Filmfestival van Cannes 2012: Dagboek van een cinefiel

apr 8, 2016   //   by Ivo De Kock   //   actueel, filmfestivals  //  No Comments
20120626110542-Amour_02

AMOUR

“Opwinding omdat er weinig vrouwelijke cineasten geselecteerd zijn? Ach, elk festival van Cannes heeft zijn schandalen en discussiepunten,” zei Catherine Corsini (Trois Mondes) ons, “het wordt allemaal wat opgeklopt. En je kan niet voor iedereen goed doen”. Dat bleek eens te meer toen Nanni Moretti het palmares bekend maakte. In de Gouden Palm voor Michael Haneke’s Amour kon iedereen zich vinden. Maar dat geen enkele Franse noch Noord-Amerikaanse film in de prijzen viel en gewaardeerde films vergeten werden stootte wel op verzet bij de pers. En het was, ondanks alle grote namen op het programma, al geen onvergetelijke editie klonk het. Even grasduinen in ons dagboek om na te gaan of dit klopt.

DINSDAG 15 MEI

D-Day -1 voor de 65ste editie van het Filmfestival van Cannes. Woensdag worden de festiviteiten in de Zuid-Franse badstad op gang getrokken met Moonrise Kingdom, een film van Wes Anderson met Bruce Willis – die exact 15 jaar geleden in Cannes de gevleugelde woorden “niemand hecht belang aan filmkritiek, het geschreven woord gaat de dinosaurussen achterna” uitsprak – en Tilda Swinton.

Normaal zaten we nu op de TGV richting Côte d’Azur. Maar normaal was het festival ook al een week bezig. De politiek (ditmaal geen wereldoorlog of protesterende cineasten) stak stokken in de wielen; de filmster-president moest dringend vervangen worden door een ‘gewone’, zij het gerestylede, man. Oordeelde het volk.

77780038© Gregory Smith

ON THE ROAD

Gelukkig is een festival geen democratie moet Cannes oppergod Thierry Frémeaux gedacht hebben bij kritiek op zijn programma. “Geen vrouwen in competitie?”, dat varkentje zou hij tijdens het festival wel wassen. Waarom sprak niemand over het geintje met het via de festivalsite gelekte programma waar namen als Terrence Malick (The Burial), Paul Thomas Anderson (The Master), Derek Cianfrance (The Place Beyond the Pines) en Park Chan-Wook (Stoker) op figureerden? Simpel, in Facebook-tijden piekt opwinding even kort als de ‘attention span‘ van de gemiddelde bioscoopganger.

Normaal waren we nu dus het festival-programma aan’t uitpluizen op de trein (niet te missen!; interviewtje proberen!) maar nu even niet. Even treinen naar Brussel om Jacques Audiards fel geänticipeerde De Rouille et d’os te zien. Voor de Cannes-vertoning! In een pervoorstelling zonder pers (de belangrijkste filmjournalisten bereiden zich in Cannes al geestelijk voor op hun film- en interviewmarathon)! Na het ondertekenen van een embargo! Dat laatste is een nieuwe trend: voor een bepaalde datum (de release meestal) mag er niets gepubliceerd worden, ook niet via die vermaledijde sociale media (“ik ben op weg naar een visie die niet bestaat” schreef een leukerd zinspelend op de stiekeme vertoning van On the road). Een andere trend is het massaal quasi simultaan uitbrengen van Cannes-films wat het festival dreigt te devalueren tot een puur marketing gebeuren.

De Rouille

DE ROUILLE ET D’OS

Audiards zesde langspeelfilm De Rouille et d’os gaat over twee op elkaar aangewezen eenzaten; een orka trainster die haar benen verliest en een bokser die alleen instaat voor de opvoeding van zijn zoontje. Het werd geen voorspelbaar melodramatisch liefdesverhaal omdat Audiard “iets wilde maken dat dramaturgisch niet heel ‘sterk’ uitgewerkt was, dat het de toeschouwer moeilijk maakte om de volgende scène te raden”. Via tegenlichtopnamen en een camera die op de huid van de personages zit creëert Audiard een grote fysieke intensiteit: “We kozen voor een cinematografische vorm die ik expressionistisch zou noemen, waar de kracht van de beelden het melodrama dient”.

Matthias Schoenaerts is sterk (“Commandant costaud” titelt Libération, Les Inrockuptibles “nouvelle brute sensible”), en de acteur zal in Cannes indruk maken maar toch niet in de mate dat de Vlaamse pers de thuisblijvers wou doen geloven. In Cannes ben je nu eenmaal slechts de koning van (maximaal) een dag, wanneer de kranten gedrukt zijn (de Facebook-commentaren en blogs gelezen zijn) is het “move over”, de volgende ‘ster’ graag!

WOENSDAG 16 MEI

Cannes zal ons verwelkomen met het publiciteitsbord “FLANDERS, DESIGNED FOR FILM”. Eindelijk weten we waarom onze bouwvoorschriften zo surrealistisch zijn, we bouwen gewoon filmlocaties. Dan is het in de VS nog meer verankerd in de Amerikaanse ziel. “We build against space, we’re great fillers of empty space” lezen we in ‘The Solace op Open Spaces’ van Gretel Ehrlich. Maar goed, eerst nog Frankrijk doorkruisen (en vertraging oplopen) voor de wall of noise ons weer overvalt (geen zeepbel ter wereld bevat zoveel druktemakers als Cannes in mei).

Benieuwd of in de tijdelijke cinefiele enclave het paswoord ‘De barbaren komen eraan!’ zal zijn. Want jaar na jaar botsen twee groepen frontaal in Cannes. Van rechts komen zij die de state of cinema meten aan sales en toegankelijkheid, van links komen zij die de apocalyps voorspellen wanneer er teveel films vertoond worden die ook buiten dit parallel universum kunnen overleven.

