Interview John Mc Kenna: Dramatische documentaire Steve McQueen: The Man & Le Mans
Acteur, producent en racepiloot Steve McQueen is vooral bekend als hoofdrolspeler van Hollywoodhits zoals The Great Escape, The Thomas Crown Affair, Bullitt, Papillon en The Towering Inferno maar niet alles wat ‘The King of Cool’ aanraakte veranderde in goud. Zijn passieproject Le Mans leverde McQueen niet enkel een bijzonder zware draaiperiode op maar ook een gigantische flop. Met John McKenna, regisseur van de sterke documentaire Steve McQueen: The Man & Le Mans peilen we naar “the film that almost destroyed him”.
Je co-regisseerde Steve McQueen: The Man & Le Mans met Gabriel Clarke. Hoe geraakten jullie beiden betrokken bij dit project?
John McKenna: Gabriel Clarke en ik werken al jaren samen aan documentaires zoals de voetbaldocumentaire Clough (2009) en de boksdocumentaire The Fight of Their Lives (2011). In 2010 maakten we When Playboys Ruled the World, een documentaire over motorracer Barry Sheene en Formule 1 piloot James Hunt, twee sportmannen die in 1976 wereldkampioen werden. De uitvoerende producent van deze film, Andrew Mariott, vroeg ons of we vertrouwd waren met het verhaal van acteur Steve McQueen en zowel de race als de film Le Mans.
We wisten er niets van en ontdekten een fantastisch verhaal met een tragische onderstroom die ons deed denken aan The Fight of Their Lives, de documentaire die we op dat moment aan het voorbereiden waren. Daarom vroegen we Andrew twee dingen. Een, wacht een jaar want we willen eerst onze boksdocumentaire afmaken. En ten tweede, dit is een project dat in de cinema thuishoort. Laat ons proberen dit niet louter voor televisie te draaien. Andrew wou de documentaire immers voor ITV maken.
Waarom vond je dat deze documentaire in de bioscoop thuishoorde?
Uiteraard omwille van Steve McQueen. Maar ook omdat Steve met Le Mans de ultieme racefilm wou maken en hij die sport op het grote scherm tot zijn recht wou laten komen. McQueen wou ‘zijn’ sport zo mooi en indrukwekkend mogelijk in beeld brengen en we hadden het gevoel dat we dat ook dienden te doen. Eerst dienden we natuurlijk te onderzoeken of zo’n project wel mogelijk en zinvol was.
Bestaat er nog genoeg beeldmateriaal, voldoende ongebruikt materiaal want we spreken toch over een periode die ver achter ons ligt. Kunnen we een origineel verhaal vertellen? Is het mogelijk om de medewerking te krijgen van McQueens familie? En, is het wel mogelijk deze documentaire voor de bioscopen te maken? Toen we genoeg beeldmateriaal gevonden hadden, maakten we een trailer die we aan een aantal sales agents toonden met de vraag of ze interesse zouden hebben in een McQueen documentaire. Hun positieve reacties zetten ons aan om door te zetten.
Hoe hebben jullie dit nieuwe, adembenemende beeldmateriaal kunnen verzamelen?
Zoals gezegd, toen we begonnen hadden we er geen idee van wat er allemaal bestond. We werkten voor andere projecten al samen met een zeer goede archiefresearcher en hij slaagde er in de eerste 9 maanden in twee documentaires te vinden die nooit uitgezonden waren geweest. Een daarvan was de 45 minuten lange versie van de making of van Le Mans. We kenden de 14 minuten versie en dachten dat de lange versie verloren was maar de maker, John Klawitter, vond een kopie in zijn garage. In een Parijse kelder ontdekten we ook nog een Zwitserse making of.
Dat was in onze ogen voldoende omdat we wisten dat we nog materiaal zouden vinden. Zoals de home movie footage gedraaid door racepiloot Paul Blanqpain. De ‘heilige graal’ voor onderzoekers was echter het materiaal dat de regisseurs John Sturges en Lee Katzin draaiden tijdens de opnamen. Zelfs McQueens zoon Chad dacht dat dit filmmateriaal vernietigd was. Net zoals de monteur van Le Mans maar hij gaf het adres in Los Angeles waar ze gewerkt hadden.
We stuurden een e-mail en de volgende morgen ontvingen we het bericht dat ze onder een sound stage en bergen stof een pak dozen met het opschrift ‘Le Mans’ hadden gevonden. Zo’n 500 dozen film die in een redelijke staat bleken te zijn, ook al ontbrak het geluid. Je kan begrijpen dat we behoorlijk opgewonden waren. Op dat moment hadden we al besloten door te gaan met het project maar nu besef ik dat de film er zonder die miraculeuze vondst heel anders had uitgezien.
Wat waren voor jullie de sleutelelementen van Steve McQueen: The Man & Le Mans?
