Richard Linklaters Boyhood: Opgroeien voor de camera in het Amerika van nu
Films draaien altijd om het spelen met tijd en proberen vaak vluchtige dagelijkse momenten te vatten om ze in perspectief te plaatsen maar zelden of nooit volgen opnamen de reële tijd. Boyhood is uniek in de zin dat het een in twaalf jaar gefilmde jeugd toont. Regisseur Richard Linklater zit de tijd op de hielen in deze levensechte fictiefilm met een hoog documentair gehalte. De Zilveren Beer op het filmfestival van Berlijn is een simpel maar bijzonder coming-of-age-verhaal.
Boyhood, de nieuwe film van de Amerikaanse onafhankelijke filmmaker Richard Linklater (°1960), is niet meer of niet minder dan een meesterwerk. Dat schrijven haast alle critici overal ter wereld. “Geniaal”. “Hartveroverend”. “Een 12-jarig epos dat in niets zijn gelijke heeft in de filmgeschiedenis”. “Een zeldzaam aangrijpende filmervaring”. “Magisch”. “Ontroerend”. “Intens”. “Film van het jaar”. Niemand spaart de loftrompet. En terwijl het publiek vaak felgeprezen films die ons via het filmfestival van Cannes bereiken links laat liggen, groeide deze met de Zilveren Beer van Berlijn bekroonde film uit tot dé zomerhit van 2014. Behoorlijk verrassend dat een kleine film heel wat stevig gemarkete blockbusters het nakijken geeft.
Boyhood wordt zo stilaan een heus fenomeen. De film is een totale verrassing. Amper iemand wist dat hij eraan kwam, weinigen hadden het enthousiaste onthaal verwacht en niemand kan dit succes echt verklaren. Maar een ding is zeker, Boyhood is een uniek epos over jeugd en teruggevonden tijd, een intiem portret van heel gewone mensen die opgroeien en ouder worden voor het oog van de camera. Kortom, het ‘À la recherche du temps perdu’ van de hedendaagse Amerikaanse cinema.
Levensechte fictie
Boyhood is een levensecht coming-of-age-verhaal met een hoog documentair gehalte. Gedurende een periode van twaalf achtereenvolgende zomers filmde regisseur Richard Linklater de jongensjaren van Texaan Mason Jr.. Met jongeren (Ellar Coltrane, Lorelei Linklater) én acteurs als Patricia Arquette (moeder Olivia) en Ethan Hawke (vader Mason Sr.).
Het gebeurt meer dat films spelen met het begrip ’tijd’ en vluchtige dagelijkse momenten in perspectief trachten te plaatsen. Maar zelden volgen filmopnamen de reële tijd. Boyhood is uniek doordat het een in twaalf jaar gefilmde jeugd toont. Linklater zit de tijd op de hielen.
Hij volgt de jonge Mason van de leeftijd van zes tot achtien jaar. Niet, zoals gebruikelijk, via verschillende acteurs maar enkel via Coltrane die samen met de andere acteurs twaalf zomers na elkaar zijn kunstjes vertoont aan Linklaters filmcrew. En die dus net als hen opgroeit en ouder wordt voor de camera.
Linklaters aanpak is vernieuwend zonder dat het een experiment om het experiment wordt. Alles begon toen hij in 2002 een film wilde maken over een opgroeiende jongen, die evolueert van een kind naar een jonge volwassene, maar absoluut de klassieke Hollywood-oplossing wilde vermijden. Het idee om de emoties en ervaringen te vatten door verschillende acteurs voor verschillende levensfases beviel Linklater immers niet.
De regisseur die Austin, Texas op de filmkaart zette houdt van naturalistische verhalen die zoveel mogelijk in real time lopen. Getuige zijn Before Sunrise – Before Sunset – Before Midnight trilogie maar ook enkele tot een dag beperkte verhalen (Slacker, Dazed and Confused, SubUrbia) en de drama’s met rechtlijnig tijdsverloop Tape, Fast Food Nation, Me and Orson Welles en Bernie.