Terwijl de trein door de Franse wijngebieden zoeft lezen we in ‘De barbaren’ van Alessandro Baricco hoe op het vlak van wijn de barbaarse invasie de cultuur niet vernietigd maar omgevormd heeft. Baricco vertelt hoe wijn vrijwel uitsluitend het domein van de Fransen en Italianen was tot de Amerikanen na de Tweede Wereldoorlog terugkeerden met de herinnering van wijn. Ene mijnheer Mondavi besloot om in Californië wijn te produceren die beantwoordde aan de Amerikaanse smaak en gewoontes.

20120424150114-TheAngelsShare06

THE ANGEL’S SHARE: Ken Loach

De wijnproducent was meteen ook een marketeer en ontwikkelde een soort Hollywoodwijn. Mooi gekleurde, aangenaam smakende wijn met een constante persoonlijkheid. “De barbaren!” klonk het bij Franse en Italiaanse wijnboeren die zich ergerden aan een wijn zonder ziel of geschiedenis. Baricco ziet het als “een van de grote clichés die altijd al verscholen lagen onder het oppervlak van de angst voor de barbaren: het idee dat zij staan voor de hebzucht tegenover de beschaving; de overtuiging dat ze worden gedreven door een abnormale, bijna immorele honger naar verdiensten, naar winst”. Gekoppeld aan het idee “als iets goed verkoopt, is het weinig waard. Het irrationele geloof in een dergelijk principe is waarschijnlijk een van de kapitale fouten van elke grote beschaving in haar fase van verval”.

Toen de Amerikaan Robert M. Parker een puntensysteem ontwikkelde waarin Californische wijnen even goed konden scoren als Europese wijnen, begon op het oude continent de kritiek op de ‘behaagzieke’ Hollywoodwijn luider te klinken. Volgens Baricco een gevolg van onze nog altijd sterk romantische beschaving: “het idee dat je om de verhevenheid van de echte waarde te bereiken een kronkelige weg moet afleggen, zo niet een van lijden, dan toch tenminste een van geduld en lering. De barbaren kennen dat idee niet. Hoe klein ook, het geval van de Hollywoodwijn laat ons een microgebeurtenis zien die allesbehalve onbeduidend is: de spectaculariteit wordt een waarde. Dé waarde”.

Mud-2013

MUD: Jeff Nichols

Baricco ziet in deze clash een confrontatie tussen de aristocratie van de wijn en de grote menigte van nieuwe wijndrinkers: “Als we de omtrekkende barbaarse invasie die het dorp-van-de-wijn heeft getroffen bestuderen, zou je het verloop van de veldslag kunnen uittekenen: dankzij een speficieke technologische vernieuwing (airco maakt verwerking mogelijk) krijgt een groep mensen die grotendeels gelieerd is aan het heersende culturele model toegang tot een handeling waarvan ze voorheen waren uitgesloten, brengt die instinctief naar een directere spectaculariteit en naar een modern taaluniversum, en weet zo te bereiken dat het een verbluffend verkoopsucces wordt. Wat degenen die zijn aangevallen van dit alles merken, is vooral het kenmerk dat aan de oppervlakte zichtbaar is: een kennelijke verschuiving van de totaalwaarde van die handeling. Een zielsverlies. En dus een teken van barbaarsheid”.

Vervang je wijn door ‘(film)auteur’ dan heb je een soortgelijk verhaal, al ontwikkelden film als (hogere) kunst en film als commercie zich meer parallel. Maar nergens blijft het dovemansgesprek tussen Europa en Hollywood, tussen auteurs en vaklui, tussen cinefielen en barbaren zo opvallend als in Frankrijk. Juryvoorzitter Nanni Moretti past zich meteen aan door te stellen dat auteurcinema verdedigd zal worden tegenover ‘behaagzieke’ films zoals The Artist. Net alsof de wijnaristocratie belooft terug te slaan. De barbaren zijn gewaarschuwd, Moretti komt eraan. De grootste filmkermis van de wereld kan beginnen.

DONDERDAG 17 MEI

De wereld ontdekt De Rouille et d’os en reageert verdeeld. “Een mooie film over de fusie van lichamen” schrijft Les Inrockuptibles, “een film die te zeer tracht een meesterwerk te zijn” stelt Libération, “een hard, sexy en soms aangrijpend ‘odd couple’ liefdesverhaal dat geforceerde plotwissels doet vergeten” noteert Screen International. Goed, maar geen Palm is de harde consensus. Ondertussen lopen we zelf binnen bij de agentschappen die in Cannes het interviewverkeer regelen. Altijd frustrerend, al gaat het met enkele ‘nominaties’ op zak heel wat beter. Maar afspraken blijken vaak bijzonder wankel en de sterren weinig betrouwbaar. Gelukkig zijn er ook films.

Moonrise-Kingdom

MOONRISE KINGDOM

Het begint goed met de offbeat avonturenkomedie Moonrise Kingdom van eeuwig kind Wes Anderson. “De roots van mijn cinema liggen niet in mijn jeugd maar in de gevoelens die ik had als kind,” stelt de regisseur van The Royal Tenenbaums en The Darjeeling Limited, “al heb ik vaak het gevoel dat was rest in de film nog weinig te maken heeft met de originele herinnering aan mijn jeugd”.

Anderson is geen kameleon-regisseur die telkens kiest voor een andere stijl en inhoud, zijn filmografie staat vol excentrieke fantasieën over getroebleerde families die dankzij kurkdroge en ietwat treurige humor en een gestileerde hyperrealiteit een melancholische wereld creëren. “Telkens ik werk aan een nieuw project heb ik het gevoel iets heel anders te maken,” stelt Anderson, “en wanneer de film af is zeggen de mensen meestal dat hij op mijn vorig werk lijkt”.

