Alles komt terug. To remake or not to remake

okt 22, 2016   //   by Ivo De Kock   //   actueel, genre, thema, western  //  No Comments
Denzel Washington stars in Columbia Pictures' THE MAGNIFICENT SEVEN.

THE MAGNIFICENT SEVEN: ANTOINE FUQUA

Met lijstjes van remakes of reboots kan je makkelijk een site vullen. Alleen is dit weinig boeiend. Zoals de meeste van die remakes of reboots. Getuige Timur Bekmambetovs Ben-Hur (2016), een inspiratieloze versie van de klassiekers van Fred Niblo (1925) en William Wyler (1959). Beter dan de remakes die de vorm aannamen van een tv-serie (Ben-Hur, 2010), een animatiefilm (Ben Hur), 2003) of een B-film (In the name of Ben-Hur, 2016) maar toch behoorlijk overbodig. Een lege film enkel bedoeld om zalen te vullen met een titel die belletje doet rinkelen.

Dat een remake maken van niet één maar twee klassiekers een onmogelijke opdracht is heeft naast Bekmambetov nu ook Antoine Fuqua ontdekt. De regisseur van Training Day en Tears of the Sun herwerkte voor The Magnificent Seven (2016) zowel John Sturges The Magnificent Seven (1960) als Akira Kurosawa’s Seven Samurai (1954).

seven-samurai

SEVEN SAMURAI: AKIRA KUROSAWA

Het resultaat is echter geen amusante western of humanistisch drama maar een nadrukkelijk cool-heid nastrevend actiespektakel. Om Macbeth te citeren: “a tale told by an idiot, full of sound and fury, signifying nothing.” Anders gezegd: een verhaal vol bombast maar zonder betekenis.

Jack Huston plays Judah Ben-Hur in Ben-Hur from Metro-Goldwyn-Mayer Pictures and Paramount Pictures.

BEN-HUR

Nochtans, het verhaal wordt verteld als een western, een genre dat in het verleden al tal van films afgeleverde die als metafoor ook de geschiedenis van Amerika vertelden. Toch wanneer een Raoul Walsh, John Ford, Howard Hawks, Anthony Mann, Bud Boetticher, Robert Aldrich, Sam Fuller, Sam Peckinpah, Walter Hill of Clint Eastwood de regie voerden.

Cineasten die beseften dat westerns mythologische vertellingen over botsende waarden hoeven te zijn. En dat de stelling dat actie luider spreekt dan woorden veronderstelt dat geweld, strijd en tragiek verankerd zijn in personages en verbonden met emoties. Geen actie zonder impact en gevolgen.

the-magnificent-seven-movie

THE MAGNIFICENT SEVEN: JOHN STURGES

Net voor de shoot-out tussen Donald Trump en Hilary Clinton zou het meest politieke van alle filmvormen geknipt moeten zijn om van het duel een ideologische afrekening te maken. En Fuqua verkondigt in interviews dat hij een statement tegen Trump maakt. Maar de beelden vertellen een ander verhaal. Zo is de film die de western in de moderne tijden wil binnenbrengen veel conservatiever dan de meeste westerns uit de jaren 50 en 60 (terwijl veel van de hoger vermelde cineasten geen progressief imago nastreefden).

De body count loop hoog op in The Magnificent Seven maar we zien niet wat hun blinde heroïsme deze cowboys kost. Ze doen wat van er van hen verwacht wordt en hun dood is glamoureus. Het fetisjisme waarmee wapens getoond worden weerspiegelt bovendien kritiekloos de Amerikaanse wapencultus.

Fuqua’s zeven schieten de bewoners van een dorp te hulp wanneer die geterroriseerd worden door een geweld en intimidatie gebruikende Trump-achtige tiran. Het bont gezelschap weerspiegelt de multiculturele samenleving maar wordt niet gedreven door gemeenschapsgevoel en kameraadschap, laat staan door ethiek en moraliteit. Wèl door individuele beweegredenen: wraak, hebzucht, gewelddadigheid.

magnificentseven

THE MAGNIFICENT SEVEN 2016

Bij Kurosawa hebben de samurai een altruïstische en humanistische motivatie, bij Sturges staan de cowboys voor empathie en karaktersterkte. Het is veelzeggend dat in de jaren 50 Amerikaanse filmhelden hulp boden omdat je dat als mens gewoon doét wanneer hulp nodig is terwijl in 2016 de helden even zelfzuchtig zijn als de schurken. Dit is cowboyrecht naar het model Trump; om iets te bereiken neem je het recht gewoon in eigen handen. Pijnlijk dat Fuqua in zijn actiespektakel dit narcistisch conservatisme cool maakt.

Juist daardoor wordt duidelijk hoeveel lef Nate Parker heeft. Met The Birth of a Nation (2016) eigent hij zich de titel van de eerste Hollywood blockbuster toe om het racisme van D.W. Griffiths film uit 1915 op zijn kop te zetten. Om Magritte te parafraseren, ‘dit is geen remake’ maar het verhaal van een rebellie die duidelijk maakt hoezeer onderdrukking deel uitmaakt van de Amerikaanse geschiedenis. Alles komt terug, vaak conservatiever maar heel soms subversief.

IVO DE KOCK

(Artikel verschenen in FILMMAGIE, n° 669, november 2016)

null

BIRTH OF A NATION: NATE PARKER

Leave a comment