Todd Haynes’ Carol: Vrouwen, verlangen en verliefdheid

jan 7, 2016   //   by Ivo De Kock   //   film, genre, Haynes, melodrama, regisseur  //  No Comments
Carol 2

CAROL: Rooney Mara en Cate Blanchett

Toen de Amerikaanse onafhankelijke filmmaker Todd Haynes (° 1961) tijdens het filmfestival van Cannes zijn in de jaren vijftig gesitueerde Patricia Highsmith-adaptatie Carol (2015) voorstelde kreeg hij de vraag of hij ooit een verhaal in het heden zal laten spelen. Daar had de regisseur van Poison (1991), Safe (1995), Velvet Goldmine (1998), Far from Heaven (2002) en I’m Not There (2007) niet zo gek veel zin in bleek uit het antwoord.

Hij werkt momenteel dan ook aan een film over Peggy Lee met als opzet het verstrengelen van muziek en leven zoals bij zijn Bob Dylan anti-biopic I’m Not There. Haynes houdt van oude verhalen en oude genres, met name het melodrama, maar wel omdat ze hem toelaten iets te zeggen over het heden. Toen hij bij zijn remake van film noir Mildred Pierce (2011) terugging naar de roman van James M. Cain (weg van de donkere misdaadversie van Michael Curtiz uit 1945) en een familiaal melodrama te voorschijn toverde, belichtte Haynes reeds zijn motivatie: “Het idee was om oude films, genres en onderwerpen te gebruiken om mensen te doen nadenken over hier en nu”.

Het bijzondere aan Todd Haynes is dat nadenken in zijn films steevast verbonden is met kijken en voelen; met een blik op het verleden en met emoties die opborrelen uit de personages en hun passionele verhalen. De emotionele empathie van Haynes is even groot als zijn cinematografische creativiteit.

Ook in de ‘vrouwenfilm’ Carol waar een verhaal van liefde en lijden – gedragen door de verbluffende actrices Cate Blanchett, Rooney Mara en Sarah Paulson – zo subtiel wordt opgebouwd via aanrakingen, gebaren en blikken dat de zorgvuldig gecomponeerde tableaus van cinematograaf Edward Lachman blijven nazinderen. Resultaat is een tijdsbeeld dat druipt van smachtende passie en dromerige melancholie, een melodrama dat tegelijk triest en vreugdevol is. Een herkenbaar portret ook van mensen en een sociaal klimaat. Historisch én hedendaags.

Carol is een variant van David Leans verhaal van onmogelijke liefde Brief Encounter (1945) maar het is vooral een verfilming van Patricia Highsmiths autobiografisch getinte (en aanvankelijk onder een pseudoniem gepubliceerde) tweede roman ‘The Price of Salt’ over de relatie tussen twee New Yorkse vrouwen in de jaren vijftig. Het idee voor het verhaal ontstond toen de schrijfster die later bekend zou worden als auteur van misdaadverhalen (met dank aan Alfred Hitchcock die haar lanceerde met zijn verfilming van Strangers on a train) haar brood verdiende als verkoopster in een warenhuis.

Ze werd prompt verliefd toen een fascinerende, mooie, gedistingeerde vrouw de winkel binnenstapte en besloot haar gevoelens via fictie te onderzoeken. “Voor een lesbische verliefdheid bestond toen geen taal” aldus Haynes. Highsmiths sensueel en seksueel verhaal was dan ook behoorlijk vernieuwend in de fifties, een periode waar in het conservatieve Amerika lesbische liefde veel meer dan vreemdgaan een taboe vormde.

Dit streven naar een nieuwe literaire vorm voor nog niet uitgedrukte emoties en nog niet vertelde verhalen boeit Haynes even sterk als het melodrama dat er uit ontstond. De zoektocht naar een nieuwe taal vormt zowat de rode draad doorheen een carrière die na Far from Heaven en I’m Not There met Carol nu al een derde meesterwerk telt.

Carol 3

CAROL: Cate Blanchett

Todd Haynes mag dan wel de aanjager van de hedendaagse onafhankelijke Amerikaanse cineasten zijn, hij is geenszins het archetype van zijn generatie. Daarvoor is hij te weinig cynicus en entertainer. Te weinig verliefd op zichzelf als filmmaker ook. Terwijl hij als geen ander het verstand én de gevoelens van de kijker viseert.

Haynes onderscheidt zich ook door personages die streven naar authenticiteit (de crisissen in hun bestaan onderstrepen hoe belangrijk een authentiek leven leiden is) en door zijn eigen obsessie voor de vorming, transformatie en deconstructie van identiteit. Getuige de aandacht voor de kloof tussen publieke en persoonlijke identiteit (Superstar: The Karen Carpenter Story), voor de aftakeling van lichaam en persoonlijkheid door het steriele leven in de buitenwijken (Safe), voor de versplintering van (seksuele) identiteit (Velvet Goldmine), voor het verstikkende effect van regels en normen (Far from Heaven), voor de mogelijkheid om van leven en (artistieke) persoonlijkheid te wisselen (I’m Not There) en voor hoe verliefdheid en liefde mensen transformeert en conventionele relaties vernietigt (Carol).