Moonrise Kingdom vertelt een verhaal over buitenbeentjes en dromers vanuit het standpunt van kinderen. Suzy is een depressieve puberende Lolita, Sam een eenzaam en door iedereen verstoten weeskind. Sam past niet bij de padvinders van camp Ivanhoe en besluit te ontsnappen samen met het meisje dat hij ontmoet tijdens de repetities voor een mysteriespel. Terwijl het onschuldige, jonge koppel rustig in een tent zit slaat de verbeelding van de volwassenen op hol en begint een klopjacht.

Er is een natuurramp nodig om de orde en rust te doen terugkeren. “Ik geloof dat er weinig verschil is tussen volwassenen en kinderen,” houdt Anderson ons voor, “volwassenen demonstreren enkel een beetje meer wijshied dan kinderen. Het is dankzij hun eenvoud dat kinderen er in slagen te begrijpen wat er gebeurt en zich weten te gedragen als volwassenen. Dat zorgt voor een gevoel van evenwicht”.

De Kazakse regisseur Darezhan Omirbayev (Kairat, Killer) trekt een heel ander register open voor zijn adapatatie van Dostoïveski’s ‘Schuld en Boete’. Student is een uitgepuurd drama dat alles in een hedendaagse socio-politieke context plaatst, de overgang van een maatschappij waar traditionele waarden en een socialistische economie heersen naar een meer normenloze samenleving naar kapitalistisch model. Hoofdpersonage is een student filosofie die eerst getuige is van hoe criminele oligarchen een filmcrew terroriseren en zelf een misdadiger wordt wanneer hij een winkelbediende en een toevallige klant doodt tijdens een overval. Waarom weet hij niet goed. Geldgebrek? Eenzaamheid? Verlangen iets te doen met zijn leven?

Hij houdt het uiteindelijk bij de opvatting dat toevallige moorden verbonden kan worden me rechtvaardigheid en een morele keuze. Langzaam groeit echter zijn schuldgevoel, vooral doordat een meisje hem als een held beschouwt wanneer hij haar overvallers achternagaat. De kracht van Omirbayev is dat hij de persoonlijkheid van het hoofdpersonage niet schetst via actie (de heel terloops gefilmde misdaad) maar via realistische details uit zijn dagelijks leven. Student is verwant met Les 400 Coups en L’argent, met Truffaut en Bresson. Bepaald geen oneer.

Paradies-Liebe2

PARADIES: LIEBE

Van de films van Oostenrijker Ulrich Seidl (Hundstage, Import/Export) word je doorgaans niet vrolijk. Kan moeilijk anders met een cineast die rauwe realiteit, nadrukkelijke wansmaak, bijtend sarcasme en zedenloosheid mixt in semi-documentaire drama’s. Films die dagenlang door je hoofd blijven spoken maar die je niet meteen terug wil zien. Dan is Paradies: Liebe – het eerste deel van een Paradies-trilogie die ons ook nog Glaube en Hoffnung zal brengen – heel wat aangenamer en minder misantropisch.

Ook al zal het verhaal van de 50-jarige met overgewicht kampende Weense huisvrouw Teresa die naar de Keniaanse kust trekt voor een seksvakantie zowel moraalridders als politiek correcte Noord-Zuid activisten shockeren. Maar Seidl heeft wel oog voor emoties en volgt Jean Renoirs “alle mensen hebben hun redenen” stelling. Er is sprake van uitbuiting en racisme in tijden van globalisatie maar de grenzen zijn niet zo helder. Iedereen is misbruiker en slachtoffer.

Seidl verkiest improvisatie boven strakke scenario’s en houdt ervan acteurs uit te spelen tegen amateurs. Dat levert overtuigende momenten op zoals de gesprekken tussen vrouwen over hun verlangens en onzekerheden, maar het resulteert ook in narratieve stuurloosheid en clichématige situaties. Toch blijft het bijzonder straf hoe Seidl wanhoop tastbaar maakt door de emoties van zijn personages te vatten in expressionistische tableau’s. We kijken al uit naar de avonturen van Teresa’s zus in haar zoektocht naar geluk (Paradies: Glaube) en die van haar dochter in diëetkamp voor teenagers (Paradies: Hoffnung).

In 2012 verklaarde festivalbaas Thierry Frémaux dat, in tegenstelling tot een in eerste en tweede films gespecialiseerde Sémaine de la Critique, de in de slipstream van mei ’69 opgerichte Quinzaine des Réalisateurs geen bestaansreden meer had. Waarmee hij verwees naar de transformatie van Un Certain Regard van afvalbak naar wachtkamer voor de competitie én naar de crisis waarin de nevensectie belandde na het afscheid van Olivier Père en de ongelukkige twee jaar van programmator Fréderic Boyer (alleen Gust van den Berghe mag tevreden zijn over deze tussenpaus). “De officiële selectie is inderdaad geëvolueerd,” stelt de nieuwe Quinzaine baas Edouard Waintrop, “maar het blijft een grote machine en wij een lichtere machine. We reageren sneller en soepeler, zij dienen rekening te houden met verschillende criteria. Er moet steeds du off à côté du in zijn, daarom bestaat de Quinzaine”.

THE_WE_AND_THE_I_8-F

THE WE AND THE I

De nieuwe editie wordt op gang getrokken door Michel Gondry die The We and the I inleidt met een hilarische uiteenzetting over het verschil tussen ‘quinzaine’ en ‘fortnight’. Zijn zedenkomedie introduceert een groep New Yorkse scholieren die net voor de grote vakantie met een lijnbus huiswaarts rijden en al kibbelend hun imago trachten te bevestigen. Zonder succes want de maskers vallen af en zo ontdekken we fragiele en complexe individuen. Jonge mensen die zich niet langer kunnen verschuilen achter clichés.

