Jacques Audiard over The Sisters Brothers: “Ik wou van barbarij naar beschaving gaan via een sociale utopie”

okt 26, 2018   //   by Ivo De Kock   //   actueel, Algemeen, film, genre, interview, regisseur, western  //  Reacties uitgeschakeld voor Jacques Audiard over The Sisters Brothers: “Ik wou van barbarij naar beschaving gaan via een sociale utopie”

THE SISTERS BROTHERS

Jacques Audiard zet graag de puntjes op de i. The Sisters Brothers is niet echt zijn eerste Amerikaanse film maar een Engels gesproken Europese film. Westerns? Eigenlijk niet zijn ding. Een Amerikaanse droom? Geen last van. Auteur? Who cares. Dat heet dan een no-nonsense interview.

THE SISTERS BROTHERS

In zijn neowestern The Sisters Brothers volgt Jacques Audiard twee cowboykoppels door het Wilde Westen. Bloedvergieten en amputaties blijven niet uit maar de regisseur van Un Prophète, De rouille et d’os en Dheepan serveert ons vooral een even grappig als melancholisch sprookje over trauma’s, geweld, beschaving, veranderende tijden en pacifistische utopieën. Daar wilden we Audiard graag over spreken. De persconferentie van het filmfestival van Deauville in september bleek niet de ideale gelegenheid.

Onze vraag over het van John Fords The Searchers geleende slotbeeld (ja, de deuropening) werd doorgeschoven naar scenarist Thomas Bidegain (een fan wisten we sinds Les Cowboys) en toen iemand meer vrouwen voor Audiards camera eiste ging zijn humeur onder nul en liet hij het tateren aan John C. Reilly. Tweede poging dan maar tijdens Film Fest Gent. Een kille interviewruimte voorspelde weinig goeds maar een vlucht naar een terras voor rokers bood soelaas. Nadat hij een sigaret had aangeboden (“Geen roker? U heeft enkel kwaliteiten!”) en er vlug twee na elkaar had doorgejaagd bleek Audiard zin te hebben in een babbel.

JACQUES AUDIARD

U, co-scenarist Thomas Bidegain en producent Pascal Caucheteux zijn Frans, dop Benoît Debie Belgisch, de kostuums en maquillage zijn Italiaans en er werd vooral in Spanje gedraaid maar toch beschouwt men The Sisters Brothers als uw eerste Amerikaanse film.

Jacques Audiard: “Eigenlijk is het een Engels gesproken Europese film. In Europa gelooft men graag dat filmmakers met een Amerikaanse droom rondlopen maar ik wilde niet per se in Amerika of voor een Amerikaanse studio werken. Ik droomde er evenmin van om Hollywood te veroveren of een western te draaien. Maar ik wou wèl samenwerken met Amerikaanse acteurs en filmen in grote open ruimtes. Die vonden we in Spanje. Ik heb Oregon niet gemist.”

Acteur John C. Reilly en zijn echtgenote, producente Alison Dickey, vroegen u het boek van de Canadese romanauteur Patrick deWitt te verfilmen.

“Had ik de roman in mijn boekenwinkel gevonden, dan zou ik hem gelezen en geweldig gevonden hebben maar was een verfilming niet in me opgekomen. Het is omdat het idee van John C. Reilly kwam dat ik overtuigd raakte. Maar het heeft tijd gevraagd.”

THE SISTERS BROTHERS

Kreeg u te horen waarom ze aan u dachten voor deze western?

“Alison kende al mijn films goed en ze zag er een gevoeligheid in die volgens haar paste bij de toon en de inhoud van het boek. John C. wilde absoluut werken met iemand die in tegenstelling tot veel Amerikanen niet besmet was door bullshit nostalgia for the West. Iemand die niet zou vervallen in de gebruikelijke westernclichés. Bovendien is hij een Amerikaans acteur en ik stel telkens weer vast dat zij nieuwsgieriger zijn naar ons dan wij naar hen. Zijn verlangen om met mij te werken was groot, ook omdat het hem de kans gaf buiten de paden van de Amerikaanse filmindustrie te treden.”

