Alain Resnais’ Vous N’avez Encore Rien Vu: Subliem speels spektakel

jul 28, 2016   //   by Ivo De Kock   //   Algemeen, drama, film, genre, regisseur  //  No Comments
045113

VOUS N’AVEZ ENCORE RIEN VU

Vanaf onze geboorte zijn we veroordeeld want de dood is een ongeneeslijke ziekte waartegen we machteloos staan,” zei Alain Resnais n.a.v. Vous N’avez Encore Rien Vu, “ik zou kunnen filosoferen over het verzet van Sisyphus tegen Thanatos, maar bij gebrek aan het talent van een Sorbonne-professor doe ik dat niet”. In plaats daarvan maakt hij een speelse en hypnotische bespiegeling over dood, geheugen en kunst.

Werken met Resnais is een merkwaardig avontuur,” vertelt Jean-Louis Livi, “je hebt de indruk dat je beslissingen neemt terwijl het Alain is die beslist. Voor mij is hij niet enkel een ‘metteur en scène’ maar ook een tovenaar die je doet geloven dat je hem geeft wat hij vraagt zonder het te vragen”.

De producent van Les Herbes Folles dacht Resnais op weg te zetten voor een nieuwe toneelverfilming maar het was de oude meester die zijn financier stuurde in de richting van theaterauteur Jean Anouilh (1910-1987). “Ik zoek in mijn films steevast een theatrale taal,” stelt Alain Resnais (°1922), “een muzikale dialoog die acteurs uitnodigt om zich te verwijderen van het realisme van de dagdagelijkse werkelijkheid en uit te komen bij een vervormde realiteit”.

VNERV_17

ALAIN RESNAIS

De verstrengeling van twee stukken van Anouilh bezorgde Resnais een kader waarin hij thema’s uit de Griekse mythologie (verbonden met “Orpheus en Eurydice, twee mythologische personages die onsterfelijk werden door de kracht van verbeelding en het populair onderbewustzijn”) verbond met de emotionele betekenis van het liefdesverhaal dat de dood en het leven overspant voor de acteurs die de personages ooit vertolkten.

Het verhaal draait rond dramaturg Antoine d’Anthac die via zijn butler zijn voormalige acteurs uitnodigt om na zijn dood te oordelen over de opvoering van ‘hun’ Eurydice door een modern gezelschap. Tijdens het bekijken van video-opnamen transformeren de toekijkende acteurs zich in personages. Waardoor de vertrouwde creatie een nieuw leven krijgt. Wat volstaat voor het uitdrijven van spoken (de mysterieuze dramaturg Antoine voelt zich niet geliefd), het uitzieken van een malaise (de creatieve crisis van een kunstenaar) een terugkeer uit de dood (de mens achter de manipulator reageert ontroerd op de warmte van het gezelschap).

Zoals de frivole titel Vous N’avez Encore Rien Vu aangeeft, serveert Resnais ons geen zwaarmoedige testamentfilm maar een speels spektakel. Acteurs zoals Michel Robin, Gerard Lartigau, Anne Consigny, Anny Duperey, Michel Piccoli, Hippolyte Girardot en Lambert Wilson spelen zichzelf (in een huis dat eerder een theaterdecor is) en worden geconfronteerd met personages en de vertolking van collega-acteurs.

045110

VOUS N’AVEZ ENCORE RIEN VU

Een botsing die leidt tot een hypnotische trance, een ballet van lichamen en gevoelens op de golven van de tijd. Naast het toneel in het toneel(stuk) is er ook de film in de film, de opnamen van een opvoering (in een lege, grauwe opslagruimte) die Resnais in handen gaf van Bruno Podalydès (die ook de rol van Antoine d’Anthac speelt). Zonder aanwijzingen.

“Bruno kreeg carte blanche voor de casting, de technische ploeg, de stijl,” aldus Resnais, “hij vroeg indicaties maar ik drong aan ‘het spel van de film bestaat erin dat ik niet weet wat jij gaat doen, hoe meer het verschilt van wat ik zelf zal draaien, hoe perfecter het aansluit bij de geest van dit project’. Het was wachten op de montage om te zien hoe onze beelden elkaar zouden ontmoeten”. Zo injecteerde Resnais dynamiek en energie in de film, maar creëerde hij ook ruimte voor reflecties over artistieke invloed en nalatenschap.