VRIJDAG 18 MEI

Na het grand cru-jaar 2011 – overschaduwd door de Lars von Trier-rel – waren de verwachtingen hooggespannen voor de nieuwe editie, zeker gezien de aanwezigheid van heel wat grote namen op het programma. Vooral in Frankrijk werd ook reikhalzend uitgekeken of er een vervolg zou komen op het – nadat het festival zich in een cinefiel getto had gedrumd met de Uncle Boonmee-editie – cross over succes van de laatste editie. Erg verschillende festivalfilms zoals L’Apollonide, Polisse, Melancholia, Le Havre, Pater, Habemus Papam en Midnight in Paris deden het toen behoorlijk in de Franse zalen en The Artist werd zowat overal bekroond.

Toch leek het er niet meteen op dat Cannes plots een succesfabriek zou worden. Moeilijke auteurs zoals Ulrich Seidl en Carlos Reygadas (Post Tenebras Lux), de niet-evidente projecten van oude meesters zoals Alain Resnais (Vous n’avez encore rien vu) en Abbas Kiarostami (Like Someone in Love), de terugkeer van enfant terrible Leos Carax (Holy Motors) en de eerste stappen van talenten zoals Lee Daniels (The Paperboy) en Jeff Nichols (Mud) wezen niet bepaald op een commerciële editie.

045113

VOUS N’AVEZ ENCORE RIEN VU

Dat bleek al meteen uit de mislukte ode aan de Italiaanse komedie van Matteo Garrone (Gommora). In tegenstelling tot zijn legendarische voorgangers zoals Dino Risi twijfelt Garrone tussen komedie en drama én valt hij vooral op door een gebrek aan liefde voor zijn personages. Reality is vooral een sociale satire over een simpele visverkoper die in zijn fascinatie voor de reality show ‘Big Brother’ zich verliest in obsessief gedrag. Waardoor hij steeds meer zijn greep op de werkelijkheid verliest.

Ook niet meteen voer voor de box office: de nieuwe Cristian Mungiu. Beyond the Hills legt net als 4 Months, 3 Weeks and 2 Days een link tussen een gesloten gemeenschap, vervreemding, morele repressie en dood. Het exorcisme-verhaal is gebaseerd op ware feiten (al wil Mungiu dat niet gezegd hebben) en zoomt in op twee vrouwen die zichzelf zoeken en het slachtoffer worden van de paranoïde sfeer die heerst in een afgelegen orthodox klooster. Een film over het kwaad zonder slechterikken.

Erg mooi maar ook al weinig commercieel is Camera d’Or winnaar Beasts of the Southern Wild (Benh Zeitlin), een oorsprongsverhaal met apocalyptische inslag dat draait rond de overlevingsstrijd van een vader en zijn dochter in een overstroomd Louisiana. Intens, emotioneel, fantasierijk, fragiel, poëtisch en gelaagd. “Ik wou de vinger leggen op een tragisch gevoel,” vertelde Benh Zeitlin ons terwijl de regen het strand van Cannes wegspoelde, “ik had de textuur van een episch lied, van een hymne, voor ogen. Op een of andere manier speelt de film zich af in het hoofd van de jonge meisje dat fungeert als hoofdpersonage, in haar ogen beleeft ze een gigantisch avontuur”.

LES_BETES_DU_SUD_SAUVAGE-F

BEASTS OF THE SOUTHERN WILD

ZATERDAG 19 MEI

“Actie spreekt luider dan woorden” is het motto van John Hillcoats (The Road) door John Cave geschreven bootlegger misdaaddrama Lawless, het verhaal van drie redneck broers die zich verzetten tegen de criminele vooruitgang gepersonaliseerd door een corrupte speurder. Een mooi portret van machismo dat tedere tragiek afwisselt met gewelddadige uitbarstingen. Wraak en terreur creëren een universum waaruit menselijkheid verdwenen is en waarin vrouwen een marginale rol spelen.

Onderdrukking en frustratie leiden tot gewelddadige terreur – lichamen worden bommen, explosies spreken luider dan woorden – in het broederverhaal Les Chevaux de Dieu. Regisseur Nabil Ayouch peilt naar hoe zelfmoordterroristen ontstaan in een omgeving waar kansarmoede en indoctrinatie hand in hand gaan (de sloppenwijk waar de broers opgroeien is een broeiaard voor fanatisme en geweld). Niet elke dramatische overgang is even geloofwaardig maar het drama blijft indringend.

045168

ANTIVIRAL

Vader en zoon Cronenberg doken samen op in Cannes. Een verlegen Brandon vertelt de pers dat hij “lang vermeed om filmmaker te worden omdat mensen altijd mijn vader verwachten te zien” maar zijn Antiviral leunt te dicht aan bij het vroege werk van vader David om vergelijkingen te vermijden. Een mysterieus virus dat fans van beroemdheden fysiek aantast levert een metafoor op (de maatschappij ontspoort door verheerlijking van roem en door hebzucht) maar het unheimliche gevoel dat papa met Rabid of Scanners opwekte ontbreekt. Het oogt allemaal cool, maar helaas is het vooral koel.

