Phase IV van Saul Bass: Het perspectief van de mier.

apr 22, 2020   //   by Ivo De Kock   //   actueel, Algemeen, dvd, dystopie, film, genre, regisseur, sciencefiction  //  No Comments
Phase IV

Met zijn opgesloten individuen belaagd door een (haast) onzichtbare vijand is Phase IV akelig actueel. Ook al peilt de enige langspeelfilm van grafische goeroe Saul Bass via een psychedelische trip vooral naar de plaats van de mens in het universum. Deze beperkt vertoonde sciencefiction parel krijgt eindelijk een Blu-ray release. Met het originele, verwijderde, einde!

Phase IV

Stanley Kubricks zelden geziene debuut Fear and Desire was lang de Heilige Graal voor cinefielen. Samen met het (uiteindelijk teruggevonden) ambigue slot van Frank Capra’s Lost Horizon, Orson Welles’ (nog altijd spoorloze) gitzwart originele einde van The Magnificent Ambersons en de legendarische experimentele afsluiter van Phase IV, de enige langspeelfilm van de Amerikaanse iconische grafische ontwerper Saul Bass (1920-1996).

Het was dan ook groot nieuws toen in 2012 de net voor de release in 1974 verwijderde slotsequentie werd teruggevonden. Acht jaar later genieten we van deze seventies extravaganza dankzij een Collector box met naast de HD gerestaureerde film en het alternatieve slot ook vijf kortfilms van Bass, documentaires en een boek over de productiegeschiedenis.

Phase IV

Cerebrale B-film

“Ik kwam in de filmwereld terecht via de kelder” zei Saul Bass, verwijzend naar zijn filmposters en -generieken. De graficus groeide er artistiek. Eerst door symboliek in grafische composities te brengen, dan door beweging te introduceren en tenslotte door zijn als kortfilms opgevatte generieken te integreren in het verhaal. Twee lessen bewaarde hij als filmmaker: “krachtige beelden draaien rond inhoud” én “de uitdaging is gewone dingen zo te behandelen dat er een nieuw bewustzijn ontstaat.”

Phase IV

Wat bleek uit Phase IV, zijn eerste en meteen ook laatste langspeelfilm. De psychedelische sciencefiction kroniek uit 1974 is een rond filosofische concepten draaiende cerebrale film die via een geometrische beeldtaal onze blik bijstuurt. Waarbij het ogenschijnlijke B-film verhaal van mieren die mensen van de macht verdrijven eerder een utopie dan een dystopie is, eerder een transformatieproces toont dan een overlevingsstrijd. Dat specialist Bass opent zonder begingeneriek kan vreemd lijken maar is het niet. Want eigenlijk hoefde die binnenkomer voor hem niet. “De interesse van de kijker moet gewekt zijn van bij het eerste beeld,” vond Bass, “ik creëerde in Phase IV meteen het klimaat voor het verhaal.”

Met een sterrennevel, rijzende zon, cirkels en oogmotieven, nietige maar gigantisch ogende mieren die uit een hol opduiken en door slechts één wetenschapper opgemerkte unheimische veranderingen aankondigen. Een heel andere boodschap dan het apocalyptische posterbeeld waar een mier uit een bloederige handwonde kruipt. Die horror/rampenfilm poster was het werk van Gil Cohen, een graficus die de film niet gezien had, en symboliseerde voor Bass de marketingaanpak die leidde tot een box office flop.

Phase IV

Alleen, Phase IV was zelfs naar seventies normen sowieso te extreem voor het grote publiek. Ook al bleef Bass trouw aan zijn ‘minder is meer’ principe door macro opnamen van mieren en met elektromagnetische golven communicerende mensen te verkiezen boven spectaculaire effecten. Maar de finale met aan Buñuel, Dali en Magritte schatplichtige surrealistische beelden en Brian Gascoignes bevreemdende elektronische score waren er te veel aan. Zelfs in de ingekorte versie.

Seventies sciencefiction

Phase IV is een hybride film, een mix van experimentele intellectuele cinema en scifi thriller entertainment, verwant met jaren 60 en 70 films over wraak van de natuur (The Birds, Frogs, The Deadly Bees, Them!). Maar Bass koos niet voor een in pathos en koude oorlog angst gedrenkt verhaal over een geruststellend eindigende confrontatie tussen mens en dier. Als erfgenaam van fantasy auteur H.P. Lovecraft verbindt hij horror met de plaats van de mens in het universum. God bestaat niet, we zijn alleen in de wereld en staan machteloos tegenover irrationele chaos. Bass wijst ook antropocentrisme af. De mens is niet de maat van alle dingen al kan hij de wereld ontregelen. De commentaarstem verwijst naar het vlindereffect.

Phase IV

Alleen Ernest Hobbs (een obsessieve wetenschapper die onverschillig blijft bij doden) merkt dat iets (een mens of een kosmische rimpeling?) vreemde fenomenen veroorzaakt. Zoals de opmars van intelligente mieren. Maar de rationele macho vergist zich in zijn survivalisme. De mieren blijken briljant en de mens delft het onderspit. Door zelfoverschatting. Verbijsterd stelt Hobbs vast dat de menselijke onderzoeker zelf een proefkonijn was in een experiment van de mieren. De mens is dan ook een nietig wezen in de kosmos, betekenisloos in die irrationele chaos.