De uitdaging bestond erin de dramatische actie te laten voortvloeien uit de interactie tussen de vrienden van Antoine en de acteurs uit de moderne opvoering” zegt Resnais. De interactie tussen oud en jong, verleden en heden. In die aan Marcel Proust herinnerende interactiviteit vloeien theater, geheugen en realiteit samen. De samenkomst (een kruising van wake en testamentlezing) van de gesommeerde ’troep’ fungeert als een springplank die de emotionele herinneringen van de veteraan acteurs (grotendeels getrouwen van Resnais) stimuleert.

VNERV_16

VOUS N’AVEZ ENCORE RIEN VU

Via de afwezige (maar vanop ‘afstand’ regisserende) theatermaker is de dood aanwezig. Voor Resnais een manier om de finaliteit van het leven te benadrukken maar ook Jean Cocteau’s idee te illustreren dat kunst de dood aan het werk toont. Hij schuwt de vervreemdingseffecten daarbij niet maar dodelijke ernst des te meer. Resultaat is een speelse meditatie over leven en dood. Een frivool en emotioneel spektakel dat eerder vrolijk dan macaber is.

Het inventieve Vous N’avez Encore Rien Vu gaat via de dood ook over het leven en de wonden die het slaat. In de geest, het geheugen én de verbeelding van de mens. Mathieu Amalric zegt “La mort est toujours douce, les blessures viennent de la vie” terwijl Eurydice verwijst naar de “souvenirs qui restent dans notre tête”. Opmerkelijk is dat de dood ook met de blik wordt verbonden.

In het verhaal van Orpheus en Eurydice doet kijken het leven verstenen. Sabine Azéma reageert op Pierre Arditi’s poging zijn partner naar de hel te sturen door haar aan te kijken met “Ik wil leven!”. Een wanhopige, tragische smeekbede om haar niet aan te kijken zodat ze kan blijven leven”. In de confrontatie, het gevecht, met de dood wordt het leven van personages, acteurs en regisseurs levendiger en intenser.

VNERV_11

VOUS N’AVEZ ENCORE RIEN VU

Via actie, vertolkingen (acting-out) en regie (mise-en-scène) komen gevoelens, herinneringen en ideeën tot leven. In Cannes benadrukte Resnais’ muze en partner Sabine Azéma dat haar job acteren en spelen is, “zoeken en nog eens zoeken. En dat trekt Resnais door tot in het extreme: het spel in het spel in het spel”. Films maken is leven geven. Tot in het oneindige.

De eeuwig jonge ‘oude meester’ Alain Resnais – voor wie cinema een zandbak is waarin hij naar hartelust kan experimenteren (lees: spelen én vernieuwen) – ontweek tijdens de boeiende persconferentie in Cannes vragen naar zijn “vaste thema’s dood en geheugen” (“Soms zijn vragen zo goed dat het moeilijk wordt een goed antwoord te geven”) maar toverde op het witte scherm een verrukkelijke bespiegeling over sterfelijkheid tevoorschijn. Melancholisch maar niet nostalgisch, ernstig maar niet loodzwaar, komisch maar niet hilarisch.

VNERV_01

VOUS N’AVEZ ENCORE RIEN VU

Vous N’avez Encore Rien Vu is geen thesisfilm die niet verder geraakt dan de dood tot onderwerp te maken, het is een creatief spektakel dat met de dood als bouwsteen en een stijl die aanleunt bij het poëtisch-realisme werkt aan een barok spektakel dat verbluft, verrast, verbijstert, vermaakt en verwondert. Is het de laatste krachttoer van Resnais, de “afscheidsbrief aan zijn Eurydice: de cinema” zoals hier en daar werd voorspeld? Als het aan Resnais ligt alvast niet. Hij gruwt van ‘afscheid’ en ’testamentfilm’ en werkt aan het scenario van Aimer, boire et chanter. Een komedie. Maar vooral iets compleet anders. We hebben inderdaad nog niet alles gezien van Alain Resnais.

