David Cronenberg expo: Verbeelding in het kwadraat

feb 22, 2016   //   by Ivo De Kock   //   actueel, Cronenberg, expo, regisseur  //  No Comments
2014-06-19 15.55.18

DAVID CRONENBERG: THE EXHIBITION

De zomer van 2014 was de zomer van David Cronenberg. De Canadese filmregisseur van onder meer The Fly, Eastern Promises en A History of Violence fileerde Hollywood in Maps to the Stars en dompelde ons in het Amsterdamse Filmmuseum EYE ons onder in zijn even verontrustend als fascinerend universum.

“Film gemaakt door een Marsmannetje voor Marsmannetjes. Hoe kan je verwachten dat een aardbewoner het begrijpt?” Deze handgeschreven boodschap ontdekt een expo-bezoeker die net ‘David Cronenberg – The Exhibition’ is binnengestapt in het ook al buitenaards ogende filmmuseum EYE; gelegen aan de noordoever van het IJ, tegenover het Amsterdamse Centraal Station.

Het kattebelletje zet de toon. De in Toronto geboren, wonende en werkende David Cronenberg (°1943) is als cineast niet altijd even goed begrepen en gewaardeerd. Zijn vroeg werk werd door velen geringschattend bekeken – zijn bijnaam ‘Bloedbaron’ reduceerde hem tot een opportunistische genrefilmer – al waren er ook snel hevige fans.

2014-06-19 16.09.35

DAVID CRONENBERG EXPO in Amsterdam

Ik kijk uit naar nieuwe Cronenberg films. Ik wou dat ik dat niet deed” liet niemand minder dan regisseur en über-cinefiel Martin Scorsese zich ontvallen. En ondanks de terughoudendheid van critici verwierf Cronenberg een cultstaus met eigenzinnige en bizarre films die de vinger leggen op de kwetsbaarheid van de mens en de kijker confronteren met zijn eigen ambivalentie.

Verontrustende ‘body horror’

Wat maakt de films van Cronenberg zo verontrustend? Zijn eerste horrorfilms waren visueel storend (door hun rauwe look) en inhoudelijk subversief (gruwel werd steeds verbonden met een donkere wereld, een ontspoorde mens weerspiegelde een ziek systeem). Daarna zou Cronenberg meer de kaart van bedriegelijke schijn trekken – achter normaliteit gaat een malaise schuil – maar hij bleef een wereld (en individuën) uit evenwicht tonen.

Dat resulteerde in maatschappijkritische films die allesbehalve vrijblijvend en intellectueel afstandelijk zijn. Want Cronenberg verbindt alles met het menselijk lichaam. “Het bewustzijn van het lichaam, het bewustzijn van de dood, is de bron van horror” benadrukt hij met plezier.

Cronenberg is niet enkel een autodidact (die nooit filmschool liep en cinema niet als zijn referentiekader ziet), hij is ook een kunstenaar die eigenlijk vooral schrijver had willen worden. Hij is dan ook eerder verwant met een decadente afsplitsing van de romantische literatuur, de ‘Gothic Novel’ waarvan Gregory Lewis, James Hogg en Mary Shelly de bekendste vertegenwoordigers waren.

Maps_09_set

DAVID CRONENBERG: Op de set van Maps to the Stars

Net zoals de auteurs van de gothische literatuur koppelt Cronenberg gedurfde onderwerpen aan een weinig conventionele stijl. Daar waar de Gothic auteurs de spanning tussen personages en hun milieu voortzetten in de relatie tussen lezer en tekst, koos Cronenberg ervoor de ‘veilige’ afstand tussen kijker en film af te breken.

In tegenstelling tot mainstream cineasten vermijdt hij loutering en ontlading zodat de kijker blijft worstelen met iets dat in de grond fascinerend én walgelijk is en zo in de knoop geraakt met de eigen reacties. Voor Cronenberg is dat een manier om toeschouwers aan het denken te zetten over de morele ambiguïteit en metafysische complexiteit van zijn onderwerpen en verhalen.

