De serie MASTERS OF HORROR verrast door haar vrijheid van toon. Sommige meesters kozen voor het luchtige en bevreemdende, anderen voor het brutale en gewaagde. Zo zorgen Joe Dante en Dario Argento, met respectievelijk anti-Bush zombies en voor tv ongewoon rauwe seksuele avonturen, voor bijtende satire en heftige horror. Grote cinema op het kleine scherm.
“MASTERS OF HORROR is erg ‘cool’, het gaat om genrefilms maar ze zijn volledig regisseursgedreven,” zegt John Landis, “we mochten alle 13 doen wat we wilden, zolang we onze 60′ maar op 10 dagen en voor 1,7 miljoen dollar draaiden”. Met een hertenvrouw en een heks voeren John Landis en Stuart Gordon vrouwelijke monsters op.
De televisiereeks MASTERS OF HORROR biedt horrorauteurs creatieve vrijheid — zonder beperkingen op het vlak van seks, geweld en thema’s — én 60 minuten om de grenzen van hun genre te verleggen. John Carpenter start de tv-reeks met een hallucinante instant-klassieker, Don Coscarelli volgt met een gelaagde genre-oefening.
Op 15 juni verzorgden we
de Q&A met Richard Kelly tijdens de avant-première van de
re-release van Donnie Darko in Cinéma Galeries, de Brusselse
bioscoop waar vanaf 24 juli de (Frans ondertitelde) director’s cut
van zijn cultfilm loopt. Het werd een fijn gesprek op de bühne en
achter de schermen.
“Ici tous nos pains sont français” krijgt een naïeve toerist vaak te horen in Frankrijk. Maar hoe ‘Frans’ zijn films nog in het land van cinefielen, auteurs en Cannes? Wat klopt er nog van de boutade die wil dat Amerikanen ‘film’ uitvonden maar Fransen ‘cinema’? En blijft ‘Fransheid’ relevant in een geglobaliseerde wereld en een digitaal tijdperk?
De onderschatte en uiterst productieve Italiaanse cineast Ettore Scola (°1931) begon zijn carrière met een ‘commedia all’italiana’. Eerst als scenarist (begin jaren 50), later (vanaf ‘64) als regisseur. In de schaduw van de grote tenoren De Sica, Rossellini, Visconti, Pasolini, Fellini en Antonioni maakte Scola vooral populaire films die het midden hielden tussen zedenkomedie en satire. Tot theatraliteit en ernst de humor verdreven en zijn cinema koel werd.
Ondanks de wereldwijde bekroningen voor films zoals Z en Missing en het respect van zijn collega’s is Costa-Gavras een door filmliefhebbers ondergewaardeerd cineast. De publicatie van zijn autobiografie ‘Va où il est impossible d’aller’ en de release van twee Blu-ray boxen, met zijn 18 (gerestaureerde) films, opent het pad naar de herwaardering.
Cultfilmer Samuel Fuller was eerst en vooral “a writer”. Hij startte als reporter, romanschrijver en scenarist voor Hollywood major Columbia. Daarna ging hij als regisseur-scenarist visuele verhalen vertellen. Na zijn doorbraak met Fixed Bayonets bij 20th Century Fox keerde hij terug naar Columbia voor The Crimson Kimono en Underworld U.S.A..
“Een brein vol scheermesjes en een hart vol schaamteloze brutaliteit”. Zo omschreef William Holden de regisseur-scenarist van Double Indemnity, Sunset Boulevard en Some Like it Hot. Billy Wilder bezat de reputatie van grapjas en cynicus die flirtte met het vulgaire. Achter dat vals beeld schuilt een verhalenverteller die met een cocktail van humor, provocatie, bitterheid en tederheid tekende voor morele en romantische films (“Ik maak geen cinema, ik maak films”). Een legendarisch filmmaker die populaire klassiekers afwisselde met commerciële flops, zes Oscars kreeg maar ook onder kritiek werd bedolven. De BILLY WILDER COLLECTION (MGM) bundelt het latere werk van deze complexe ‘auteur’. Acht parels, van Witness for the Prosecution (1957) tot Avanti! (1972).
John Huston cultiveerde zelf het imago van picareske avonturier dat hem tot een onderschat regisseur van ondergewaardeerde films maakte. Twee vergeten Fox producties bewijzen dat de man die geen auteur wou zijn er wel een was.