Arrival: Denis Villeneuve’s melancholische toekomstdroom

feb 3, 2017   //   by Ivo De Kock   //   actueel, Algemeen, film, genre, regisseur, sciencefiction, thema  //  No Comments

ARRIVAL

In Denis Villeneuve’s emotionele sciencefiction prent Arrival wordt een vertaalster opgetrommeld om de taal van buitenaardse bezoekers te decoderen. Kwestie van een antwoord te vinden op dé vraag die angstige aardbewoners bezighoudt: “What’s your purpose on earth?“.

Alhoewel de Star Trek missies pretenderen “onverschrokken te gaan waar geen mens ooit geweest is” en bij Star Wars de strijd woedt in “een sterrenstelsel ver, ver weg ”draait het in beide saga’s niet om de ontdekking van totaal nieuwe, onbekende werelden en realiteiten maar om een vertrouwd ogend universum en bekende (morele, economische) conflicten. Lees: het gaat om Amerika en zijn demonen, om de wonden geslagen in het verleden en de blijvende angst voor een onzekere toekomst.

ARRIVAL

De spanning die ontstaat tussen het bekende en het onbekende zorgt er voor dat veel Amerikaanse sciencefiction films over buitenaardse wezens en buitenaardse bezoekers of invasies wel blijven fascineren maar ook vaak teleurstellen. Toen Steven Spielberg in 1977 vreedzame aliens liet landen met een helverlicht ruimtetuig vlakbij het in Wyoming gelegen Devils Tower raakte de communicatie (met licht en geluid) tussen aardbewoners en aliens zo’n gevoelige snaar dat de studio wou inspelen op het commercieel succes van Close Encounters of the Third Kind met een sequel.

ARRIVAL

Spielberg weigerde het voorstel van Columbia maar bracht in 1980 wel een Special Edition uit met nieuwe scènes. Het publiek kreeg zo onder meer een kijkje in het ruimtetuig maar dat bleek zo’n afknapper dat de regisseur voor de video release in 1998 teruggreep naar een Director’s Cut met het oorspronkelijke einde. Een slot dat het mysterie bewaart. Of, voor wie het negatiever wil stellen, een slot dat aangeeft hoezeer sciencefiction in het algemeen en buitenaardse bezoek- of invasiefilms in het bijzonder op de grenzen van onze verbeelding botsen.

Reeds in wat geldt als de eerste sciencefiction film ooit gemaakt, Georges Méliès’ uit 1902 daterend Le voyage dans la lune, belanden astronomen in het oog van mannetje maan en weten ze maar in extremis te ontsnappen aan buitenaardse wezens met snode plannen. Een wetenschapper gebruikt daarbij een paraplu om de extraterrestrials te verslaan. Sindsdien worden ontmoetingen tussen aliens en aardbewoners heel vaak met wapens beslecht.

ARRIVAL

Zelfs wanneer de bezoekers met de beste bedoelingen op aarde arriveren. De sciencefiction parabel Arrival, gebaseerd op Ted Chiangs ‘The Story of Your Life’, voert ook militairen en de angst van aardbewoners op maar de Frans-Canadese regisseur Denis Villeneuve (Polytechnique, Incendies, Prisoners, Sicario, Blade Runner 2049) serveert ons heel weinig geweld en actie. Arrival is een ‘ontmoetingsfilm’ die focust op (melancholische) gevoelens, ideeën en hoop i.p.v. op paranoia, vijandigheid en agressie.

Het is een mix van melodrama en fantasie, van oud en nieuw, van reflectie en spektakel, van pop corn vertier en contemplatieve slow cinema. Een mengeling ook van Stanley Kubricks 2001: A Space Odyssey, Terrence Malicks Tree of Life, Andrei Tarkovski’s Solaris en Darren Aronofsky’s The Fountain in de vorm van een meditatie over het universum, het menselijk bestaan en het tijd-ruimte concept. Maar vooral een verdienstelijke poging om de (door blockbusters) platgetreden paden te verlaten en te denken in andere termen dan het bekende en het vertrouwde.

