Scarface, van Howard Hawks (1932) tot Brian De Palma (1983): The world is yours!

mrt 29, 2016   //   by Ivo De Kock   //   actueel, De Palma, film, film noir, genre, misdaad, regisseur, thema  //  No Comments
Scarface-19831

SCARFACE: Brian DePalma

Do it first, do it yourself, and keep on doing it” is het motto van gangster Tony Camonte in de Scarface van Howard Hawks uit 1932. “I want what’s coming to me,” zegt Tony Montana in Brian De Palma’s Scarface uit 1983, “the world and everything in it”. Er zit 50 jaar tussen de twee sympathieke slechteriken-met-een-litteken maar beiden weerspiegelen een chaotische samenleving in woelige tijden. Hun drift en drang staat voor de Amerikaanse droom én zijn keerzijde. “You know what capitalism is? Getting fucked!.

Pas na 10 of 20 jaar kan je weten wat een film betekent,” zegt Brian De Palma n.a.v. de Bluray-release van zijn in 1983 omstreden cocaïne-epos, “Scarface werd van in het begin gehaat. De filmindustrie had er een hekel aan, mensen liepen weg bij voorvertoningen en we werden vervloekt in de zaal”.

Bovendien werd het misdaaddrama slecht onthaald door de critici die vooral geweld, scheldwoorden (206 x ‘fuck’) en een slechte Howard Hawks-remake (de film noir gangsterfilm avant la lettre Scarface uit 1932 gold als een klassieker) zagen. Hevig expressionistisch bloedrood i.p.v. contrastrijk impressionistisch zwart-wit. De Palma werd genomineerd voor een Razzie award (als ‘slechtste regisseur’) maar het publiek zorgde voor commercieel succes. Meer nog, volgens historicus Ken Tucker ontstond “er een Scarface nation die hiphop- en popcultuur samenbracht”.

Scarface 1

SCARFACE

De invloed van de film op strips, videogames (Scarface maar ook Grand Theft Auto) en televisie (The Sopranos, South Park en The Simpsons verwezen naar de film) was groot. Terwijl ‘bad guy‘ Saddam Hoessein zijn witwasfirma ‘Montana Management’ noemde. Langzaam groeide ook de kritische waardering, waarbij sommige recensenten een serieuze bocht maakten (“ik heb hun vroegere besprekingen bewaard” zegt De Palma triomfantelijk).

De ooit gehate film wordt nu, ruim 20 jaar na datum, gezien als een toonaangevende gangsterfilm én een bijtende commentaar op het narcisme van de jaren 80 en de aftakeling van de Amerikaanse (succes)droom. De nieuwe Bluray-uitgave biedt niet veel nieuw bonusmateriaal in vergelijking met de vorige Special Edition maar bevat wèl de Howard Hawks versie. Waardoor cinefielen kunnen ontdekken dat hysterische cinema van alle tijden is. En dat Griekse drama’s het best de geest van donkere, chaotische tijden vatten. Met anti-helden die van triomf naar tragedie stormen. Zoals Elvira verzucht in De Palma’s versie: “Nothing exceeds like excess”.

Indie spirit in de jaren 30

Scarface blijft mijn favoriete film omdat (producent) Howard Hughes en ikzelf enkel op onszelf waren aangewezen,” getuigt Howard Hawks in Joseph McBride’s interviewboek ‘Hawks on Hawks’, “iedereen stond onder contract bij de studio’s. We konden geen studio overtuigen en ze wilden niemand uitlenen, dus we moesten zelf een cast vinden. Hollywood wou niet weten van onafhankelijke films. We huurden een ingedommelde studio en draaiden er de film. Het werd dè grootste film van het jaar ondanks het feit dat we van niemand hulp kregen”. Sterker nog, de tegenkanting van de censors was zo groot dat Scarface pas twee jaar na zijn afwerking uitkwam.

