Nightmares in red, white and blue: De evolutie van de Amerikaanse horrorfilm

apr 13, 2016   //   by Ivo De Kock   //   actueel, genre, horror, thema  //  No Comments
MASSACRE À LA TRONÇONNEUSE 05

THE TEXAS CHAINSAW MASSACRE

In Groot-Brittannië ben ik een horrorregisseur” aldus John Carpenter, “in Duitsland een filmmaker en in Frankrijk een auteur. Maar in de VS ben ik enkel een schooier”. Logisch want horror wordt er niet ernstig genomen, laat staan gevierd zoals bij ons op de jaarlijkse BIFFF-hoogmis. Ook al zegt het genre veel over de cultuur en samenleving. En ook al heeft die Amerikaanse horrorfilm een universeel karakter. “We zijn allemaal bang van dezelfde dingen,” zegt Carpenter in de documentaire Nightmares in red, white and blue, “daarom is horror zo’n krachtig genre. Om te weten wat mij beangstigt moet je je enkel afvragen wat je zelf angst aanjaagt”.

Typecasting treft ook filmmakers” benadrukt The Night of the Living Dead-regisseur George A. Romero, “ik zit gevangen in een genre waarvan ik hou”. “Na The Last House on the Left dacht iedereen dat producent Sean Cunningham en ik baarlijke duivels waren die wel in een grot moesten leven,” stelt Wes Craven, “we trachtten beiden andere dingen te maken maar vonden geen financiering. Ik draaide dan maar The Hills Have Eyes en Sean Friday the 13th. De rest is geschiedenis”. Die geschiedenis komt aan bod in Nightmares in red, white and blue, een door Andrew Monument geregisseerde documentaire gebaseerd op het gelijknamige boek van scenarist en producent Joseph Maddrey.

the-last-house-on-the-left-1972

THE LAST HOUSE ON THE LEFT 1972

Net zoals het in 2004 gepubliceerde boek vertrekt de documentaire van het idee dat horror een genre is dat de cultuur weerspiegelt. Veranderingen in de ‘American psyche’ vertalen zich in evoluties die veel zeggen over de heersende tijdsgeest op de plaats waar de horrorfilms gemaakt zijn. Via een chronologische benadering illustreren de makers hoe de klassieke horrorfilm in de jaren 40-50 de angsten van de oorlogsgeneratie weerspiegelt terwijl de meer wilde en brutale horrorfilms van de jaren 70 tot de jaren nul eerst Vietnam en de tegencultuur ‘vertalen’ om uiteindelijk het oprukkend conservatisme weer te geven.

Daarnaast wijzen ze ook op het tijdloze en universele karakter van het genre door het thema van ‘The Outsider’ uit te spitten. Van Frankenstein tot Silence of the Lambs vertelt horror het verhaal van een individu dat botst met een samenleving die het bestaan, de vrijheid en de pursuit of happiness van buitenstaanders bedreigt. Via gesprekken met legendarische filmmakers zoals Larry Cohen, John Carpenter, George A. Romero, Roger Corman, Brian Yuzna en Joe Dante (maar ook historici zoals John Kenneth Muir, Fangoria-uitgever Tony Timpone en SAW-regisseur Darren Lynn Bousman) wordt duidelijk dat de betere horrorfilm niet enkel inspeelt op primaire angsten (donker, verminking, verkrachting, dood, verlies,…) maar ook een geest van rebellie uitademt (gaande van een existentiële reflex tot een scherpe kritische houding).

RosemarysBaby

ROSEMARY’S BABY

Clips van baanbrekende klassiekers zoals Night of the Living Dead, Rosemary’s Baby, The Exorcist, The Omen, Alien, Jaws, The Texas Chainsaw Massacre, Evil Dead, Gremlins, Nightmare on Elm Street en Re-Animator illustreren het geheel. Samen met fragmenten uit minder bekende parels zoals Bob Clarks Deathdream en David Cronenbergs Shivers. De makers zijn weinig enthousiast over de recente remakes (The Fog, The Hills Have Eyes, The Texas Chainsaw Massacre, The Last House on the Left, Dawn of the Dead, Halloween,…) en over torture porn horror (Saw, I Spit on your Grave, My Bloody Valentine, Friday the 13th,…) al prijzen ze de kritiek op de Amerikaanse xenofobie in Hostel en de vreugdevolle waanzin van Rob Zombie (The Devil’s Rejects).