ARRIVAL

Dat UFO’s en buitenaardse bezoekers blijven opduiken in films is geen toeval. Ondanks het feit dat de wetenschap een hoge vlucht nam worstelt de mens nog altijd met onverklaarbare fenomenen en een geheimzinnig universum terwijl de apocalyps (veroorzaakt door nucleaire oorlogen of milieurampen) blijft dreigen. Resultaat is een sfeer van achterdocht, onzekerheid en doemdenken die gevoed wordt door steeds weer nieuwe gevaren (terrorisme, opwarming van de aarde, Donald Trump,…) en op geregelde tijdstippen leidt tot opstootjes van survivalism (“preparing for a crackup of civilization” zoals The New Yorker schrijft) maar ook tot golven van dystopische films (Children of Men, Melancholia, The Hunger Games, Divergent, Mad Max) en metaforische sciencefiction.

ARRIVAL

In tegenstelling tot Orson Welles’ in 1938 opgevoerde radiohoorspel ‘War of the Worlds’ zorgen sciencefiction films niet voor opschudding maar eerder voor loutering. Buitenaardse bezoekers symboliseren vaak de gevaren en angsten waar de mens mee worstelt en zijn nu eens agressief (van The Thing, Invaders from Mars en Invasion of the Body Snatchers tot Independence Day, Village of the Damned en They Live) en dan weer vredelievend (van It Came From Outer Space, This Island Earth en The day the earth stood still tot E.T., Starman en Arrival).

ARRIVAL

Wat opvalt in zowel de sciencefiction met horror inslag als de meer romantische variant is dat aliens enkel gedacht en voorgesteld kunnen worden in vertrouwde aardse, humane termen. Op een nieuw kleurspectrum, een andere dimensionale waarneming of alternatieve tijd-rekening moet je niet rekenen. De look, de motivatie en het gedrag van de bezoekers wordt in menselijke termen geschetst; we verbeelden ons dat we vreemden zijn die de wereld als buitenstaander observeren en interpreteren.

De alien weerspiegelt menselijke noden en attitudes: nieuwsgierigheid, honger, overlevingsinstinct, wanhoop, kwaadwilligheid, kolonialisme, desinteresse, onbegrip, misprijzen, paranoia,… De bezoeken van de ruimtewezens herinneren ons steevast aan wat we al wisten en dreigen te vergeten. Ze confronteren ons niét met wat we nog niet wisten of misschien nooit zullen weten. Zoals het monster in horrorfilms de mens herinnert aan het belang van menselijkheid en geen alternatieve mogelijkheden introduceert. De final fronteer van Star Trek en de galaxy far, far away van Star Wars liggen aan onze voordeur, we gaan waar we (lees: de mensheid) al geweest zijn.

ARRIVAL

De parabels over bezoekers vanuit de ruimte hebben een morele inslag en dwingen de kijker na te denken over zijn eigen wereld. Hij of zij wordt voor de duur van aan een vertoning de ‘vreemdeling in een vreemd land’ van Camus met E.T. als gids. Op gevaar te verdwalen tijdens de ontdekkingstocht. Zoals de door David Bowie vertolkte gids in Nicolas Roegs The Man Who Fell to Earth verzinkt in een tekenmoeras gesymboliseerd door de vele televisieschermen waarnaar hij staart. Hoe meer Thomas Jerome Newton ziet, hoe minder hij begrijpt en hoe suffer hij wordt. Daarbij blijkt dat een goed geïntegreerde alien geen verrijking is voor onze beschaving.

ARRIVAL

Ook het verrassend (voor een sciencefiction film) met acht Oscarnominaties overladen Arrival gaat over welwillende bezoekers en het ontcijferen van tekens. Dat de gids hier een vrouwelijk personage is mag niet verrassen met een cineast als Denis Villeneuve. Een veelzijdig filmmaker die op sporadische uitstapje in een machowereld na (Prisoners, Enemy) vooral verhalen vertelt die draaien rond vrouwen. Un 32 août sur terre (over een vrouw wiens wereldvisie verandert door een auto-ongeval), Polytechnigque (met een moordenaar die “het feminisme bekampte”), Incendies (een tweeling duikt in het leven van hun overleden moeder) en Sicario (waar een vrouwelijke FBI-agente verstrikt geraakt in onwettelijke operaties in het grensgebied met Mexico).

