Interview Jean-Pierre en Luc Dardenne over Deux jours, une nuit: Wie vecht blijft leven
Een derde Gouden Palm? “Het zijn humoristen die daarover filosoferen” zei Luc Dardenne net voor hij met zijn broer Jean-Pierre naar Cannes trok, “we hopen enkel dat de film goed wordt ontvangen. Maar misschien is de reactie ‘ze hebben ons vroeger al geambeteerd met hun films, nu is het wel genoeg geweest’!”. Om maar te zeggen dat de zenuwen gespannen stonden bij de makers van Rosetta en L’enfant toen dinsdag 20 mei Deux jours, une nuit in wereldpremière ging. Een ding is zeker: de nieuwe film van de broers Dardenne is een brandend actueel melodrama over de gevolgen van crisis en werkeloosheid.
“Er wordt zoveel met cijfers gegoocheld dat ze hun betekenis verliezen,” stelt Jean-Pierre Dardenne, “we wilden van 1.000 euro terug een betekenisvol bedrag maken, een som geld die belangrijk is voor veel mensen”. In de nieuwste van de Belgische broers heeft de door de Franse diva Marion Cotillard vertolkte Sandra twee dagen en één nacht de tijd om haar collega’s te overtuigen een bonus van 1.000 euro te weigeren zodat zij haar job kan houden. Deux jours, une nuit oogt als een melodramatische sociale fabel maar is vooral een brandend actueel drama over de clash tussen angst en solidariteit.
We worden de film ingezogen via Sandra’s gevoelens van schaamte, angst en vertwijfeling.
Luc Dardenne: We wilden de kijker doen meeleven met haar zoektocht naar solidariteit. Deux jours, une nuit gaat over een ontslagen werkneemster die haar collega’s bezoekt om hen te overtuigen zich bij een nieuwe stemming anders op te stellen en niet voor hun premie maar voor haar job te kiezen. De toeschouwer moet daarbij haar gevoelens ervaren maar zich ook kunnen verplaatsen in de positie van de mensen die ze opzoekt. Sandra vraagt hen voor haar te kiezen maar zij antwoorden ‘verplaats je in onze positie, het gaat om 1.000 euro’. Zij repliceert ‘bekijk het vanuit mijn standpunt, het gaat om mijn job, mijn leven, mijn salaris’.
Om het met Jean Renoir te zeggen: iedereen heeft zijn redenen.
Jean-Pierre Dardenne: Het mocht niet het verhaal worden van een arm meisje dat op zoek gaat naar zestien smeerlappen. Om spanning te creëren rond de vraag of Sandra hen van mening kan doen veranderen moeten ze goede redenen hebben om hun standpunt in te nemen. Redenen die in hun ogen goed zijn maar waarbij de kijker zich vragen kan stellen. Deze redenen zijn nooit vrijblijvend, voor iemand die een dochter naar de universiteit stuurt is 1.000 euro immers veel geld. Voor ons was de ‘iedereen heeft zijn redenen’ benadering de enige juiste. Anders zaten we in de polemiek, het manifest, de propaganda en dat is niet de cinema die ons interesseert. Wat ons boeit zijn complexe mensen en rijke verhalen.
Het is een urgent verhaal, jullie reageren op de impact van de economische crisis.
Luc Dardenne: Het is geen toeval dat we deze film nu maakten, we willen tonen hoe mensen het slachtoffer worden van de crisis en hoe begrippen zoals solidariteit daarbij verdwijnen. We leven in een samenleving die mensen in concurrentie plaatst en die concurrentie voorhoogt doordat het aantal arbeidsplaatsen vermindert. De werkgever beseft dat heel goed en gedraagt er zich naar. Werkende mensen bevinden zich in sociale onzekerheid. Ze zijn bang om hun job te verliezen want hoe gaan ze dan overleven? Vandaar dat kiezen voor de bonus hun eerste reflex is. Zo kan de baas herstructureren zonder een crisis te creëren binnen de onderneming. Door zijn werknemers voor een onmogelijke keuze te plaatsen smoort hij sympathiebetuigingen voor Sandra in de kiem.
De werkgever laat zijn personeel termen zoals ‘rentabiliteit’ overnemen.