Films zoals Carpenters They Live en Cravens The Last House on the Left tonen aan hoe cineasten via parabels en metaforen universele angsten verbinden met het dagelijkse bestaan van mensen en met de gevaren die schuilen in het eigen lichaam en de buitenwereld. “Een groot deel van het leven bestaat erin om te gaan met je eigen vloek,” zegt Craven, “maakt het je tot een monster of kan je het enigszins temperen, accepteren en bijsturen?” Terwijl Romero toegeeft: “Ik hield altijd al van het monster in ons idee. Voor mij zijn wij de zombies. Zombies zijn ‘middenklasse’ monsters”. Over dit en veel meer wisselden we van gedachte met regisseur Andrew Monument en scenarist Joseph Maddrey.

Friday-the-13th-The-Final-Chapter

FRIDAY THE 13TH

Deze documentaire is gebaseerd op producent en scenarist Joseph Maddreys gelijknamige boek. Hoe kwam deze ‘verfilming’ tot stand?

ANDREW MONUMENT: Joseph schreef ‘Nightmares in Red, White and Blue. The evolution of the American Horror Film’ enkele jaren geleden en kreeg heel veel positieve reacties op dit grondig gedocumenteerd werk. Toen we samen aan de op Discovery Channel vertoonde reeks over behekste huizen ‘The Haunting’ werkten klikte het meteen tussen ons. We zijn immers beiden horror geeks. Hij vertelde me over zijn boek en het frustrerende feit dat foto’s minder zeggen dan filmbeelden. Toen Ingo Jucht, een executive producer uit Los Angeles, de filmrechten kocht en Joseph aansprak over de verfilming betrok die me meteen in het project. Hij wou immers graag samenwerken met een regisseur die zijn passie en visie deelt.

Vanwaar de keuze voor een ‘decennium na decennium’ aanpak?

MONUMENT: Om de kijker een houvast te bieden. Het boek volgde dezelfde structuur. We namen ook de titels over van elk hoofdstuk om de documentaire op te delen. ‘New Worlds of Gods and Monsters’, ‘American Nightmare’,… We respecteerden niet enkel de opdeling maar interviewden ook veel regisseurs waar Joseph al mee sprak: John Carpenter, Larry Cohen, Joe Dante, Mick Garris, George Romero,… Kortom, we bleven heel dicht bij het origineel.

Hellraiser-IV-Bloodline

HELLRAISER IV

Was het zwoegen om de regisseurs die je wou spreken te pakken te krijgen?

MONUMENT: We hadden een lijst met zo’n 20 namen en belden iedereen op. Voor een aantal lukte het niet, meestal omwille van hun drukke agenda. David Cronenberg was een van de cineasten waar we naast grepen. Wes Craven ook, we deden er echt alles aan om hem te pakken te krijgen maar we slaagden er niet in. Zelfde verhaal bij Rob Zombie. Op een bepaald moment konden we niet langer wachten; de film moest afgewerkt worden. We besloten om iets te maken met de mensen die we wèl hadden.

A-Nightmare-on-Elm-Street

A NIGHTMARE ON ELM STREET

Een andere uitdaging: hoe krijg je alles in een film van zo’n 90 minuten?

JOSEPH MADDREY: Niet evident en dan hebben we ons nog tot de Amerikaanse horrorfilm beperkt om de zaken enigszins onder controle te houden. Je kan zomaar niet in het wilde weg mensen beginnen te interviewen en erop vertrouwen dat je in de montage de film wel kan maken. Dat werkt niet. Je moet vertrekken van een structuur en cineasten benaderen met gerichte vragen. We startten met een thesis die uiteraard een veralgemening en een vereenvoudiging is, maar het gaf ons dingen om over te praten. Onze chronologische aanpak is vrij didactisch maar heeft het voordeel dat kijkers begrijpen waar ze zijn. Ze weten wat voorafging en wat volgt. De meeste kijkers zitten waarschijnlijk te wachten op die ene horrorfilm die hen beïnvloedde.