Scarface Hawks 3

SCARFACE: Howard Hawks

Aan de basis van het project lag een boek van Amitage Trail over de criminele carrière van de Italo-amerikaanse gangster Al Capone. Tal van scenaristen, waaronder W.R. Burnett, sleutelden aan het scenario maar het was uiteindelijk de jonge journalist Ben Hecht die voor de definitieve versie zorgde. Hij was het die het incestueuze verhaal van de Borgia’s in het script verwerkte (al beweert Hawks dat het idee van hem kwam).

Het verhaal draait rond huurmoordenaar Tony Camonte (Paul Muni) die als lijfwacht gaat werken voor een gangsterbaas van bootleggers (het gebeuren speelt tijdens de drooglegging in de jaren 20, de periode waarin de Amerikaanse overheid alcohol illegaal maakte en zo bijdroeg aan de expansie van de maffia).

De impulsieve, gewelddadige en kinderlijke Tony (het litteken op zijn gelaat is een fysieke expressie van zijn geestesgesteldheid) koestert een incestueuze passie voor zijn zus Cesca (Ann Dvorak). Die is zo hevig dat hij uit jaloezie haar minnaar en zijn vriend Rinaldo (George Raft) doodt, wat leidt tot een belegering van zijn vesting door de politie die hem wil arresteren. Liefde blijkt sterker dan wraak (Cesca steunt Tony) maar de dood blijft onvermijdelijk.

Scarface Hawks 4

SCARFACE: Howard Hawks

De censors ergerden zich aan de in hun ogen fascinerende, realistische weergave van de gangsters en blokkeerden SCARFACE tot er een moraliserende inleiding en dito ondertitel (‘Shame of the Nation’) aan gekoppeld was. Howard Hawks – die zich toen nog enkel met The Dawn Patrol had laten opmerken maar later naam zou maken met o.m. Only Angels Have Wings, His Girl Friday, The Big Sleep, Red River, Gentlemen Prefer Blondes en Rio Bravo – zag Scarface nochtans niet als een realistische film over het gangsterprobleem met stellingnamen voor of tegen gangsters, voor of tegen de maatschappij.

Zoals essayist Robin Wood in ‘Howard Hawks’ stelt, “de film toont opmerkelijk weinig samenleving; noch om aan te klagen, nog om te verdedigen. Het naturalisme van Hawks is uiterst selectief: hij elimineert de maatschappij”. De regisseur is immers vooral geïnteresseerd in mensen/personages en heeft het over onverantwoordelijk gedrag, machtsstreven en het autodestructieve effect dat het op individuen heeft.

Wat niet wegneemt dat Hawks met plezier een immorele film maakt. Hij heeft geen aandacht voor slachtoffers, voert geen probleemstelling in morele termen op en lijkt niet te geloven in de maatschappij. Het opgelegde einde (Tony wordt neergeschoten door de politie) mag dan wel de onvermijdelijke overwinning van de maatschappelijke orde zijn, het is geen goedkeuring van die orde. Het einde is donker en pessimistisch, maar niet definitief. Net zoals in de melodrama’s van Douglas Sirk is het aan het einde van de film bereikte nieuwe evenwicht heel broos en wankel. Een nieuwe crisis is onvermijdelijk.

Scarface Hawks 5

SCARFACE: Howard Hawks

De meeste gangsters die ik ontmoette wàren kinderlijk” stelt Hawks die een machinegeweer tot Tony’s speelgoed maakt. “This is the only thing that gives orders, Johnny.” zegt Tony met twinkelende oogjes, “Get out of the way, I’m gonna spit”. Het belette niet dat Capone gek was op de film. “Hij bezat een eigen kopie,” aldus Hawks, “hij vond de film geweldig. ‘Jullie hebben er heel wat in gekregen, hoe wisten jullie dat allemaal?’ vroeg hij. Ik antwoordde ‘weet je dat een advocaat niet kan getuigen? Wel, ik ben een advocaat!’ Hij moest daar mee lachen”.

