Film en literatuur (5): Van boek naar film, Gerbrand Bakker over Boven is het stil

mrt 17, 2016   //   by Ivo De Kock   //   actueel, interview, thema  //  No Comments
0003-boven_is_het_stil_20000182_st_2_s-high

BOVEN IS HET STIL

Vaak is het boek beter. Soms de film. Maar heel af en toe zijn het boek en de film elkaar waard. Dat is zo met ‘Boven is het stil’, waar de visuele taal van cineaste Nanouk Leopold en de literaire stijl van schrijver Gerbrand Bakker even krachtig en ingetogen zijn. Na een Gentse avant-première in de zomer van 2013 praatte Bakker over zijn bestseller, de verfilming, creatief droogstaan en… Quentin Tarantino!

In Nederland hebben Nanouk Leopold en Gerbrand Bakker naam gemaakt. De eerste als cineaste van ingetogen, minimalistische en observerende films (Guernsey, Wolfsbergen, Brownian Movement); de tweede als auteur van een contemplatieve, suggestieve en literaire bestseller, Boven is het stil.

Beiden zijn in Vlaanderen nobele onbekenden maar dat kan veranderen na Leopolds zinderende verfilming van Bakkers aangrijpend debuutwerk. Ook al is een release in volle zomervakantie wat ongelukkig. Cineaste en schrijver bezitten immers een gelijkaardig talent; namelijk, het vermogen dingen te laten zien zonder ze te tonen en zaken in woorden te onthullen zonder ze te benoemen.

Boven is het stil is een vader-zoon verhaal vol frustraties, loutering en verzoening (met zichzelf). Centraal staat Helmer, een boerenzoon die opgesloten zit in een leven/bedrijf dat niet het zijne is maar dat van zijn vader. Het verhuizen van de zieke oude man naar een kamer op de bovenverdieping is voor de zwijgzame boer een nieuwe start. Een nieuwe lente, een nieuw geluid.

Maar wat met de verdrongen gevoelens? Met de pijnlijke herinneringen? Met de ook al gesloten melkrijder? Met de voorzichtige toenadering? Met de stilte? Met de dood? Met de liefde voor het leven? Met de dieren en de natuur? Dat is voer voor Bakkers enigmatisch ik-verhaal en Leopolds ascetische, uitgepuurde romanbewerking.

20130430164036-Boven_Is_Het_Stil_-_helmer

BOVEN IS HET STIL

Overigens, als schrijver zit je altijd in een win-win situatie zei Bakker toen hij in Gent de film kwam voorstellen: “Ik wou niets met de verfilming te maken hebben omdat het twee totaal verschillende vakken zijn, schrijven en films maken. Maar als schrijver kan je nooit verliezen. Stel, mensen vinden het een enorme slechte film, dan zullen de recensenten schrijven dat het boek veel beter was. Dan win je als schrijver. Of, de film wordt een succes en verkoop je een aantal extra filmedities”.

Dat Gerbrand Bakker ook een aangenaam verteller is merkten we toen we na de festiviteiten – de vertoning kaderde in de voorstelling van het ‘Film en Literatuur’-nummer van het literaire tijdschrift Gierik – met hem plaatsnamen op een terrasje. Leuke verhalen bij de vleet (over o.m. zijn kleine cameo als beddenbezorger in de film) maar vooral ook een erg eerlijke ‘stand der dingen’.

‘Boven is het stil’ was je literair debuut. Wat heb je daarvoor gedaan?

