Kelly Reichardt: Spannende slow cinema
Vier films volstonden om Kelly Reichardt (°1964) te doen uitgroeien tot het nieuwe icoon van de Amerikaanse onafhankelijke cinema. Dat zal zo blijven want ze staat niet te trappelen om haar talent te verzilveren in Hollywood. “Ik maak geen mainstreamfilms,” benadrukt de cineaste, “ik maak door personages gedreven films voor mensen die meer van cinema verwachten dan puur entertainment”.
Samen met Ramin Bahrani wordt Kelly Reichardt, met haar ultra minimalistische stijl en nadrukkelijk gebruik van ‘outdoors‘ opnamen, vaak gezien als vertegenwoordiger van een Amerikaans neorealisme. Voor critici is ze “one of the most distinct voices in American cinema working today” maar veel bioscoopgangers laten haar werk links liggen omdat het te zeer ‘slow cinema’ is.
Méér dan verstrooiende verhaaltjes
Kelly Reichardt is allesbehalve het prototype van de succesvolle Amerikaanse filmmaker. Voor haar geen sportwagen en villa met zwembad maar eerder een wankel bestaan waarin ze tussen filmopnamen les geeft om te overleven. In de lange aanloop naar haar laatste, Night Moves, moest ze in Oregon aan couch surfing doen omdat een hotel onbetaalbaar was.
De donkere maar levenslustige films van Reichardt weerspiegelen haar persoonlijkheid. Ze is een ousider die liefdevolle kleine films maakt over zwervers en outcasts. Mensen die moeizaam overleven, die kampen met eenzaamheid en economische problemen, en thuis zijn in een niet langer mythisch Amerikaanse Westen. Mensen ook die onderweg zijn, op zoek naar een beter leven.
“Verdriet is niets anders dan uitgeleefde vreugde” zegt de ongebonden dakloze hippie Kurt tegen de voorzichtige toekomstige vader Mark wanneer de vrienden in Old Joy voor een weekendje de bossen nabij Portland, Oregon intrekken. De twee eind-dertigers verkeren, net als hun land, in een impasse en worstelen met gevoelens van onvrede, onmacht, twijfel en teleurstelling. Niet toevallig zijn ze onderweg zwijgzaam en doen ze op hun bestemming weinig.
Aangespoord door Hal Hartley en Todd Haynes draaide Reichardt haar debuut op 16 mm om de natuur optimaal te vatten en koos ze voor een traag ritme met mooie beelden, spaarzame dialogen en contrapuntisch gebruikte muziek van Yo La Tengo. Heel bewust oordeelt ze niet over haar personages. “Kurt balanceert op een fijne lijn,” stelt Reichardt, “wanneer ben je nog een zwerver en wanneer wordt je een dakloze?”
In de minimalistische roadmovie Wendy and Lucy dreigt een eenzaat, een jonge vrouw die gescheiden wordt van haar hond, een outcast te worden. In economisch barre tijden lijkt er voor haar geen einde aan de tunnel te komen. Reichardt doorprikt de Amerikaanse vrijheidsmythe door de heroïek van de trektocht te ontluisteren en ontwijkt via een uitgepuurd realisme de valkuil van het vals sentiment.
Ook in de revisionistische western Meek’s Cutoff demystificeert Reichardt een oer-Amerikaans verhaal, dat van de verovering van het westen en het ontstaan van de Amerikaanse droom. De tocht van avonturier Stephen Meek en een groep toekomstige settlers door het Oregon van 1845 is een opeenvolging van beproevingen. De natuur is immers hard en het leven is lijden.
Het moeizame streven om in harmonie met de natuur te leven en op te boksen tegen in cultuur verankerd gewelddadig individualisme wordt als thema hernomen in de ecologische terreurthriller Night Moves. Een trage, broeierige en karaktergedreven film waarin we drie overtuigde milieuactivisten volgen die niet willen blijven toezien hoe de planeet om zeep wordt geholpen.
Tegendraadse slow cinema
Night Moves is een spannende thriller maar niet omdat het ritme snel is en de plot complex; de suspense is verbonden met een sfeer van beklemming en ambiguïteit. De aanslagplegers moeten zich verwijderen uit de maatschappij maar blijken voordien al geïsoleerd en verloren te zijn. Het beginbeeld zegt alles: een jongen en een meisje bij een rivier op zoek naar een manier om verandering te forceren.
Reichardt heeft een voorkeur voor kwetsbare, onvolmaakte personages en verkiest rustig meanderende slow cinema boven effectgedreven spektakel. “Ik hou ervan om te spelen met de verwachtingen van kijkers,” stelt ze. En: “Goede cinema bevat verscheidene lagen, betekenis kan je ook puren uit beelden en geluiden, en vooral uit de interactie daartussen. Wat tussen de regels verscholen zit is minstens zo belangrijk als wat je hoort en ziet”.
Budgettaire beperkingen zijn geen rem voor Reichardt. Integendeel. “Wanneer je met een beperkte filmcrew werkt hoop je dat de beperkingen de fragiliteit van het verhaal zullen dienen,” klinkt het. Door intimiteit te creëren op de set stimuleert ze haar acteurs om hun personages te exploreren. In Reichardts cinema spreekt gedrag ook luider dan woorden. Ook al blijven de personages enigmatisch en ontbreekt elk louterend slot.
Reichardts tegendraadse filmverhalen zijn geen politieke pamfletten maar ze zijn wèl een tikkeltje rebels. Frustratie en woede vormen een krachtige onderstroom. Maar Reichardt beseft dat ze de tijdsgeest niet mee heeft: “De VS zijn nu meer dan ooit een bange, paranoïde natie terwijl ik bij veel jongeren geen woede bespeur”.
“Elke keer dat ik een film maak denk ik dat het mijn laatste is” zegt Reichardt. Het geeft haar werk een gevoel van dwingende dringendheid. Dit zijn geen films die (met marketingmiddelen) aan de man gebracht worden maar films die gemaakt moesten worden. En die daarom ook verdienen om gezien te worden.
IVO DE KOCK