Animatieparel Funan: Denis Do’s pijnlijk familieverhaal

okt 16, 2019   //   by Ivo De Kock   //   actueel, Algemeen, animatie, dvd, film, genre, regisseur  //  No Comments
Funan

Met zijn op de animatiefestivals van Annecy en Brussel bekroonde debuut Funan vertelt Denis Do (° 1985) via het kleine verhaal van een Cambodjaans gezin het grote verhaal van de Rode Khmer periode. “Het is een pijnlijk persoonlijk verhaal” vertelde deze in Parijs geboren zoon van Cambodjaanse ouder tijdens Film Fest Gent 2018. Het verhaal van gezinsleden die gescheiden worden van elkaar wanneer het regime van Pol Pot in 1975 met harde hand regeert in Cambodja.

Funan

Een moeder start daarop een lange zoektocht naar haar zoon. De Rode Khmer komen in beeld maar deze realistische 2D-animatiefilm focust vooral op de lijdensweg van de Cambodjanen. Funan is een internationale co-productie (het Belgische Lunanime, het Luxemburgse Juliette Films, het Cambodjaanse ithinkasia en de Franse productiehuizen Les Films d’Ici, Bac Cinema, WebSpider Productions en Epuar) en werd voor 40% in de Gentse animatiestudio Lunanime gemaakt.

Terug naar de Killing Fields

De Rode Khmer, de militaire tak van de Communistische Partij van Democratisch Kampuchea, schreven tussen 1975 en 1979 met de uitroeiing van ongeveer 1,7 tot 2 miljoen mensen bijzonder bloedige bladzijden van de Cambodjaanse geschiedenis. Na het Oscarbekroonde The Killing Fields (Roland Joffé) uit 1984 belichtten nog een aantal films deze donkere periode. Rithy Panh maakte drie sterke films – One Evening After the War (1998), S21: The Khmer Rouge Killing Machine (2003) en The Missing Picture (2013) – terwijl de Nederlandse filmmakers Jan van den Berg en Willem van de Put de documentaire Deacon of Death (2004) draaide en Hollywoodster Angelina Jolie met het biografische First They Killed My Father (2017) het gelijknamig boek van Loung Ung verfilmde.

Funan

Dennis Do gaat in Funan de Killing Fields gruwel niet uit de weg maar maakt er geen rauwe aanklacht van. In zijn debuut serveert de animatiefilmer die na zijn afstudeerfilm Le Ruban enkel als tekenaar betrokken was bij enkele projecten (Zombillénium,Tout en haut du monde, Titeuf le film) ons vooral een aangrijpend familieverhaal. Eentje dat verankerd is in de geschiedenis van zijn eigen familie. “Het optzet was het verhaal te vertellen van een moeder die tijdens het Rode Khmer regime in Cambodja tracht haar zoon terug te vinden,” aldus Do, “een gegeven dat sterk geïnspireerd was op wat mijn eigen moeder heeft meegemaakt. Toen ze mijn oudere broer zocht heeft ze een min of meer gelijkaardig parcours doorlopen. Waarbij ze hem uiteindelijk terugvond.”

Niet dat Do deze familiegeschiedenis letterlijk en gedetailleerd weergeeft: “Om er een film van te maken hebben we bepaalde keuzes moeten maken. Zo hebben we zaken weggelaten die niet in het verhaal pasten en weer andere zaken toegevoegd. Dat waren dingen die ik las in autobiografieën of zag in films. Niet noodzakelijk zaken gelinkt met de Rode Khmers maar meer algemeen met het ‘mens zijn’ of met personages die in extreme omstandigheden leven.”

Funan

Hoe groot het persoonlijke aandeel is? “Moeilijk te zeggen omdat de meeste dingen mijn moeder wel zijn overkomen maar doordat we ze getransformeerd hebben, soms heel grondig met toevoeging van nieuwe personages, is het niet exact haar verhaal geworden. Maar aan de basis ligt wèl dat sterke verlangen om een kind terug te vinden. Haar zoektocht liep over vier jaar en we hebben het uit dramatische overwegingen gecomprimeerd. De cruciale keuze was dicht bij de personages te blijven, het verhaal vanuit een intiem en menselijk oogpunt te vertellen.”

