Drive: Nicolas Winding Refn schakelt een versnelling hoger
“De filmwereld is op een punt gekomen dat hij teleurstelt,” aldus Alejandro Jodorowsky, “het is een industriële generatie. Met die brij, die kanker, de Amerikaanse films, die de ganse planeet hebben besmet. En dat heeft te maken met de politiek, met economische machten, tal van spirituele uitwerpselen. Wanneer men alle hoop heeft opgegeven, en wanneer je ziet dat alle films hetzelfde zijn. Met die achterlijke Spielberg. Als je in die wereld één kunstenaar vindt die kan overleven en die ondanks het feit dat hij zijn brood moet verdienen, puur blijft, dan is dat een moment van ontzettende vreugde. Een jongen zoals Nicolas Winding Refn heeft me gered van de cinematografische depressie”. Zoveel is duidelijk; met zijn übercool, ultragewelddadig en hypergestileerd misdaaddrama op vier wielen Drive maakte Winding Refn indruk tot ver buiten Cannes .
De cultregisseur is een buitenbeentje. Hij werd geboren in Denemarken, bracht zijn jeugd door in Manhattan en keerde daarna terug naar Kopenhagen. Met tegenzin. “Ik heb een Deens paspoort maar in mijn hart ben ik een New Yorker,” klinkt het, “dit is dus niet mijn land”. Volgens zijn moeder “hield hij altijd al van films. Misschien omdat hij dyslexie had was hij dol op beelden”.
“Films waren het enige wat ik begreep,” bekent de cineast, “ik kon pas op mijn dertiende lezen. Je moet van je obstakels je kracht maken. Het is moeilijk om te rebelleren wanneer je ouders ex-hippies zijn. Zij waren vroeger immers nog veel radicaler. Horror- en exploitatiefilms werden mijn manier om te rebelleren, het choqueerde hen dat ik gewelddadige of rare films keek”.
Die films drukten een stempel op hem: “Ik zag The Texas Chainsaw Massacre toen ik 14 was in New York, met een combinatieticket voor The Hills have Eyes. Mijn moeder vond het schandalig dat ik zoiets gewelddadig zag. En ik vond het de beste film aller tijden. Dat vind ik nog altijd. Het is mijn lievelingsfilm. Ik dacht wow, een film hoefde niet normaal te zijn. Het kon muziek zijn, zoals John Cage. Het kon gewoon een bepaalde reeks beelden zijn”.
Bij zijn terugkeer naar zijn geboorteland choqueerde hij door zijn inschrijving voor de filmschool op te geven om Pusher te draaien. “Toen wist ik nog niets” zegt Winding Refn, “de taal van mijn volgende films is wel veranderd, werd meer fantastisch”. Bleeder en Fear X “laten zien hoe ik ben”. Die laatste film flopte, Nicolas voelde zich diep vernederd en maakte Pusher 2 en 3 om zijn schulden te betalen. Het werd tegelijk een herbronning die leidde tot Bronson, Valhalla Rising en Drive.
“Kunst is een soort van geweld,” stelt de in Cannes bekroonde filmmaker, “kunst en oorlog hebben veel gemeen. Ze hebben hetzelfde DNA. Vaak hebben ze hetzelfde doel. Maar terwijl de oorlog vernieling zaait, werkt kunst inspirerend”. “Voor Drive kan ik zeuren dat hij naar Hollywood ging,” zegt Jodorowksy, “maar hij overwon dat monster en maakte er geen banale gangsterfilm van. Het is een loflied op de liefde, een ontzettend grof liefdesverhaal. Ik zal nooit het moment vergeten waarop die man in die lift die vrouw met zijn arm opzijduwt met ontzettend veel respect en daarna met enorme wreedheid vecht. Dat is een moment van grote kunst”.
Hoofdacteur Ryan Gosling merkte twee dingen bij zijn regisseur: “elke film is anders. Hij wil zich nooit herhalen. Toch is er telkens één centraal personage. Die held is geboren om te verliezen. Al zijn helden lijken voorbestemd om een gedoemd lot te ondergaan. Ze hebben zich daarbij neergelegd”.
Voor Nicolas Winding Refn is het eenvoudig: “Ik weet in mijn hart dat als ik niet doe wat ik doe zoals ik dat doe, dat ik niet zou weten wat ik met mijn leven aan moet. Tegelijkertijd weet ik ook dat ik de kans gekregen heb om een vader te zijn. Daar worstel ik mee; Elke dag voel ik me schuldig. Maar je gebruikt dat gevoel op een creatieve manier. Uiteindelijk is het dat waar het leven om draait. Je moet je uiterste best doen om een goed mens te zijn”.
IVO DE KOCK
(Artikel verschenen in FILMMAGIE, n° 624, april 2012)
DRIVE: Nicolas Winding Refn; USA 2011; 100′; met Ryan Gosling, Carey Mulligan, Oscar Isaac; extra’s: documentaire; dis. TwinPics