Vleesgeworden gruwel

David Cronenbergs films gaan over de wisselwerking tussen lichaam, geest, technologie, massamedia en samenleving. Hun centrale thema is de kwetsbaarheid van de mens. Ziekte, dood en seksueel falen bedreigen de veiligheid en veroorzaken schrikwekkende nachtmerries.

COSMOPOLIS 2

COSMOPOLIS

Nog erger is de scheiding tussen lichaam en geest. De mens is bij Cronenberg een overrationeel dier dat het contact met het eigen lichaam verloren heeft. De uiterlijke rationele orde impliceert de ontkenning van het fysische, van het instinctieve, van het onbewuste en de dood. Gevolg is een strijd tussen morele, rationele waarden en anarchistische driften.

Dat Cronenberg met een kritisch oog naar de hedendaagse maatschappij kijkt is vooral in zijn laatste twee films Cosmopolis en Maps to the Stars – afrekeningen met het kapitalisme zoals dat zich in respectievelijk de Amerikaans oostkust en westkust manifesteert – duidelijk maar hij plaatst vooral ook de malaise ‘in’ de mens, in het lichaam en de geest van antihelden.

Onder de vorm van een ziekte, virus, tumor, transformatie, gemuteerd orgaan, droom of verstoorde geest. Met hallucinaties, waanzin, aftakeling, gewelddadige explosies en dood als gevolg. Het monsterlijke blijft wèl menselijk. Ook al wordt het lichaam onrustbarend en de geest zorgwekkend.

Het beeld als virus

Bij Cronenberg is het beeld zelf een virus. Zijn vaak extreme en steeds verontrustende films staan bol van de onuitwisbare beelden. Een via een afloop opduikende parasiet (Shivers). Een bloeddorstig pernisvormig uitsteeksel onder de oksel (Rabid). Een stel moorddadige woedekinderen (The Brood). Exploderende hoofden (Scanners). Een videocassette die in een buikspeelt gesplitst wordt of een organisch pistool dat uit diezelfde buik opduikt (Videodrome).

Maar ook een president die een nucleaire Holocaust start (The Dead Zone). Tanden die uitvallen (The Fly). Gynaecologen die operaties uitvoeren met bizarre instrumenten (Dead Ringers). Een vrouw die drugs in haar borst injecteert (Naked Lunch). Seks in een open wonde (Crash). Een vleselijke spelconsole en een kraakbeenpistool (eXistenZ). Een web van touwen dat zorgt voor moord vanop afstand (Spider).

Untitled David Cronenberg Film

EASTERN PROMISES

Of een oog dat een kogelgat wordt (A History of Violence). Een naakte clash tussen getatoëerde gangsters (Eastern Promises). Een op hol geslagen psychiatrische patiënte (A Dangerous Method). Een op stemherkenning werkend pistool dat zich keert tegen zijn meester (Cosmopolis). En een bloeddoordrenkt Oscar-lookalike beeldje (Maps to the Stars).

Op naar het museum

Wie had kunnen denken dat pakweg de Hobbes Parasieten uit Shivers, de telepod uit The Fly of de gynaecologische uitstrumenten uit Dead Ringers ooit in een museum te vinden zouden zijn. En de Mugwump uit Naked Lunch zou plaatsnemen op een barkruk in een als café ingericht deel van een tentoonstelling? Niemand eigenlijk.

En toch is het zo. De grote zomertentoonstelling van het Amsterdamse filmmuseum EYE staat dit jaar in het teken van David Cronenberg. Met dank aan het Canadese filmfestival TIFF dat Noah Cowan en Piers Handling de rondreizende tentoonstelling met als titel ‘Evolution’ liet samenstellen.

