Toen het Britse filmblad Sight & Sound in 2002 haar tienjaarlijkse, wereldwijde rondvraag naar de beste regisseurs en films organiseerde, haalde bij de filmmakers één Japanner en twee van zijn films de top 10: Akira Kurosawa met Rashomon en The Seven Samurai. Een ander beeld bij de filmcritici. Zij nomineerden ook Yasujirô Ozu en verkozen diens Tokyo Story boven Kurosawa’s films. De man die met Kenji Mizoguchi en Mikio Naruse tot de vroege grootmeesters van de Japanse cinema behoort, werd in het Westen vrij laat ontdekt. Maar Ozu kon cinefielen meteen bekoren. Op Wim Wenders (Tokyo-Gâ) en Hou Hsiao-hsien (Café Lumière) na lieten cineasten zich meer beïnvloeden door Kurosawa terwijl voor het grote publiek Ozu een nobele onbekende bleef. Dvd-verzamelboxen van Arte Video en Total Film bieden de kans om een van Japans belangrijkste filmmakers te (her)ontdekken.
Voor westerse ‘distant observers’ is het symbolisch dat Yasujiro Ozu, de Japanse cineast die de strijd tegen de levenscyclus onderzocht én seizoenen in zijn filmtitels verwerkte, op zijn verjaardag stierf. De grootmeester zelf besloot een Oosters symbool na te laten. Op zijn grafsteen in de Engaku-tempel van Kita-Kamakura pronkt een ‘mu’ inscriptie. Model stond de door een Chinese monnik voor Ozu gemaakte tekening van het letterteken ‘mu’, een abstract concept dat verwijst naar ‘(de) leegte’ en ‘(het) niets’. Passend, want Ozu heeft zich altijd verzet tegen ‘zingeving’ door fans en critici.
jul 13, 2018 // by Ivo De Kock // actueel, Algemeen, drama, dvd, film, genre, regisseur // Reacties uitgeschakeld voor 3 Faces: Iraanse censuur remt Jafar Panahi niet af
3 FACES
De Iraanse filmmaker Jafar Panahi kan ongetwijfeld aanspraak maken op de titel van productiefste onder censuur levende en werkende filmmaker. Ondanks een veroordeling, een werkverbod én huisarrest levert hij met het in Cannes voorgestelde ‘3 Faces’ al zijn vierde film in zeven jaar tijd. Opnieuw een clandestien gedraaide en het land uitgesmokkelde film met de cineast in de hoofdrol. Het werd een speelse road movie die naast een ode aan Panahi’s leermeester Abbas Kiarostami ook een boeiende reflectie is over de macht en ambiguïteit van beelden.
“De grote verhalen zijn de wat als verhalen,” zegt J.J. Abrams, “wanneer je tegen iemand zegt: ‘Wat als je ergens vastzat en je werd verteld dat het buiten gevaarlijk is, en dan ontdekt dat het binnen doodeng is. Wat zou je dan doen?”Dat idee vond ik ongelooflijk sterk, dus dat gingen we ontwikkelen”. Dat leidde tot 10 Cloverfield Lane, een door debutant Dan Trachtenberg geregisseerde prent die refereert aan Cloverfield van producent Abrams himself.
“Fuck this whole city and everyone in it. From the row-houses of Astoria to the penthouses on Park Avenue, from the projects in the Bronx to the lofts in Soho. From the tenements in Alphabet City to the brownstones in Park Slope to the split-levels in Staten Island. Let an earthquake crumble it, let the fires rage, let it burn to fucking ash and then let the waters rise and submerge this whole rat-infested place.” Aan het woord: Monty Brogan, vertolkt door Edward Norton, in Spike Lee’s 25th Hour. Een mokerslag van een film.
Tussen twee van zijn mooiste melodrama’s, Händler der vier Jahreszeiten en Angst essen Seele auf, draaide Rainer Werner Fassbinder in 1972 voor de Duitse publieke zender WDR een radicaal optimistische ‘familieserie’, het wonderlijke portret van proletariërs Acht Stunden sind kein Tag.
‘Naar de sterren’ is de letterlijke betekenis van ‘Ad Astra‘ “maar de echte regel is ‘Per aspera ad astra‘,” zegt James Gray in de making of van specialist Laurent Bouzereau, “dat je kunt vertalen als ‘door ontbering naar de sterren’.” Het geeft aan waar de regisseur van We own the night en The Immigrant de klemtoon legt. Ad Astra is een ruimte epos waar sprake is van een zoektocht naar buitenaards leven maar waar de ene missie de andere verbergt.
Er zijn zo van die documentaires die je sprakeloos achterlaten. Met stomheid geslagen. Onthutst. Paf. Perplex. Stomverbaasd. Verwonderd. Verbijsterd. Omwille van het verhaal dat ze vertellen. Omwille van de kracht en de authenticiteit waarmee ze dit doen. En omwille van de persoonlijke betrokkenheid van de maker bij het getoonde. Ademloos van de Belgische filmmaker Daniël Lambo is zo’n documentaire. Zo’n document eigenlijk. De cineast groeide op tussen het asbest van Eternit in Kapelle-op-den-Bos. Zijn vader was arbeider en vakbondsman in de fabriek maar weigerde de belangrijkste werkgever van de regio in vraag (lees: verantwoordelijk) te stellen toen bleek dat het geproduceerde asbest voor dodelijke ziektes zorgde. Samen met een andere betrokkene, Eric Jonckheere, trok Daniël op onderzoek uit. Het resultaat is een ijzersterke documentaire: Ademloos. Ondertitel: De wereldwijde asbestindustrie ontmaskerd.
Speelse actiecinema. Dat is, van El Mariachi over Planet Terror tot Machete Kills, de specialiteit van Robert Rodriguez. Bovendien heeft hij ook een boontje voor manga. Vandaar dat zijn vriend James Cameron aan Rodriguez dacht toen zijn Avatar franchise hem verhinderde Alita: Battle Angel te maken. Het levert een brok emotionele, kinetische cinema op.
Twee verdwijningen overheersen Ridley Scotts All the Money in the World. Enerzijds de ontvoering van een personage, de 16-jarige Getty-erfgenaam John Paul Getty III door Italiaanse gangsters. Anderzijds de verwijdering van de na beschuldigingen van seksuele agressie in ongenade gevallen acteur Kevin Spacey. Telkens draait het om een ding: geld.