Otto Premingers Carmen Jones: Lessen in mise-en-scène

jan 28, 2017   //   by Ivo De Kock   //   actueel, Algemeen, dvd, film, genre, musical, muzikale film, regisseur  //  No Comments

CARMEN JONES

“De stijl van een filmmaker vloeit voort uit zijn houding t.o.v. het leven, mensen en het hele universum” wist Otto Preminger (1906-1986). Vorm was een middel en de gepaste vorm vinden voor het geheel bleef de uitdaging. In erg verscheiden films zoals Angel Face, Anatomy of a Murder, The Cardinal en Carmen Jones staat één begrip centraal: mise-en-scène.

Anno 1954 was Carmen Jones een omstreden film. Het omzetten van George Bizets opera naar een gedoemd liefdesverhaal van twee zwarten – een arbeidster in een parachutefabriek en een legerofficier – in het Amerikaanse Zuiden shockeerde pers en publiek. Niet toevallig was regisseur en producent Otto ‘de Verschrikkelijke’ Preminger behalve meester in de ‘mise-en-scène’ ook een controversieel ‘auteur’. Meer dan een halve eeuw later is de controverse vergeten.

CARMEN JONES

Maar helaas zijn de begrippen auteur en mise-en-scène dat ook. Jammer, want het verschil tussen auteurs ligt net in hun mise-en-scène. De gedachte, de emotie van een regisseur uit zich via de mise-en-scène. Een begrip dat een belangrijk principe introduceerde, nl. dat men voor volledige betekenis aandacht moet schenken aan de totaliteit van shot, sequentie en film. Premingers musical Carmen Jones is daarvoor perfect studiemateriaal.

Bekijk even de scène (hoofdstuk 2) waarin Joe de (na een gevecht met een andere vrouw) gearresteerde Carmen wegbrengt. Tijdens de jeeprit over een landweg tracht Carmen de jonge (en reeds verloofde) Joe te verleiden met een lied. Aanvankelijk zien we beiden door de voorruit heen, waarbij de bevestigingsstrook de twee delen van de ruit en ook de personages scheidt.

De bewegingen van Carmen – eerst tracht ze binnen te dringen in Joe’s ‘domein’, dan begeeft ze zich naar de achterbank – verstoren de harmonische symmetrie. Daarop toont een zijdelings camerastandpunt de ‘bevrijding’ van Carmen (“Ik kan niet opgesloten zitten”) en de snelheid van de jeep. Een visuele uitdrukking van het karakter en de geestesgesteldheid van de personages. Het eerste shot belicht de onnatuurlijke stabiliteit, de levensloze rigiditeit van Joe’s claustrofobe wereldvisie. De beweging(en) van Carmen drukken haar verlangen uit om volgens haar eigen impulsen te ageren én in zijn structuur leven te injecteren. Het contrast met het tweede beeld illustreert het conflict tussen Carmen en Joe, maar ook zijn groeiende betrokkenheid.

CARMEN JONES

Deze beelden zijn betekenisvol omdat ze in plot en actie zijn ingeschreven, omdat ze consistent zijn met wat we van de personages weten en omdat ze in de richting van de evolutie van beiden liggen. Een doodgewone situatie (extroverte dame tracht afwijzende man te versieren) wordt door de mise-en-scène getransformeerd in een situatie die het conflict tussen twee denk- en leefwerelden evoceert, terwijl tevens een evolutie wordt aangekondigd.

T.o.v. het origineel van Bizet wijzigt Preminger de omstandigheden (leger, jeep, platteland, twee zwarten) en voegt hij iets toe: acties en bewegingen, Joe’s reacties, de hoek waaruit we het zien, de afwisseling van beelden. Premingers mise-en-scène creëert zo sfeer en betekenis met verschillende elementen: montage, shot, decor, geluid, acteurs en personages.

Carmen Jones zou dan ook verplichte leerstof moeten zijn voor hedendaagse cineasten die wat graag stijl en inhoud loskoppelen en mise-en-scène vervangen door (al dan niet speciale) effecten. Otto Preminger wil niet absoluut een stijl demonstreren of iets zeggen, hij zoekt alleen maar de beste vorm voor zijn onderwerp. Mise-en-scène bepaalt zijn auteurschap én zijn verlangen de toeschouwer tot een gepriviligeerde kijker te maken.

IVO DE KOCK

CARMEN JONES: Otto Preminger, USA 1954, 102′; met Harry Belafonte, Dorothy Dandridge, Olga James; dis. Green Cow

CARMEN JONES

Leave a comment