Terwijl Hollywood grossiert in macho fantasieën en verhalen die draaien rond het mannelijkheidsbeginsel, weert Todd Haynes seksisme uit zijn mannelijke protagonisten (Velvet Goldmine, I’m not There) en focust hij heel nadrukkelijk op het vrouwelijke. Zijn reputatie als uitstekend vrouwenregisseur is sterk verbonden met zijn vermogen krachtige vrouwenverhalen te vertellen.

“Verhalen over vrouwen in huizen vormen de ware verhalen van ons leven,” zegt Haynes om zijn fascinatie voor “films driven by a woman” te duiden, “ze gaan over wat we allemaal op een of andere manier doormaken want het zijn verhalen over gezin, liefde, relaties en ontgoochelingen”. Carol is niet Haynes’ eerste film over ‘vrouwen in huizen’.

Dat was Safe waar een huisvrouw letterlijk ziek wordt van de angstige, conformistische tijdsgeest. Het is net haar drang om veilig te zijn die haar problemen met liefde en seksualiteit oplevert. In zijn als ode aan de melodrama’s van Douglas Sirk (All that Heaven Allows, Magnificent Obsession, Imitation of Life) opgevatte Far From Heaven voert Haynes een huisvrouw op die haar gevoelens niet onder woorden kan brengen en meegesleurd wordt in een ‘schandaal’ wanneer ze ontdekt dat haar man homo is en ze zelf met haar zwarte tuinman een ‘onaanvaardbare’ relatie aangaat.

“Het is een pijnlijk liefdesverhaal waarin de liefde te groot is voor de personages, waardoor ze overstroomt naar de muziek, kleren, sets,…” zegt Haynes, “het gaat over gereserveerdheid en hoeveel krachtiger emoties daardoor worden”. Ook Mildred Pierce is een emotionele zoektocht van een ‘vrouw in een huis’.

Een gescheiden vrouw die in een depressieperiode economisch succesvol is maar emotioneel implodeert omdat volgens Haynes “de bevrediging van moederlijke driften verbonden wordt met consumptie, misbruik van middelen en roekeloosheid”. Mildred wil na de dood van haar jongste dochter haar overlevende kind zo overdreven veel plezieren dat ze haar eigen ondergang veroorzaakt.

Alhoewel het liefdesverhaal Carol meer een companion piece van Far From Heaven is, trekt Haynes ook zijn aanpak van Mildred Pierce door. Zo verwerkt hij andermaal de manier waarop we naar mensen en dingen kijken in de film. “Ik wou in Mildred Pierce visueel suggereren dat in huizen waar overgeïnvesteerd wordt in familieleden iedereen iedereen observeert,” stelt Haynes, “dat gevoel te worden bekeken verhoogt de spanning van de intense moeilijkheid van een kind om zich af te scheiden van zijn ouders en zich te identificeren met een eigen persoonlijkheid”.

In Carol wordt opnieuw gegluurd via kaders maar gaat ook heel veel aandacht naar het observeren van gebaren en blikken, van handen die strelen en vingers die aanraken, van tassen en sigaretten, van schouders en kleding. Het is de blik van een verliefde (en zich daardoor geïsoleerd voelende) vrouw die bij het object van haar liefde naar tekens, sporen van liefde zoekt. Een blik die verbonden is met ‘voelen’, met emoties maar ook met tastbare elementen. “Daarom wordt veel aandacht besteed aan de stoffen, de texturen,” aldus Haynes “die moeten de kijker een tactiele sensatie geven”.

Tegelijk wil de regisseur ons ook doen kijken door de ogen van verliefde mensen. Volgens Haynes vraagt een verliefd individu zich constant af “wat een blik of een aanraking betekent. Houdt ze van me? Houdt ze niet van me? Alsof je door een koorts bevangen bent. Die koorts bepaalt de echte temperatuur van Carol”.

Hij situeert de film nadrukkelijk in de overgangsperiode die de jaren vijftig in Amerika waren, in een sociaal klimaat waar gevoelens van paranoia en optimisme overheersten en een diepgeworteld conservatisme ervoor zorgt dat liefde tussen vrouwen een misdaad is. In een sfeer van onderdrukte gevoelens en sociale repressie botsen verlangens en frustraties tot een explosie onvermijdelijk wordt. Net zoals de euforie en de ontnuchtering die volgen.

Haynes imiteert hier andermaal Sirks melodrama’s: passie wordt onderkoeld geserveerd maar onderhuidse emoties komen uiteindelijk toch aan de oppervlakte. Op dat moment slaat de maatschappij genadeloos toe: mannelijke moraalridders roepen de ‘schandalige’ vrouwen tot de orde (nadat een mannelijke speurder bewarend materiaal heeft vastgelegd) en dreigen met genadeloze bestraffing. De vrouw dreigt haar sociale positie en kind te verliezen. Of verwezen te worden naar de marginaliteit.

