Jean-Luc Godard in het museum: Een sublieme catastrofe in Parijs

apr 1, 2016   //   by Ivo De Kock   //   actueel, expo, Godard, regisseur  //  No Comments
Godard_3-23700

EXPO JEAN-LUC GODARD

“Waar (Centre) Pompidou van houdt zijn dode kunstenaars”. Aldus Jean-Luc Godard. Even leek het Parijse Centre Pompidou in 2006 het onmogelijke te realiseren: Jean-Luc Godard in het museum binnenbrengen. Maar na een stormachtig conflict trakteerde de mythische filmmaker het Beaubourg-publiek op een heel andere installatie. De nu al legendarische expo ‘Voyage(s) en utopie’ is een sublieme catastrofe en een heerlijke trip door de geest van JLG. Maar vooral: een prikkelende uitnodiging om zèlf betekenissen in elkaar te puzzelen.

“Je ne marche pas” voegde Jean-Luc Godard eigenhandig toe aan een reproductie van Giacometti’s ‘L’Homme qui marche’-beeldje in zaal 1, niet toevallig de laatste ruimte die je als bezoeker ‘doorloopt’ tijdens de ontdekkingstocht Voyage(s) en utopie. Een zin met dubbele betekenis: ‘wandelen’ en ‘erin lopen’. Zich voortbewegen en dingen slikken.

EXP-J-LGODARDVOYAGESENUTOPIE

GODARD VOYAGES EN UTOPIE

Die laatste weigering in het gareel te lopen zorgde ervoor dat dit project gedoemd was. Althans, dat lijkt Godard te onderstrepen met een filmfragment uit Don Quichotte van Orson Welles. Maar in deze tentoonstelling met hoog doe-het-zelf gehalte zijn er geen eenduidige verklaringen, geen kant-en-klare betekenissen.

We betreden een artistieke werf – het beeld-, tekst- en geluidlabo van JLG – op eigen risico. De cineast die in de 20ste eeuw de manier waarop we naar film kijken en luisteren veranderde, koos immers voor een free style expo. Een collage van beelden, geluiden, teksten, ideeën en objecten prikkelt onze verbeelding met verscheidene associaties en connotaties.

Expo Godard 8

EXPO GODARD

Net zoals Miles Davis en Pablo Picasso experimenteert JLG met de constructie en deconstructie van zijn medium. Het doel: stimuleren van gedachten en dromen. Ditmaal niet met een werk dat wordt geprojecteerd op een scherm (al maakt zijn nieuwste Vrai Faux Passeport, een “documentaire fictie over het beoordelen van films”, deel uit van de opstelling) maar in een ruimte tot leven komt. Als toepassing van het Manoel de Oliveira-citaat over ideale cinema dat Godard in For Ever Mozart illustreerde: “Een saturatie van magnifieke tekens die baden in het licht van een afwezige verklaring”.

Een waarschuwing verwelkomt de bezoeker. Aan de ingang lezen we dat “het Centre Pompidou omwille van artistieke, technische en financiële problemen besloot het expo-project Collage(s) de France. Archéologie du cinéma te vervangen door een ander, Voyage(s) en utopie, JLG 1946-2006 – A la recherche d’un théorème perdu”.

Godard doorstreepte met stift “technische en financiële” om de artistieke meningsverschillen tussen kunstenaar en instelling te benadrukken. Een verrassing was dat niet gezien zijn afkeer voor musea (“Het is geen expositieruimte maar een parking” klinkt het over wat hij steevast ‘Pompidou’ noemt). Ze doden in zijn ogen kunst, i.p.v. kunstwerken tot leven te brengen via confrontaties en ontmoetingen.

Maar toen Dominique Païni, de man achter de expo Hitchcock et l’art (F&TV 514), in 2003 voorstelde om gedurende 9 maanden Beaubourg te ‘bezetten’ en maandelijks een film te produceren, liet Godard zich overhalen. Boze tongen beweren dat de cineast toehapte uit geldnood én omdat hij zich wou wreken op het ‘Collège de France’ dat hem afwees.

Expo Godard 4

GODARD EXPO

Godard stelt dat hij gecharmeerd was door het eerste opzet maar uiteindelijk koos voor een project rond botsende beelden. In de lijn van de intro van Notre Musique. Wegens geldgebrek vroeg Centre Pompidou bijsturing. Godard barstte in woede uit en besloot begin 2006 helemaal allen door te zetten én de ruzie met Beaubourg in het nieuwe concept te verwerken.

Met succes. Want hoewel de expo later opende en korter liep (van 11/5 tot 14/8) kwamen er dagelijks zo’n 1200 bezoekers opdagen. Bovendien laat Voyage(s) en utopie niemand onverschillig. Uiteraard omwille van de provocatie. De artiest die zich niet laat herleiden tot ‘merknaam’ en het museum op eigen terrein aanpakt. Maar daarnaast speelt ook het idee van ‘niet gerealiseerd project’ dat boven de expo zweeft. Versterkt door het ontbreken van verklaringen, de slordige look én het onafgewerkte karakter van de installatie.