Toen we Cronenberg er in een gesprek voor De Filmkrant (volledig interview: http://www.filmkrant.nl/TS_juni_2014/10937) op wezen dat met ‘David Cronenberg – The Exhibition’ zijn werk nu museumwaardig blijkt terwijl zijn films vaak uitgespuwd werden, repliceerde hij dat de omslag er kwam toen “dankzij The Fly en Dead Ringers het besef groeide dat ik meer was dan zomaar een genrefilmer of dat ik toch alleszins meer uit het genre trachtte te halen”.

Niet dat hij ooit stilstond die ‘andere perceptie’, “hoe anderen mijn films waarderen of analyseren interesseert me niet, ik maak telkens de film die ik moet maken. Dat die dan complex of extreem wordt gevonden is prima. Met kunst onderzoek je wat je boeit, wat je als belangrijk en verontrustend ervaart. Sommigen gaan daarover te biechten, ik maak liever films”.

Het genre ernstig genomen

De aanvankelijke afkeer voor Cronenbergs films heeft, naast hun verontrustend karakter, ook te maken met het feit dat hij eerst vooral genrefilms maakte. Horror- en sciencefictionfilms met name. En genrefilms worden traditioneel sterk onderschat.

DF-01501 A History of Violence , September 27, 2004 Photo by Takashi Seida/newline.wireimage.com

A HISTORY OF VIOLENCE

“Dat heeft het genre voor een stuk aan zichzelf te danken,” beseft Cronenberg, “het is immers traditioneel de poort tot de filmwereld voor onervaren filmmakers en daardoor is veel horror- en sciencefiction op zijn zachtst gezegd niet geweldig.

Maar wanneer een goede, ervaren cineast een sterk script verfilmt kan een genrefilm ook uitstekende cinema zijn. Kijk maar naar Fritz Langs Metropolis en Robert Wiene’s Das Cabinet des Dr. Caligari; stomme genrefilms die terecht beschouwd worden als meesterwerken”.

Horror liet Cronenberg toe beklijvende verhalen te vertellen. “Michael Haneke’s Amour is een uitstekende, moeilijk te bekijken donkere film,” zegt Cronenberg, “maar The Fly is eigenlijk een identieke film. Het gaat om hetzelfde verhaal met twee mooie, verliefde mensen waarvan een stervende is en de andere die persoon helpt om te sterven. Misschien is het zelfmoord, misschien is het moord. Omdat het genre en zijn codes The Fly beschermen wordt alles toegankelijker en draaglijker”.

The Exhibition

Vaak wordt er m.b.t. Cronenbergs filmografie gewezen op een evolutie die gaat van collectieve lichamelijke en mentale regressie (jaren ’70) over individuële lichamelijke aftakeling (jaren ’80) tot psychische transformatie (jaren ’90 en verder). Onzin aldus de cineast die er op wijst dat de ontwikkeling van een kunstenaar vaak meer te maken heeft met omgevingsfactoren dan met creativiteit.

Bovendien stelt hij dat evolutie geen synoniem is voor vooruitgang, voor een verandering naar iets beter. Evolutie is voor hem gewoon verandering. Daar een moreel oordeel aan vastknopen is fout, “het idee dat evolutie te maken heeft met beter en sterken worden is eigenlijk een religieus concept” vertelt Cronenberg aan Dana Linssen (zie: http://www.filmkrant.nl/TS_juni_2014/10864).

Alhoewel de tentoonstelling chronologisch opgebouwd is en het oeuvre van Cronenberg volgt, is de parallel tussen de stadia in zijn werk en de opdeling van de expo in drie hoofdthema’s niet helemaal sluitend. Wie de films van Cronenberg kent, beseft ook de relativiteit van de tussenschotten.

2014-06-19 16.48.40

CRONENBERG EXPO

Voordeel is wel dat de samenstellers van de tentoonstelling de bezoeker tot denken aanzetten. De drie hoofdthema’s zijn immers evenveel vragen. Wie is mijn schepper? Wie ben ik? Wie zijn wij? Vragen die benaderd worden vanuit respectievelijk een wetenschappelijke (van Stereo tot Scanners), een filosofisch-psycholische (van Videodrome tot eXistenZ) en een sociologisch (van A History of Violence tot Maps to the Stars) invalshoek.