Jean-Pierre: We leven in een wereld waar arbeid geïnvidualiseerd is. Toen we een klein bedrijf dat zonnepanelen produceert bezochten, ontdekten we dat het volledige productietraject van elk paneel getraceerd wordt. Zo kan men zien wie wat gedaan heeft. Wanneer men je dan zegt dat je prestaties onvoldoende zijn en het werk na jouw inbreng hypothekeren, neem je dat op. Je gelooft dat het jouw schuld is wanneer iets slecht loopt en dat je ontslag enkel aan jezelf te wijten is. Dat is een van de grote overwinningen van de werkgevers. Het individu beschuldigt zichzelf, beschouwt de anderen als vijanden en zichzelf als vijand van die anderen. Zover staan we nu. De film tracht een verhaal te vertellen dat daartegen weerwerk biedt.
Werd Sandra’s depressie veroorzaakt door de samenleving?
Luc: Nee, en ook niet door het werk. We wilden enkel dat ze gedurende enkele maanden afwezig was geweest zodat de arbeiders gemakkelijker tegen haar konden stemmen. Daarom zeggen haar man en Juliette “je moet hen zien, wanneer ze oog in oog met jou staan gaan ze niet durven”. De hoop is dat die fysieke aanwezigheid hen opnieuw solidair maakt, dat ze gaan beseffen dat je iemand zomaar niet ontslaat. Want zij hebben haar niet ontslagen, dat deed de werkgever. Hij chanteerde hen: “als ze blijft hebben jullie je premie niet”.
“Je bestaat Sandra” krijgt ze te horen, want ze ging twijfelen aan haar menselijke waarde.
Jean-Pierre: Ze herstelt van een depressie. Het gevoel niet meer te bestaan in de ogen van anderen maakt deel uit van zo’n depressie. Je geraakt ervan overtuigd dat je niet meer bestaat. Wanneer men Sandra vertelt dat 14 van haar 16 collega’s voor haar ontslag stemden is dat een mokerslag. “Ik besta niet in hun ogen,” zegt ze, “ze verkozen hun premie boven mijn job”. Gelukkig steunen Sandra’s man Manu, Juliette en Robert haar.
Luc: Manu zegt “je bestaat, ik hou van jou” maar dat volstaat niet. Het is leuk dat iemand van je houdt maar wat al die anderen denken hakt er hard in. Met haar poging hen te overtuigen wil ze ook bewijzen dat ze leeft.
Zij vecht om te overleven maar de arbeiders strijden niet tegen hun baas.
Luc: Wanneer je in sociale angst leeft, je bang bent voor inkomensverlies en je schrik hebt van ploegbaas Jean-Marc – Olivier Gourmet maakt er een echt everzwijn van – ben je geneigd vooral aan jezelf te denken. Dat is normaal. De film toont aan dat het mogelijk is om tegen die tendens in te gaan. Maar het is fictie, de realiteit is iets anders. Zelfs in grotere bedrijven, waar de vakbonden wel actief zijn, botsen syndicale afgevaardigden tegen het feit dat je offers moet maken om solidair te zijn. Wie beslist te staken weet dat hij minder zal verdienen. En solidariteit met arbeiders van andere fabrieken is al helemaal niet evident.
Sandra vindt dat ze verantwoordelijk is voor het losbarstende geweld.
Jean-Pierre: Ze brengt door haar vraag iets op gang dat ook voor haar collega’s niet zonder gevolgen blijft. Hun beslissing kan hen in de problemen brengen met hun omgeving. Dat gebeurt twee keer in de film. Solidair zijn is niet kleur- en reukloos; het heeft gevolgen. En wanneer je omgeving niet solidair is met jou creëert dat moeilijkheden. Het is onvermijdelijk dat Sandra schade aanricht en tegenstellingen uitvergroot.
Draaien jullie steeds in dezelfde regio omdat jullie roots er liggen?
Jean-Pierre: We houden van de streek, werken er graag. Dat is verbonden met onze jeugd. Maar wanneer we ooit een idee hebben voor een film die zich elders afspeelt, gaat er niets of niemand ons tegenhouden. Ook financieel niet, we krijgen niet meer geld door daar te draaien.