We wilden iets maken over Steve McQueen dat nieuw was, we wilden hem op een andere manier voorstellen dan zijn clichématig ‘The king of cool’ imago. Er zijn drie sleuteltelementen die onze documentaire typeren: obsessie, McQueens obsessie om deze film te maken, zijn passie voor autoracen; verraad, hij vond dat mensen hem verraden en hij verraadde mensen; rechtvaardiging, en dat is een vraag: bereikte hij wat hij wou, was de film het waard. Deze drie elementen – obsessie, verraad en rechtvaardiging – zijn onze drie thema’s.
Terugkijkend lijkt het realisme dat McQueen nastreefde toen eigenlijk technisch bijna onmogelijk was.
Ik denk dat je gelijk hebt. En toch geloof ik dat hij er in geslaagd is om vast te leggen wat hij wou: het gevoel van snelheid en opwinding dat verbonden is met racen. Daarom weerstaat Le Mans in zekere zin aan de tand van de tijd, de racescènes zijn briljant. Iedereen die bezig is met gemotoriseerde races kijkt naar de film omwille van het realisme van deze scènes.
Hij betrad onbekend terrein, ze filmden aan snelheden die niemand ooit gebruikt had, ze gebruikten toestellen die op de set uitgedacht werden, ze verlegden constant de grenzen. Steve McQueen waS in zijn tijd een visionair filmmaker. Als racefanaat zweerde hij perfectionisme na en als filmmaker trachtte hij grenzen te verleggen. McQueen streefde het onmogelijke na maar bewees dat het mogelijk was, zijn ambitie “to break the film barrier”, barrières te doorbreken, maakte hij waar. “Make it real, not fake” was zijn devies.
Daarvoor gebruikte hij zijn macht als filmster.
Hij was meedogenloos en machtig. Ik denk niet dat er op dat moment iemand was die gedaan kon krijgen wat hij deed: een blanco cheque afdwingen van de studio’s om races te gaan filmen. Met de beste autopiloten die dagelijks hun leven waagden. Waanzinnige situaties die nu uitgesloten zouden zijn. Enkel door de star power van Steve McQueen was het mogelijk. Hij trok zich niets aan van alle bezwaren en opmerkingen.
Bovendien was er in het begin van de jaren zeventig in Hollywood nog ruimte voor auteurs. Pas aan het einde van de decade zouden de studio’s flops zoals Friedkins Sorcerer en Cimino’s Heaven’s Gate aangrijpen om eigenzinnige filmmakers buitenspel te zetten.
Wat het einde betekende van passieprojecten genre Le Mans. Maar bij het begin van dit project zag niemand onweerswolken hangen. Het leek een winnende combinatie: John Sturges, Steve McQueen, racewagens. Wat kon er fout gaan? Heel veel bleek. Nemand had enig idee van McQueens geheime agenda. Zijn enige intentie was om een documentaire over racewagens te maken.
Hij ging naar een meeting om zijn budget van 6 miljoen dollar te verwerven en hij verkocht de geldschieters een Steve McQueen film. Maar toen hij naar Frankrijk trok was hij helemaal niet van plan om dergelijke film te maken. Hij geloofde dat hij zo’n verbluffend beeldmateriaal zou verzamelen dat het hen niet zou kunnen schelen, dat ze hem gelijk zouden geven.
Toen er geen beelden van hem gemaakt konden worden tijdens een actuele race in Le Mans omdat hij niet mocht meedoen betekende dat voor hem het einde van zijn documentaire. Vanaf dan liep hij achter de feiten aan en wist hij niet meer welke richting het project uit moest. Ik denk dat hij vooral ook wou racen omdat hij zich achter het stuur van een racewagen goed voelde en hij op het circuit de moeilijkheden in zijn leven kon vergeten.
Met dank aan de adrenaline kon hij tijdens het racen in het moment leven.
Live in the moment, de last van het verleden en de zorgen van het heden vergeten en opwinding proeven. Leven tegen 250 miles per uur. Je moet je zodanig concentreren om te racen dat al de rest weggedrukt wordt. De druk en de aandacht die hij als filmster ondervond verdween wanneer hij aan het stuur van een wagen zat en met racers kon optrekken. Hij respecteerde de piloten en wou bij deze band of brothers horen.
Jullie suggereren dat zijn ziekte een invloed had.
Hij werd omringd door de dood tijdens het racen. In een interview zou hij zijn kanker wijten aan blootstelling aan asbest maar ook aan de periode van Le Mans, de immense druk waaronder hij toen stond omdat hij moest vechten om zijn bedrijven overeind te houden. Of die stress echt een invloed heeft gehad weten we niet maar hij zag het zo.
Hoe moeilijk was het om beelden en uitspraken op een goede manier te combineren?
Het was een uitdaging om uit de combinatie van beeld en woord emoties te doen ontstaan. De stem van McQueen hielp daarbij. Maar hij sprak weinig met de pers en we vonden maar drie interviews. Dat dwong ons om er spaarzaam mee om te springen. Elke quote van Steve moest dan ook een betekenisvol moment in de film zijn. We waren zorgvuldig in het selecteren van de beelden en de muziek die we er bij plaatsten. Hij is geen geïnterviewde in de film maar hij is wel de ster van onze documentaire dus moesten we er voor zorgen dat elke uitspraak van hem bij zou blijven.