Het concept familie

In Funan draait alles rond het concept familie. “Familie is de basis van de samenleving,” aldus Do, “de Rode Khmer hebben getracht de familie te vernietigen maar dat is hen niet gelukt. Het is ook via de verhalen van mijn moeder en mijn grootouders dat mijn interesse in Cambodja is gegroeid.” Tijdens zijn adolescentie verrichte Do historisch onderzoek naar het schrikbewind van de Khmer in de periode 1975 – 1979. In de verhalen van zijn familieleden waren zij monsters maar tot Do’s verbazing “zagen ze op foto’s er heel menselijk uit. Beetje bij beetje begon ik te beseffen dat de erfenis die mijn moeder me via haar verhalen doorgaf er een was van kleine, normale mensen in een specifieke context en niet die van gigantische monsters.”

Toen Do naar de Parijse animatieschool Gobelins École d’Image ging maakten zijn medestudenten hem duidelijk dat hij dit verhaal moest vertellen. Het in een documentaire gieten was geen optie omdat Do de kijker via personages onder wildompelen in een situatie, een sfeer, een tijdsgeest. Visueel wees hij op het contrast tussen de immense ruimtes en de claustrofobie van de situatie, tussen het landschap en de Rode Khmer, tussen schoonheid en wreedheid. “Daarom kozen we voor een breed beeldkader,” stelt Do, “dat laat toe om het contrast te benadrukken en ook de personages dicht en groot in beeld te brengen. Het schept tevens een gevoel van claustrofobie. Het immense landschap drukt de kleine personages haast plat. Bovendien is Cambodja een heel mooi land en wou ik van Funan ook een uitnodigende reis maken, een land laten zien dat in het Westen vaak enkel verbonden wordt met de ‘donkere’ Khmer-periode. Terwijl Cambodja een gevarieerd, kleurrijk land is met immense luchten. En schitterende, warme mensen.”

Funan neemt nadrukkelijk het standpunt in van een volwassene die herinneringen ophaalt en niet van een kind dat zijn belevenissen vertelt. “Van een animatiefilm verwacht men dat het ofwel een sprookje, ofwel iets heel grappig is of een poëtische blik op jeugd, maar ik wou iets heel anders,” aldus DO. Met name een universeel verhaal vertellen dat illustreert hoezeer we allemaal kleine, fragiele mensen mensen zijn die geconfronteerd worden met een grootschalige geschiedenis: “We zijn zandkorrels in een groot geheel, daarom las ik het beeld in van de mieren die een doelloze keten vormen, dat symboliseert de keten van mensen die naar de dood gevoerd worden.”

Funan

Een persoonlijke odyssee

Bij het evoceren van de genocide focussen de filmmakers niet zozeer op de politiek-economische context maar op het intieme verhaal. “Ik wou dat mensen het persoonlijke verhaal van die familie zouden begrijpen,” onderstreept Do, “mijn co-scenariste Magali Pouzol kende niets van Cambodja of de Rode Khmer en dat was prima om te beletten dat ik me te zeer zou verliezen in details die totaal onbegrijpbaar zouden zijn voor het grote publiek. De context wou ik lichtjes schetsen maar ik had geen ideologie te verdedigen of aan te vallen. Ik wou voorkomen dat Funan een aanklacht tegen of een verdediging van de Rode Khmer werd.”

Do en Pouzol wilden het verhaal neutraal en waarachtig houden. Emotioneel vooral, de gevoelens van mensen belichtend. “Regimes en politieke werkelijkheden veranderen maar emoties blijven,” weet Do, “ze reageren en passen zich aan aan wat ons overkomt en variëren met de individuen. Daarom toon ik verschillende personages, met verschillend gedrag en verschillende reacties. Heel bewust belicht ik nuances, verschillen bij de Rode Khmer. Ik wou er absoluut geen monolitische slechteriken van maken. Het zijn geen bloeddorstige doders ook al werd er gedood.”