IVO DE KOCK

(Artikel verschenen in FILMMAGIE, n°627, september 2012)

 

GENRE Drama

REGIE Alain Resnais

SCENARIO Laurent Herbiet & Alex Reval naar Jean Anouilh

FOTOGRAFIE Eric Gautier

MUZIEK Mark Snow

CAST Mathieu Amalric (zichzelf), Pierre Arditi (zichzelf), Sabine Azéma (zichzelf), Anne Consigny (zichzelf), Anny Duperey (zichzelf), Hippolyte Girardot (zichzelf), Michel Piccoli (zichzelf), Denis Podalydès (Antoine d’Anthac), Lambert Wilson (zichzelf)

PRODUCTIE F – 2012 – 115’

045112

VOUS N’AVEZ ENCORE RIEN VU

 

BONUS:

ALAIN RESNAIS IN CANNES

045116

ALAIN RESNAIS

Met het verfilmen van twee toneelstukken van Jean Anouilh, de ene ‘Eurydice’ is een erg donker stuk en het tweede ‘Cher Antoine ou l’amour raté’ is erg speels en barok, toonde je opnieuw je liefde voor theater. Je zou Vous N’avez Encore Rien Vu kunnen omschrijven als ludiek, romantisch en magisch maar de film is vooral, net zoals de stukken, zowel donker als barok van toon.

ALAIN RESNAIS: De tweedeling op het vlak van toon was niet mijn doelstelling maar ik ben bereid ze te aanvaarden. In de barokke kunst waar ik vertrouwd mee ben, met name muziek en beeldhouwkunst, is er altijd een verontrustend element aanwezig. Het is alsof er vruchten geserveerd worden waarin een gif zit.

De filmtitel is zowel een belofte als een provocatie. Hoe is hij ontstaan?

RESNAIS: De titel heeft zichzelf opgedrongen in de montagekamer. Al grappend zei ik op een keer tegen montageleider Hervé de Luze “on n’a encore rien vu aujourd’hui”, we hebben vandaag nog niets gezien, en dat werd zowat een lijfspreuk voor ons beiden. We dachten niet dat het zou blijven hangen maar het werd wel op filmdozen geschreven als running gag. Langzaam gingen we ook de link leggen met filosofische bespiegelingen zoals ‘wat weten we eigenlijk van wat er zich op aarde afspeelt, wat er in ons gebeurt’ en ‘we zijn niet in staat ultra-violet te zien, laat staan infra-rood wat ons niet belet om oordelen te vellen’. Bovendien als we zouden weten wat ons allemaal te wachten staat zouden we zeggen “vous n’avez encore rien vu”. Enfin, elke toeschouwer heeft het recht om zijn eigen betekenis te geven aan de titel. Maar de eerlijkheid dwingt me om toe te geven dat de titel niet het resultaat is van diepe reflectie maar eerder van toeval. Eigenlijk is de titel zowat de mascotte van de film.

Hoe hebben de acteurs samengewerkt aan deze hommage aan acteurs, acteren en groepsgeest?

SABINE AZÉMA: Ik heb me heel egoïstisch opgesteld, alleen aan mezelf gedacht. Ik kwam aan op de set, zocht mijn partner, meestal was dat Pierre Arditi, en wanneer ‘actie’ weerklonk speelde ik Eurydice op de best mogelijke manier. Ik was nieuwsgierig naar het eindresultaat van de film, ik wilde verrast worden door wat Resnais in elkaar had gestoken. Het project had iets mysterieus maar ikzelf had een duidelijk doel: die ongelukkige verliefde Eurydice spelen. Ik wou vooral niet zien wat Anne Consigny deed, ik wou niet door haar beïnvloed worden. Het was interessanter wanneer ik niet wist wat het andere koppel deed. Ik wou vooral achteraf de anderen in eenzelfde rol ontdekken. Het is interessant voor een actrice om te zien wat anderen doen met eenzelfde tekst en dezelfde emoties.

