Josh Cooleys Toy Story 4: Postmodern afscheid made by Pixar

jan 18, 2020   //   by Ivo De Kock   //   actueel, Algemeen, animatie, dvd, film, genre, regisseur  //  No Comments
Toy Story 4

De oneven afleveringen van de Toy Story franchise waren behoorlijk spectaculair maar nummer 2 bleek een afknapper. Daarom vreesden we het ergste voor Toy Story 4 maar Pixar overtrof zich. De studio stofte de vertrouwde ‘speelgoed kameraad in gevaar’ formule af en toverde een leuke en creatieve sequel op het scherm. Een karaktergedreven en autoreflexief avontuur.

Toy Story

Of de bedrijfscultuur van Pixar ècht rond plezier draait, vroegen we Andrew Stanton n.a.v. Finding Nemo. “Er is geen andere mogelijkheid,” was het antwoord, “vier jaar aan een film werken is lang, je moet dan ook plezier kunnen beleven aan wat je doet. Wat niet wil zeggen dat we constant lol trappen. Laten we zeggen dat de «geest» erg jong is. In smakeloze grappen zijn we erg sterk. De meesten van ons komen van een kunst- of filmschool en daar heerst een open sfeer. Vrije expressie wordt er aangemoedigd. Daardoor krijg je ongeremde mensen die doen en zeggen wat in hen opkomt. Ons creatief talent is dan ook een tikkeltje prettig gestoord.”

Ook onder de vleugels van Disney slaagt Pixar er nog steeds in die jonge spirit levendig te houden. Komt daar nog bij dat het, ondertussen erg ervaren, creatief team grotendeels bewaard bleef. Zo is Andrew Stanton (naast Finding Nemo ook WALL*E en Finding Dory) een van de scenaristen van het door debutant Josh Cooley geregisseerde Toy Story 4. Dat verklaart waarschijnlijk waarom onze vrees voor ‘de sequel te veel’ ongegrond bleek. Daar waar het met andere lucratieve franchises zoals Shrek, Ice Age en Kung Fu Panda snel bergaf gaat, houdt Toy Story 4 zich toch behoorlijk staande na het sublieme Toy Story 3. Meer nog, deze animatiefilm voegt zelfs iets toe aan de reeks.

Toy Story 4

De jaren 2010 openden met het door Lee Unkrich (Stantons kompaan) geregisseerde Toy Story 3, waar zich in de steek gelaten voelend speelgoed de perfect afsluiter vormde van de trilogie, en Pixar sluit het decennium met een soort nawoord. Toy Story 4 heeft een hoog meta-gehalte en gaat over de angst voor een afscheid en verlies, de onzekerheid omtrent de toekomst, de schrik voor het avontuur te veel en het gevoel dat overbodigheid dreigt. Soms is existentiële angst zelfs niet ver weg. Terwijl adolescentie en zeker volwassenheid een gevaar vormen in dit geanimeerd speelgoed universum.

Woody, Buzz Lightyear en de bende vergezellen de jonge Bonnie (het meisje dat 10 jaar geleden Andy’s doos speelgoed kreeg toen die ging studeren) en haar nieuwe zelfgemaakte speelgoed Forky (een vorkje dat constant wil wegvluchten: “I am not a toy, I was made for soups, salads, maybe chili, and then the trash. Freedom!”) op een avontuur dat spectaculaire (en soms angstaanjagende) belevenissen in een pretpark en ontmoetingen met verloren vrienden oplevert. Een stevige beproeving. “I was made to help a child,” zegt Woody, “I don’t remember it being this hard.” Maar vooral ook een erg emotionele tocht.

Toy Story 4

Aanvankelijk lijkt het allemaal wat déjà-vu: de stiekeme slaapkamer acrobatieën van Buzz & co, de rit met de camping car, het speelgoed dat kwijtgespeeld wordt, de ouders die geen idee hebben van wat er gaande is,… Maar via katalysator Forky die zijn speelgoed functie ontvlucht (en steevast uit elkaar valt) omdat hij zichzelf als ‘trash‘ ziet gaat ook het andere (door Bonnie straal genegeerde) speelgoed zijn zelfbeeld in vraag stellen. Een soort existentiële crisis ontstaat: wie ben ik? Wat doe ik? Waar gaan we naar toe? Wat is de zin van het bestaan? Kunnen we (over)leven? Moeten we veranderen? Die malaise wordt versterkt door ‘stout’, geëmancipeerd speelgoed dat spot met Woody’s emotionele afhankelijkheid van zijn kind-meester. “It’s called loyalty. Something a lost toy wouldn’t understand!” protesteert Woody.

Toy Story 4 wordt hier een postmoderne animatiefilm. Een autoreflexief werk dat de eigen stramienen, thema’s en principes belicht. Het is Bonnie die in de kleuterschool (waar ze genegeerd wordt) uit frustratie een eigen speelgoed in elkaar knutselt met plastic lepels, touw en kauwgom. Maar deze Forky wil geen Frankenstein monster zijn, hij wil liever terugkeren naar zijn oerstaat: afval. “I am not a toy. I am a spork! I don’t belong here.” roept dit recyclage speelgoed. En een beetje zoals Pinokkio: “Waarom leef ik?”

Toy Story 4

Horror, drama en tragedie zijn daarom vaak dichterbij dan de vertrouwde zeemzoete komedie. Wat Toy Story 4 bizar, verwarrend en ambigu maakt. Opwindend en origineel. Angstaanjagend soms, zeker wanneer Gabby Gabby, een pop met hoog Chucky-gehalte, terreur zaait en de grenzen van animatie en live action opzoekt. De zoektocht naar een ‘stem’ voor dit getormenteerd en getraumatiseerd vintage speelgoed is even aangrijpend als verontrustend.

Toy Story 4

Even opmerkelijk is dat kinderen vaak weinig sympathiek zijn (ze huilen en schreeuwen veel) en Woody eindelijk recht heeft op emoties en een relatie. Dat resulteert in een opnieuw ijzersterke afscheidscène. Ondanks pijn en verdriet beseffen de toys dat ze afscheid moeten nemen van de kinderen omdat die stap voor stap afscheid moeten nemen van hun jeugd. “There’s plenty of kids out there. Sometimes change can be good!” oppert Bo Peep. “You can’t teach this old toy new tricks” zucht Woody. “You’d be surprised” besluit Bo Peep.

IVO DE KOCK

TOY STORY 4: regie: Josh Cooley; USA – 2019 – 100′; met Tom Hanks, Tim Allen, Annie Potts, Rony Hale; scenario John Lassiter, Andrew Stanton e.a.; fotografie Jean-Claude Kalache & Patrick Lin; muziek Randy Newman; montage Axel Geddes; extra’s: commentaar, documentaires; FILM: **** / EXTRA’S: ***; distributie: Disney.

Toy Story 4

Leave a comment