Adam McKays The Big Short: Een briljante zwarte komedie als striemende aanklacht
“In een komedie kan je de dingen heel direct zeggen op een manier die mensen bevalt” zegt regisseur Adam McKay in een documentaire op de Blu-ray van zijn met de Oscar voor beste geadapteerde scenario bekroonde The Big Short. “We wilden tegelijk entertainen en informeren” vult scenarist Charles Randolph aan. Het duo koos voor hun adaptatie van het kurkdroge ‘The Big Short: Inside The Doomsday Machine’ (2010) van journalist Michael Lewis (“een van de beste boeken van dit tijdperk” dixit McKay) voor het genre waarmee ze het best de pijnlijke maar absurde geschiedenis van de Amerikaanse krediet- en huizencrisis van 2007-2008 konden vertellen: de zwarte komedie.
Daarmee leggen ze de vinger op zowel het lachwekkende als het verontrustende aspect van deze crisis. The Big Short drijft ook op een onderstroom van verontwaardiging en woede waardoor de komedie een nauwelijks verhulde aanklacht wordt tegen het ronduit criminele gedrag van het financiële establishment dat met steun van de overheid de economie plunderde en zorgde voor een crash met catastrofale gevolgen voor de doorsneeburger. De kritische en ironische toon geeft de komedie een tragische dimensie.
Doordat de meeste hedendaagse Amerikaanse komediespecialisten vooral geobsedeerd lijken door seksualiteit, geslacht en de eigen navel kan McKays keuze voor maatschappelijke relevantie verrassen. “Veel mensen kennen me van komedies zoals Anchorman, Talladega Nights en Step Brothers,” zegt McKay, “maar ik schreef vroeger veel politieke stukken en ik wil met deze film de mensen bewuster maken van de fouten van het systeem”.
Voor acteur Ryan Gosling is het eenvoudig, “Adam heeft het talent om ondanks zijn woede zijn gevoel voor humor niet te verliezen”. Maar ook het talent om een ingewikkeld gebeuren ondanks een complexe verhaalstructuur (drie verhaallijnen rond mensen die doorhadden dat de huizenmarkt steunde op slechte leningen waardoor speculeren ’tegen het systeem’ mogelijk werd) verhelderend te presenteren.
The Big Short is een visuele film vol energie die met een documentaire opnamestijl niet enkel een voyeuristisch gevoel van intimiteit creëert maar ook scènes een gevoel van urgentie doet uitademen. Dit is kinetische cinema die menselijk blijft, een surrealistische komedie die tevens een authentieke tragedie is. Er werd heel bewust analoog gefilmd om een warmer en diepgaander effect te bereiken, “ik wou geen koele, haarscherpe beelden” verduidelijkt McKay.
“The Big Short draait niet alleen om het bankwezen,” stelt de regisseur, “het gaat om een groep buitenstaanders die zag dat de economie niet werkte en corrupt was”. Personages die het systeem aanpakken zijn populaire protagonisten maar bij McKay ogen ze meer ambigu dan heroïsch. “Mensen willen dat helden puur zijn, dat ze een vlekkeloze reis hebben en altijd perfect zijn,” klinkt het bij de regisseur, “maar zo werkt het niet. Een held kiest er niet voor om held te zijn. De personages van The Big Short deden het belangrijkste wat ze konden doen, en dat is de realiteit zien die de meeste Amerikanen niet zagen”.
Toch worden de successen van deze geldmannen niet gevierd. Wanneer twee jonge wolven een vreugdedansje willen inzetten houdt een kluizenaar-goeroe hen bij de les: “Vergeet niet dat mensen hierdoor hun hoop, hun job en hun spaargeld voor hun pensioen verliezen”. Volgens McKay zag je dat besef in de ogen van de echte betrokkenen die model stonden voor de personages: “ze worstelden met een inwendig conflict omdat ze profiteerden van de crisis terwijl de belastingbetaler de rekening gepresenteerd kreeg. De ene reageerde ontzet, de andere bedroefd en nog een andere werd boos”.
Er wordt in The Big Short gegoocheld met financieel jargon maar daar waar Wall Street er een verwarrend rookscherm mee optrekt, tracht McKay via vervreemdingseffecten (een verteller en getuigen die zich in mensentaal tot ons richten) inzichten te verschaffen. Dat doorbreken van de realiteit schept volgens hem een band met de kijker, “waarom zouden we doen alsof we door een schoendooskader naar de realiteit kijken, we weten dat het een film is”. Een sterke film in dit geval.
IVO DE KOCK
(Artikel verschenen in FILMMAGIE, n° 666, juli-augustus 2016)
THE BIG SHORT: Adam McKay, USA 2015, 130′; met Christian Bale, Steve Carell, Ryan Gosling, Brad Pitt; extra’s: documentaires, verwijderde scènes; FILM: **** / EXTRA’S: ***; dis. Universal.