PIERRE ARDITI: We hebben voor deze film gebroken met de vertrouwde rituelen, normaal repeteren we bij Resnais, wat een heel aangenaam gebeuren is. Maar ditmaal hebben we niet gerepeteerd. We hebben elkaar gevonden, of teruggevonden aangezien we in de meeste gevallen al samengewerkt hadden, op de set. Samen met Sabine heb ik een verbuiging gemaakt van het koppel dat we nu al jaren bij Alain vormen. Zoals steeds op intense en frisse wijze want volgens mij lijkt niets minder op een film van Alain Resnais dan een film van Alain Resnais. Misschien moeten we de titel veranderen in “Vous n’avez encore pas TOUT vu”! Tijdens de opnamen heb ik Anne Consigny en Lambert Wilson wel bezig gezien, en ik was onder de indruk van hun aanpak. Even was ik zoals elke acteur ongerust en bang om af te gaan, maar snel draaide ik de knop om en besloot ik mezelf te blijven en een andere versie van het personage te spelen, een andere versie van zijn leven.

VNERV_05

VOUS N’AVEZ ENCORE RIEN VU

ANNE CONSIGNY: Ik ging mogelijk nog egoïstischer dan Sabine tewerk. In het scenario zag ik telkens mijn naam staan met tussen haakjes het personage en dat zag ik als een hint om niet zozeer het personage te willen zijn maar eerder te peilen naar de gevoelens die het personage bij me opwekt. We dragen vaak maskers maar wie ben je wanneer je de liefde ontdekt, wanneer je de man van je leven ontmoet. Ga je hem de waarheid vertellen? Je verleden blootleggen? Wat voel jij tegenover de dood. Niet het personage maar jij zelf. Egoïstisch dus, maar een altruïstisch egoïsme want het was Resnais die het me vroeg. Als ik een ziel had, legde ik die voor zijn voeten. Het is geen cinema dat ik hier opvoer, de liefde die Resnais zijn acteurs geeft stimuleert hen om zichzelf te overstijgen.

LAMBERT WILSON: Het is altijd moeilijk wanneer een regisseur je vraagt jezelf te zijn. Want dat is de grote vraag: wat ben ik, wat kan ik bieden. Het was een uitdaging om niet te acteren maar jezelf te laten gaan, jezelf te verliezen in een tekst. Dat begon al met de kledijkeuze. Er was ons gevraagd met onze kleren te komen. Het stelde me voor de vraag: wat wil ik brengen in de film. En dat vind ik erg verstorend. Voor mij was het speciaal omdat ik Eurydice van Anouilh reeds op het toneel heb gespeeld; het was bijzonder om anderen bezig te zien en de link te leggen met wat ik zelf had gedaan. En bij mijn eigen replieken kwamen soms ritmes en gevoelens naar boven die verbonden waren met wat ik 20 jaar geleden heb gedaan.

ANNY DUPEREY: Ik heb niet veel gewerkt, ik was vooral een toeschouwer want de moeder van Eurydice heeft niet veel gedachten of gevoelens. Ik speelde een personage dat niets met mezelf te maken had en ik stond dan ook open voor al wat de anderen me te bieden hadden. Wat ik zo bijzonder vond was dat deze liefdesoefening van Alain in dienst stond van een tekst, van emoties die heel los uitgedrukt werden. Ik keek ook uit naar de film en verwachte me aan iets virtuoos en fascinerend maar ik was verrast door de lichtvoetigheid en het feit dat de virtuositeit in functie van de inhoud stond.

HIPPOLYTE GIRARDOT: Toen men me vroeg voor de film was ik verrast. Resnais is voor mij een wonderlijke wereld, en het was leuk daarin te belanden. En het feit dat onze eigen naam in het scenario stond wou zeggen dat de regisseur vond dat er iets van ons in het verhaal steekt. Het was wel schrikken toen ik ‘ignoble’ (laag) verbonden zag met mijn naam, gevolgd door een afschuwelijk statement over vrouwen. Toen ik Resnais ontmoette zei hij dat hij al lang met me wilde werken maar geen rol kon vinden tot nu. Ik dacht ‘hij ziet toch wel iets speciaals in mij wanneer de eerste rol die hij voor me vindt omschreven wordt als laag’. Het is leuk om gekozen te worden voor iets dat je niet zou durven denken of zeggen over jezelf.

