Sweet Country: De bittere waarheid over het lot van de Aboriginals

nov 26, 2018   //   by Ivo De Kock   //   actueel, Algemeen, drama, dvd, film, genre, politieke film, regisseur  //  No Comments

SWEET COUNTRY

Met zijn debuut Samson and Delilah (2009) toonde de Australische DoP Warwick Thornton zich niet enkel een begenadigd regisseur maar ook een geëngageerd verteller die mee wil schrijven aan de geschiedenis van de onderdrukte, gediscrimineerde en grotendeels uitgeroeide Aboriginals. Die lijn trekt hij door met Sweet Country (2017), een Australische western die start van een echte rechtszaak in de jaren twintig – een Aboriginal werd gearresteerd en berecht voor de moord op een witte man – om via de beproevingen van Aboriginal Sam en zijn vrouw Lizzie het verhaal van een mishandeld volk te belichten.

SWEET COUNTRY

Een overkokend potje

“Welke kans heeft dit land?” vraagt de blanke missionaris aan het slot van Sweet Country, wanneer hij wegwandelt van het lichaam van een vermoorde Aboriginal en in de natuur verdwijnt. Het conflict tussen wildernis en beschaving blijkt al langer complexer en meer ambigu te zijn dan andere westerns ons willen doen geloven en regisseur Warwick Thornton (die in Samson and Delilah de armoede en vervreemding van jonge Aboriginals toonde) sluit cynisch af met de Johnny Cash song ‘There will be peace in the valley‘.

Dat vrede veraf is werd reeds onderstreept in een sterk symbolische openingsscène. Terwijl buiten beeld Aboriginals verbaal beledigd (“You black bastard”) en fysiek mishandeld worden, focust de camera op een pruttelend potje dat met de toevoeging van zwarte en witte ingrediënten steeds heviger begint te koken. Net voor het overkookt snijdt Thornton weg.

Om meteen in het turbulente verleden te duiken. Het verhaal van deze Australische western speelt in 1929 en toont hoe de ontheemde, gediscrimineerde en uitgebuite Aboriginals ‘samenleven’ met blanke kolonisten. Thornton wil daarbij geen ‘lelijke waarheid’ uit de weg gaan en focust bewust op dingen die doorgaans onder de mat worden geveegd. “Een groot gedeelte van onze geschiedenis is geschreven door kolonisten die zichzelf in een gunstig daglicht wilden stellen,” benadrukt de cineast in de Sydney Morning Herald, “veel ervan zijn leugens. Nu beginnen we onze geschiedenis te schrijven met onze eigen versie van de feiten.”

SWEET COUNTRY

Niet toevallig onderbreekt sergeant Fletcher, leider van de posse die achter de van moord beschuldigde Aboriginal Sam aan gaat, de vertoning op het dorpsplein van The Story of the Kelly Gang (een stomme film van Charles Tait uit 1906) door letterlijk door het doek te stappen en de toeschouwers (die later op dezelfde plek getuige zullen zijn van Sams proces) het verwijt “jullie juichen die rotzooi toe” toe te sturen.

Waarmee Thornton wijst op de kloof tussen de realiteit en een romantische versie ervan geserveerd door films (wat Gregor Jordans ontluisterende Ned Kelly uit 2003 duidelijk maakt). Sweet Country neemt ook het wraak- en achtervolgingsstramien van John Fords The Searchers over om er een eigen draai aan te geven en te wijzen op de realiteit die schuilt achter de mythe. Een realiteit met complexe en soms ambigue betrokkenen maar vooral ook met structureel te verklaren gruwel.

SWEET COUNTRY

Een donker canvas

We’re all equal here,” zegt Fred Smith in het begin van Sweet Country, ”we zijn gelijk in de ogen van God,” en hij probeert zijn Aboriginal veedrijver Sam en diens vrouw Lizzie respectvol te behandelen. Maar God is even afwezig in Noord Australië en wanneer de predikant van een fronteer outpost het tweetal uitleent aan Harry Marsh, een verbitterde en gewelddadige ex-militair, lopen de zaken snel uit de hand. Marsh verkracht Lizzie (in een scène die verwijst naar de bekende John Wayne deurpost scène van The Searchers) met een misprijzend “I wanted the other one, but you’ll do” en schoffeert Sam die wijselijk vertrekt om een clash te vermijden.

SWEET COUNTRY

De botsing komt er toch wanneer de halfbloed Philomac het uurwerk van de getraumatiseerde militair steelt, ontsnapt nadat Marsh hem had vastgeketend en zich verschuilt in de ranch waar Sam even alleen is. Marsh verdenkt Sam ervan Philomac verborgen te houden en begint te vuren op het huis. Sam schiet daarop terug en treft Marsh dodelijk. “I killed a white fella” beseft hij, meer moet hij niet zeggen om Lizzie duidelijk te maken dat blijven geen optie is.

Samen verdwijnen ze in de uitgestrekte wildernis voor hun walkabout (de rituele scheiding van hun stam die Nicolas Roeg in Walkabout anno 1971 zo poëtisch verfilmde), achternagezeten door sergeant Fletchers posse. De natuur en wilde Aboriginal stammen zorgen ervoor dat de groep snel uitgedund wordt en zelfs een obsessieve Fletcher moet terugkeren. Niet na door Sam gered te zijn van een zekere uitdrogingsdood. “De blanke man kon me niet te pakken krijgen” benadrukt Sam wanneer hij zich even later gaat aangeven omdat de zwangere Lizzie de tocht niet langer aankan.

SWEET COUNTRY

Zich overgeven is pijnlijk voor Sam maar nog pijnlijker is het besef dat het kind dat Lizzie draagt van de man die hij doodde is. Er volgt een proces, geleid door een andere outsider, een rechter uit verre streken. Die brengt de waarheid aan het licht. Gerechtigheid blijkt echter niet te rijmen op veiligheid. Wat rest is immens verdriet (bij Lizzie) en diepe ontgoocheling (bij Smith). Ook al wordt de eerste kerk opgetrokken.