Ik ben 7 jaar ondertitelvertaler geweest, met een heel pak natuurdocumentaires en de soap ‘The Bold and the Beautiful’, en in die tot 2002 lopende periode heb ik drie boeken gemaakt voor de jeugd. Eerst twee etymologische, de verklarende jeugdwoordenboeken ‘Hoe het mannetje mannequin werd…’ en ‘Hoe het karretje carrière maakte…’. Toen ik daar mee klaar was zei de uitgeefster, schrijf nu eens een roman. Dat heb ik gedaan, ‘Perenbomen bloeien wit’ was het resultaat. Een boek dat in 2007 opnieuw is uitgegeven voor volwassenen. Maar goed, dat boek kwam oorspronkelijk uit in 1999 en ‘Boven is het stil’ is van 2006. Daar zit zeven jaar tussen. Dat waren zeven enorme zoekjaren, wat moet dit, hoe gaat dat, …

Hoe startte het eigenlijk? Met een idee, een gebeurtenis, een herinnering…

Ik was op vakantie op Corsica waar ik de GR20 wandelde met een groep van de Nederlandse Klim en Bergsportvereniging (NKVB), mensen die ik totaal niet kende en ik voelde me eigenlijk doodongelukkig. Tijdens die tocht over best gevaarlijke paadjes kreeg ik het idee ‘iets met een zoon en een vader en iets heel ergs’. Soms wijt ik dat idee aan het feit dat die groep niet leuk was of dat ik daar niet zo in paste; in ieder geval dat ik me niet zo goed voelde en dat ik daardoor zo’n rotgedachte kreeg.

Om dat onaangenaam gevoel van je af te schrijven, te vertalen in iets anders.

Ja, maar toen duurde het nog een half jaar. Er kwam geen vervolg, geen verhaal of wat ook. Het was begonnen in juli en in november ben ik heel gefrustreerd gaan zitten omdat dat ideetje, die vader en die zoon en iets erg, niets was en toen heb ik wat effectief de eerste zin van het boek zou worden, “Ik heb vader naar boven gedaan”, geschreven. Dat was geweldig voor mij, ik had meteen de toon te pakken. Toen heb ik het boek gewoon in zes maanden tijd geschreven. Het gaat me in een boek niet om een verhaal maar om een sfeer en die had ik plots.

Met het naar boven doen van vader groeit er een fysieke afstand tussen vader en zoon, begint Helmer zijn eigen leefwereld beneden op te knappen en wordt een eerste stap gezet in de figuurlijke toenadering tussen beiden. Zat dat idee er al in van bij het begin?

Je analyse klopt maar toen ik het schreef had ik daar helemaal geen idee bij. Door die eerste zin had je twee personages, een ‘ik’ en een ‘vader’, en nou, zie maar wat er gebeurt. Ik heb zelf ook wel gemerkt, lang nadat het boek af was en in de winkel lag, dat je vreemd genoeg door die fysieke, letterlijke ‘weg met jou’ juist dichter bij elkaar komt. Wat in dit boek dus gebeurt maar nogmaals, dat heb ik niet van te voren bedacht. Ik bedenk nooit iets van te voren.

20130430164036-Boven_Is_Het_Stil_-_helmer_and_henk

BOVEN IS HET STIL

Je werkt gewoon intuïtief.

Er komt wat er komt en soms komt er niets. Ik sta nu al een tijdje droog qua schrijven. Ik heb sinds ‘De omweg’, mijn laatste boek dat is uitgekomen in 2010, niets meer geschreven. Maar ik heb gewoon letterlijk geen zin. Het rare is dat ik wel weer zin heb om zin te hebben. Want ik weet wel dat ik het gelukkigst ben op de momenten dat ik heel geconcentreerd met een boek bezig ben. Dan ben ik zo gelukkig, dààr heb ik zin in.

Ik heb zin in concentratie, in onbewust iets maken; heerlijk. Maar dat kan je dus niet oproepen. Dat moet gebeuren of niet. Maar ik maak me daar niet helemaal zenuwachtig om. Dat komt ook omdat ik het ontzettende geluk heb dat het zo goed loopt. Ook mijn laatste boek gaat alweer naar twaalf landen en zal ook verfilmd worden.

Wil je zeggen dat de druk daardoor minder groot is.

