers (The Great Ectasy of Woodcarver Steiner), bergbeklimmers (Scream of Stone), piloten (Little Dieter Needs to Fly, The White Diamond) en berenvrienden (Grizzly Man). In de jaren 70 kreeg Herzog kritische lof voor de hypnotisch mooi gefotografeerde beschavingsstudie Heart of Glass, het portret van een man die in Stroszek de keerzijde van de Amerikaanse droom ontdekt, het existentieel drama van een levenschuwe vampier in de Murnau-ode Nosferatu en de messcherpe analyse Woyzeck die toont hoe vervreemding en vernedering leiden tot geweld.

SCREAM OF STONE

Tegelijk bouwde Herzog een reputatie op van risicozoekend, obsessief filmmaker via een documentaire over een dreigende vulkaanexplosie (La Soufrière) en het verhaal van een rubberboer die in het hart van de jungle een operahuis wil bouwen (Fitzcarraldo). Wilde productieverhalen, die Herzog niet weerlegde in de docs Portrait Werner Herzog en My best feind, bleven de regisseur achtervolgen. Een mislukte Aguirre, The Wrath of God-variant (Cobra Verde) en enkele controversiële documentaires (Where the Green Ants Drem, Ballad of the Little Soldier) zorgden ervoor dat Herzog in de jaren 80 meer aandacht kreeg omwille van zijn imago dan omwille van zijn films. Ook al omdat de humor en het allegorische karakter van Herzogs cinema zowel critici als kijkers ontging.

Via gestileerde documentaires bereidde Herzog in de jaren 90 zijn comeback voor. Oorlog (Lessons of Darkness), geloof (God’s Angry Man, Bells from the deep, Pilgrimage, Wheel of Time) en muziek (Gesualdo – Death for Five Voices, the transformation of the world into music) inspireerden hem tot emotiegedreven spirituele films met een hoog hypnotisch gehalte.

THE ENIGMA OF KASPER HAUSER

De speelfilm Invincible (de eerste film waarin Herzog het nazisme aanpakt, in een drama waar collectieve waanzin het individu vernietigt) ging ongemerkt voorbij maar de documentaires Little Dieter Needs to Fly, Wings of Hope en My Best Feind kenden veel bijval. Deze docs onderzochten traumatische ervaringen uit het verleden en betrokken de regisseur in het verhaal van zijn onderwerpen/personages.

Toen hij met Juliane Köpcke in Wings of Hope terugkeerde naar de Peruviaanse jungle waar haar vliegtuig neerstortte in 1971 (waarbij haar familie omkwam), bleek dat Herzog geboekt had voor de betrokken vlucht en alleen door toeval niet aan boord was. Na jaren in de schaduw te hebben gewerkt, werd Herzog in de 21ste eeuw opnieuw ‘hot’ via een reeks ijzersterke documentaires. Wheel of Time (over het boeddhisme), The White Diamond (portret van een wetenschapper bezeten door de “oeroude droom van vliegen”), Grizzly Man (waarin Herzog in een milieuactivist een filmregisseur herkent) en The Wild Blue  Yonder (waarin een buitenaardse kolonist de vinger legt op de ondergang van onze planeet) brengen de spiritualiteit van menselijke dromers, de kwetsbaarheid van de moderne beschaving en de chaotische kracht van de natuur in beeld. Vooral de leven-en-dood-studie Grizzly Man leverde Herzog kritische waardering op.

GRIZZLY MAN

De regisseur leek klaar voor een nieuw waagstuk: het vertalen van zijn documentair portret Little Dieter Needs to Fly in de oorlogsfilm (volgens Herzog: overlevingsfilm) Rescue Dawn. Het werd Herzogs moeilijkste productie sinds jaren. Hij botste als vanouds met de natuur (opnames in de onherbergzame brousse), zijn geldschieters en crew.

Na jaren te hebben gewerkt met minibudgetten en kleine teams, kon de onafhankelijke cineast zich moeilijk aan een grotere productie aanpassen. Vooral omdat hij zijn werkwijze (zichzelf in de actie plaatsen) niet wou opgeven (Christian Bale: “Werner hanteert het klapbord en maakt oogcontact met de acteurs. Hij maakt bijna deel uit van de scène”).

RESCUE DAWN

“Wanneer Werner filmt, doet hij alsof hij alleen met de acteurs op de set is” verklaart DOP Peter Zeitlinger. “Werner Herzog is een van de meest onverschrokken mensen die ik ken,” vult acteur Jeremy Davies aan, “elke goede filmmaker moet het vermogen hebben om zijn angsten aan de kant te zetten omdat er altijd wel iets kan misgaan tijdens het maken van een film”. “Acteurs die op hun blote voeten door een dichte jungle met lianen, doornen en kreupelhout ploegen is niet alleen voor de acteurs fysiek erg zwaar, maar ook voor de camera.

Het is een manier van filmen die je niet zo vaak meer tegenkomt,” verzucht Werner Herzog, “in de filmindustrie van tegenwoordig ligt de nadruk op speciale effecten en ook op sterrendom, maar niet zo erg op een goed verhaal”. En Herzog is vooral een verhalenverteller die zich laat inspireren door het leven. Niet door filmregels: “Ik maak films zoals ze gemaakt moeten worden, en dat wordt gedicteerd door verhaal en landschap en alle uitdagingen die daarbuiten op mij wachten”.

IVO DE KOCK & JULIE DECABOOTER

(Artikel verschenen in Herzog-dossier FILMMAGIE, n° 585, mei-juni 2008)

WHERE THE GREEN ANTS DREAM

 

Leave a comment