Beelden en objecten

‘David Cronenberg – The Exhibition’ bevat de zaken die we ook in de tentoonstellingen rond pakweg Ingmar Bergman, Stanley Kubrick en Martin Scorsese aantroffen. Filmaffiches, scenario’s, ontwerpen, storyboards, maquettes en kostuums (van M. Butterfly over Eastern Promises tot A Dangerous Method). Uiteraard ook tal van filmclips vertoond op grote schermen, van Stereo tot Maps to the Stars. Plus interviewfragmenten te bekijken op kleinere schermen.

Maar de kracht van de tentoonstelling is de aanwezigheid van objecten uit Cronenbergs films die ondanks de glazen kasten haast tastbaar zijn. En die duidelijk maken, of juister: illustreren, dat vlees en mechanica, lichamelijke en mechanische objecten de drijvende kracht achter de films van deze Canadese cineast zijn.

2012-07-04 16.01.31

CRONENBERG EXPO

Daar waar andere hedendaagse cineasten zoals Quentin Tarantino (die kan Cronenberg nog pruimen; M. Night Shyamalan en Christopher Nolan heel wat minder) film als inspiratiebron hebben, ligt dat voor Cronenberg heel anders. Biologie en wetenschap boeien hem zozeer dat ze hun stempel nadrukkelijk drukken op zijn beeldtaal.

Dat de films van Cronenberg tactiel, visceraal en venerisch zie je ook uit de tentoongestelde objecten en de wisselwerking tussen rekwisieten en filmfragmenten. Bij de mechanische, meer metalen objecten valt op hoe Cronenberg kiest voor naturalisme met een twist. Het zijn objecten met een realistisch gehalte maar een bizarre touch.

Er is de houten hamer uit The Brood, het motorolieblik uit Fast Company, de Accuminom-helm uit Videodrome (om beelden op te nemen die direct door de hersenen worden uitgezonden), de chirurgische instrumenten voor het opereren van gemuteerde vrouwen (Dead Ringers), de Newsweek-cover waarop presidentskandidaat Stillson een kind gebruikt als levend scherm (The Dead Zone), het lichaamsharnas uit Crash, artikelen uit een game-winkel (eXistenZ), Carl Jungs galvanometer uit A Dangerous Method, de koffietas uit Stall’s Diner in A History of Violence, benodigheden voor tatoeages (Eastern Promises) en de Genie-award uit Maps to the Stars.

Maar daarnaast zijn er ook de voorwerpen die regelrecht uit Cronenbergs fantasie afkomstig zijn en die letterlijk vleesgeworden horror zijn. Hobbes’ parasiet (Shivers), een kraakbeenpistool en tweehoofdige gemuteeerde hagedissen (eXistenZ), een schuimrubberen opgegespleten buik (Videodrome), getransformeerde insecten (The Fly), de Mugwump (menselijke kakkerlak) van Burroughs (Naked Lunch) en een mal voor littekens (Cosmopolis).

Dat het vleselijke en het mechanische vaak verstrengelen blijkt uit de Metaflesh Gamepod (eXistenZ) en de Clark Nova-typemachine (Naked Lunch) waar een machine gefusioneerd is met een insect.

Een wereld zonder God

De objecten van de expo belichten niet enkel de thema’s en obsessies van Cronenberg, ze maken ook duidelijk de meester van de ‘body horror’ (of venerische gruwel zoals hij zelf verkiest) meer doet dan gruwel verbinden aan monsters of gekke wetenscahppers.

Voor Cronenberg zijn we allemaal gekke wetenschappers en is ons leven ons belangrijkste experiment. “We zoeken een manier om te leven, om problemen op te lossen, waanzin en chaos af te wenden” klinkt het.