“Mannelijkheid gaat over controle,” aldus Villeneuve, “terwijl vrouwelijkheid meer gaat over een omhelzing, de kunst van het luisteren. Het is boeiend om de schaduwen van mannelijkheid en vrouwelijkheid, de spanningen tussen beiden en de plaats van vrouwen in de hedendaagse wereld te onderzoeken.”

ARRIVAL

Na de sombere kijk, door vrouwenogen, op een cynische wereld in het paranoïde Sicario was Denis Villeneuve toe aan een meer hoopvolle en warme (andermaal vrouwelijke) blik. Dat werd Arrival, een emotionele sciencefiction film die een parallel trekt tussen de moeilijke communicatie met aliens en de moeizame communicatie tussen een moeder en haar dochter. De toon van deze door DOP Bradford Young in een blauw-grijs kleurenpallet gefilmde parabel is melancholisch, de context is post-globalistisch (de Chinezen moeten opgaan in de internationale gemeenschap om de wereld te redden) en het ‘American exceptionalism‘ wordt samen met het militair-industrieel complex buitenspel gezet. Het heroïsme van de protagoniste is in Arrival niet verankerd in een egoïstisch individualisme maar in een empatische nieuwsgierigheid, een wetenschappelijke blik die meer neigt naar kinderlijke verwondering dan naar volwassen zelfzekerheid.

ARRIVAL

Arrival opent met enkele moeilijk (in de tijd) te plaatsen moeder-dochter scènes gevolgd door een onheilspellend gevoel wanneer de via Twitter met de wereld verbonden studenten van professor linguïstiek Louise Banks (een Amy Adams die haar gezicht gebruikt als spiegel van Louise’s ziel) zwijgzaam en verbijsterd naar het scherm van hun smartphone staren. Twaalf ruimteschepen blijken op verschillende plaatsen in de wereld ‘gearriveerd’ (niet geland, want het schip zweeft onheilspellend en mysterieus boven de grond) te zijn. Zonder wapengekletter, ontvoeringen of duidelijke waarschuwingen.

Niet bepaald de taal die het leger spreekt en kolonel Weber (Forest Whitaker) vordert Banks op om samen met wiskundige Ian Donnelly (Jeremy Renner) de communicatie met de bezoekers op te starten om zo hun motieven te achterhalen. Dat kan niet vanachter een bureau, benadrukt Banks (een verwijzing naar de data-analyse waarop geheime diensten zich baseren), maar vraagt om persoonlijke interactie. Een ontmoeting die openheid én gevaar impliceert. De bereidheid om zich bloot te geven, wat Louise letterlijk doet wanneer ze in de onbekende en oncontroleerbare omgeving die het ruimteschip is, haar astronautenpak uitdoet.

ARRIVAL

Villeneuve kiest voor een langzame dramatische opbouw waarbij informatie mondjesmaat wordt prijsgegeven en visueel verbluffende natuurbeelden een droomachtige sfeer scheppen. Het weinig gezagsgetrouwe karakter van Louise en haar door pijn en verlies geslagen wonden maken van de protagoniste het buitenbeentje dat in staat is om onorthodox, ‘out of the box‘ te denken en te ageren. Dat alles zorgt ervoor dat we op een meer emotionele dan spectaculaire wijze in de film gezogen worden. De eerste akte van Arrival is dan ook duizelingwekkend mysterieus en magisch. Maar Villeneuve (die na Arrival het vervolg op het mythische Blade Runner draaide) kent zijn klassiekers en leerde van Close Encounters of the Third Kind dat tonen ook de verbeelding kan doden.

ARRIVAL

Daarom tracht hij bij de enscenering van de ontmoeting tussen mens en alien onze fantasie te prikkelen. Wanneer Louise, Ian en enkele begeleiders in de buik van het ruimtetuig belanden blijkt de zwaartekracht samen met de traditionele dimensies van deze ruimte verdwenen. Links, rechts, boven, onder, vooruit, achteruit; het loopt allemaal door elkaar. Weg zijn de wetten van de fysica in een ruimte die met een groot scherm wat heeft van een sensuele cinema waar naast de ogen ook andere zintuigen (smaak, geur, tast) zorgen voor multidimensionale communicatie.

