Verslag Filmfestival van Deauville 2015: De nieuwe helden van de Amerikaanse Independents

feb 19, 2016   //   by Ivo De Kock   //   actueel, filmfestivals  //  No Comments
99 Homes 2

99 HOMES: Grote Prijs van Deauville 2015

Het aantal filmsterren dat dit jaar over de rode loper van Deauville walste was beperkt, maar kwalitatief bleek het ‘festival van de Amerikaanse cinema’ een ‘grand cru’. Vooral de onafhankelijke filmmakers toonden zich vitaal, met Ramin Bahrani’s terechte ‘Grand Prix’ 99 Homes op kop.

De 41ste editie van het Festival du Cinéma Américain de Deauville leek een feestje in mineur met een hommage aan een regisseur-producent zonder nieuwe film (Michael Bay), een op Keanu Reeves na quasi sterrenloze rode loper, een schamele oogst blockbusters (The Man from U.N.C.L.E.) en een gevierde maar uiteraard afwezige Terrence Malick. Het was wat groen lachen toen Knight of Cups producent Nicolas Gonda kwam vertellen dat de Amerikaanse cineast “graag aanwezig was geweest maar momenteel werkt aan de postproductie van zijn nieuwste film”. Nog meer toen Malicks poëtische cinema velen de zaal uit joeg. Verbijsterde toeschouwers die het voorbeeld volgden van de gechoqueerde kijkers voor wie de horror van The Green Inferno (Eli Roth) en Green Room (Jeremy Saulnier) iets te brutaal bleek.

Whiplash-5547.cr2

KNIGHT OF CUPS: Malick op het scherm, niet in de zaal

Verkeert het festival van Deauville in crisis? Het antwoord is ‘ja’ wanneer we kijken naar het ontbreken van grote commerciële kanonnen en de onmogelijke strijd met de festivals van Venetië en Toronto op dat vlak. Deauville fungeert voor Hollywood niet langer als lanceerplatform voor haar grote producties en boet daardoor aan glamour in. Ook al omdat de sterren van weleer (Elizabeth Taylor, Rock Hudson en Bette Davis waren net als Sam Fuller, Dustin Hoffman en Gena Rowlands ooit ’thuis’ in de Normandische badstad) er niet meer zijn en Orlando Bloom en Ian McKellen minder uitstraling hebben. Maar het antwoord is ‘neen’ wanneer we kijken naar de kwaliteit van de competitiefilms en docs zoals Janis (Amy Berg), Hitchcock/Truffaut (Ken Burns) en Steve McQueen: The Man & Le Mans (Clarke & McKenna). Deauville slaagt er nog wel in een boeiende dwarsdoorsnede van de Amerikaanse onafhankelijke cinema te presenteren.

Die ‘indies’ zijn belangrijker dan men zou denken. “In 2014 kwamen van de 707 geproduceerde Amerikaanse films er 110 van de Hollywood studio’s en werden er 597, op vaak moeilijke wijze, opgezet door onafhankelijke producenten,” benadrukte festivaldirecteur Bruno Barde. Slechts enkelen bereiken onze multiplexen en arthouses, de meesten zijn moeilijk te marketen fragiele films. Getuige Deauville’s Grote Prijswinnaar 99 Homes, zowat Ramin Bahrani’s meest commercieel werk maar zelfs in Frankrijk verbannen naar video on demand. België is na het verdwijnen van verdeler A-Film een vraagteken , ook al omdat volgens Bahrani’s bekentenis zijn medeproducenten meer geld wilden voor de rechten waardoor zijn vertrouwde Belgische verdeler afhaakte (uiteindelijk zou begin 2016 Cinéart de film oppikken voor België, Dutch Filmworks voor Nederland).

Whiplash-5547.cr2

JAMES WHITE: Prijs van de Revelatie

Eigen schuld, dikke bult zou men kunnen zeggen maar de ‘kortzichtigheid’ van de producenten vloeit natuurlijk voort uit hun problemen bij het zoeken naar financiering. “Ik kreeg lang de kans om complexe, grootschalige films te maken,” zegt regisseur Edward Zwick (Glory, Blood Diamond), “dat is nu niet meer het geval. Je krijgt alleen de nodige middelen voor een ambitieuze film wanneer die erg winstgevend kan zijn”. Het duurde dan ook lang voor Pawn Sacrifice, een subjectief vertelde karakterstudie van schaapkampioen en Koude Oorlog icoon Bobby Fischer, uit de startblokken geraakte. “Onafhankelijke filmproductie is een stoel met drie poten,” stelt Zwick, “de eerste is risicokapitaalinvestering door een producent, de tweede prefinanciering via internationale distributierechten en de derde regionale belastingsvoordelen”.

Niet evident dus, al ziet hij voordelen in zijn ‘indie’ statuut: “bij een studiofilm moet je, ongeacht je reputatie, steevast afrekenen met een politiek landschap van producenten, acteurs en managers. Wij konden gewoon de film maken die we wilden in een stimulerend creatief vacuüm. If it’s shit, it’s our shit”. Een garantie op succes biedt dit niet. Pawn Sacrificesucks” om Zwicks woorden te gebruiken, omdat het teveel Hollywood goes indie is. Met een acteur (Tobey Maguire) die zijn serieux wil bewijzen en een regisseur die schaken gebruikt als MacGuffin en zijn protagonist herleid tot ‘paranoïde visionair’.

