Terry George’s The Promise: De Armeense genocide herinnerd

nov 27, 2017   //   by Ivo De Kock   //   Algemeen, drama, film, genre, melodrama, regisseur, tragedie  //  No Comments

THE PROMISE

Een historisch Hollywooddrama dat draait rond een episch liefdesverhaal is niet zo uitzonderlijk. Dat de amoureuze passies oplaaien in de context van de volkerenmoord op de Armeniërs tijdens de laatste dagen van het Ottoromaanse Rijk is wèl ongewoon. De Ierse ‘genocidespecialist’ Terry George (Hotel Rwanda) heeft met The Promise dit omstreden stuk geschiedenis boeiend verfilmd. Om meteen van antwoord te worden gediend door The Ottoman Lieutenant, een in Turkse propaganda gedrenkt oorlogsdrama van Joseph Ruben (Sleeping with the Enemy).

THE PROMISE

The Promise (2016) speelt in Anatolië waar er zich anno 1915 een driehoeksverhouding ontwikkelt tussen de briljante medicijnenstudent Michael (die zich verlooft met een meisje uit een gegoede familie om zijn studies in Konstantinopel – het huidige Istanbul – te bekostigen), de Armeense kunstenares Ana en haar vriend de Amerikaanse journalist Chris. Hun wisselende relaties en de plotwendingen zijn voorspelbaar terwijl sommige gebeurtenissen overdreven melodramatisch ogen. Ook al liggen ze in de lijn van de symbolische filmtitel die met een ‘belofte’ verwijst naar de verloving waar de rechtschapen Michael uiteindelijk niet onderuit wil ondanks zijn passionele liefde voor Ana.

Het duurt vrij lang voor de film op kruissnelheid loopt en The Promise oogt aanvankelijk als een doorslagje van David Leans in ongeveer dezelfde tijd spelende Doctor Zhivago. Een visueel fraai epos dus met een hoog romantisch gehalte (en adembenemende zonsondergangen). Zelfs het thema van de goede man die een toegewijde echtgenoot is, terwijl hij stiekem verliefd blijft op een andere vrouw, herinnert aan het Boris Pasternak verhaal.

THE PROMISE

Langzaam neemt echter een gruwelijke realiteit de bovenhand. Te beginnen met de vernederingen en mishandelingen in een werkkamp waar Michael ontsnapt wanneer een lotgenoot voor een explosieve wraak zorgt. Het kan echter nog erger want de gruwel wordt totaal wanneer de ‘evacuatie’ van Armeniërs door Turkse militairen wordt aangesneden. Een operatie die monsterlijk brutaal is en uitmondt in massale slachtpartijen.

De kracht en de verdienste van Terry George is dat hij hierbij niet focust op de fictieve overlevers maar op de reële slachtoffers. Bovendien schrikt hij niet terug van de gruwel, zonder er voyeuristisch genot in te scheppen. Integendeel, de regisseur en scenarist (samen met Robin Swicord) toont zich empathisch en werkt vaak met suggestie (bij de moord en verminking van Michaels zwangere vrouw). Hij onderstreept ook de grootschaligheid van het gebeuren.

THE PROMISE

Die was ook indrukwekkend wanneer je weet dat voor W.O. I er zo’n 1,7 miljoen Armeniërs in Anatolië leefden. Tussen 1915 en 1923 werden de meesten daarvan verdreven en vermoord, schattingen gaan van 300.000 tot 1,5 miljoen dodelijke slachtoffers. Een regelrechte genocide dus, die in de meeste landen nadrukkelijk werd erkend en veroordeeld. Niet zo in Turkije waar opeenvolgende regeringen de geschiedenis herschreven en argumenteerden dat de deportaties van de Armeniërs noodzakelijk waren (omdat de bevolking sympathiseerde met Rusland dat tijdens W.O. I opereerde in Anatolië) en dat de soldaten van het Ottomaanse rijk helden waren die rebellen bestreden. Slachtoffers bij de burgerbevolking zouden er amper gevallen zijn en zeker niet in opdracht van de regering.