De als ‘heptapods‘ omschreven aliens gebruiken hun vele tentakels om via gebaren en inktvlekken te reageren met tekens op de door Louise opgestoken borden met woorden in mensentaal. Villeneuve gaat in de richting van het onbekende met een vreemde op cirkels gebaseerde beeldtaal, sterk intuïtief denkende wezens die even vloeibaar ogen als hun perceptie van de tijd is. Maar hoe intrigerend en mysterieus de filmmaker ook te werk gaat, ook hij botst tegen de grenzen van onze verbeelding. Villeneuve schakelt een met de taal verbonden deus ex machina in om via een gesprek tussen de twee entiteiten (mens en alien) de plot verder te helpen. Louise slaagt er via aan ingeving in om de alien-taal te decoderen en krijgt zo de sleutel van een dreigend zelfvernietigingsproces in handen.

ARRIVAL

Daarbij lijkt Arrival op een thriller en een conventioneel slot met just-in-time redding af te stevenen maar Villeneuve weet de beperking van bezoek-uit-de-ruimte films (dat ze vooral de mens zelf een spiegel voorhouden en niet zozeer in andere wereld laten zien) in zijn voordeel om te buigen. De bezetenheid waarmee Louise zich op haar missie werpt sluit naadloos aan bij de bioscoopervaring in de buik van het ruimteschip. De blik op het scherm wordt omgebogen in een blik in de eigen ziel en psyche. Door naar het onbekende gevaar te staren reanimeert Louise haar gevoelens en springt ze weer volop in het leven. Waardoor ze zichzelf, haar toekomst en haar verleden terug vindt. Ook al bevat de onwetendheid van de man in haar leven ook de zaadjes van een later conflict.

Arrival is een slimme puzzelfilm over vrije wil, goddelijke aanwezigheid en vreemd kronkelende tijd zoals Stanley Kubricks 2001: A Space Odyssey en Christopher Nolans Interstellar maar het is ook erg emotionele en bijna surrealistische trip zoals Darren Aronofsky’s The Fountain. Een visuele reis die mede dankzij de Terrence Malick-achtige muzikale score van de Ijslandse componist Jóhann Jóhannsson blijft nazinderen.

ARRIVAL

Met desoriënterende door film noir geïnspireerde camerahoeken, onverwacht zwevende personages en visuele flashes die het rechtlijnige verhaal onderbreken wordt de kijker visueel en mentaal uit evenwicht gebracht. Net zoals de protagonisten uit balans worden gebracht. Met Arrival kiest Denis Villeneuve voor een eigen variant van de immersive cinema die Iñárritu’s The Revenant zo nadrukkelijk op de kaart zette. Even adembenemend maar met een minder hoog adrenaline-gehalte. Knipogend naar de klassiekers (de ruimteschepen herinneren aan de monoliet van 2001: A Space Odyssey, de aliens lijken verwant met Klaatu uit The Day the Earth Stood Still) en verwijzend naar de realiteit (“je rekende snel af met die opstandelingen” zegt Louise tegen de kolonel die haar vertaalwerk gebruikte om problemen met militaire middelen op te lossen, een vertrouwd gegeven).

ARIVAL

Maar vooral heel emotioneel. De finale plot pirouettes komen daardoor niet over als scenario en montage trucs. De vloeibaarheid van het tijd-ruimte continuüm is stevig verbonden met de melancholische toon van de film en het innerlijke leven van een protagoniste die de controle loslaat en haar intuïtie, gevoelens en zelfonderzoek alle ruimte geeft. Wanneer ze haar helm afzet, de (vanuit een paranoïde visie verondersteld) ‘gevaarlijke’ lucht inademt en reikt naar het schermkader waarbinnen de aliens opereren, heeft Louise Banks de blik van een filmkijker die in het donker plaatsneemt voor een filmvoorstelling. Vol verwachting, verwondering en hoop. Film kan de wereld niet redden maar zo’n kinderlijke naïviteit, openheid en empathie misschien wel. Arrival is hoopvolle sciencefiction, een melancholische toekomstdroom.

IVO DE KOCK

(Artikel verschenen in STREVEN, april 2017)

ARRIVAL

Leave a comment