Het betekent dat je een soort ruggensteun hebt. Er zijn dingen die je gemaakt heb – ik zeg altijd dat ik drie en een halve roman gemaakt heb, drie gewone romans en de jeugdroman die opnieuw is uitgegeven als een volwassenenroman – en dat is een soort oeuvre waarmee nog steeds dingen gebeuren. Dat is heel lekker. Begin mei heeft ‘De omweg’ in Engeland de Independent Foreign Fiction Prize gewonnen, dat zijn heerlijke dingen.

Het boek komt uit in Engeland en dat is toch een enorm literatuurland. Als ik een boek van mij lees, en dat is vertaald door David Colmer, dan denk ik ‘wie heeft dit geschreven?’. Echt waar, dat denk ik. En dan denk ik dit is een soort Ian McEwan, een soort Iris Murdoch, en ik heb het gemaakt. Iemand anders heeft dit vertaald maar ik heb het wel geschreven. Dingen hebben een heel lang na-ijleffect waardoor ik nu andere zaken kan doen. Ik heb een huisje gekocht in de Eiffel met een tuin en ik ben daar in aan het werken en dat kan want er komt geld binnen. Heel prozaïsch maar het is zo.

De drang om iets te creëren is dan even weg…

Die is even weg en ik weet niet wanneer die terug komt. Dat vind ik zelf best wel een beetje spannend.

Moet je dan geen afscheid nemen van wat je al gedaan hebt om dan aan iets anders te kunnen beginnen?

Ik denk het. Een goede vriend van mij in Nederland, Dolf Verroen, een bekende kinderboekenschrijver, zegt dat wat ik tot hiertoe gemaakt heb erg bij elkaar hoort; een soort afgemaakt iets is. Misschien ben ik nu stiekemweg aan’t composteren; ik composteer letterlijk in mijn tuin maar ook in mijn achterhoofd. Gewoon zoeken naar iets nieuws maar niet bewust. Het komt wel. Ik ben niet van het bewuste type, ik kan het niet forceren, er zijn mensen die het wel kunnen en die schrijven slechte boeken.

Je kan boeken schrijven als een marketeer of reclamemaker, vanuit het concept. Als je techniek van het schrijven beheerst kan je wel iets brouwen. En er zijn meerdere mensen die dat kunnen maar daarom zijn ze nog geen schrijvers. Misschien is een verfilming zoals Nanouk Leopold die gemaakt heeft van je boek een kans om aan een nieuwe fase te starten. Je zegt dat je bij vertalingen dingen ontdekt over je eigen werk, was dat bij de verfilming ook zo?

Heel erg. Maar wat ik al zei klopt wel, ik wel zin om weer zin te hebben. Ik ben vanmorgen vertrokken vanuit mijn huis in de Eiffel terwijl daar net de nieuwe betonvloer van de nieuwe aanbouw ligt. De benedenruimte wordt een soort werk-opslagruimte en daarboven komt een hele mooie grote schrijfkamer. En dat noem ik toch, snap je, de schrijfkamer. Ik heb zin dat het ding af is in hoop ik september-oktober en dan de houtkachel erin,… Daar heb ik zin in toch, ik zie mezelf er ook al zitten.

Omringd door de natuur. Een natuur die in de film zit maar nog nadrukkelijker aanwezig is in je boek.

Ik denk dat dat komt omdat wanneer je schrijft je het op een heel andere manier kan beschrijven dan wanneer je een film maakt. Misschien is het zo dat het iets organischer in het boek zit terwijl het in de film of zonder de hoofdrolspeler is – terwijl in het boek Helmer zelf in de natuur zit omdat het boek alleen maar die Helmer volgt – of met hem, maar het is meer omgeving.

Ik doelde erop dat de natuur meer een personage wordt in het boek.

Klopt wel, in de film wordt het snel een plaatje.

Ik ben ook wel een fan van Terrence Malick maar soms kan het slechte Malick zijn wanneer het bij plaatjes blijft. Niet dat Nanouk Leopold de Terrence Malick du pauvre is maar de relatie tussen personage en natuur komt er niet altijd uit. Is dat omdat de locatie jou vertrouwder was?