Heel wat emotioneler ging het eraan toe op de Quinzaine-première van La noche de Enfrente, de meditatie over dood, geheugen en tijd die de Chileense cineast Raoul Ruiz net voor zijn dood afwerkte. In aanwezigheid van zijn echtgenote Valeria Sarmiento (die ons jaren geleden samen met haar man gastvrij ontving in hun Parijs appartement) en het ganse productieteam werd de misschien toch niet laatste Ruiz-film vertoond. Niet voordat zijn getrouwen ons herinnerden aan het motto van Ruiz: “Je moet plaatsen aanmoedigen die artistieke misdadigheid bevorderen”. Centraal in de film staat een oude bureaucraat geobsedeerd door zijn verleden en een mogelijke aanslag op zijn leven. Wat Ruiz toelaat om in zijn komisch-surrealistische stijl bespiegelingen te maken over ouderdom en dood.

ZONDAG 20 MEI

De dag begint mooi maar weinig vrolijk met Michael Haneke’s psychodrama Amour waarin iconen Jean-Louis Trintignant en Emmanuelle Riva een ouder koppel spelen die niet kunnen vermijden dat ziekte en dreigende dood hun liefde onder druk zetten. “Deze film bereikt de perfectie,” stelt Trintignant in het interviewboek ‘Du côté d’Uzès’, “het gaat wel niet om populaire cinema. Wat evenmin het geval was voor Das Weisse Band, volgens mij een waar meesterwerk.

20120626110542-Amour_01

AMOUR

Het onderwerp van Amour is deprimerend. Deze door een verlamming getroffen vrouw heeft me diep geraakt. Nadat ik het scenario las, ging ik naar Haneke met de conclusie ‘dit is een film die ik niet ga zien’. Op het einde van ons gesprek zei ik ‘het is zo geweldig dat ik zeker ben dat ik hem wil zien’. Kort samengevat, ik denk dat het een van de belangrijkste films uit de filmgeschiedenis is, en ik wik mijn woorden”.

Het is geen toeval dat de acteur voor het eerst in 12 jaar nog eens een speelfilm maakte. En het was geen verrassing dat hij ook op de rode loper verscheen. Helaas vertrok hij snel terug naar Uzès waardoor ons geplande interview niet door kon gaan. Behoorlijk jammer, hoe interessant de ontmoeting met regisseur Haneke ook was. En hoe leuk het ook was om in de lift op Viggo Mortensen (een uitstekende Burroughs in On the road) te botsen.

Ook The Sapphires (Wayne Blair) lijkt ernstige kost te worden: een op waargebeurde feiten gebaseerd verhaal van vier zingende Australische Aboriginals in de woelige jaren 60 tegen de achtergrond van de ‘lost generation’. De avonturen van de zingende zusjes en hun Ierse ontdekker in Vietnam worden echter verteld als een lichtjes tragische romantische komedie overgoten met een muzikaal sausje.

Absoluut ongenietbaar was Confession of a child of the century. Een verrassing want cineaste Sylvie Verheyde had zich laten opmerken met het rauwe coming of age drama Stella terwijl haar nieuwste gebaseerd is op de autobiografische roman waarin Alfred de Musset zijn relatie met schrijfster George Sand uit de doeken doet. Verheyde maakt er een flets verhaal van waarin een door zijn maitresse ‘verraden’ jongeman centraal staat die door wanhoop en vertwijfeling verzinkt in le mal du siècle.

De historische context komt er niet echt uit maar het persoonlijke drama nog veel minder. Charlotte Gainsbourg is weinig overtuigend maar popidool Peter Doherty is pas echt rampzalig want totaal expressieloos. “Ik zie mezelf wel graag op scherm,” liet Doherty zich ontvallen. Helaas is hij de enige in heel de wereld. De film kwam er dankzij crowd funding: fans konden de productie ondersteunen door online geld te storten. Of ze dat geld ook terug kunnen eisen is niet bekend.

Like-Someone-in-Love-2012

LIKE SOMEONE IN LOVE: Abbas Kiarostami

Na zijn geslaagd uitstapje naar Frankrijk (Copie Conforme) zoekt Abbas Kiarostami het nu nog iets verder. De meester van het Iraanse neorealisme waagt zich aan een Japanse romantische komedie met het amusante kleinood Like Someone in Love. Onderkoelde humor, rake observaties en grappige dialogen leveren een leuke zedenkroniek op over de weinig spectaculaire belevenissen van een als escortmeisje bijverdienende studente en een verwarde professor. Geen meesterwerk maar de scène waarin het meisje terwijl ze met de taxi rondtoert luistert naar telefoonberichten-met-een-verhaal (oma zoekt kleindochter op in de stad en moet na lang vruchteloos wachten terug naar af) is op zich al de prijs van een bioscoopticket waard.

MAANDAG 21 MEI

Alain Resnais wordt binnenkort 90 maar hij blijft, amper 3 jaar na Les Herbes Folles, aangenaam verrassen met een film in de lijn van Smoking/No Smoking, Mélo en Pas sur la bouche. Vous n’avez encore rien vu is een adaptatie van een theaterstuk van Jean Anouilh (Eurydice), vertolkt door de trouwe bende Azéma, Arditi, Wilson, Consigny, … Vertrouwde thema’s zijn de mysteries van de tijd, vertolking en fantasie. Ditmaal worden ze verbonden met de deconstructie van een verhaal. Ondanks de vervreemdingseffecten en de stilering groeit deze testamentfilm uit tot een speelse meditatie over leven en dood.

Ook behoorlijk sterk is Djeca. Thierry Frémaux leidde de film in door via “de cineaste is een vrouw en de film behoort tot de officiële selectie” af te rekenen met de kritiek op het ontbreken van vrouwelijke regisseurs. Snow-cineaste Aida Begic vertelt op subtiele wijze het complexe verhaal van twee weeskinderen, slachtoffers van de Bosnische oorlog, die in Sarajevo iets van hun leven trachten te maken. Waarbij de coming of age problematiek (Nedim leidt een dubbelleven, zijn oudere zus Rahima tracht te fungeren als goede voorbeeld) verstrengelt met politieke, sociale en religieuze elementen.