Ausie western mijlpaal

Er werden nog al Australische westerns gemaakt, zelfs revisionistische zoals The Proposition (John Hillcoat, 2005), maar op Fred Schepisi’s The Chant of Jimmie Blacksmith (1978) na amper westerns met Aboriginals. Het was wachten op een ‘inheemse’ regisseur om die lacune op te vullen. Dat doet Warwick Thornton niet door stereotypen te vervangen door andere clichés. Daarvoor houdt hij teveel van het land en zijn oorspronkelijke bewoners en is zijn inzicht in de complexiteit van zowel de menselijke natuur als de maatschappelijke structuren te groot.

SWEET COUNTRY

Personages zijn in Sweet Country dan ook niet zwart-wit én ze blijven evolueren. Zo begint Fletchers rechtlijnig wereldbeeld te wankelen wanneer Sam hem redt en zijn gevoelens voor de vrouwelijke barhouder hem empathisch maken. Terwijl ook de genadeloze rancher Kennedy zijn aanvankelijk verdrongen vaderlijke gevoelens voor Philomac laat opborrelen en menselijker wordt. Terwijl die zoon in zijn discours over ‘blackfellas‘ het racisme net lijkt te omarmen. Al werpt hij uiteindelijk toch het (van het lijk van de “domme blanke klootzak” gestolen) uurwerk weg dat hij door zwijgzaamheid en leugens had trachten te beschermen.

Kennedy heeft ons land gestolen nu steel jij van een blanke,” kreeg Philomac voordien te horen, “zonder overlevering, zonder verhalen van de droomtijd, zul je altijd als hij zijn. Dan blijf je altijd een Myall.” Dat laatste is een verwijzing naar de slachtpartij van Myall Creek station in 1838, de eerste genocide daad van Europeanen in Australië die bestraft is geworden. Thornton spit de geschiedenis niet uit maar verwijst er wel naar. Zoals ook het optrekken van het houten kerkgebouw aan het slot niet zomaar een symbool van vooruitgang en beschaving is. Het is integendeel een donker voorteken, een aanwijzing dat religie gebruikt zal worden om het kolonialisme een menselijker gelaat te geven zonder de toestand van de Aboriginals significant te verbeteren.

Een oase of luchtspiegeling van hoop

De boerderij van de predikant aan het begin van de film en zijn huifkar aan het einde van het verhaal lijken – heel even – een oase van geborgenheid en hoop in een racistische, gewelddadige wereld maar dat blijkt snel een luchtspiegeling. Net als bij die andere luchtspiegeling – het onontgonnen Aboriginal gebied dat Fletcher zijn vriendin voorspiegelt als droombestemming (“Some sweet country out there. Cattle country”) – verstoort kolonialisme immers het paradijs. Waardoor de utopie verglijdt naar een dystopie.

SWEET COUNTRY

Het is de (voor de Aboriginals totaal vreemde) kapitalistische logica (bezit, winst, uitbuiting) van de koloniale bezetters die de inheemse bevolking verdreef van een land dat ingezet werd voor een Europees getinte agrocultuur. Aboriginals werden herleid tot een soort slaven die probleemloos vernederd, mishandeld en uitgebuit konden worden. Het racisme was structureel en Thornton onderstreept dit door het wel in de psyche van de mens te verankeren maar niet enkel te zien als een expressie van een persoonlijkheid of een mentale stoornis. Zo is WO I veteraan Harry March getraumatiseerd en ontmenselijkt door het oorlogsgeweld maar hij heeft ook de kolonialistische ideologie volledig in zich opgenomen. Wanneer hij Sam omschrijft als “black stock” is racist Harry zowel het product als de woordvoerder van het systeem.

In die zin is Sam gedoemd. Zijn verhaal is voorbij vooraleer het kon beginnen (wat Thornton benadrukt door flashbacks en flashforwards door het verhaal te husselen). Geweld, racisme en genocide waren immers het onvermijdbare gevolg van de botsing tussen Europese veroveraars en inheemse volkeren. Sam is het product van zijn cultuur maar dat zijn Fletcher, Fred, Harry en Kennedy ook. Zo is Fletchers fanatisme dat van het kolonialisme en niet zoals Fred denkt een bewijs dat de wetsdienaar “not right in the head” is.

SWEET COUNTRY

De toon van Sweet Country is somber: het verleden was duister en kan niet veranderd worden. Het kan echter wel herinnerd worden. Waardoor de toekomst mogelijk hoopvoller wordt. Warwick Thornton plaatst ons daarom midden in het verleden om op menshoogte te filmen. Letterlijk want de camera overschouwt niets maar blijft steeds bij mens en land. Met een soundtrack die natuurlijke geluiden niet wegdrukt met muziek. “Je kan luisteren naar het land,” benadrukt de cineast, “wanneer je in de bioscoop zit, voelt het aan alsof je naast het filmpersonage staat. Dat was althans de band die ik wou creëren.” Missie geslaagd, in Sweet Country voel je de schoonheid en het lijden dat je ziet.

IVO DE KOCK

(Tekst e-learning voor MOOOV)

SWEET COUNTRY: Warwick Thornton, Aus – 2017 – 113′; met Hamilton Morris, Bryan Brown, Sam Neill, Matt Day, Natassia Gorey-Furber, Shanika Cole, Trevor & Tremane Doolan; scenario Steven McGregor & David Tranter, fotografie Dylan River & Warwick Thornton, montage Nick Myers, dvd dis. Cherry Pickers.

SWEET COUNTRY

Leave a comment