Zekerheden onderbreken daarbij maar ook goddelijke interventie. Cronenberg is een atheïst met een afkeer voor het bovennatuurlijke. De sleutel voor alles ligt voor hem in het menselijk lichaam: “Wie films maakt, brengt lichamen in beeld. Ik onderzoek wat het betekent om een lichaam te zijn”.

Cronenberg ziet bovendien de realiteit “als een creatief en constant veranderd iets. In Videodrome en eXistenz suggereer ik dat een gewoon iemand die een normaal leven leidt een vreemde, virtuele realiteit kan ervaren. De realiteit is ons zenuwstelsel.

Ik heb vaak gezegd dat wanneer je een hond zou zijn die zich in dezelfde ruimte bevindt als een mens, je ervaringen – kleuren, geuren, ruimtegevoel, smaak – helemaal anders zouden zijn. Die hond heeft zijn eigen virtuele realiteit waarin hij leeft. Een die totaal verschilt van de onze. Met andere woorden, er bestaat geen absolute realiteit”.

2012-06-28 11.04.57

Monsters in Amerika

‘David Cronenberg – The Exhibition’ maakt nog twee dingen duidelijk. Ten eerste, Cronenberg is geen vakman maar een kunstenaar die zeer doordacht tewerk gaat. Getuige de maquettes van het pension van Mrs. Wilkinson in Spider en het Transsiberisch restaurant in Eastern Promises. Of de camera-aanwijzingen voor de dubbelopnamen bij Dead Ringers. Maar ook de verwijderde droomscène uit diezelfde film die critici als te spectaculair zagen maar die Cronenberg essentieel vond “omdat ze het innerlijk van het personage blootleggen op een manier die je met dialoog nooit zou lukken”.

Ten tweede, Cronenberg is een kritisch cineast maar hij is geen militant filmmaker. Aan het einde van de tentoonstelling concludeer je dat elke film maatschappijkritische noten bevat maar dat Cronenberg zich zelden of nooit op de barricades begeeft.

Maps_01

MAPS TO THE STARS

Toch rekent Maps to the Stars af met de filmindustrie en Cosmopolis met de financiële wereld. “Het is geen aanklacht zoals The Wolf of Wall Street maar een kritiek op de mentaliteit die kan ontstaan wanneer hebzucht de drijvende kracht bij kapitalistisch ondernemen wordt,” verduidelijkt Cronenberg, “wreedheid en brutaliteit worden de regel wanneer het verwerven van geld de enige bekommernis wordt en die mentaliteit is verwerpelijk.

Cosmopolis bekritiseert op dat vlak het kapitalisme maar gebruikt het kapitalistisch systeem ook als springplank om aspecten van menselijkheid te onderzoeken. Eric Packer is briljant en creatief maar hij is ook autodestructief. Via hem wordt Cosmopolis de studie van een pathologie en van een financieel-economisch systeem”.

Tenslotte, ‘David Cronenberg – The Exhibition’ is geen tentoonstelling met een eenduidige boodschap of evenmin een zeemzoete lofbetuiging aan ‘de meester’. Het is een expo die net als zijn onderwerp, David Cronenberg, experimenteert, dingen tegenover elkaar stelt – de confrontatie tussen beeld en object werkt – en vragen stelt.

Wat zei Cronenberg ook weer? “Als filmmaker stel ik vragen maar ik bezit geen antwoorden. Filmmaken is een filosofisch onderzoek, ik nodig het publiek uit om deel te nemen aan de tocht en te ontdekken wat ze denken en voelen”. Nu dus in filmmuseum EYE en straks in de filmzalen wanneer Maps to the Stars in première gaat.

IVO DE KOCK

(Artikel verschenen bij DeWereldMorgen.be, 9 juli 2014: Cronenberg expo)

David Cronenberg

DAVID CRONENBERG

2012-06-28 14.25.33

CRONENBERG EXPO

Leave a comment