De droomachtige animatiefilms Waking Life en A Scanner Darkly geven aan dat Linklater risico’s durft nemen maar toch primeert authenticiteit voor hem. Dat benadrukt acteur Ethan Hawke: “Sommige regisseurs zullen zeggen ‘draai je neus wat naar links zodat het licht perfect valt’ maar Linklater moet daar van kotsen, ‘we maken geen commercial maar spelen echte mensen’; dat is zijn stelling”.
Maar Linklater beseft wel dat het leven vangen in ‘echte’ beelden niet zo evident is. Hoe geniaal het idee om de transformaties van een personage parallel te laten lopen met de evolutie van een verouderend acteur ook moge zijn. Want het engagement van acteurs en crewleden voor een langdurig en onzeker project is allerminst vanzelfsprekend. Bovendien kunnen oncontroleerbare gebeurtenissen een impact hebben. Terwijl zonder onmiddellijke return geld voorzien voor een project zowat taboe is in de filmwereld.
Een gedurfd project
Gelukkig wou de president van de onafhankelijke Amerikaanse producent/verdeler IFC Films, Jonathan Sehring, zijn nek wel uitsteken en waren Ethan Hawke en Patricia Arquette toch bereid om gedurende 12 jaar jaarlijkse opnameperiodes van 3 à 4 dagen in hun werkschema te schuiven.
Ook al waren er amper precedenten. De Franse regisseur François Truffaut onderzocht in zijn Antoine Doinel cyclus (de Jean-Pierre Léaud films Les Quatre Cents Coups, Antoine et Colette, Baisers Volés, Domicile Conjugal en L’Amour en Fuite) de impact van ‘ouder worden’ op acteurs en personages. De Maleisische regisseur Tsai Ming-liang liet zijn muze Lee Kang-sheng (The River, The Hole, What Time is it There, Goodbye Dragon Inn, The Wayward Cloud, I don’t want to sleep alone) worstelen met de littekens van het leven. De Filipijnse cineast Lav Diaz trachtte dan weer het gewicht van de tijd voelbaar te maken via meer dan 10 uur durende epossen (Evolution of a Filipino Family, Dead in the land of encantos) terwijl de Brit Michael Winterbottom gedurende vijf jaar het leven van een gevangene en zijn familie volgde in Everyday.
Voor Linklater bood het werken met reële tijd de kans om “te onderzoeken hoe tijd langzaam en gradueel op ons inwerkt”. Hij koos daarbij voor twee invalshoeken. Een eerste film-als-tijdscapsule project was de in 1995 gestarte Before Sunrise – Before Sunset – Before Midnight-cyclus. Elke negen jaar keerde Linklater via een nieuwe film terug naar een dag uit het leven van twee protagonisten, Celine (Julie Delpy) en Jesse (Ethan Hawke). Parallel werkte Linklater, haast zonder dat iemand het wist, aan een film die twaalf jaar zou bestrijken. Van 2002 tot 2014. Dat werd dus Boyhood.
Het verhaal van Boyhood is eenvoudig. We volgen Mason – die in de openingsscène als zesjarige Mason achteroverligt in het gras en droomt van het leven en zijn toekomst – en zijn zus Samantha (Lorelei Linklater) vanaf de scheiding van hun ouders Mason sr. (Ethan Hawke) en Olivia (Patricia Arquette) tot ze het ouderlijke nest verlaten.
Linklater focust daarbij op de kleine momenten. Want ook de spanningen met Masons stiefvader Bill (Marco Perella), een charismatische professor die zich ontpopt tot een alcoholistische über-macho, worden niet dramatisch uitvergroot. Het dreigend geweld blijft vooral psychologisch. Zelfs het vernederende verplichte knippen van Mason lange haren (”Now you won’t look like a girl” bijt Bill hem toe) leidt niet tot een spectaculaire clash.
