My Lunches with Orson: Henry Jagloms pittige gesprekken met Orson Welles

mrt 10, 2016   //   by Ivo De Kock   //   actueel, boek, regisseur, Welles  //  No Comments
Welles 2

ORSON WELLES

“Ik wil niet blijven horen dat Charles Dickens een klootzak was,” zegt Orson Welles (1915-1985) in MY LUNCHES WITH ORSON, “ik ben niet geïnteresseerd in de artiest maar in zijn werk”. Honderd jaar na zijn geboorte blijft Welles’ werk indruk maken. Parels zoals Citizen Kane, The Magnificent Ambersons, The Lady from Shanghai, Mr. Arkadin, Touch of Evil, Chimes at Midnight en F for Fake boeien nog altijd. Maar de legendarische Amerikaanse filmmaker blijft ook als mens fascineren. Daarom is het door Peter Biskind geredigeerde MY LUNCHES WITH ORSON interessant. Het beeld dat deze ‘gesprekken van Henry Jaglom en Orson Welles’ ophangen van de theater- en filmmaker situeert zich tussen dat van de oplichter gecreëerd in kritische biografieën en dat van genie zoals zijn fans hem portretteren.

MY LUNCHES verschijnt lang na Welles’ dood maar was wel een idee van de cineast zelf. Van 1983 tot 1985 had Welles wekelijks een lunchafspraak met zijn vriend Henry Jaglom. Hij vroeg de filmmaker hun gesprekken met een verborgen recorder vast te leggen om te spontaniteit te bewaren. Resultaat is een ongefilterde stroom van ideeën, observaties, meningen en herinneringen. Soms choquerend, vaak grappig, af en toe scherp maar steeds verhelderend.

Raconteur Welles vertelt hier een gruwelverhaal. Dat van een creatieve auteur die zowel met het oude als het nieuwe Hollywood botste. Iemand die eerst moest strijden om eigen filmversies gereleased te krijgen en later om geld te verzamelen voor projecten die in verschillende ontwikkelingsfases bleven steken.

Welles

ORSON WELLES

Waardoor hij uiteindelijk in financiële problemen geraakte en wanhopig hengelde naar lucratieve reclame-opdrachten. Om gefrustreerd vast te stellen dat zijn oude theaterkompaan John Houseman wèl langs de kassa passeerde: “Het is een mysterie waarom ze Houseman, met zijn pedante en arrogante stijl, verkiezen boven mij”.

Welles haalt ook het nostalgische ideaalbeeld van ‘de gouden Hollywoodjaren’ onderuit: “Ik was niet dol op de jaren dertig cinema, de verafgode mogul Irving Thalberg was de grootste slechterik in de Hollywoodgeschiedenis, een producent die de beslissingen van de regisseur maakte. Thalberg stond plots bovenaan, de regisseur onderaan de ladder. Het resultaat was dat de persoonlijke film uit beeld verdween en vervangen werd door de gefabriceerde”.

Een scherpe analyse die Welles ook verstrengelt met afrekeningen. Zo worden Charlie Chaplin (die Welles’ idee voor Monsieur Verdoux kaapte), Samuel Fuller, Peter Bogdanovich en John Landis (“a real shit”) met de grond gelijk gemaakt. Maar Welles is ook hard voor zichzelf: “F for Fake is de enige echt originele film die ik na Citizen Kane gemaakt heb. De rest is niet meer dan films die een beetje verder op een reeds bewandeld pad gingen”.

De nieuwe generatie filmmakers, die “te veel films gezien hebben” wordt evenmin gespaard. “I smell director” zegt hij over hun werk. Niet zo vreemd: Welles was een auteur maar trok naar Hollywood om films te maken zoals zijn idool Shakespeare theater maakte, als een kermisproduct. Een mooie maar onmogelijke droom.

IVO DE KOCK

(Artikel verschenen in FILMMAGIE, n° 657, september 2015)

MY LUNCHES WITH ORSON, Conversations between Henry Jaglom and Orson Welles, Ed Peter Biskind, Picador, 2014, 324 pag.

Ladyb 1

LADY FROM SHANGAI: Orson Welles

Leave a comment