Of op een interpretatie die ze delen.

MADDREY: Om uit te pakken met een andere veralgemening: ik heb de indruk dat een Europees publiek sneller dingen in horrorfilms ziet dan een Amerikaans publiek; het kan geen toeval zijn dat makers van films met ideeën zoals John Carpenter en George Romero zowat God in Frankrijk zijn! Terwijl They Live in Amerika ongemerkt voorbijging en Land of the Dead op veel onbegrip stuitte.

Dat is de invloed van de auteurtheorie en het in Europa toch wel ingeburgerd idee dat regisseurs auteurs zijn. Wanneer filmmakers meer dan vaklui zijn, dan zullen hun films sneller het fun-niveau overstijgen voor bioscoopgangers.

MADDREY: Klopt, en ook al gaat het maar om een beperkt aantal mensen, in Amerika is die groep nog veel kleiner. Bij ons werd de auteurtheorie alleen maar gebruikt om films te marketen. ‘A new film by’ staat op de affiche en mensen gaan de zaal binnen omdat ze de naam boven de titel van de film herkennen. De artistieke bijgedachte die in Europa leeft werd echter overboord gegooid.

night_of_the_living_dead

NIGHT OF THE LIVING DEAD

Hoe moeilijk is het om mensen te interviewen die al ontelbare keren geïnterviewd zijn?

MADDREY: Dat is niet eenvoudig. Iemand zoals George Romero krijgt al 20 jaar dezelfde vragen over dezelfde film, Night of the Living Dead, en dus probeer je een frisse invalshoek te vinden maar toch de thema’s besproken te krijgen die je wil.

Is hij na verloop van tijd niet de interpretaties van zijn werk gaan bevestigen via zijn interviews?

MADDREY: Ik denk dat Romero toen hij Night of the Living Dead maakte nog niet wist wat hij ging zeggen. Die klassieker is een gelukkig toeval. Maar daarna is hij meer gaan nadenken over zijn werk en alles ook bewust gaan sturen. Ik denk dat Martin zijn beste film is. Toen wist hij perfect wat hij wou vertellen en op welke manier hij dat wilde doen.

Het centrale idee van Nightmares in red, white and blue lijkt me dat horrorfilms de tijdsgeest en de samenleving waarin ze zijn gemaakt weerspiegelen.

MONUMENT: Dat idee wilden we absoluut uitwerken. Het was ons opgevallen dat het genre floreert tijdens periodes van oorlog en crisis. Horrorfilms reflecteren de tijdsgeest, ze geven de angsten van de 20ste eeuw weer. De verschillen zijn verbonden met de sociale en politieke elementen die de onderscheiden decennia definiëren. Of het nu de seksuele revolutie, de koude oorlog of Vietnam is; de horrorfilm geeft commentaar op de geest van de tijd. Omdat we vonden dat dit onderwerp nog niet uitgewerkt was in andere documentaires over het genre wilden we het nadrukkelijk belichten i.p.v. bijvoorbeeld te focussen op het slasher-aspect van horror. Maar opnieuw, het was iets dat Joseph reeds onderzocht in zijn boek en dat ons een gepaste rode draad leek.

Return-of-the-Living-Dead-III

RETURN OF THE LIVING DEAD III

In de post-9/11 periode lijkt het moeilijker om dit idee van horror als spiegel van de samenleving te duiden dan in periodes die verder in het verleden liggen.

MONUMENT: Dat klopt. Horror volgt een golfbeweging, alles gaat weg en keert terug. De jaren 80 waren een gouden tijd voor horror, de jaren 90 waren heel wat minder en de jaren 00 worden gekenmerkt door een heropleving. Al vraag ik me af hoe lang dat allemaal gaat duren.