De wereld vatten
Mason is allesbehalve een klassieke narcistische tiener en evenmin de jonge held die gelooft dat hij zelf geschiedenis gaat schrijven. Hij is eerder een gevoelige, empatische ziel die de wereld waarin hij opgroeit intuïtief leert begrijpen. Zonder dat hij de illusie koestert alles te kunnen vatten. De slotconclusie van de film valt wanneer hij als achttienjarige in de woestijn van Texas naar de magnifieke lucht staart: “You know how everyone always says ‘seize the moment’? But I think is kind of the other way around: the moment seizes us. Yeah, it’s constant. It’s, like, always right now”.
Een erg on-Amerikaans gegevens. De traditionele ‘American way’ is immers: grijp je kans, maak je droom waar, ga voor succes. Dat wordt bij Mason iets heel anders: proef het moment, sta open voor ervaringen en mensen, laat je overweldigen door het leven. Wanneer volwassenen hem willen verplichten om aandachtig en geconcentreerd te zijn en blijven reageert Mason door te wijzen op het plezier dat uit het raam kijken, afdwalen, wegdromen, hem biedt.
Er is een parallel tussen de houding van dit personage en de visie van de regisseur. Linklater focust net als Mason niet op een einddoel ver weg, hij koestert de ervaring van het ogenblik. Boyhood wordt daardoor een aaneenschakeling van vele ‘kleine’ momentjes die zo voorbijvliegen en die je mist wanneer je even met de ogen knippert.
Eigenlijk is hier niets nieuw onder de zon. Linklater is in al zijn films meer geïnteresseerd in (het volgen van) zijn personages dan in het schetsen van plotlijnen of van dramatische scharniermomenten van een verhaal. Een verhaal dat in Boyhood amper bestaat en allerminst rechtlijnig verloopt. Gebeurtenissen volgen geen voorspelbare lijnen, elke vooruitgang ontbreekt en op dramatische explosies is het vruchteloos wachten.
Omdat Linklater er van overtuigd is dat het leven bepaald wordt door een aanschakeling van details en niet door een opeenvolging van Grote Dramatische Gebeurtenissen focust hij vooral op tedere, gevoelige momenten. Zonder vals sentiment en met een flinke dosis humor. Opnieuw, héél erg on-Hollywoodiaans.
Het oogt in Boyhood ook allemaal niet als larger than life maar als heel alledaags, bijzonder onbijzonder – ritjes in de auto en trips naar de bowlingbaan worden nooit spectaculaire momenten – en erg onopvallend. Ook al omdat de communicatie vrij hortend verloopt. Zo wordt het meningsverschil over de sportwagen die vader aan zoonlief beloofd zou hebben (en die hij verkoopt om een gezinswagen voor zijn nieuw samengesteld gezin aan te schaffen) nooit opgelost. Enkel de emotionele impact van de teleurstelling bij zoonlief en het wederzijds onbegrip worden duidelijk. Het leven is volgens Linklater een aaneenschakeling van misverstanden.
Opgroeien in Amerika
Zoals elk filmpersonage start de jonge Mason als een leeg blad. De dromer die we ontdekken wanneer hij naar de lucht staart zien we langzaam ervaringen en gebeurtenissen wikken, wegen en absorberen. Met open geest observeert hij zijn zus Samantha, zijn moeder, zijn vader, zijn stiefvaders. En de volwassenenwereld waar oorlogen woeden.
Enkele overgangsrituelen maken van hem een non-conformistische dromer die als twee druppels water lijkt op zijn vader. Althans voordat een nieuwe vrouw, baby en gezinswagen in het leven van Mason Sr. kwamen. De tirade van Mason Jr. tegen smartphones weerspiegelt het enthousiasme waarmee Sr. bordjes voor Obama in voortuintjes plaatst.