Beeldenstormers in de jaren 80

Het idee voor een nieuwe, moderne Scarface ontstond toen ik toevallig naar een oude Paul Muni-film keek,” aldus producent Martin Bregman, “dat bleek de Scarface van Howard Hawks te zijn. Ik bedacht me dat een dergelijke film, over de ondergang van een Amerikaanse gangster, recent niet gedaan was. En na een aantal producties met Al Pacino wou ik wel een grote gangsterfilm maken met hem. Geen slaafse remake van de oude Scarface want die ging over de drooglegging. Gewoon een hedendaags verhaal over de opkomst en ondergang van een Amerikaanse gangster of dynastie”.

Bij Pacino klinkt het lichtjes anders. Volgens hem lag hij aan de basis van het project: “Tijdens mijn jeugd had ik Scarface nooit gezien. Pas jaren later ontdekte ik de film met vrienden in een bioscoop op Sunset Boulevard. Ik vond hoofdacteur Paul Muni gewoonweg geweldig. Zo schitterend dat ik iets wou doen. Hem imiteren, me door hem laten inspireren,… Ik belde Bregman en die verzamelde enkele mensen om de film te ontwikkelen”.

Scarface kleur 5

SCARFACE: Brian De Palma

De eersten die aan een scenario werkten waren regisseur Brian De Palma en scenarist David Rabe. “Het scenario werd niet wat men ervan had verwacht,” bekent De Palma, “we konden het niet eens worden over wat we wilden. Daarom stopten David en ik ermee”. Dan verschijnt regisseur Sidney Lumet op het toneel. Hij haalt de actie weg uit Chicago en introduceert de Cubaanse piste. Martin Bregman: “Toen Sidney voorstelde om het verhaal in de cocaïnewereld te situeren wist ik dat we goed zaten. Ik nam Oliver Stone aan om dat universum te exploreren”.

De scenarist nam het onderzoek iets te letterlijk en begon te experimenteren met drugs. Maar hij deed ook research naar het misdaadmilieu. “Lumet wou het in Miami situeren, met de Mariel-vluchtelingen,” benadrukt Stone, “ik deed onderzoek naar de stad en de drugtrafficanten. Zij voelden zich gevleid dat we er een film over wilden maken. Toch waren er momenten dat ik vreesde dat ze me voor een geheim agent aanzagen. Op die ogenblikken voelde ik weer de angst die ik kende van Vietnam. Dàt werd de essentie van Scarface, ik wou die angst vastleggen. Het cruciale concept van de film is dat wanneer je niet weet wat er gaat gebeuren, het geweld op elk moment kan komen”.

Stone leverde een krachtig en intens scenario af (dat hij schreef in Parijs als “een afscheid aan cocaïne”) vol indringende dialogen maar het beviel Lumet hoegenaamd niet. De regisseur van Twelve Angry Men, Serpico en Dog Day Afternoon vond het te gewelddadig en overdreven. Hij haakte af. “Lumet wou het politieker” benadrukt Bregman. Stone stelde zich kandidaat om de regie te voeren maar doordat de latere regisseur van Platoon, JFK en Wall Street op dat moment enkel twee flops (Seizure en The Hand) op zijn naam had staan kwam men terug uit bij Brian De Palma.

“Ik was altijd al een grote fan van De Palma,” zegt Bregman, “Brian is een verhalenverteller en hij leek me de beste persoon voor dit verhaal. Dat bleek ook want van de ruim 30 films die ik produceerde zou Scarface de interessantste blijven”. Dat Stone’s scenario radicaal verschilde van zijn eigen versie beviel De Palma: “Ik vond het goed omdat het een heel andere benadering was, ik zag er een soort moderne metafoor in waar het goud van John Hustons The Treasure of the Sierra Madre cocaïne wordt en de Amerikaanse droom uit de hand loopt. Cocaïne is een product dat miljoenen dollars oplevert maar daarbij je leven verwoest. De kapitalistische droom ontspoort, wordt krankzinnig en vernietigt zichzelf”.