MADDREY: Ik denk dat 9/11 en Irak de grenzen verlegd hebben op het vlak van wat je kan tonen in horrorfilms.

MONUMENT: Je ziet gruwelijkere dingen op televisie in het nieuws dan in de bioscoop.

MADDREY: Bovendien is er veel woede, soms onderdrukt en soms manifest expliciet, en dat zie je in de films. George Romero wijst ons op de link tussen Vietnam en horror, op hoe het geweld de frustraties die toen leefden in de samenleving uitdrukte. Dingen worden in het genre nu eenmaal anders gezegd dan in escapistisch entertainment of louterend drama. Romero vertelde via films zoals The Crazies haast wat we in Zuidoost Azië moesten doen. Dat is een universeel gegeven: filmmakers reageren op de wereld rondom hen.

best-sci-fi-movies

THE THING

In het nieuwe millennium weerspiegelen de ene gruwelbeelden de andere gruwelbeelden; reële slachtpartijen en martelporno zijn met elkaar verbonden.

MADDREY: In de VS zagen mensen de gruwelijkste Irakbeelden niet op televisie maar wel op het internet. Mensen zijn zich bewust dat die zaken gebeuren en dat verklaart misschien gedeeltelijk waarom de recentste horrorfilms, van de Saw-franchise tot The Hills Have Eyes en Dawn of the Dead remakes, zo bloederig expliciet zijn. Het is zoals ik zei een reactie op iets dat onderdrukt is en via film aan de oppervlakte komt. Het verschil tussen Vietnam en Irak is dat de beelden niet meer op eenzelfde manier onderdrukt kunnen worden, daarvoor is de impact van het internet te groot.

MONUMENT: In de interviews trokken velen een parallel tussen Vietnam en Irak maar er zijn wel belangrijke verschillen tussen beiden. In de manier waarop en de snelheid waarmee er gereageerd wordt op de feiten en de gruwel. Ik heb de indruk dat de respons nogal traag en gemakzuchtig was m.b.t. Irak. Het duurde, mede door het trauma veroorzaakt door 9/11, lang voor Amerikanen zich vragen gingen stellen. Waarom zijn we daar? Wat doen we er? Hoe denken we iets op te lossen? Na de verkiezing van Obama leek er verandering te zullen komen maar eigenlijk is Amerika nog niet grondig veranderd. Het is complex en frustrerend want velen hadden op grondige veranderingen gehoopt. Ik denk dat horrorfilms ook die twijfel en ontgoocheling weergeven. Mensen zijn boos.

MADDREY: Het verandert nooit!

MONUMENT: Dat is wat Romero zegt, hij slaat nagels met koppen.

halloween

HALLOWEEN

Ik kan me vergissen maar bij jongere regisseurs die horrorklassiekers hermaken merk ik vooral cynisme. Bij Romero is er ironie maar geen cynisme. Zegt dat cynisme iets over de tijdsgeest of vloeit het enkel voort uit de commerciële logica?

MONUMENT: Het is zeker commercieel want remakes leveren geld op. Flink wat geld.

MADDREY: Ik maak niet graag algemene statements over generaties, maar ik kan me niet van de indruk ontdoen dat jongeren nu anders tegen zaken aankijken. Wanneer ik zelf cynisch ben geworden dan heeft dat misschien wel te maken met een gevoel van politieke hulpeloosheid. Ik beschouw mezelf niet als politiek geëngageerd en mijn algemeen gevoel is ‘wat verschil kan ik maken’, ‘waarom er over spreken’. Uit ontgoocheling. Daarom zijn mensen zoals ik misschien cynisch en kiezen we vooral voor entertainment. Ook al maken we daar onbewust statements mee en beseffen we dat. Door bepaalde onderwerpen te vermijden kan je tussen de lijnen schrijven. Waar sommige jonge horrormakers op een bewust niveau niet over praten in hun films is vaak het interessants aan hun werk. Ik volg Mick Garris wanneer die zegt dat Hostel een onbewuste commentaar is op een zekere Amerikaanse mentaliteit, al ben ik er van overtuigd dat Eli Roth dat heel bewust in zijn film heeft gestoken.

hostel

HOSTEL

Er is dus meer een link tussen deze generatie en die van de jaren 40, cineasten die entertainment met een dubbele bodem maakten, dan met de generatie Romero-Carpenter die heel nadrukkelijk politieke boodschappen inlast.