Carol vertelt het liefdesverhaal van twee vrouwen van verschillende leeftijd en sociale positie. Carol is een oudere vrouw (met jonge dochter) die haar moederschap, status en huwelijk in gevaar brengt door een relatie aan te gaan met de jonge, onervaren en verlegen Thérèse. Maar beiden worstelen evenzeer met hun gevoelens, met de signalen die de ander uitstuurt en met de reactie van derden (Carols echtgenoot Harge, haar vriendin Abby en Thérèse’s vriend Richard).

Ze passen niet in de betere sociale middens waarin Carol verkeert maar evenmin in de alternatieve, artistieke milieus waar lesbische liefde wèl getolereerd wordt. Ze worstelen vooral beiden met de intensiteit van hun onderdrukte gevoelens en met de opwinding die zich langzaam van hen meester maakt. Haynes toont die strijd met zichzelf en de omgeving op een sobere wijze waardoor de rustig opgebouwde emoties enkel krachtiger worden en ook de gevoelens van eenzaamheid, pijn en frustratie aan de oppervlakte komen.

Het verhaal van deze ‘vrouwen in huizen’ is ook een strijd tussen afstand (gecreëerd door sociale conventies) en nabijheid (streefdoel van het liefdespaar), tussen vrouwelijke vrijheidsdrang en mannelijke controlezucht (de echtgenoot dreigt en chanteert om zijn echtgenote te onderwerpen).

In tegenstelling tot Far from Heaven vermijdt Carol de hevige technicolor kleuren van Sirk om ook visueel een strijd te introduceren tussen de vale decors en de intens gekleurde objecten, het grauwe New York en de warme jassen en hoofddeksels. De emotionele onderstroom van het verhaal wordt weerspiegeld in deze sluimerende kleurexplosie, het onderliggende dreigt aan de oppervlakte te komen en het morele conservatisme te overspoelen. Lees: de ingedamde emoties dreigen een overstroming te veroorzaken die de protagonisten (en hun omgeving) meesleurt.

Haynes en zijn directeur foto Ed Lachman (Mildred Pierce, I’m not There, Far from Heaven) bekijken de personages vaak via ramen en spiegels (een vertrouwde techniek van Sirk) en laten Carol en Thérèse elkaar nadrukkelijk observeren. Op zoek naar signalen die niet onder woorden gebracht (kunnen) worden. In een scène die in het begin en aan het einde van de film hernomen wordt, praten de twee vrouwen in een koele lobby van het Ritz zonder veel te zeggen.

Hun blikken zijn evenwel veelzeggend en de kijker beseft dat hij anders kijkt en interpreteert wanneer het verhaal van de vrouwen gekend is (of toch deels verteld is). Carol wijst zo op verborgen verhalen en subjectieve interpretaties. Maar ook op de blindheid van de samenleving in zijn geheel en van mannen in het bijzonder. Een praatzieke man die aan het tafeltje de (hernieuwde) ontmoeting van de vrouwen komt verstoren ziet niets en hoort enkel zichzelf. Bij gebrek aan inzicht en inlevingsvermogen.

Empathie is voor Todd Haynes de sleutel om ondanks alle bedrieglijke schijn en subjectieve blikken toch tot een emotionele waarheid te komen en door te dringen tot het hart en de ziel van mensen. “De filmtaal die we voor Carol ontdekten zou ik als ‘poëtisch realisme’ omschrijven,” aldus Lachman, “verhalen vertellen met beelden kan leiden tot een psychologische waarheid. Todd en ik trachten steeds de visuele context van het verhaal te vinden. Daarom injecteren we psychologie in de manier waarop de camera beweegt, in de belichting en in het design van decor en kledij”.

Daar waar veel hedendaagse films er realistisch uitzien maar enkel ‘onechte’ (heroïsche of karikaturale) personages opvoeren, tracht Haynes authentieke personages te doen ontstaan via poëtisch realisme, door hyperreële emoties in een kunstmatig kader te plaatsen.

Ondanks zijn belangstelling voor het verleden presenteert Haynes toch een moderne visie op het heden. Carol is een ‘ouderwets’ melodrama waarin personages niet mét en niet zonder elkaar kunnen leven maar het is ook heel modern in de zin dat de vrouwen die centraal staan hun verlangens niet moeten inleveren. Sterker nog: ondanks alle tegenkantingen vinden ze hun identiteit. Passie overwint agressie. Omdat verlangen zich geen grenzen laat opleggen en de vrouwelijke personages zich niet laten opsluiten in huizen.

Carol is ontroerende en verontrustende cinema die volgens Todd Haynes “de kijker ongemakkelijk maakt. De film stelt vragen over ons leven en over de keuzes die we wel of niet hebben. Wanneer dit soort verhalen gemakkelijker uitgedrukt wordt in door vrouwen gedreven huiselijke verhalen, dan ben ik heel erg trots deel uit te maken van die traditie”. Een mooie traditie.

IVO DE KOCK

(artikel verschenen in STREVEN, februari 2016)

Carol 1

CAROL: Cate Blanchett en Kyle Chandler

Leave a comment