Scarface kleur 10

SCARFACE: Brian De Palma

De Palma had in tegenstelling tot Stone al wel een hit (Carrie) op zijn naam staan, maar hij bleef evenzeer een buitenbeentje. Hij was zelfs een controversieel cineast die nu eens een goedkoop Hitchcock-imitator werd genoemd (Obsession) en dan weer een vrouwenhater (Dressed to Kill). Vooral omdat zijn cinema door critici wordt gereduceerd tot de briljante oppervlakte. Tot soepele camerabewegingen, ingenieuze scènes en expressionistische kleuren.

Maar de gladde, steriele wereld die De Palma zo schetst verhult een onderliggend spanningsveld. Gewelddadige erupties onthullen een afschuwelijke realiteit die het gevolg is van seksuele repressie, religieus fanatisme, economische uitbuiting, racisme en machtswellust. De oppervlakte staat symbool voor het ‘normale’ Amerika waarin iedereen wordt gedwongen zich te integreren (Scarface vertelt het integratieproces van ‘Cubanos’ in Amerika’s multiculturele samenleving). Maar schijn bedriegt en alles, zowel mensen als situaties, zit anders in elkaar dan op het eerste gezicht lijkt.

Bovendien blijkt de illusie het resultaat van manipulatie (lees: enscenering) en interpretatie (lees: standpunt). De Palma ensceneert én vernietigt de illusie om chaos en gewelddadigheid bloot te leggen. Angst en fascinatie voor losbarstend geweld zijn dan ook nauw verbonden in films zoals Scarface. De barst in de illusie wordt zowel gevreesd als verhoopt. Het moment van de waarheid is voor De Palma’s tragische helden het einde van een bepaald illusoir leven en het begin van een echt, emotioneel leven. Dat film voor de cineast een gevecht met de dood is wordt overduidelijk in ‘zijn’ Scarface.

Alles kan, de wereld is van jou

Scarface is het beste van Brian De Palma, Oliver Stone en Al Pacino, drie iconen van de Amerikaanse filmwereld”, zegt regisseur Eli Roth (Hostel, The Green Inferno). Maar zo zag die filmwereld het niet anno 1983. “Hollywood wilde het niet erkennen als: ‘dit is het soort films dat wij maken, dit is wat onze filmmakers doen’,” aldus acteur Steve Bauer, “het is nu eenmaal geen verhaal waar iedereen zich mee kan identificeren, het is Dante’s inferno”. Gelukkig reageerde volgens Bregman “het publiek zoals we gehoopt hadden. Daardoor wisten we dat we iets speciaals hadden”.

Scarface kleur 9

SCARFACE: Brian De Palma

De moderne film noir op muziek van Giorgio Moroder werd de hit die De Palma voor ogen had: “Ik had net een heel moeilijke film gemaakt, Blow Out, zonder succes. Ik wilde naar een andere wereld, ik wilde commerciëler zijn door een gangsterfilm te maken”. Van Hawks nam De Palma de intrige (opkomst en teloorgang van een gangster) en enkele thema’s (obsessie voor geld en geweld) en scenarioelementen (de relaties tussen Tony en Manolo, tussen Tony en ex-baas Lopez, Tony en Elvira, Tony en Gina, Gina en Manolo) over.

De locatie en de periode veranderden evenwel. Scarface opent met documentaire beelden van Cubaanse vluchtelingen die per boot arriveren in Miami Beach. “That son-of-a-bitch Castro is shitting all over us” (de Cubaanse president opende de haven van Mariel voor 125.000 vluchtelingen) vloeken immigratieambtenaren want tussen de vluchtelingen zitten heel wat misdadigers. Zij komen terecht in een gebied waar de cocaïnehandel welig tiert en bendes oorlogen uitvechten. De aanpassing verloopt té vlot. “I kill a communist for fun, but for a green card, I gonna carve him up real nice” zegt Tony Montana.

