NIGHT AND THE CITY: Richard Widmark in Jules Dassins film noir
Steeds meer Franse cinefielen en critici gieten hun filmgeheugen in boekvorm. Na Serge Toubiana met ‘Les fantômes du souvenir’ is er nu Pierre Rissient met ‘Mister Everywhere’. De memoires van een man die in Todd McCarthy’s documentaire werd omschreven als ‘Man of cinema’. Portret, in zijn eigen woorden, van een veelzijdig man en ontdekker van obscure talenten.
“De jaren 80 waren niet mijn favoriet film decennium,” zegt William Friedkin in zijn voorwoord bij Le Cinéma de Starfix: Souvenirs du Futur, “maar met zijn iconografie, nauwgezetheid en respect voor de onderwerpen was het door een stel jonge Turken gecreëerde magazine Starfix een voor filmmakers gedroomd fanblad.”
FILMFANS, FILMCRITICI, FILMMAKERS: Chabrol en Godard op de redactie van Cahiers du cinéma
“Niemand hecht belang aan filmkritiek, het geschreven woord gaat de dinosaurussen achterna”. Toen Bruce Willis deze bom lanceerde tijdens Cannes ‘97 was hoongelach zijn deel. Ruim tien jaar later overheerst echter het cultuurpessimisme. Filmcritici zijn een bedreigde soort, op de rand van uitsterven, klinkt het. Want voorspelde literatuurwetenschapper Rónán McDonald anno ‘08 in een lijvig boek niet ‘De dood van de criticus’? Moest de Amerikaanse geschreven vakpers tijdens Cannes ‘09 geen massale ontslagen in eigen rangen aankondigen nadat de economische crisis ook hen trof? Wijst niet alles erop dat het onafhankelijk denken en schrijven over film wereldwijd alsmaar meer onder druk staat? Relativerend kan men natuurlijk stellen dat critici met de regelmaat van de klok nerveus worden wanneer veranderingen hun positie bedreigen. Maar toch lijkt voor filmkritiek een ‘heerlijke nieuwe wereld’ in de maak. Een stand van zaken én een pleidooi voor ‘levende filmkritiek’.
HITCHCOCK/TRUFFAUT: Twee mannen met cinefiele plannen
Bestaat er een bekender en invloedrijker filmboek dan ‘Hitchcock/Truffaut’? Nee, en dat heeft veel te maken met het toegankelijke en leerrijke karakter van François Truffauts in 1966 gepubliceerde ‘Hitchbook’. Maar ook met de aanstekelijke liefde voor film van de gesprekspartners stelt Kent Jones in zijn documentaire Hitchcock/Truffaut.
“Lang leeft” titelde les Inrockuptibles n.a.v. een grote Fritz Lang retrospectieve én tentoonstelling in de Cinémathèque française (die liep eind 2011). “Niet bij jonge would be cineasten” kloeg Adrian Martin die tijdens een BAM Seminarie met afschuw meldde dat zijn studenten de expressionistische meester van M compleet irrelevant vinden. Voor de Australische prof een signaal om in Gent, waar de Giorgo Morodor-versie van Langs Metropolis vertoond werd, een lans te breken voor filmcultuur en cinefilie. Zoals het hoort, met verve en passie.
Hoe kan je organisaties beter laten functioneren? Door er het denken in terug te brengen luidt de stelling van Luc Peters. Beslist een uitdagend standpunt. Even opmerkelijk is zijn aanpak die erin bestaat via kunstvormen als film en literatuur de wereld van organisaties te openen en aspecten zoals identiteit, team-dynamiek en management te belichten. In ‘Cliché & organisatie. Denken met Deleuze & film’ fileert deze voormalige manager die filosofie én marketing studeerde andere boeken over organisaties. Maar hij introduceert vooral ook een heel eigen visie die hij staaft met de ideeën van baanbrekende filosofen (Deleuze, Heidegger, Sloterdijk) en de films van visionaire cineasten (de Coen Brothers, Cronenberg, Antonioni, Tarkovski).
“Het is wat het is.” Top 10 lijstjes zijn subjectief. Momentopnamen. Terugblikken met beperkte relevantie. Maar net als Sinterklaas en de Kerstman keren ze jaarlijks terug. Ook al gelooft niet iedereen er in. Als appetizer het boek van het jaar – het jaar waarin Apocalypse Now, Coppola’s meesterwerk dat de protagonisten blijft verwonderen, veertig kaarsjes mocht uitblazen – waar je een jaar leesplezier aan hebt: Max, Mischa & het Tet-offensief van Johan Harstad. Kijkplezier hadden we met volgende tien (nee, twaalf) films. Netjes opgelijst.
Wanneer de laatste blaadjes van de kalender sneuvelen, kijken we graag terug op het filmjaar. Om ditmaal te merken dat 2018 – het jaar waarin naast Christina Vandekerckhove ook Lucas Dhondt en Felix Van Groeningen publiek en pers verrasten – nationaal en internationaal een goed filmjaar was. Toch zijn er ook enkele minder heuglijke tendensen.
Het is goed om even terug te kijken op 2017. Het jaar van Darren Aronofsky, Christopher Nolan, Todd Haynes en les autres. En het jaar van #BlackMoviesMatter.
2016 was een gitzwart jaar in de wereldgeschiedenis. Maar ondanks diverse klaagzangen, zeker bij wat ons uit de Cannes bubbel bereikte, was het een goed filmjaar. Geen grand cru jaar zoals we er een paar hadden tijdens de gouden Hollywoodperiode van de jaren veertig tot midden jaren zestig, maar toch een jaar dat films opleverde die kunnen uitgroeien tot mijlpalen of klassiekers. Enkele films weigerden resoluut cinema te verbannen naar een parallel (entertainment) universum, waarmee ze de vraag “waarom is film belangrijk?” beantwoordden. Daarom is de jaarlijkse ‘best 10’ oefening best leuk en relevant. Hier ons uiteraard zeer subjectief lijstje.