Waarschijnlijk trok het idee van creatieve vrijheid dat geassocieerd wordt met Europese cinema hem aan?

“Zeer zeker. John C. wou ontsnappen aan zijn statuut in de Amerikaanse filmindustrie. Dat bepaalt welk soort rollen je wel of niet krijgt. Ik begrijp de acteurs wel. Zelf zou ik me moeilijk kunnen aanpassen aan de Amerikaanse werkwijze en aan het feit dat studio’s je als ondergeschikte behandelen. Bij dit project waren we allemaal partners. Zowel producenten, acteurs als crewleden.”

THE SISTERS BROTHERS

Waarom wou u graag met Amerikaanse acteurs werken?

“Amerikanen weten als geen ander wat acteren voor een camera betekent, ze hebben een groot zelfbewustzijn en sterk taalgevoel. Wanneer ze een ruimte betreden is die ruimte meteen aangekleed. Bovendien bevat onze spraak weinig nadruk terwijl hun spraak geaccentueerd en muzikaal is. Jake Gyllenhaal kwam op het idee om zijn personage te onderscheiden via een gesofisticeerde taal en dictie. Hij zocht uit met elk accent een jonge intellectueel toen sprak en schreef zijn dialoog fonetisch uit.”

Het conflict tussen beschaving en barbarij is een van de western thema’s die The Sisters Brothers ontwikkelt.

“In tegenstelling tot scenarist Thomas Bidegain ben ik geen groot westernfan en -kenner. Ik hou van de westerns uit de jaren zestig en zeventig en niet van die uit de tijd van John Fords Stagecoach. Mijn referentiefilms zijn kritische postmoderne westerns zoals Little Big Man, The Missouri Breaks (beiden Arthur Penn), McCabe & Mrs. Miller (Robert Altman) en Jeremiah Johnson (Sydney Pollack). Films waarin iets zit waar ik heel gevoelig voor ben: de erfenis van geweld, een geweld dat via de Founding Fathers, de grondleggers van Amerika, bij de cowboys belandde. Wat me bezighoudt is hoe we aan dat geweld ontsnappen. De western draait inderdaad rond de strijd tussen barbarij en beschaving en laat toe om vragen te stellen. Op welk moment laat je wapens toe in het dorp? Wanneer duikt er iemand op die de sheriffster gaat dragen? Hoe ontkiemt de democratie? Een democratie die ik in The Sisters Brothers wou verbinden met broederschap.”

THE SISTERS BROTHERS

Via Elie en Charlie Sisters maar ook door een sociale utopie te introduceren via Warm, de goudzoeker die geen rijkdom nastreeft maar een gemeenschap wil versterken.

“Dat was belangrijk omdat het een projectie is van een pacifistische gedachte, het genezen van een gewelddadig universum door een solidaire gemeenschap. Ik wou van barbarij naar beschaving gaan via een sociale utopie. Wanneer je een zoektocht naar goud introduceert in een western kom je snel uit bij hebzucht en die deur wou ik sluiten. De utopie maakte het mogelijk om op een andere manier over goud en zijn functie te spreken en niet te blijven steken bij verrijking.”

Vooruitgang wordt meestal verbonden met materieel succes, de verovering van gebieden en de komst van de trein maar The Sisters Brothers linkt progressie met een idee.

“Een filosofische gedachte. 1850 is een belangrijke datum. Er is inderdaad de Gold Rush maar in 1848 werd het door Karl Marx en Friedrich Engels opgestelde Communistisch manifest gepubliceerd. In die periode waren er in Duitsland, Frankrijk en Groot-Brittannië bewegingen actief – van de saint-simonisten over Proudhon en de anarchisten tot de utopisten en de communisten – die alternatieve samenlevingsideeën propageerden en de immigranten namen deze opvattingen mee naar de Nieuwe Wereld. Er ontstonden dan ook veel nieuwe gemeenschappen. Alleen daar waar religie het cement van de nieuwe samenleving vormde, zoals bij de Amish en de Mormonen, overleefden ze maar de ideeën hingen wel degelijk in de lucht.”