Is er een bewuste opbouw?
McQueen opent en sluit de film, en de plaatsen in de film waar hij tussenkomt zijn zorgvuldig gekozen. We hadden graag meer Steve McQueen gehad maar dat bestond helaas niet. We wilden tonen wat de impact van Le Mans op hem was, we wilden laten zien dat hij een filmmaker was, we wilden ook aangeven dat hij meedogenloos was. Zijn opvliegendheid komt aan bod.
De toon van de documentaire is melancholisch, treurend bijna.
Dat komt door al wat er gebeurd is. Het is niet dat we bewust een bepaalde toon nastreefden. Er zijn inderdaad trieste en melancholische momenten maar aan het einde zijn er ook momenten waarin we beseffen wat hij bereikte en dat de mensen nog altijd van hem houden. Voor mij heeft de film een positief einde. Ondanks zijn vroege dood en al dat verlies. Ik hoop dat de kijkers uiteindelijk Steve iets beter begrijpen.
Er zit veel drama in de film en door de tijd krijgt drama iets melancholisch.
Misschien, emoties veranderen inderdaad.
Wanneer je zijn ex-vrouw toen gesproken zou hebben dan had ze waarschijnlijk iets heel anders hebben gezegd.
Je hebt gelijk, ze zou het interview geweigerd hebben denk ik. Dat er tijd zit tussen de moeilijke periode en het moment waarop we de documentaire maken is een goede zaak. We interviewden 17 mensen die bij Le Mans betrokken waren en dat waren ook alle mensen die we wilden interviewen. Ondanks al de moeilijkheden die ze meegemaakt hebben waren ze snel bereid mee te werken. Bob Rosen beleefde een onaangename, moeilijke periode met Steve, maar net als alle andere blikte hij met een zekere tederheid terug aan Steve Mc Queen en Le Mans.
Ze maakten goede en slechte dingen mee maar 40 jaar later kijken ze er met plezier en trots naar terug. We konden niet iedereen spreken omdat er ook mensen gestorven zijn maar zelfs mensen waar ik voor gevreesd had, zoals zijn zoon Chad McQueen en zijn ex-vrouw Neile Adams, toonden zich bereid om te praten. Het was zelfs niet moeilijk om hem te overtuigen. We waren uiterst eerlijk over onze bedoelingen: ons opzet was een superster te onderzoeken en de mens achter de ster bloot te leggen.
Jullie focussen ook nadrukkelijk op het Le Mans avontuur.
Heel bewust, mensen drongen aan om de motorrit uit The Great Escape in te lassen en de door de straten van San Francisco scheurende auto in Bullit maar wij wilden ons niet laten afleiden. We geven kort aan waar hij vandaan komt en wat er na gebeurt maar het gaat over deze korte periode in de tijd. Ik denk dat je Steve McQueen beter leert kennen juist omdat we niet alles van begin tot het einde vertellen maar een periode uitvergroten die betekenisvol is voor hem.
Ondervond je geen druk om toch de nodige informatie te geven voor de huidige generatie die er geen benul van heeft wie Steve McQueen is?
Er zijn veel tv-documentaires gemaakt over de carrière van McQueen en dat wilden we absoluut vermijden.
Zit er geen fictiefilm is in al dat dramatisch materiaal?
Er zit heel veel drama in het levensverhaal van McQueen en ik heb gehoord dat er inderdaad plannen voor een fictiefilm zijn. In documentaires wordt vaak niet lang stilgestaan bij deze periode uit zijn leven, omdat Le Mans niet geldt als een succes, maar dramatisch is ze zeer interessant. Een film draaien over het maken van een film zou misschien wat veel zijn. Ik heb mijn dosis McQueen al gehad maar iemand kan een interessante film over hem maken.
Tegelijk zou iemand met het vele materiaal dat we vonden Le Mans kunnen omtoveren in een film die dichter ligt bij wat McQueen voor ogen had. Technisch zou het natuurlijk wel een huzarenstukje zijn aangezien er geen geluid was bij de gevonden beelden. En toch, met de juiste persoon zit er een ijzersterke film in. Het eerste halfuur van de film is trouwens prachtig. Het is een documentaire zonder dialogen, pure visuele cinema. Daarna loopt het fout met scenario-ingrepen maar wanneer men de stijl van dat begin doortrekt zit er een meesterwerk in.
Toen ik aan dit project begon bekeek ik Le Mans voor een eerste keer en vond ik de film niet zo geweldig. Maar toen ik de film terug zag in het midden van het project vond ik hem geweldig omdat ik wist wat ze probeerden te doen. Le Mans is geen perfecte maar wel een authentieke film.
IVO DE KOCK
INTERVIEW FILM FEST GENT, WOENSDAG 21 OKTOBER 2015