Scarface zat dicht op de tijd, schreef een stuk actuele geschiedenis, maar vertelde zijn verhaal op een tijdloze manier, als een mix van Griekse tragedie en Italiaanse opera. “Deel 1 was een expressionistische film, deel 2 een impressionistische,” stelt acteur Robert Loggia. Het eerste deel toont hoe immigrant Tony Montana samen met zijn vriend Manny carrière maakt, hoe hij verliefd wordt op Elvira (het meisje van zijn baas) en hoe hij langzaam gewelddadiger (“You wanna play rough? Okay. Say hello to my little friend!”) en machtiger wordt. In het tweede deel ontdekt Tony dat macht een prijs heeft en de val onafwendbaar is.

Scarface 17

SCARFACE: Brian De Palma

De films van Hawks en De Palma vertellen een ander verhaal (met parallellen) en doen dat op een verschillende manier. Hawks kiest voor een fysieke mise-en-scène: hij filmt lichamen en bewegingen op ooghoogte. In zijn westerns eigenen personages zich een ruimte toe, waardoor ze gedoemd zijn te vechten tegen hun omgeving. Gangsters zien zich als moderne cowboys, ze beleven hun obsessies (geld, macht of liefde) zonder afstand te nemen, zonder controle of relativering.

De Palma bouwt daarentegen twijfel in, zijn films en personages stellen constant het eigen beeld in vraag. Zowel de personages (die een rol spelen) als de beelden (tegelijk objectief en subjectief) worden ontdubbeld. Wat onderstreept wordt door ‘film in de film’ symboliek: spiegels, tv-schermen, ramen, glazen lift,… Door te stellen “ik vertel altijd de waarheid, ook wanneer ik lieg” geeft Tony aan dat hij acteert. Er is een afstand tussen Tony en Scarface en daar glijden humor en zelfrelativering binnen.

Niet toevallig stelt hij aan een drugstrafficant voor “de scène te hernemen”. Vandaar dat hij wel zijn kinderlijk gedrag bewaart, maar zijn onschuld verliest. Ook al is hij een sympathieke underdog en bezit hij moreel besef (zo weigert Tony een gangster op te blazen omdat hij diens kinderen niet wil treffen). Als romantische macho projecteert hij zijn verlangen naar reinheid, onschuld en een zondeloos leven in zijn zuster.

Wanneer hij Gina in het huis van zijn beste vriend aantreft kan hij niet anders dan die schending afstraffen. Maar de twee zijn pas getrouwd wat de moord zinloos maakt. Niet die zinloosheid maar wel het feit dat hij zijn vriend kon vermoorden zet Tony aan tot denken. Hij beseft dat hij eigenlijk enkel van zijn zuster heeft gehouden. Dat bewustzijn wordt hem fataal want zijn sterkte was steeds zijn onwetendheid.

Film is belangrijk in het bestaan van Tony Montana. Zijn vader nam hem mee naar de bioscoop, “I watch the guys like Humphrey Bogart, James Cagney. They, they teach me to talk. I like those guys. I always know one day I’m comin’ here, United States”. De Palma benadrukt dat realiteit en fictie, waarheid en mythe, door elkaar lopen. Alles zweert samen om de fictie in stand te houden. De overheid (politie en politici) en gangsters stoten samen ‘vreemde lichamen’ af.

De machtsmechanismen kleuren het gebeuren: geld (goud), geweld (rood) en heroïne (wit). Tony bereikt nooit echte macht omdat hij de koele controle van Boliviaan Sosa niet kan uitoefenen. Zijn emotionele onvolwassenheid, zijn traditionele waarden en zijn onzekerhtied maken hem emotioneel en dus kwetsbaar. Wanneer de afstand tussen Tony en Scarface verdwijnt, wanneer hij zijn imago wordt, is de ondergang nabij. Belaagd in zijn vesting door een duistere bende die na zijn zus ook zijn gouden ballustrade aan flarden schieten, trotseert hij in een onrealistische scène alle kogels met de kreet “I’m still standing”. Tot een emotieloze killer hem in de rug schiet en hij midden in het fonteintje in zijn hall dondert. “De wereld is van jou” is zijn grafschrift.