Ontkenningsgedrag dat gepaard gaat met repressie want het publiek verkondigen dat deze visie niet overeenstemt met de feiten is nog altijd strafbaar in Turkije. Door de jaren heen heeft het land ook via zware diplomatieke druk trachten te verhinderen dat er films gemaakt werden over dit onderwerp. In 1919, toen de genocide nog bezig was, haalde met Ravished Armenia (Oscar Apfel) een eerste Hollywoodfilm de zalen. Deze blockbuster gebaseerd op een ooggetuigenverslag van Aurora Mardiganian (die zelf de hoofdrol speelde in de verfilming) werd een kassakraker. Helaas ging de film grotendeels verloren.

THE PROMISE

In 1933 wou MGM ‘The Forty Days of Musa Dagh’ verfilmen. In deze roman beschreef de Oostenrijkse Jood Franz Werfel hoe in de zomer van 1915 zo’n 4000 Armeniërs, overwegend vrouwen en kinderen, op een berg dicht aan de kust tegen de Ottomaanse troepen vochten. Werfel had de regio bezocht en via overlevenden de slag om Musa Dagh gereconstrueerd. Zijn nauwkeurige beschrijving van het verzet en de strijd zou er voor zorgen dat zijn werk uitgroeide tot het populairste boek in het getto van Warschau en een inspiratiebron voor de opstand tegen de nazi’s.

Voor de verfilming voorzag MGM Gone with the wind ster Clark Gable als hoofdacteur en William Wellman (A Star is Born, The Public Enemy, The Ox-Bow Incident) als regisseur. Toen Turkije hoorde van het project, dreigde het met een boycot van alle MGM films. De studio trachtte het conflict te ontmijnen door in het scenario de schuld voor de slachtpartijen in de schoenen van ontspoorde individuen te schuiven. Toen dit onvoldoende bleek werd zelfs de volledige slachting geschrapt. Maar ook dat bleek onvoldoende voor de regering in Ankara die dreigde haar goede relaties met Frankrijk aan te spreken om ook dat land aan te sporen MGM-films te boycotten. Uit angst die markt te verliezen besloot de studio het project op te bergen.

THE PROMISE

Ondanks verschillende pogingen, waaronder zowaar een van Sylvester Stallone, om Werfels boek te verfilmen zou het tot 1982 duren voor The Forty Days of Musa Dagh gedraaid werd. Maar dan wel als een kleine, onafhankelijke productie (het budget van 1 miljoen dollar was naar Hollywoodnormen belachelijk laag) met een minder bekend filmmaker (Sarky Mouradian) en een onervaren cast. De film liet dan ook jammer genoeg geen onuitwisbare indruk na en belandde snel in de vergetelheid.

TERRY GEORGE TIJDENS OPNAMEN HOTEL RWANDA

Dat het onderwerp nog steeds gevoelig ligt merkte producent Eric Esrailian toen hij The Promise op de rails trachtte te zetten. Om Turkije niet voor het hoofd te stoten wilden velen niet bij het project betrokken worden. “Vanuit de hoogste kringen werd ons duidelijk gemaakt dat de film door bepaalde aan studio’s gelinkte verdelers nooit zou worden uitgebracht, ongeacht de kwaliteit van de film,” beweert Esrailian. Dat hoeft niet meteen te wijzen op een samenzwering, Hollywood schrikt immers veel sneller dan vroeger terug van controverses. Het opzet is sinds een in de jaren zeventig gesitueerd scharniermoment steeds meer het ontwikkelen van universele, mainstream producten die wereldwijd verdeeld kunnen worden en dus nergens weerstand oproepen.