Het coming-of-age gegeven geraakt daarbij verankerd in een hedendaags Amerika. Maar al situeert Linklater Boyhood in de Texaanse middenklasse, hij serveert ons geen genadeloze afrekening met dit milieu. Zijn respect en liefde voor gewone mensen (en voor Texanen) is daarvoor te groot. Ook al wonen ze in saaie buitenwijken, spenderen ze veel tijd in vervreemdende schoppingcentra en zijn ze vooral dol op hun auto.
Die liefde voor de heilige koe op vier wielen, het geloof in opwaartse mobiliteit, de passie voor wapens, de trouw aan God en het vertrouwen in maakbaar succes zijn net als alle andere elementen van de Amerikaanse droom aanwezig in Masons universum. Maar de schaduwzijde is er ook. Met name de kredietcrisis en de wurgende studieleningen die zijn toekomst bedreigen.
Deze Amerikaanse nachtmerrie blijft echter op de achtergrond. De grootste crisissen schuilen immers in schijnbaar kleine momenten. Getuige de scène waarin Mason spullen komt ophalen wanneer hij gaat studeren. Zijn moeder slaat tilt omdat hij niet alles meeneemt. Olivia’s “I just thought there would be more” gaat door merg en been.
Toch neemt humor de angel uit de malaise. Bij Olivia’s “het volgende scharniermoment is mijn begrafenis” blijft het moeilijk om een lach te onderdrukken. Maar Boyhood wordt nooit een komedie. Linklater mixt een evenwichtige cocktail humor/ernst/drama. Drama is verbonden met humor en achter humor gaan zingeving en emoties schuil. Getuige het tijdens het bowlen geserveerde opvoedingsadvies “Kids, life doesn’t have bumpers”.
De geheugen- en droommachine
Boyhood is zowel een geheugenmachine – we zien hoe tijd ervaren wordt en het leven herinnerd wordt – als een droommachine; we fantaseren over hoe het leven verder kan vloeien, verbeelden ons hoe mensen emotioneel en spiritueel kunnen groeien. Maar in het achterhoofd speelt een levensles die we samen met Mason leerden: life just happens.
We zien hoe volwassenen proberen een relatie op te bouwen met hun kinderen en hoe ze daarbij falen. Ze slagen er immers niet in de eigen tekortkomingen te overwinnen in het belang van hun kinderen. Het perspectief van waaruit we dit zien is dat van de jonge Mason. Hij portreteert de zwoegende en hulpeloze ouders.
Het ouderlijke falen is pijnlijk maar niet tragisch. De tragiek schuilt immers in de tijd die voorbijgaat. Het opgroeien van de kinderen voor het oog van de camera confronteert de kijker met de tijd. Een tijd die krimpt voor de met steeds meer nostalgie terugkijkende ouders en die uitzet voor de hoopvol naar de toekomst blikkende jongeren. Het besef van die beweging in twee tegenovergestelde richtingen wordt versterkt door het feit dat filmminuten in Boyhood letterlijk samenhangen met levensjaren. Terwijl de filmpersonages ontdekken hoe het leven in elkaar zit, leert de toeschouwer hoe de tijd werkt.
We komen daarbij uit bij magie en mysterie. Bij verwondering. En bij wat de Griekse filosoof Heraclitus zei: “Alles vloeit, niets blijft”. De kracht en de verdienste van Richard Linklater is dat hij vitaliteit en melancholie puurt uit deze kroniek van opgroeien en ouder worden voor de camera. Linklater is niet bang voor de tijd en laat ons in Boyhood zien hoe mensen zich het leven herinneren.
Het is geen toeval dat zintuiglijke waarnemingen heden en verleden doen verstrengelen. Het geheugen draait rond kleine Proustiaanse momenten en niet rond grote Freudiaanse conflicten. Boyhood is zo weergaloos en wonderlijk omdat de film weergeeft hoe het verleden én de toekomst aanwezig zijn in het heden. En hoe de tijd in beweging blijft. Voor onze ogen.
IVO DE KOCK
(Artikel verschenen in STREVEN, oktober 2014)