Dat is de taal ook denk ik. Dat zegt Nanouk ook telkens we zo’n avond als vanavond in arthouse Sphinx in Gent doen, wanneer we samen de film inleiden of bespreken, “sorry mensen, ik heb maar 90 minuten de tijd om iets te vertellen” en in het boek heb je natuurlijk veel meer rumte en rust om te beschrijven. Ze kan daar niet te diep op ingaan of dan heb je voor het weet een film van 2 uur 30. Je moet keuzes maken.

Het heeft natuurlijk ook veel te maken met de stijl en de aanpak van de regisseur. Leopold heeft haar signatuur; haar minimalistische stijl valt onder de noemer slow cinema en het zou ook niet goed komen wanneer ze zou proberen zich een heel andere stijl toe te eigenen in functie van het boek. Als kijker moet je daar van houden of niet en dat heeft zijn consequenties. Die 90 minuten-beperking zijn maar een gedeelte van het verhaal.

Dat vind ik ook erg mooi en daarom ben ik heel blij met Anouk Leopold. Dat heeft sowieso te maken met haar films en met mijn boeken; je moet als lezer van mijn boek en kijker van haar film mee willen gaan. Ik denk dat wanneer je gaat zitten en de eerste vijf minuten je irriteren of onverschillig laten, dat het dan niet meer goed komt. Je moet je daar aan kunnen/willen overgeven. Wanneer mensen zeggen dat ze mijn boeken maar niks vinden heb ik daar geen problemen mee, ik snap dat zelfs wel. Maar ik heb wel ergens het gevoel dat Nanouk en ik daarin ergens op elkaar lijken. We zijn daarin consequent en streng. ‘This is what you get’ en als je daar niet in mee wil of kan gaan, ja bedankt! Maar als je er dan in meegaat kan ik me voorstellen dat je het prachtig vind. Ik vind het wel mooi, dat er een soort van verwantschap is tussen film en schrijver.

20130430164036-Boven_Is_Het_Stil_-_helmer_and_milk_collector

BOVEN IS HET STIL

Hoe zijn jullie eigenlijk samengekomen? Wou zij het boek verfilmen?

Nee, de producentes van twee productiemaatschappijen, Stienette Bosklopper en Els Vandevorst, hebben gezamelijk de opties genomen op de rechten van het boek in 2007. Eerst is er een scenario geweest, of dat echt mislukt was weet ik niet want ik heb het niet gelezen, en dan hebben ze aan Nanouk gevraagd om te proberen er een script van te maken. ‘Dat wil ik wel,’ zei Nanouk, ‘want dat heb ik nog nooit gedaan’. Nanouk had tot nogtoe enkel haar eigen verhalen verfilmd.

Ze is, zoals ze zelf zegt, verliefd geworden op het hoofdpersonage en ze had ooit gezegd tegen de producentes ‘stel nou dat ik het zo goed vind dat ik het zelf wil verfilmen, mag dat?’. Dan hebben zij haar uitgelachen want ze dachten dat dit echt niet ging gebeuren. Het is toch gebeurd en ze hadden het beloofd dus ging dat ook zo door. Zij was klaar met het draaiboek en ging het dan ook verfilmen. Ik vind het wel leuk dat het via-via is gelopen.

Het was niet de Nanouk gekozen was als regisseur, ze ging enkel het draaiboek schrijven en plots zag ze er wel iets in om het te regisseren. Vooral ook omdat ze tot hiertoe alleen films gemaakt heeft met vrouwen, vooral blote vrouwen, en dat het haar eerste mannenfilm was. Toen ze er klaar mee was besefte ze dat er eigenlijk niet zo heel veel verschil was. Dit is ook een film die over liefde gaat en dat vond ze heel confronterend. Ze is nu helemaal losgeslagen, ze wil nu ook een thriller gaan maken. Door deze film is ze gaan beseffen ‘ik kan van alles gaan doen’.

Regisseurs worden vaak in een keurslijf gedwongen. Aanvankelijk kunnen ze zich zo goed profileren maar uiteindelijk kan dat ook een val worden voor mensen die zich nog niet helemaal creatief hebben kunnen ontwikkelen maar toch al een imago en stijl hebben.