Funan

Bovendien wou hij ook aangeven dat er vaak familieleden bij de Rode Khmer zaten. Iets waarop een taboe rust: “Ik begrijp die terughoudendheid, gezien de geslagen wonden, maar het is iets dat we moeten durven erkennen. Wat ik wou laten zien in Funan is dat de Rode Khmer Cambodjanen, met familieleden, waren. Het waren geen wezens van een andere planeet.”

2D animatie

Dennis Do en zijn studiegenoot, art director Michael Crouzat, kozen voor een realistische stijl en 2D animatie omdat ze mensen wilden tonen en geen stripfiguren. “We trachten de grens tussen animatie en live action op te zoeken maar toch bij animatie te blijven,” geeft Do aan, “realisme past ook bij het historische aspect en bij ons opzet om de kijker emotioneel te laten meeleven.”

Funan

Via details verduidelijken de filmmakers zowel personages, situaties als plotontwikkelingen. Dergelijke details hebben volgens Do “een symboolwaarde en verwijzen vaak naar de notie van het leven. De mieren op de eindeloze weg die leidt naar de dood, de varkens in de boeddhistische tempel die wijzen op het contrast tussen de helse omgeving en het licht dat verbonden is met de geboorte van varkens, … Ik wil heel nadrukkelijk spelen met contrast in de film. Stiltes, momenten van stilstand, de bevroren blik van personages die voor zich uit staren zonder dat de kijker weet wat ze zien. Er is iets dat altijd buiten beeld blijft en dat gevoel hebben we versterkt door te werken met geluiden. We laten dingen zien maar suggereren ook veel. De camera fungeert als een venster dat ons laat kijken via de personages en via objecten.”

Omzichtig omspringen met geweld

Geweld wordt door Do eerder suggestief dan expliciet in beeld gebracht omdat hij voyeurisme wou vermijden. “Toen mijn moeder me haar verhaal vertelde, betrapte ik mezelf dat ik uit voyeuristisch oogpunt om details vroeg,” zegt Do, “dat trachtte ik bij Funan te vermijden. Ik wou de creativiteit van de Rode Khmer op het vlak van wreedheden, zoals het doorsnijden van kelen met palmbladen, niet tonen omdat de kijker zich dan enkel de choquerende scènes zou herinneren. Daarom koos ik voor suggestie, voor de omweg van het geluid.”

Funan

Bovendien “is dit geen film over geweld zoals het geen film over de Rode Khmer is. Het is een film over een familie. Ik beschouw Funan als een deur die open gaat. Wanneer mensen geïnteresseerd zijn, staat het hen vrij zich verder te informeren. De enige expliciet gewelddadige scène uit de film is de scène met het mes. Een scène waarin een slachtoffer zich wreekt. Dat de Rode Khmer geweld plegen, is al vaak getoond maar het geweld van de slachtoffers niet. Het geweld van de wraak, van goede mensen is interessant omdat het toont hoe diep de pijn en het trauma zitten. Ik toon het niet om een zogezegd evenwicht te creëren, om te stellen dat beide partijen geweld gebruikten, maar juist om aan te geven hoe sterk de impact van het geweld was.”

Wanneer de protagonisten uiteindelijk de grens van Cambodja bereiken komt het thema ballingschap in beeld. “Funan gaat over mensen die in hun land met problemen te kampen hebben en hun thuis moeten verlaten,” zegt Do, “het einde signaleert het begin van immigratie, van overlevers die hun land ontvluchten. Het eindshot met het gras en de lucht is heel bewust samengesteld met 50 procent lucht en 50 procent land en kleine personages. De boodschap is dat er tussen de hemel en de aarde het leven is. Het is het beeld van de hoop voor alle personages. De gruwel was reëel, maar het leven gaat door.” Funan is een pijnlijke, maar wondermooie animatieparel.

IVO DE KOCK

FUNAN: Denis Po, F-Lux-B – 2018 – 84′; met Bérénice Bejo, Louis Garrel, Colette Kieffer; scenario Denis Pouzol & Elise Trinh; art director Miahel Crouzat; muziek Thibault Agyeman; productie Sébatien Onomo, David Grumbach, Annemie Degryse, Louise Génis Cosserat & Justin Stewart; dvd dis. Lumière.

Funan

µ

Leave a comment