DENIS PODALYDÈS: Het was een rare ervaring omdat ik lang bij me thuis en bij Alain zelf gewerkt heb zonder iemand te zien. Tot ik op de set kwam en iedereen me omhelsde met ‘je bent niet dood, wat ben ik blij’, wat erg bizar was. Ik kende iedereen maar toch waren ze vreemd. Dat gevoel van vertrouwdheid vermengd met vreemdheid was erg verrijkend en ik bedankt Alain en heel de troep acteurs.

ALAIN RESNAIS: Het is leuk om de acteurs zoveel dingen te horen zeggen die aangenaam zijn voor mijn ego en daarbij alle herinnering aan de draaiperiode weer tot leven te voelen komen. Want het klopt dat er een bijzondere sfeer heerste tijdens de 60 dagen die we samen doorbrachten. Als slotwoord wil ik vooral uitdrukking geven aan de enorme affectie die ik heb voor deze 15 acteurs in het bijzonder en voor het theater en de cinema in het algemeen.

Hoe belangrijk is het werk van dop Eric Gautier?

RESNAIS: Erg belangrijk want ik heb hem zelf voorgesteld als co-regisseur vermeld te worden, maar dat bleek technisch onmogelijk. Wanneer ik met hem werk treedt er haast een bovennatuurlijk fenomeen op. Ik gebruik grote woorden maar ik kan hem een opname uitleggen die me onmogelijk lijkt maar wanneer hij de beweging realiseert merk ik dat alles er in zit. Zoals André Dussolier die op de achtergrond een glas drinkt terwijl alles doorloopt. Wanneer ik met Eric werkt heb ik de indruk met een tovenaar te werken. We delen een passie, met name het vermijden van realistische belichtingen. De lichtbronnen kunnen van overal vertrekken en het is belangrijk een zekere magie te geven aan het beeld. Wat ik nastreefde is dat de acteurs beetje bij beetje in een soort trance zouden belanden, als een soort slaapwandelaars die je niet mocht wekken met projectoren of onnodige regieaanwijzingen.

VNERV_13

VOUS N’AVEZ ENCORE RIEN VU

Hoe heb je de stukken van Anouilh gevonden en wat is de band tussen theater en cinema volgens jou?

RESNAIS: Er is iets dat me al een tiental jaren bezighoudt, een vooroordeel dat je ontdekt in interviews met acteurs en regisseurs, de zogezegde totale tegenstelling die er zou bestaan tussen toneel en film. Alsof theater een nobele kunst zou zijn en film iets bijkomstig. Het verschil is dat, net als trapeze-artiest in het circus, men bij toneel steeds het angstig gevoel heeft dat men iemand op zijn gezicht kan zien gaan. Je kan wijzen op dergelijke verschillen, maar het is een beetje het verhaal van het halfvolle glas, je kan ook praten over de zaken die theater en film dichter bij elkaar brengen. Je kan op het toneel een scène niet herbeginnen wanneer iets fout liep, je moet doorgaan, maar in de bioscoop kan je ook niet gaan vragen een scène opnieuw te zien. Ik heb vanaf mijn eerste film geopteerd voor een theatrale stijl maar zonder pejoratieve bijklank, heel direct en authentiek.

Was er ruimte om de song van Sinatra aan het slot van de film te gebruiken?

JEAN-LOUIS LIVI (producent): Dat was niet voorzien. Ik ontdekte de song tijdens een ruwe montag en wees Alain erop dat we de rechten niet hadden. ‘Ik weet het,’ zuchte hij, ‘maar het is zo mooi’. We hebben de rechten dan maar gekocht!

RESNAIS: Ik wil er op wijzen dat componist wijzigingen heeft aangebracht zodat het lijkt of het lied onze gedachten over de film verder zet.