Expo Godard 5

EXPO GODARD

Wat het geheel een droomaspect geeft. Imaginair en emotioneel. Met voor elk van de drie zalen een eigen sfeer. Binnen komen we via zaal 2, een ruimte waar in grote letters ‘AVANTHIER’ (eergisteren) op de muur geschilderd staat (met als ondertitel ‘avoir été, geweest zijn). Het is een kamer met een onopgemaakt bed en de 9 maquettes van Collage(s) de France: mythe (allegorie), menselijkheid (beeld), camera (metafoor), film (plicht), alliantie (onbewust), schurken (parabel), realiteit (droom), moord (montage) en graf (fabel).

Het zijn ontwerpen die realisaties lijken, miniaturen in een grote ruimte. Dozen in dozen, net Russische popjes. Opstellingen met draaikaarten, filmprojecties (Chaplin) in een ruïne, kleine tv-schermen, een drive-in. Bewegende beelden die contrasteren met vastgenagelde boeken (Bataille, Levinas, Malraux) en de afrastering met het beroemde “No trespassing” uit Citizen Kane. Geschreven teksten (op maquettes, muren en vloer) helpen tekens ontcijferen.

“Eindelijk gaat de Amerikaanse man zich via actie ontplooien op het immense scherm van onze dromen” (Truffaut) lezen we bij oorlogs- en Bush-beelden. Soms ontstaat de tekst echter pas na puzzelwerk. Zo moeten we heen en weer lopen tussen de drie ruimtes om een citaat van Bergson samen te stellen: “De geest ontleent aan de materie de waarnemingen waarmee hij zich voedt, en geeft ze terug in de vorm van beweging waarop hij zijn vrijheid drukte”.

Wat de cineast van de wereld leent, zet hij om in beweging. De uitspraak volgt twee parallelle treinsporen, waarop één trein heen en weer rijdt. Een knipoog naar de Lumières maar ook een verwijzing naar Godards opvattingen over de champ/contrechamp-dialectiek en naar zijn uitspraak dat cinema “een wonderlijke kleine elektrische trein is”.

Expo Godard

EXPO GODARD

De trein brengt ons naar zaal 1, ‘HIER’ (gisteren, ondertitel ‘avoir’ of hebben), Godards imaginaire cinefiele museum. Een donkere zaal waarin platte tv-schermen fragmenten uit eigen werk (One+One, Week-end, JLG/JLG, Vent d’est), favorieten (Johnny Guitar, Menschen am Sonntag, On the town, Sayat Nova) en Nouvelle Vague-inspiratiebronnen (Lang, Rossellini) toont. Enkelen (Renoir, Bresson, Cocteau) schuilen in een oerwoud van kamerplanten. Stoelen en een tafel zorgen voor rustpunten.

In de volgende ruimte, waar het buitenlicht rijkelijk binnenstroomt, zijn er meer meubels. Zaal 1 heet ‘AUJOURD’HUI’ (vandaag, ondertitel ‘être’, zijn) en toont een consumptiewereld doordrongen van verslavende tven filmbeelden. Black Hawk Down is omgetoverd tot een bedkopkussen, pornofilms fungeren als keukentafelblad, soaps en Barocco domineren bureau en eetkamer, Double Indemnity beheerst het salon. Gigantische schermen tonen hoe spektakel de huiskamer van de zapper binnenstroomt en de grens tussen realiteit en fictie vertroebelt.

Expo Godard 6

EXPO GODARD

In schril contrast met de schermen op postzegelformaat van zaal 2, uitnodigingen om binnen te dringen in het hoofd van de artiest, in zijn verbeelding, zijn project, zijn verlangen. Een andere tegenstelling is die tussen beelden waarin men leeft en beelden die men fabriceert. Het valt bovendien op dat Voyage(s) en utopie geen ‘morgen’ of ‘overmorgen’ presenteert. Alsof cinema geen toekomst heeft. Deze apocalyptische expo ademt vreugdeloosheid en wanhoop uit.

Maar gelukkig ook talent, energie, creativiteit en ideeën. De zieke wereld blijft levendig. Zoals ook het museum blijft bruisen doordat Godard met zijn onafgewerkte objecten en niet verklaarde ideeën aanwezig is. Het is deze présence die de enigmatische puzzelstukjes zo boeiend maakt.

“JLG was hier” en wij spelen het spel mee. Ook achteraf wandelen we in onze geest/herinnering door de expo. Wat volgens Godard verdween uit de hedendaagse cinema is verrassing en een amour fou die film en kijker bindt. Via deze expozonder- handleiding re-animeert hij de verrassing die in verwondering omslaat. Het plezier en de passie maken deel uit van de reis door de utopie.

IVO DE KOCK

(Artikel verschenen in FILMMAGIEn n° 566, september 2006)

Jean-Luc Godard: “Televisie heeft misschien wel de droom van Léon Gaumont gerealiseerd: spektakels van over de hele wereld brengen tot in de meest miserabele slaapkamers, waarbij de gigantische hemel van de schaapherders gereduceerd wordt tot het niveau van Klein Duimpje”.

expo_Godard_2-8eebc

GODARD EXPO

Leave a comment