MONUMENT: De generatie Carpenter houdt van film maar wil vooral ook eigenzinnige verhalen vertellen waarin hun visie op de wereld tot uiting komt. Zo militeerde Carpenter nadrukkelijk tegen Ronald Reagan, de acteur die president werd en ageerde tegen de Sovjetunie met filmtermen zoals ‘the evil empire‘, en blijft hij zich net als Joe Dante mengen in het politiek debat via film.

Er leeft, ook bij filmliefhebbers, nog veel wantrouwen tegenover horrorregisseurs. Ze zijn niet gewelddadig zegt Mick Garris, zelf een heel lieve man. Jammer dat zijn films niet op hetzelfde niveau staan als zijn liefde voor het genre.

MADDREY: Zijn films zijn geweldig!

MONUMENT: Nee, dat zijn ze niet, zelfs zijn korte films niet. Wat de perceptie van horrorregisseurs betreft; horrorliefhebbers zijn een kliek, ze begrijpen waarom anderen van horrorfilms houden omdat het hen op een persoonlijk vlak aanspreekt. Maar met niet-fans ligt het anders. Toen mijn ouders deze documentaire zagen reageerden ze met ‘we begrijpen je passie en wat je wil zeggen maar ons zegt het niets’. Het spreekt hen gewoon niet aan. Bij sommige mensen klikt er iets en bij andere niet, en het is vaak moeilijk uit te leggen. Voor buitenstaanders kan het lijken alsof horrorfans zich wentelen in miserie en geweld, maar voor mij is horror escapisme zoals vele andere genres. Je verdwijnt in een andere wereld en sommige mensen komen achteraf evenwichtiger terug naar de reële wereld.

day-of-the-dead-1985

DAY OF THE DEAD 1985

MADDREY: Joe Dante spreekt over mensen die als kind onder de indruk waren van de transformatie van een ezel en later doorgroeien naar horror; you eighter get it or you don’t.

MONUMENT: John Carpenter sluit zijn interview af door te zeggen: verontschuldig je niet en tracht anderen niet te overtuigen. Ofwel vatten ze het ofwel niet en je kan er niets aan veranderen. Het klopt: je kan onmogelijk iemand omtoveren in een horrorfan wanneer hij zich niet aangesproken voelt.

They-Live

THEY LIVE

Hoe ontstond bij jullie die liefde voor horror?

MONUMENT: Mijn vader, die een groot filmliefhebber was, liet me ’s nachts naar beneden sluipen om oude Hammer horrorfilms te zien. De eerste film die ik zag was Rasputin: The Mad Monk van Don Sharp met Christopher Lee. Als tienjarige vond ik dat echt wel een geweldige film.

MADDREY: Mijn vader was een predikant en mijn moeder was vaak ziek waardoor ze lang in het hospitaal verbleef toen ik jong was. Logisch dat dood een thema werd voor mij! Ik hield van ghost stories maar zocht eigenlijk troost in de verzekering dat alles goed zou eindigen in horrorfilms. Wanneer de zaken in je dagelijkse leven niet ok zijn, kan een horrorfilm geruststellend werken. De films waren ook zinvol voor mij: ze gaven toe dat er slechte dingen gebeuren en willen daar ook over praten. Terwijl mensen er tegenover mij alleen maar wilden over zwijgen. Ik voelde me bovendien altijd aangetrokken tot dingen die me beangstigden.

MONUMENT: En hij is natuurlijk een freak!

Wat zijn jullie favoriete horrorfilms en regisseurs?

