Zeer af en toe worden we geconfronteerd met een staaltje pure cinema: met een minimum aan woorden wordt een maximum aan emoties in beeld gebracht. Zo’n pareltje is de fabuleuze thriller Shadow Dancer van James Marsh, de Britse cineast die al een Oscar won met de intrigerende documentaire Man on Wire.
In tijden waar inspiratieloze en talentarme Hollywood huurlingen zich auteurs wanen is het verfrissend wanneer filmmakers enkel pretentieloos genrevertier beogen. De Spaanse cineast Jaume Collet-Serra, verantwoordelijk voor de puike B-films House of Wax en Orphan maar ook enkele Liam Neeson vehikels (Unknown, Non-Stop, Run all night), is zo’n B-filmer die enkel kinetische en geen diepgaande cinema wil maken. Maar wel ondiep, pretentieloos vertier zoals The Shallows.
Ongeveer vijf jaar isSteven Soderbergh al bezig aan een afscheidstournee door filmland. Na het Che-tweeluik van 2008 draaide hij The Girlfriend Experience, The Informant!, Contagion, Haywire en Magic Mike. Om zijn middelpuntvliedende uitbarsting van creative rage af te ronden met Side Effects.
Enfant terrible Oliver Stone blijft om zich heen schoppen. Vooral in woorden. President Obama, Pokemon en de Amerikaanse inlichtingendienst moesten er onlangs aan geloven. Want de met samenzweringstheorieën flirtende regisseur van Platoon, JFK en Nixon wond zich op over “het spook van het surveillance capitalism.” Lokaliseren en volgen als big business en politieke controle. “Ik denk dat we paranoïde geboren worden,” geeft Stone toe, “maar soms hebben zelfs paranoïde mensen gelijk. En dat is een understatement.” Volgens hem leven we in “a one-government world” en “a really scare time.”
SNOWDEN: De politieke en morele waarschuwingen van Oliver Stone
Met Snowden, een biopic over klokkenluider Edward Snowden, knoopt Amerikaans cineast Oliver Stone weer aan bij de rusteloze cinema waarmee hij in de jaren tachtig en negentig school maakt. Onderstroom van deze politieke thriller is woede en het standpunt is dat van de rebel/patriot. Geen foutloze film maar Stone heeft wel het lef om van een gedemoniseerde ‘verrader’ een (romantische) held te maken én het machtsmisbruik van de surveillancestaat aan te klagen.
Na het fenomenaal succes van The Sixth Sense eind jaren ’90 leek de meester van de plot twist M. Night Shyamalan voorbestemd om de Amerikaanse cineast van het nieuwe millennium te worden. Maar het ging pijlsnel bergaf met Shyamalan die de commerciële flops opstapelde en door de critici steevast werd afgeslacht. Na de release van Lady in the Water was hij zonder meer Hollywoods meest omstreden filmmaker en na het After Earth debacle werd hij persona non grata. Shymalan vocht terug met de lowbudget horrorfilm The Visit. Een andere ‘kleine’ indie later, de bizarre psychologische kidnappingsthriller Split, is hij weer terug van weggeweest.
Van een film waar een dreigend einde-van-de-wereld moet afgewend worden in volle pandemie verwachten dat hij zowel de bioskopen als de cinema industrie redt, was wat veel gevraagd. Zeker wanneer die spionagethriller het meest enigmatische en hermetische werk blijkt van een sowieso complexiteit koesterende filmmaker. Een ‘game changer’ werd ‘Tenet’ niet, maar de Britse regisseur Christopher Nolan tekende wel voor de meest spectaculaire en uitdagende film van 2020. Een audiovisuele puzzel die de concepten tijd en ruimte uitrekt.
In de jaren 10 van deze eeuw is de Amerikaanse filmmaker en producent Michael Mann (° 1943) wat uit beeld verdwenen maar rond de eeuwwisseling verwierf hij een stevige reputatie met films als Heat, The Insider, Ali, Collateral en Miami Vice. En dat was best onverwacht want over zijn vroeger werk – van tv-film The Jericho Mile over Thief (aka Violent Streets) en The Keep tot Manhunter – werd bij de release wat lacherig gedaan. Terwijl de TV-reeks Miami Vice pas achteraf een cultstatus verwierf. Patrick Duynslaegher was een ‘early fan’ van Mann, zelf lieten we ook ons enthousiasme blijken in het filmtijdschrift ‘Andere Sinema’ over The Jericho Mile, Thief en The Keep. Om wat later in het ook al verdwenen ‘The Movie’ Manhunter een meesterwerk status te bezorgen. Even een duik in onze archieven. Thief, zonder ‘progressieve spelling’ wel.
“Vergeet het, ’t is maar een thriller” schreef een filmschoolleraar onder Martin Scorsese’s lovende analyse van The Third Man. De met slechte punten bedachte leerling werd een gerenommeerd cineast én filmkenner, de film van Carol Reed geldt na een BFI-poll als beste Britse film van de 20ste eeuw. Het iconisch beeld van het in een donkere deuropening oplichtend gelaat van Orson Welles’ Harry Lime is stevig verankerd in ons collectief geheugen. Net zoals de contrastrijke zwart-wit fotografie en de oorworm citermuziek van Anton Karas. Dit is meer dan een thriller.
“Het was toen gewoon een film, een job,” zegt Sydney Pollack 30 jaar na de release van zijn ophefmakende thriller Three Days of the Condor, “Robert Redford en ik verwachtten niet dat het een toonaangevende film van de jaren 70 zou worden”.