Ik weet nog dat ik schokgolven voelde,” bekent criticus Julie Salamon, “iets wat je niet snel voelt in films. Er was een controverse toen, hoe geschikt is Scarface met zijn geweld voor jongeren? Aan het einde was de film net een explosie”. Het geweld, en vooral het gesuggereerde geweld (in de badkamerscène waar de gangsters een kettingzaag inschakelen wordt de gruwel via suggestie en reacties geëvoceerd), leidde aanvankelijk de aandacht af van de inhoud.

Scarface 3

SCARFACE: Brian De Palma

Pas na een tijdje werd het allegorisch karakter duidelijk voor velen. “Scarface ging in zekere zin over de filmindustrie,” stelt Salamon, “en in zijn afbeelding van de gangsters rond Tony Montana toonde De Palma zijn visie op studiobazen”. “Scarface is een film vol spanning die laat zien hoe snel het in die omgeving op geweld kan uitlopen” zegt regisseur Antoine Fuqua (Training Day. Brooklyn’s Finest). De Palma schetst het portret van decadentie; van een man die paranoïde is en een land waar de vrijheid om te dromen ontspoort. “Amerika heeft een land en een cultuur opgebouwd op het concept van: ‘je kunt hier alles doen, de wereld is van jou’,” zegt documentairemaker Billy Corben (Cocaine Cowboys).

Keith Gordon (The Killing) ziet een “satire op kapitalisme en op wat succes met je doet. Tony is een moordende drugdealer maar is hij echt zo anders dan de bankier die zijn geld witwast? Is hij zo anders dan de overheidsambtenaar die bij hun laatste meeting was?” De scène waarin Tony bij het verlaten van een restaurant een speech afsteekt om de brave burgers duidelijk te maken dat ze slechteriken nodig hebben om zich achter te verschuilen, vormt de kern van de film: “You don’t have the guts to be what you wanna be? You need people like me so you can point your fuckin’ fingers and say, “That’s the bad guy.” So… what that make you? Good? You’re not good. You just know how to hide, how to lie”. Om uitdagend af te sluiten met “say good night to the bad guy!”

Zonder Scarface was Michael Mann er nooit in geslaagd om een jaar later de tv-reeks Miami Vice op de rails te zetten. Had Billy Corben Cocaine Cowboys, zijn documentaire over de cocaïneoorlogen in de jaren 80, nooit kunnen maken. Zou Roberto Saviano nooit in zijn kamer met Scarface-poster Gomorra hebben geschreven (kinderen spelen in die maffia-film scènes uit De Palma’s film na). Was Fuqua’s Training Day nooit zo visceraal geworden (“Scarface heeft me 100% beïnvloed, die beweeglijke realiteit, die lelijkheid”). Of Tarantino’s Inglourious Basterds zo absurd gewelddadig. Van uitgespuwde film over inspiratiebron tot cultfenomeen en klassieker; Scarface legde een indrukwekkend parcours af. Zoals Saviano zegt: “De belangrijkste zaken in het leven zijn leren zwemmen, Primo Levi lezen, voetballen, de liefde bedrijven en Scarface zien”.

IVO DE KOCK

(Artikel verschenen in FILMMAGIE, n° 619, november 2011 )

SCARFACE; Howard Hawks; USA 1932; 93′; met Paul Muni, Ann Dvorak, George Raft, Boris Karloff; FILM: **** / EXTRA’S: 0; SCARFACE; Brian De Palma; USA 1983; 170′; met Al Pacino, Steve Bauer, Michelle Pfeiffer, Robert Loggia, Maria Elizabeth Mastrantonio; FILM: **** / EXTRA’S: **** (documentaires, verwijderde scènes); dis. Universal

Scarface Hawks 9

SCARFACE: Howard Hawks

Scarface 7

SCARFACE: Brian De Palma

Leave a comment