MADDREY: Mijn favoriete Amerikaanse horrorfilm is Night of the Living Dead. Een favoriete regisseur is moeilijk te zeggen, er zijn er zoveel. Om die vraag te beantwoorden moet ik het kunnen beperken tot bepaalde periodes of stijlen. Zo zullen mensen die houden van intellectuele en artistieke bespiegelingen eerder geneigd zijn om films die draaien rond ideeën te verkiezen. Dan kan je David Lynch aanwijzen. Of David Cronenberg. Hun films zijn rijk aan ideeën. Ik hou van hen. Van Eraserhead en Shivers, The Brood en Scanners. En ik ben ook dol op Wes Craven.

The-Brood

THE BROOD

MONUMENT: Let the Right One In vond ik recent heel goed maar voor mij is en blijft The Shining dé ultieme horrorfilm. De film maakte een sterke indruk toen ik hem zag. Mijn vader was net overleden en als veertienjarige werd ik echt weggeblazen door wat ik zag. Mijn favoriete regisseur is Dario Argento. In Amerika zijn er Romero en Craven.

Daarom zijn ze nadrukkelijk aanwezig in de film.

MADDREY: Inderdaad. Als schrijver voel ik me meer op het gemak wanneer ik zelf de vragen stel, daarom wil ik even de bal terugkaatsen: Are you a horror guy?

Fan is veelgezegd, maar ik vind wel dat veel horrorfilms ook uitstekende films zijn die bovendien meer zeggen over de wereld dan algemeen wordt aangenomen.

MADDREY: Ik zeg mensen altijd dat horror een 90% genre is. 90% is niet echt de moeite waard maar wanneer je de 10% ontdekt die overblijft maak je kennis met echt sterke cinema.

Videodrome-Debbie-Harry

VIDEODROME

Zoals Rabid, Videodrome of The Fly van Cronenberg, films die ons er op wijzen dat we ons constant veranderend lichaam niet onder controle kunnen houden.

MADDREY: Weet je, dat maakt voor mij een slasher of een torture porn film ook nog interessant want het gaat over je identiteit en de meeste mensen identificeren zich met het lichaam. Het is een schrikwekkende gedachte dat iemand je hand zou wegnemen want dat verandert wie je bent. Het verandert je op elk niveau, niet enkel op fysiek vlak. Voor mij gaat een slasher of splatter film niet over bloed maar over verlies. En dat is heel universeel. Dat wijzigt niet in de verschillende decennia, het blijft even gruwelijk. De link tussen fysieke en psychologische transformatie interesseert me. Niemand heeft daar betere films over gemaakt dan David Cronenberg. Videodrome, The Fly en eXistenZ zijn voor mij absolute meesterwerken.

MONUMENT: Cronenberg maakt tijdloze horrordrama’s die toch iets zeggen over de wereld en de stand der dingen. Getuige Dead Ringers en A History of Violence, vermomde horrorfilms die lichaam en geest, heden en verleden, geweld en seksualiteit verbinden met angst.

A-History-of-Violence

A HISTORY OF VIOLENCE

MADDREY: Daarom probeerden we ons in Nightmares in red, white and blue ook niet te beperken tot de chronologische invalshoek. Naast de politiek-culturele context wilden we de cineasten immers ook laten spreken over de universaliteit van angst. John Carpenter zegt niet ten onrechte dat wanneer je je hiermee niet kunt identificeren, dat je echt iets verdringt. Dit is het leven. Gruwelijk en angstaanjagend!

Onze confrontatie met vijanden in en buiten onszelf.

MADDREY: Met gevaar dat overal, en ook in onszelf, schuilt. Het is een bedreigende maar ook wonderlijke wereld.

FESTIVAL DE DEAUVILLE – 7 SEPTEMBER 2009

IVO DE KOCK

(Artikel verschenen in FILMMAGIE, n° 614, april 2011)

NIGHTMARES IN RED, WHITE AND BLUE; Andrew Monument; USA 2009, 86′; met Darren Lynn Bousman, John Carpenter, Larry Cohen, Roger Corman, Joe Dante, George Romero; FILM: *** / EXTRA’S: 0; dis. Kino International (import)

MASSACRE À LA TRONÇONNEUSE 07

THE TEXAS CHAINSAW MASSACRE

Leave a comment