THE SISTERS BROTHERS

U bent geen westernfan maar ik herinner me dat u in Cannes Un Prophète voorstelde als The Man Who Shot Liberty Valance zonder John Wayne.

“Dat is een John Ford film van 1962 en gaat over democratie en geweld, het zijn meer de westerns waarin indianen en bizons worden afgeslacht waar ik problemen mee heb. Maar wat ik met die uitspraak bedoelde? Wanneer was Un Prophète ook al weer? Negen jaar geleden? Ik had liever gehad dat u zes jaar had gezegd! Wat lijkt dat een eeuwigheid. Ik denk dat u de vraag beter toen had gesteld want ik zou niet meer weten waarom ik dat toen vertelde.”

Ik kom er op terug omdat u tijdens een recente persconferentie in Deauville ook die filmtitel liet vallen toen ik wees op het The Searchers slotbeeld van The Sisters Brothers.

“Thomas Bidegain is de grote western en The Searchers fan, en ik wil de verwijzing wel toegeven maar Ethan Edwards zwerftocht was niet waar we aan dachten, Charles Laughtons The Night of the Hunter gold meer als voorbeeld.”

THE SISTERS BROTHERS

De terugkeer naar huis en de moederfiguur is wel cruciaal.

“Klopt, al is het geen eindpunt maar meer een nieuw begin.”

Er is geen sprake van loutering bij de personages maar wel van een kalmering.

“Ik zou het boek nog eens moeten herlezen, ik ben er niet helemaal zeker van, maar ik denk dat het slot dicht ligt bij wat Patrick DeWitt schreef. Elie en Charlie zijn inderdaad uitgeraasd, gekalmeerd en leven met het besef dat ze van nul herbeginnen. Met de overtuiging dat het nu beter zal zijn. Er zal geen vader meer zijn, veel minder geweld.”

Bovendien zijn er vrouwelijke elementen opgedoken in de macho wereld. Zo brengt u vrouwelijkheid in mannelijke westernpersonages. Daarom was de vraag in Deauville wanneer u eindelijk vrouwen in uw films zou opnemen nogal dwaas.

“Dat was inderdaad nogal debiel wanneer je mijn oeuvre kent. Bovendien moet u rekening houden met de chronologie. Het idee voor The Sisters Brothers ontstond net na De rouille et d’os en voor ik aan Dheepan ging beginnen. Voor het eerst was het een idee dat niet van mij kwam. Wanneer ik zelf een onderwerp had moeten zoeken na Dheepan zou ik een heel andere film gemaakt hebben. Dheepan is overigens totaal fout geïnterpreteerd, misschien wel door de titel en de affiche. Het is een film die evenveel over de man als over de vrouw gaat. Al mijn films gaan over vrouwen, zelfs wanneer ze niet in beeld zijn wordt er over hen gepraat en is hun invloed merkbaar. The Sisters Brothers is eigenlijk een kinderverhaal, de twee broers zijn twee jongetjes die jagen op schatten en cowboy spelen. Hun gesprekken zijn sinds hun twaalfde niet veranderd. De vraag is: wanneer worden ze volwassen? Wanneer stappen ze van masturbatie over op de seksuele daad? “

THE SISTERS BROTHERS

Wat is daarvoor nodig: ervaringen, kennismaking met de dood?

“Dat en veel meer. The Sisters Brothers is een initiatieroman, het avontuur van de broers leidt naar volwassenheid. De twee komen uit een heel gesloten en gewelddadig universum. Eli staat open voor alles wat verbonden is met moderniteit en hij is de meest gevoelige ook al lijkt hij de meest ruwe. Charlie is meer de blinde oerkracht. De initiatie van deze grote kinderen verloopt via amputatie, dood en de vaststelling dat er nieuwe ideeën opduiken. Ideeën zoals samenwerken, een gemeenschap vormen, een democratie opzetten.”

Maar ook het integreren van immigranten in een samenleving.