LIVI: Werken met Resnais is een merkwaardig avontuur, je hebt de indruk dat je beslissingen neemt terwijl het Alain is die alle beslissingen neemt. Voor mij is hij niet enkel een ‘metteur en scène’ maar ook een tovenaar die je de indruk geeft dat je hem geeft wat hij vraagt zonder het te vragen. Hoe hij het doet weet niemand maar uiteindelijk bedankt hij je altijd voor je bijdrage terwijl hij juist voor alles heeft gezorgd.

Je vertrouwde thema’s zoals de dood en herinneringen duiken op in deze film. Mathieu Amalric zegt “La mort est toujours douce, les blessures viennent de la vie” terwijl Eurydice verwijst naar de “souvenirs qui restent dans notre tête”. Wat betekenen de dood en het geheugen voor jou?

RESNAIS: Soms zijn vragen zo goed dat het moeilijk wordt een goed antwoord te geven. Ik kan de vraag terugspelen. Vanaf het moment dat we geboren zijn weten we dat we veroordeeld zijn want de dood is een ongeneeslijke ziekte die ons machteloos maakt. Ik zou kunnen filosoferen over het verzet van Sisyphus tegen Thanatos, maar ik heb nooit het talent van een professor aan de Sorbonne gekregen dus ik ga dit maar achterwege laten.

Is er een verband tussen deze film en vroegere films uit je carrière, is het een samenvatting of een testament?

RESNAIS: Er is geen verband met andere films en het woord carrière is me totaal vreemd. Ik maak films als een knutselaar die met betekenissen en beelden bezig is zonder aan mijn vorige films te denken. Ik tracht ook nooit in herhaling te vallen, dus wanneer ik zou gezien hebben dat er iets in Vous N’avez Encore Rien Vu zou gezeten hebben dat kon gezien worden als een testament, dan had ik de film nooit gemaakt.

VNERV_06

VOUS N’AVEZ ENCORE RIEN VU

Erg verrassend was de verwijzing naar tussentitels van ‘Nosferatu’.

Ik tracht steeds zo duidelijk en helder mogelijk te zijn opdat de kijker de rode draad, het verhaal, zou kunnen volgen. Het opzet hier was acteurs zichzelf te laten spelen met in het achterhoofd de herinnering aan hun gedachten en het trance-effect dat ik nastreefde was dat ze plots bezeten zouden geraken door de geesten, de spoken van hun herinneringen. De tussentitels die enkel in de Franse versie van die cultfilm zit, waarschijnlijk waren ze de reden waarom surrealisten zoals André Breton zo van de film hielden, leken me de actie die ging volgen te verklaren. De 13 genodigden van Antoine d’Antac worden de prooi van de geesten van hun herinneringen. Daarnaast is het ook zo dat voor mij de cinema begon met de stomme film en tussentitels zijn daarvan een essentieel onderdeel.

Het decor is belangrijk in deze film.

RESNAIS: Wanneer me een project wordt voorgesteld gaan er beelden door mijn hoofd. Bij het lezen van de stukken doken beelden van het Pantheon in Rome bij me op. Toen ik dat aan decorbouwer Jacques Saulnier vertelde zei hij dat zoiets niet meteen een salon voorstelde. Maar ik stelde me voor dat de regisseur in een klein dorp een oude kerk zou heringericht hebben. Toen de film af was stemde hij volledig overeen met dat eerste beeld. Ik wil ook aanstippen dat ik de teksten van Anouilh gerespecteerd heb, ik heb niets herschreven alleen wat replieken toegevoegd om de intrige te verduidelijken.

Het gaat erom met de acteurs een soort laboratorium-ervaring te creëren, zoals wanneer men chemische producten vermengt zonder te weten wat er gaat gebeuren, waardoor men fragmenten van leven, emoties en herinneringen ontdekt waarvan men het bestaan niet vermoedde toen men aan het werk begon. Ik keer altijd terug op de notie van knutselwerk, met confronteert elementen met elkaar en ziet wat er gebeurt.

PERSCONFERENTIE FESTIVAL DE CANNES – 21 MEI 2012

045111

VOUS N’AVEZ ENCORE RIEN VU

Leave a comment