“Buitenstaanders hebben door de beelden wel een idee hoe oorlog eruit ziet,” stelt Begic, “maar mensen die de oorlog ervaren hebben zitten met een ander beeld omdat mensen tijdens een oorlog trachten te leven alsof de situatie normaal was”. Djeca toont hoe mensen leven met die beelden (en geluiden) maar vooral ook hoe ze kracht en energie vinden om hun leven herop te bouwen. “Kan iemand met een verleden dat zo traumatisch is als dat van Rahima menselijkheid vinden en hoe dan wel,’” vraagt de cineaste zich af, “zal ze kiezen voor opbouw of voor vernietiging bij het oplossen van haar probleem?”.

Een ecologische noodkreet weerklinkt in Trashed, een Britse documentaire van Candida Brady over de risico’s die zowel het milieu als de voedselketen lopen door de vervuiling van lucht, land en zee door (onverwerkt) afval. Gids Jeremy Irons is geen Michael Moore en dit pamflet is wat te Brits, maar de inhoud blijft wèl relevant.

Dat geldt ook voor Elefanto Blanco, een kroniek over de inspanningen van katholieke priesters (o.m. Jérémie Renier) in de sloppenwijken van Buenos Aires die de vraag stelt hoe betrokken religieuzen kunnen/mogen worden. Ook de rol van de kerk bij de Argentijnse repressie komt aan bod (de kloof tussen basis en top blijkt groot) maar toch draait alles grotendeels om engagement. “Ik wil de dagelijkse strijd tonen die mensen leveren om iets te veranderen in de wijken,” stelt Pablo Trapero, “de priesters maar ook de sociale werkers die anoniem werken om problemen op te lossen”.

Engagement is ook het sleutelwoord voor Ken Loach, al presenteert hij dit jaar een komedie. Loach benadrukt dat je dit verhaal van kansarme jongeren die zichzelf ontplooien “ook als een tragedie kan vertellen” en dat zoals steeds zijn personages “een manier zoeken om zaken te veranderen”. Na het donkere Route Irish “met zijn hard einde voor het publiek wilden we de kijkers doen glimlachen op het einde. De wereld verandert natuurlijk niet en blijft moeilijk voor de mensen die we tonen in The Angel’s Share maar zij reageren er op met humor en verbetenheid”.

DINSDAG 22 MEI

Film fungeert vaak als spiegel van de maatschappij. Een vervormde spiegel waarin filmmakers ons een uitvergroot beeld van de werkelijkheid tonen. In de moderne film noir Killing them Softly plaatst Andrew Dominik een gelijkheidsteken tussen misdaad en kapitalisme. Terwijl de nadrukkelijk naar voor geschoven droom van Obama een nachtmerrie zonder een greintje hoop blijkt. Niet toevallig sluit huurmoordenaar Brad Pitt deze cynische sfeerfilm af met “de V.S. is geen land maar een business, geef me mijn geld”.

Het Franse duo Benoît Delépine – Gustave Kervern maakt in Le grand soir een shoppingcentrum tot een samenleving in het klein waar twee ‘onaangepaste’ broers op zoek gaan naar vrijheid. Zowel het regisseursduo als acteurs Benoit Poelvoorde en Albert Dupontel zetten in regelrechte punk-spirit Cannes op stelten. De jury werd vanop het podium bedreigd (“Tim Roth, we weten waar je kinderen naar school gaan”) en sloten alcohol torpedeerde de junkets. Maar de erg zakelijk geworden festivalmachine geraakte niet ontregeld.

Toen Bernardo Bertolucci vorig jaar zijn erepalm kwam oppikken in een rolstoel verwachtte niemand nog een nieuwe film van de maker van Last Tango in Paris en Novecento. Zijn comeback met Io e te, een kleine romanadaptatie met twee jongeren (een jongen die niet mee op sneeuwklas wil en zijn halfzus die wil afkicken) opgesloten in een kelder, verrast door zijn jeugdige frisheid. Ondanks de vertrouwde metaforen en Freudiaanse symboliek.

20120601145025-holymotors2

HOLY MOTORS

Geen echte schandalen in Cannes (tot het palmares). Enkel Holy Motors, de langverwachte comeback van de laatste Franse romantische kunstenaar Leos Carax, zorgt verhit de gemoederen. Ook beeldenstormer Carax houdt de wereld een spiegel voor, maar dan wel op een grappige, bizarre, rauwe, tedere en ontroerende manier. Vaak bevreemdend maar nooit vervelend. Op speelse en creatieve wijze onderzoekt de maker van Mauvais Sang en Les Amants du Pont Neuf de relatie tussen kunst en leven, de nood die mensen voelen om te acteren in het dagelijkse leven, om verbeelding in hun realiteit te injecteren. “La vie est meilleure, Léa, car dans la vie il y a l’amour,” zegt mijnheer Oscar (de acteur die met een limo door Parijs trekt om scènes tot leven te brengen), “La mort est bonne, mais l’amour n’y est pas”.

WOENSDAG 23 MEI

“Ik denk niet dat er een verhaal bestaat dat meer levens heeft veranderd” zegt Walter Salles wanneer hij On the road voorstelt, zijn verfilming van Jack Kerouacs roman die uitgroeide tot manifest van de Beat Generation en de tegencultuur. De mythische reis die zijn stempel drukte op een generatie, een tijd en een samenleving (even wankelde de Amerikaanse way of life) is een oproep om je vrij en wild te voelen; zaken die haaks staan op de militaire discipline die in Cannes – waar water in de zaal binnensmokkelen al uiterst subversief is – heerst.