Kijk naar Quentin Tarantino. Het spijt mij zeer maar ik ben helemaal klaar met die man. Dat komt niet alleen door hetzelfde soort films dat hij toch weer steeds maakt maar misschien heb je op Youtube ook dat interview gezien waarin een journalist gewoon correcte vragen stelt en hij gewoon razend wordt. Dan denk je ‘wacht effe man, doe eens normaal’. Hij gaat totaal over de schreef.

Terwijl het net een vraag was over het geweld in zijn films die hem zo deed flippen.

Dat was toch vreselijk! Hoe hij daar zo zit en tiert.

Waardoor hij net aangeeft dat hij misschien wel een probleem heeft met geweld.

Het was ook een legitieme vraag.

Tarantino maakte zich ook boos omdat de journalist commercieel scoort met die vraag maar hij vergat dat hij daar zat in het kader van een marketingcampagne voor zijn film, niet bepaald een niet-commercieel gebeuren.

Ik vond dat tamelijk ontluisterend. Daarna ben ik gaan nadenken wat doet hij eigenlijk in al die films. Zijn films zijn echt heel leeg en hol.

Voor jou is hij geen Sam Peckinpah!

Nee, bij die filmmaker kwam, in films zoals The Wild Bunch, het geweld uit zijn lichaam, uit zijn kloten!

Even terug naar Boven is het stil, wat trok Nanouk aan in het hoofdpersonage?

Ik weet het niet, dat was iets intuïtiefs. Overigens waren er in Nederland heel wat mensen die na het zien van de film niet meer het onderscheid konden maken tussen Jeroen Willems (nvda, de acteur die onlangs overleed) en mij ook al vind ik dat we fysiek niet op elkaar lijken. Toen Nanouk zei dat ze een beetje verliefd was op het hoofdpersonage en later op Jeroen Willems vroeg ik ‘ben je dan ook een beetje verliefd op mij’ maar dan zei ze ‘nee, joh’. Toen ik vertelde dat veel mensen vonden dat we op elkaar lijken zag ze het plots ook ineens. Daar komt natuurlijk bij dat het boek een enorm ik-boek is en dan denkt men automatisch dat het over de schrijver gaat. Ik vind het een heel raar ding zo’n film.

Om het goed te kunnen doen, moet je heel brutaal zijn” zei Nanouk in De Filmkrant over boekverfilmingen. Hoe brutaal was zij?

Nanouk vond een bepaald onderdeel van ‘Boven is het stil’ mooi en ze heeft dat gepakt. Ze heeft mij niets gevraagd en dat vond ik heel goed. Nanouk haat flashbacks, ze wil alles in het nu hebben; dat betekende dat wat in het boek vroeger was, zoals de knecht Jaap, er uit moest. Ook die dode tweelingbroer moest eruit omdat hij ook voornamelijk vroeger zat. Ze heeft meer gekozen voor de sfeer en het benadrukken van de vader-zoon relatie. Terwijl ze ook de homoseksualiteit naar voor heeft gehaald. De meeste mensen die lezen zijn vrouwen en de helft van de vrouwen die dit boek in Nederland lazen hebben totaal over dit aspect heengelezen, dat niet gezien, niet aangevoeld. Wat ik begrijp want het is in mijn boek eerder bedekt.

Heb je door de film dingen over jezelf bijgeleerd?

Natuurlijk, ik heb de film nu vier gezien en ik zie nu ook mezelf in Jeroen Willems. Ik hoef hem niet nog opnieuw een keer te zien, ik ben er wel klaar mee. Tenzij in een Duitse na-gesynchroniseerde versie, dat lijkt me echt wel leuk.

IVO DE KOCK

(Artikel verschenen bij DeWereldMorgen.be, 16 juli 2013: Boven is het stil)

20130430164036-Boven_Is_Het_Stil_-_helmer_and_the_childeren

Leave a comment