Whiplash-5547.cr2

PAWN SACRIFICE: ‘Indie’ is niet altijd een kwaliteitslabel

Zwicks fascinatie voor buitengewone figuren is erg old school Hollywood en niet zo ver verwijderd van de superhelden waarmee de studio’s ons om de oren slaan. De roots van de Amerikaanse onafhankelijke cinema – het lanceerplatform voor o.m. Steven Soderbergh, Quentin Tarantino, Paul Thomas Anderson en Todd Haynes – liggen in karaktergedreven, realistisch drama. Een nieuwe generatie Amerikaanse filmmakers kiest voor verhalen die aansluiten bij deze traditie. Deauville focuste daarom op een ander soort filmheld. “De indies tonen ons eenvoudige personages,” aldus Barde, “mensen die deel uitmaken van onze dagelijkse realiteit en die door hun leven en hun acties helden worden”.

Whiplash-5547.cr2

KRISHA: Kleine film met een groot hart

Die gewone, buitengewone mensen leveren vaak authentieke, beklijvende verhalen op. In Deauville vielen twee fascinerende portretten van marginale figuren in de prijzen: de pijnlijke illustratie dat goede wil en familiebanden niet opwegen tegen oude wonden en autodestructief gedrag (Krisha van Trey Edward Shults) en Sean Bakers Tinseltown kerstverhaal met gebroken harten en opgekropte woede Tangerine. Twee bonte verzamelingen van kleurrijke, levensechte personages in films gedraaid met weinig middelen (respectievelijk in de ouderlijke woning en met een iPhone). Het waren niet de enige films die hun inspiratie meer haalden bij de films van John Cassavetes dan bij de comics van Marvel. In I Smile Back (Adam Saly) worstelt een schijnbaar gelukkige vrouw met een depressie, in Dixieland (Hank Bedford) tracht een ex-gevangene een terugkeer naar de gevangenis te vermijden en in Day out of Days (van… Zoe Cassavetes) probeert een ooit succesvolle actrice haar waardigheid te bewaren. Verhalen die raken omdat kwetsbaarheid er primeert op loutering en het leven niet altijd resulteert in een happy end.

Opmerkelijk is dat jongeren vaak antihelden worden in roller coaster avonturen die draaien rond bedrog, illusie en moord: echtscheiding (Babysitter van Morgan Krantz), autodiefstal (Cop Car van Jon Watts) en een valse identiteit (Emelie van Michael Thelin) zorgen voor een labiel en gevaarlijk bestaan. De volwassenenwereld is niet echt iets om naar uit te kijken. Twee jongerendrama’s slaan resoluut een eigen weg uit. Rick Famuyiwa’s levenslustige Dope steekt de draak met gangsta romantiek en zet respectvol personages neer terwijl het in het Pine Ridge indianenreservaat gedraaide Songs my brother taught me (Chloé Zhao) op poëtische wijze de existentiële vragen van een adolescent (het eigen spoor volgen of de jonge zus blijven bijstaan) laat botsen met het ruwe, open landschap. Twee verschillende insteken, respectievelijk komisch en documentair, die de drugs- en drankproblematiek een ander gewicht geven maar beiden uitkomen bij emotionele cinema.

Whiplash-5547.cr2

EXPERIMENTER: Michael Almereyda’s Stanley Milgram biopic

Niet elke indie is een meesterwerk – Danny Collins (Dan Fogelman), Five Flights Up (Richard Loncraine) en Life (Anton Corbijn) ogen gekunsteld en emotiearm – maar het algemeen niveau lag dit jaar vrij hoog. Drie uitschieters willen we er nog uitlichten. De briljante antibiopic Experimenter van Michael Almereyda reconstrueert in een lyrische, Lynchiaanse stijl vol vervreemdingseffecten de fameuze experimenten van professor psychologie Stanley Milgram (die in de jaren ’60 de relatie tussen gezag en geweld onderzocht). Josh Mond toont in het autobiografische James White hoe een heel gewone antiheld tracht om te gaan met dreigend verlies en de nood het eigen leven in handen te nemen. In 99 Homes laat Ramin Bahrani een proletariër, die net zoals miljoenen landgenoten tijdens de in de huizensector van 2007-2008 zijn ‘home’ verliest, werken voor zijn beul, een cynische makelaar (magistraal vertolkt door Michael Shannon) die sneert naar de losers die geld uit arbeid trachten te verdienen: “Ze zijn overkop gegaan omdat ze huizen maakten, ik bezit huizen”. Pakkende, intelligente en relevante films die bewijzen de Amerikaanse onafhankelijke cinema meer aandacht verdient.

IVO DE KOCK

(Artikel verschenen in Filmmagie 659, november 2015)

PALMARES DEAUVILLE 2015

Grote Prijs: 99 HOMES van Raman Bahrani

Prijs van de Jury: TANGERINE van Sean Baker

Prijs van de Revelatie: JAMES WHITE van Josh Mond

Prijs van de Kritiek: KRISHA van Trey Adward Shults

Prijs van het Publiek: DOPE van Rick Famuyiwa

Prijs d’Ornano-Valenti: LES COWBOYS van Thomas Bidegain

Whiplash-5547.cr2

TANGERINE: Prijs van de Jury

Leave a comment