De Waalse animatieregisseurs Stéphane Aubier en Vincent Patar (Panique au village) charmeren Cannes met de kinderanimatieprent Ernest et Célestine, het verhaal van de onmogelijke vriendschap tussen een grote beer een klein muisje, twee outsiders die hun sterk gescheiden werelden samenbrengen. Grappig, sfeervol, temporijk, poëtisch, origineel; dit aquarelpareltje heeft het allemaal.

20120601145025-holymotors1

HOLY MOTORS

“Een cryptische film die zich opsluit in een visueel labyrint waar het vruchteloos zoeken is naar de draad van Ariane”. Aldus Le Monde. “De film stelt ons verzet tegen de totale vrijheid van een artiest die naar niemand meer luistert op de proef”. Dixit Libération. Voor wie een studie wil maken over het verschil tussen ‘artistiek’ en ‘artistiekerig’ vormen Holy Motors en Post Tenebras Lux een mooi tweeluik. Carlos Reygadas opent zijn nieuwste schijnbaar met een persiflage op slow cinema (zijn door velden, tussen galoperende dieren en tijdens onweer ronddwalende dochter) gevolgd door een horrorpastiche (een duivel-met-materiaalkist loopt door het huis). Maar al snel blijkt de maker van het briljante Japon alles heel erg ernstig te nemen. Om even later te willen shockeren met seksscènes. Resultaat is een arty knutselwerkje met enkele leuke absurde beelden (hilarische onthoofding) maar zonder surrealistische logica. “Reygadas maakt zichzelf tot een karikatuur via een ronduit vervelende film” titelt Libération. Niet bepaald een auteur-onvriendelijk medium. Maar soms is het wel heel erg duidelijk dat de keizer geen kleren aanheeft.

DONDERDAG 24 MEI

Na Precious waren de verwachtingen hooggespannen maar met The Paperboy lost Lee Daniels ze niet in. Deze romanverfilming (naar Pete Dexter) houdt het midden tussen een coming of age verhaal en een thriller, snijdt thema’s zoals mishandeling, seks en racisme aan en doet dit op een onderhoudende manier maar weet op geen enkel moment spanning en diepgang te creëren. Nicole Kidman is wèl uitstekend als naïeve, sensuele groupie van een terdoodveroordeelde en John Cusack weet die gevangene even dreigend als mysterieus te maken.

Ook in Miss Lovely (Ashim Ahluwalia) en Trois Mondes (Catherine Corsini) is omgaan met de dood (moord of ongeval) een soort karaktertest voor de personages. Die studie voert Sergei Loznitsa tot in de perfectie uit in In the fog, een oorlogsdrama dat alle betrokkenen opsluit in een vicieuze cirkel (opgezet door de nazi’s) die eindigt in een neerwaartse spiraal. Waarbij de mist voor een tragische fade out zorgt.

VRIJDAG 25 MEI

Cosmopolis is zeer goed maar dreigt ondergewaardeerd te worden,” verkondig ik sms-gewijs meteen na de vertoning, “het is slow cinema Cronenberg style, de langzame autodestructie van het kapitalistische lichaam en de algoritmische geest. Net zoals A History of Violence een afbrokkeling van de koele normaliteit die eindigt in emotionele chaos”. Deze Don DeLillo adaptatie presenteert het kapitalisme als een ziekte en sluit daarmee aan bij de body horror die Cronenberg beroemd en berucht maakte (van The Parasite Murders over The Brood en Videodrome tot The Fly).

0001-COS_D001_00109_Comp_v02

COSMOPOLIS

Wanneer een dokter hoofdpersonage Eric Packer (een trader die op een bewogen dag dwars door Manhatten rijdt om een asymmetrisch kapsel te krijgen in een oud kapsalon) onderzoekt vindt hij een asymetrische prostaat maar ook een ‘raar plekje’ op zijn rug. Hij adviseert om niets te doen: “laat het zichzelf uitdrukken”. Die fysieke ontwikkeling zegt immers iets over de geest. Idem voor het pistool van Packers lijfwacht; doordat het werkt op stemherkenning krijgt het een eigen leven, net zoals de handgun in Videodrome en het botwapen in Existenz. Het wapen als spiegel van de maatschappij, als manifestatie van een ziekteverschijnsel of als vleesgeworden virus.

“Pijn gaat voorbij, schoonheid blijft” zegt Pierre-Auguste Renoir tegen zijn zoon, en toekomstig filmregisseur, Jean Renoir in de biopic Renoir. Regisseur Gilles Bourdos (Disparus) focust op de laatste levensjaren van een schilder die worstelt met het verlies van zijn vrouw, de dood van een zoon, de oorlogsblessure van een andere én de fysieke problemen van hoge leeftijd.

Model Andrée (“een meisje dat van nergens komt en gestuurd werd door een dode”) zorgt voor nieuwe energie bij vader Pierre-Auguste en verliefdheid bij zoon Jean die herstelt in de kunstenaarswoning in Zuid-Frankrijk. Het levert Jean artistieke lessen (“heel mijn leven compliceerde ik dingen, vandaag simplificeer ik ze” zegt vader) en een passie voor cinema (zijn geliefde droomt van een filmcarrière). Renoir is een mooie artistieke en zedenstudie (“de Renoirs weigeren de wereld donker af te schilderen”) die ook voortreffelijk het licht van Renoir weet te vatten.

20121113142946-Renoir3

RENOIR

“Het feit dat ik ziek was, want dat was ik al tijdens het maken van Thérèse Desqueroux, heeft ongetwijfeld gezorgd voor een beetje melancholie,” zegt Claude Miller (Garde à vue, L’effrontée) in de persbrochure van de slotfilm, “ik was niet in een ‘joepie, joepie’ humeur en dat moet meegespeeld hebben. Niet op de set want het was een leuke tournage met vrolijke mensen. Maar laat ons zeggen dat ik niet de vrolijkste van de bende was. Ik wist dat ik na afloop terug naar het hospitaal moest en dat hield me bezig”.