Het geheel is meer dan de som van alle delen. De mieren zijn beangstigend omdat ze een collectieve intelligentie bezitten. Door samen te werken, ego en individualisme opzij te schuiven, ontwikkelen ze gemeenschappelijke kracht. Wat hen toelaat technologie te saboteren en wapens te neutraliseren. Zoals veel seventies films gaat Phase IV over de nederlagen en het ontsporende superioriteitsgevoel van de mensheid maar Bass voegt daar kritiek op narcisme en kortzichtigheid aan toe. Want machteloosheid wordt gelinkt aan onbegrip en gebrek aan empathie.

Phase IV

Daarom doet Bass ons kijken vanuit het standpunt van de mieren. In de macro beelden die hij Ken Middleham liet filmen worden ze grote wezens zonder gelaatsuitdrukking. Beangstigende waarnemers. Getuige het shot vanuit het point of view van een mier die na zijn tocht over Kendra’s lichaam de ontwakende vrouw observeert. “Go away,” stamelt Kendra, “please!’.

Het contact met een andere intelligentie herinnert aan Stanley Kubrick maar Phase IV is een seventies versie van 2001: A Space Odyssey. Vandaar het laveren tussen utopie en dystopie maar ook het loslaten van alle remmen. Er zijn wel overeenkomsten tussen beide psychedelische trips. De filmstructuur is gelijkaardig (evolutieverhaal), er is sprake van falende technologie, van contact met vreemde artefacten (mierenpyramide) en transcendentie wordt gevisualiseerd. Alleen bevat Phase IV de somberheid die de intelligente scifi films van begin jaren zeventig (Soylent Green, Zardoz, The Andromeda Strain) richting depressie en trauma stuurde. Met een twist. Naast een ode aan de schoonheid van de natuur eindigt Bass immers met een post-menselijke wereld. Een universum waaruit de mens verdwenen is, na een onafwendbare osmose of transformatie.

Phase IV

Een nieuwe wereld

Deze ‘vierde fase’ wordt in het originele einde woordelijk geformuleerd en benadrukt het droomaspect van de trip. Transcendentie wordt duidelijker in de maalstroom van beelden maar blijft ambigu. Tegelijk een apocalyptische angstdroom en een imaginair toekomstbeeld, een projectie van een mogelijke doorstart als transwezen. Dat het lange slot een kortfilm lijkt heeft een meta-aspect: de trip wordt een filmvoorstelling georganiseerd door de mieren.

“Je leert niets in de cinema maar je voelt vertrouwde dingen op een nieuwe manier aan”, aldus Bass, “je begrijpt ze emotioneel. Ik hoop dat de film mensen bewust maakt dat de planeet een gesloten systeem is en hen doet nadenken over onze relatie met andere soorten.” Phase IV gaat over de nood aan een frisse blik en een radicale verandering van perspectief. In die zin vergroot het originele einde het vraagteken. Dystopie of utopie? Een kwestie van keuze, moraliteit, perspectief.

Phase IV

Kortfilms als The Searching Eye, Why man creates, Notes on the popular arts, The Solar film en Quest geven aan dat voor Saul (en Elaine) Bass de zoektocht naar de plaats van de mens in het universum steevast parallel loopt met een speels intellectuele studie van menselijke verbeelding. Telkens weer blijkt Bass geobsedeerd door geometrische vormen en objecten, door ogen en zonnen, door cirkels en lijnen, door fel licht en drijfzand.

Phase IV

De obelisken van de mieren en wetenschapper Lesko die bij gebrek aan alfabet communiceert via wiskundige patronen komen niet uit het niets. Net als afsluitende visuele mozaïek. Bass verstrengelt graag genres, beelden en ideeën. De trailer van Phase IV belooft “a new kind of cinematic experience” en daar zorgt Bass ook voor. Met een fraai staaltje pre-Star Wars seventies sciencefiction. Uitdagend, cerebraal, visueel prikkelend. Een zeldzame in vraagstelling van de human gaze, de menselijke blik, via het perspectief van de mier. Een solidair en daarom superieur wezen.

IVO DE KOCK

(Artikel verschenen in Filmmagie, n° 705, mei 2020)

PHASE IV: Saul Bass, USA 1974; 84′; met Nigel Davenport, Michael Murphy, Lynne Frederick; FILM: **** / EXTRA’S: **** (originele filmeinde, boek ‘Phase IV, éclipse de l’humanité’ van Frank Lafond, documentaire, ‘Bass on titles’ en 5 kortfilms van Saul Bass: The Searching Eye, Why man creates, Notes on the popular arts, The Solar film, Quest); dis. Carlotta Films (coffret Ultra Collector Blu-ray & dvd).

(Alle quotes komen uit het bonusmateriaal)

Leave a comment