“Michael Cimino’s Heaven’s Gate is briljant op dat vlak. Ook daar zien we een maatschappij die te maken krijgt met immigratie en zich vragen moet stellen over integratie en samenleven. Op dat vlak was het maken van The Sisters Brothers een interessante ervaring. We draaiden in verschillende landen. Op de set werd er Spaans, Roemeens, Frans, Duits gesproken en leerden we samenwerken met verschillende culturen.”

THE SISTERS BROTHERS

Waarom koos u Benoit Debie als cameraman?

“Is hij niet goed soms? Nee, ernstig: ik wou heel kleurrijke beelden. En als ik denk aan het werk van Debie voor Gaspard Noë, Harmony Korine en Ryan Gosling dan zie ik die kwaliteit en de gedurfdheid. Bovendien heeft hij ook de snelheid van werken die ik zoek in de vingers. Mijn verlangen naar kleur heeft alles te maken met het feit dat The Sisters Brothers een sprookje is. Ik wou beelden die niet te strak zijn en aanvoelen als strippagina’s. The Night of the Hunter is gefilmd door een grote dop, Stanley Cortez en het equivalent voor zijn contrastrijk zwart-wit zijn sterke, gesatureerde kleuren. Een beetje zoals het Technicolor van weleer. Wat mij en Thomas zo aansprak in Laughtons film is dat het een sprookje is waar twee kinderen achternagezeten worden door een genie van het kwaad. De natuur en de dieren worden uitvergroot, er zijn de schoten in de nacht…”

Zoals het nachtelijk vuurgevecht en de brandende paarden die The Sisters Brothers openen.

“Dat is het openingsbeeld van een strip en de episodes volgen alsof we door een album bladeren. Hyperrealisme zou hier niet gewerkt hebben, daarvoor zijn de personages te gewelddadig. Nu wordt het geweld verzacht en borrelen er diepgaande ideeën op uit de beelden.”

AUDIARD ON SET

Sinds de Nouvelle Vague en de auteurspolitiek worden filmmakers in Frankrijk heel polariserend in vakjes geplaatst: auteurs versus vakmannen, commerciële filmmakers versus cineasten met een filosofie, … U lijkt tussen de twee te navigeren.

“Dat ik aan elke classificatie ontsnap beschouw ik als een kwaliteit maar het is niet aan de filmmaker om zijn positie te bepalen. Critici moeten ons situeren. Wij moeten denken aan films maken, niet aan onszelf. Ik voel me het product van de Franse cinefilie maar ik ben daar niet bewust mee bezig. Sinds Un Prophète wordt gezegd dat ik Amerikaanse cinema maak en valt de naam Scorsese. Ik zie de invloed niet, mijn inspiratiebronnen zijn expressionistische films zoals Der letzte Mann van Murnau of het werk van Wim Wenders, Alexander Kluge, Werner Herzog en Hans-Jürgen Syberberg. En auteurschap, wil dat zeggen dat ik een stijl heb? Ik denk niet dat ik die heb.”

Iemand die een vaste stijl of vaste thema’s heeft is geen auteur maar een filmmaker met een tic. Een auteur heeft een filmische schriftuur, dat wil zeggen dat hij zijn stijl aanpast aan de noden van zijn film, aan wat een verhaal en personages nodig hebben.

“Daar herken ik me in: ik denk dat ik een manier van werken heb maar geen stijl. En u heeft gelijk: wie elke film identiek belicht heeft geen stijl maar een manie. Dat de meningen verdeeld zijn over of ik nu wel of niet een auteur ben is niet erg. Ik zeg soms als boutade dat filmmakers geen vrienden hebben maar ik geef toe dat het leuk is dat regisseurs als Ryan Coogler mij citeren als voorbeeld. Europese cineasten drukten hun stempel op de Amerikaanse cinema en Amerikaanse films beïnvloedden op hun beurt Europeanen dus is het leuk dat ik nu iemand in Amerika kan inspireren.”

Gent, 19 oktober 2018

IVO DE KOCK

(Artikel verschenen in De Filmkrant, november 2018: Jacques Audiard)

THE SISTERS BROTHERS