Anderzijds was de cineast ook “minder angstig dan anders omdat me iets overkwam dat ernstiger was dan film”. Het besef dat er belangrijker zaken zijn dan film is misschien wel een passende gedachte om dit festival waar film schromelijk overschat wordt af te sluiten. Helaas werd Millers laatste geen geslaagde Mauriac-adaptatie. Te rechtlijnig, te weinig genuanceerd en te koel. Jammer want het mysterieuze hoofdpersonage en de repressieve burgerlijke sfeer boden interessante perspectieven.

ZATERDAG 26 MEI

Voor we richting tropisch thuisland sporen is er nog Mud, de derde film van Jeff Nichols, het nieuwe Amerikaanse genie dat al verraste met Shotgun Stories en Take Shelter. Het verhaal doet denken aan Mark Twain: op een eiland in het midden van de Mississippi ontdekken twee adolescenten niet enkel een boot die (tijdens overstromingen) in de toppen van een boom geparkeerd staat maar ook een voortvluchtige man die wacht op zijn geliefde. Wat voor de jongeren begint als een spannend avontuur escaleert in een gewelddadig conflict. Meteen ook een harde maar verrijkende coming of age belevenis. Op een ogenblik dat de vertrouwde omgeving (woningboot) dreigt weg te vallen.

ZONDAG 27 MEI

Van juryvoorzitter Nanni Moretti werd een links palmares verwacht. Een palmares met politiek-correcte keuzes én zonder Noord-Amerikaanse boemannen. Alleen was de vrees niet denkbeeldig dat hij de rol van cinema als laboratorium waar geëxperimenteerd wordt met de vormen van morgen uit het oog zou verliezen. Een beetje naar het beeld van zijn eigen nadrukkelijke, simplistische en stijlloze acteursvehikel Habemus Papam.

De ‘verwachtingen’ werden zondagavond gedeeltelijk ingelost. Het palmares bevatte geen Noord-Amerikaanse (maar evenmin Franse) films en viel in twee delen uiteen. Enerzijds de publieksvriendelijke bekroningen met Moretti-stempel (acteursgedragen cinema): Gouden Palm Amour (“een film over liefde” benadrukte Michael Haneke), Grote Prijs Reality (Matteo Garrone) en Prijs van de Jury The Angels Share (Ken Loach). Anderzijds een aantal prijzen die de stempel ‘cinefiel’ kregen: mise en scène prijs voor Carlos Reygadas en Post Tenebras Lux, scenario voor Cristian Mungiu (Beyond the Hills), beste actrice Cristina Flutur en Cosmina Stratan (Beyond the Hills) en beste acteur Mads Mikkelsen (Jagten).

overlooked-films-last-5-years

POST TENEBRAS LUX: Carlos Reygadas

Tijdens de persconferentie na de prijsuitreiking bekende Moretti dat geen enkele prijs een unanieme beslissing was en dat de jury sterk verdeeld bleef over verschillende films. Met name Holy Motors en Paradies: Liebe. De tegenstellingen in de jury leidden tot veilige compromissen. “Cannes werd gered door zijn Palm,” titelde Libération de volgende dag, verwijzend naar het feit dat iedereen wel kon leven met de bekroning van Amour , “door reeds bekroonde filmmakers, zoals Haneke, te lauweren bevestigde de jury enkel de vaste waarden en liet men meer risicovolle en gedurfde films links liggen. Het is betreurenswaardig dat Moonrise Kingdom, In Another Country, Vous n’avez encore rien vu en Cosmopolis genegeerd werden”. Voor Le Monde “hadden films zoals Holy Motors en In the Mist makkelijk de plaats in kunnen nemen van wel bekroonde films”.

Verdeelde reacties op het festival-palmares zijn niet nieuw. Dat compromissen en politiek-correcte dogma’s de keuzes kleuren evenmin. Maar dat een film als Holy Motors de grote verliezer van het festival werd zegt veel. Er zit namelijk wel een visie op film achter de gemaakte keuzes. Dat maakte Moretti duidelijk via een forse uithaal. “Bepaalde regisseurs waren meer met hun stijl dan met hun personages begaan” klonk het. Een onverholen verwijzing naar auteurs die creatief bezig zijn met filmtaal zoals David Cronenberg, Alain Resnais en Leos Carax. Maar ook kritiek op cineasten zoals Wes Anderson, Ulrich Seidl en Sergei Loznitsa voor wie zedenstudies versterkt worden door mise en scène en stilering.

Volgens de school Moretti is film best geen creatief medium maar politiek-correct verfilmd acteursgedragen toneel (de spreekwoordelijke uitzondering Post Tenebras Lux is niet toevallig een absurde prent waar niemand enig idee of visie in ontwaart). Vandaar de weinig inhoudelijke keuze “voor films die met weinig geld gemaakt werden, die ongepolijst zijn wat de authenticiteit ten goede komt”. Stijl, experiment en vernieuwing zijn des duivels. Net als Amerikaanse en Franse cinema. Onder het mom van pluralisme wordt eenheidsworst gepromoot. Voor een keer zijn we blij dat vaak enkel de Gouden Palm in de herinnering van het grote publiek zal blijven hangen. Amour is een fraaie film die een ereplaats in de filmgeschiedenis zal verwerven. Wat niet geldt voor het verdict van Moretti.

IVO DE KOCK

(Artikel verschenen in CINEMAGIE, n° 280, herfst 2012)

20120601145026-holymotors5

HOLY MOTORS

Leave a comment