De songs hebben een dramatische functie.
Jean-Pierre: De twee muzikale momenten zaten reeds in het scenario. Petula Clarks ‘La nuit n’en finit plus’ werd aanvankelijk in het appartement gespeeld en niet in de auto. Een rocknummer wilden we ook. Dat werd ‘Gloria’ van Van Morrison. Een nummer waaraan we niet meteen dachten omwille van de rechten. Maar hij was heel sympathiek, vroeg minder dan gebruikelijk omdat hij ons apprecieerde.
Luc: De songs onderstrepen de band tussen Manu en Sandra. De emotionele song van Clark vormt een uitdaging voor Sandra die aan Manu wil bewijzen dat het nummer haar niet depressief zal maken. Met Morrison ontdekken we hun liefde voor rock.
Jean-Pierre: De nummers zijn manieren om solidair te zijn.
Er is niet echt een happy end maar uiteindelijk lacht Sandra en zegt ze “we hebben goed gevochten”.
Luc: Vechten is belangrijk, dan blijf je leven. Anders lag ze nog altijd in haar bed. Door de ervaring ontdekte ze solidariteit, veranderde ze en durfde ze ‘nee’ zeggen. De Sandra van het begin was misschien ook niet solidair geweest wanneer ze zich in de positie van haar collega’s had bevonden. Maar aan het slot is ze veranderd. Want wat ze doet is niet evident, ze zit uiteindelijk wel zonder werk. Het is verschrikkelijk om zich in haar fragiele positie te bevinden. Het is Dumont die beslist, die de macht heeft.
De lichamen van de acteurs en hun bewegingen zijn belangrijk bij jullie. Hoe werden ze geïntegreerd in het cameragebruik?
Jean-Pierre: Omdat Sandra pas laat ontwaakt als strijdster vonden we dat de camera ditmaal meer teruggetrokken moest zijn, meer diende te registreren. De lichamen moesten bewegen, de camera amper. Enkele panoramashots begeleiden Sandra’s bezoeken maar verder zijn er heel weinig voorwaartse of laterale travellings.
De spanning zit in het filmkader.
Jean-Pierre: In de lichamen van de acteurs. Het gaat om de spanning tussen hen. Verandert hij van mening of niet? Brengt Sandra haar missie tot een goed einde? We hadden de indruk dat het volstond om dit te registreren.
Deden jullie beroep op improvisatie?
Luc: Tijdens de repetities zoeken we veel en verandert het scenario nog maar tijdens de opnamen improviseren we nooit. Om samen met de acteurs in de echte decors onze weg te zoeken trokken we een maand uit, terwijl de opnamen zelf maar 10 weken in beslag namen. Acteurs moeten zich bij het repeteren laten gaan, ze mogen zich niet defensief opstellen. Werken in de echte decors helpt ook ons om dingen aan te passen of toe te voegen. We repeteren met de camera; anders werkt het niet, dan zitten we in het theater.
Jean-Pierre: Dingen komen tot leven in de cinema wanneer de camera daar staat waar hij moet staan. In de wisselwerking tussen camera en acteurs ontstaat een film. De repetities hielpen Marion Cotillard om haar imago van ster en icoon op te geven en authenticiteit te bereiken. Dat is een kwestie van hard werken met vergissingen en details die verbeterd worden. Acteurs moeten vertrouwen hebben in ons en wij in hen. Iedereen moet bereid zijn dingen op te geven en niet bang te zijn om fouten te maken. Omdat we toegeven niet foutloos te zijn beseffen acteurs dat de Dardennes niet anders zijn dan hen.
Zijn de broers Dardenne spirituele cineasten?
Jean-Pierre: Niet in de zin van religieuze filmmakers, maar we hopen wel dat we in de geest van de kijkers kruipen en hen doen nadenken. Empathie hebben voor mensen of revolteren tegen onrechtvaardige omstandigheden is een kwestie van moraliteit, het gaat ons niet om de consumptie van ongeluk. In die zin zijn we spiritueel, wat ons boeit zijn de emoties en gedachten van toeschouwers.
IVO DE KOCK
(Interview verschenen in DE FILMKRANT, juni 2014, Interview broers Dardenne)