THE CUT

Enkele onafhankelijke filmmakers brachten de Armeense genocide wel al ter sprake. Fatih Akin trachtte met The Cut (2014) een didactisch melodrama te maken over de gevolgen van de genocide (een man gaat op zoek naar zijn verdwenen dochters), Atom Egoyan probeerde met Ararat (2002) een onderhoudende film te maken over verfilmen van de genocide en het duo Garin Hovannisian & Alec Mouhibian doet exact honderd jaar na de feiten hetzelfde over het behandelen van de genocide via een toneelstuk in 1915 (2015). Films die de verdienste hadden het thema aan te snijden maar die kwalitatief sterk te kort schoten.

Dat de Ierse scenarist (In the name of the father, The Boxer) en regisseur (Hotel Rwanda, Reservation Road) Terry George The Promise kon ontwikkelen dankt hij aan de Armeens-Amerikaanse miljardair Kirk Kerkorian die het budget ter beschikking stelde. Na lang twijfelen want de voormalige MGM-baas overwoog reeds in de jaren tachtig om het thema aan te snijden maar deinsde toen terug uit angst voor boycot van zijn studio. Maar als onafhankelijk producent kon Kerkorian het vlak voor zijn dood wel veroorloven om risico’s te nemen. George, aangetrokken omdat hij de Ruanda genocide aankaartte in Hotel Rwanda moest van hem geen winstgevende film afleveren maar wel een goede en vooral relevante film die helpt om de Armeense genocide uit de vergetelheid te halen.

ARARAT

Dat doet George door de gruwel niet onder het romantische melodrama te verstoppen maar door naast de gevechten ook de vele slachtoffers is beeld te brengen. Hij focust op de impact en de gevolgen van de gruweldaden, niet op de daden zelf. Bovendien werkt hij vaak met suggestie (we zien nooit de uit de buik van een dode zwangere vrouw gerukte baby) en symbolische beelden (de handen die uit de goederentrein wagons komen wanneer Michael meelift op een nachtelijke trein zeggen meer dan 1000 woorden over de bestemming van dit transport). De bedoeling was dubbel: het vermijden van sadistisch voyeurisme én het voorkomen dat een overdosis expliciet beelden de toeschouwers ook doet walgen van de film.

In september 2016 beleefde The Promise zijn première tijdens het filmfestival van Toronto. Dat was de enige vertoning van de film tot zijn release in april 2017 wat het zijn zachtst gezegd bijzonder vreemd maakte dat op de toonaangevende website IMDb ruim 60.000 ‘users‘ een eerder negatieve beoordeling gaven (ondertussen zitten we aan een 158.000 beoordelingen en een 6,0 quotering). Turkije ontkende een internetcampagne tegen de film te hebben opgezet maar dat er iemand de commerciële carrière van de film trachtte te beschadigen (in de V.S. bleef The Promise steken op een recette van 8 miljoen dollar) is wel duidelijk.

HOTEL RWANDA

Zoals het geen toeval kan zijn dat ongeveer gelijktijdig een stuk tegenpropaganda de zalen haalde. In The Ottoman Lieutenant van Joseph Ruben moest ‘Game of Throne’ ster Michiel Huisman het publiek verleiden (wat mislukte, de prent flopte en met de IMDb rating ging het snel bergaf) met een romantisch verhaaltje waarin een Amerikaanse verpleegster verliefd wordt op een Ottomaanse militair. Heel opmerkelijk wordt een gevecht gestart door een Armeniër terwijl de stelling duidelijk is dat eventuele doden het eigenlijk gezocht en verdiend hadden. Met een Turkse producent die bevriend is met Erdogans zoon Bilal niet echt verwonderlijk. In hoeverre de film een propaganda opdracht van de regering was zullen we nooit weten maar het is wel duidelijk dat de Turkse overheid de Armeense genocide ook uit de filmgeschiedenis wil houden.

THE OTTOMAN LIEUTENANT

Terry George heeft met The Promise geen mijlpaal voor die filmgeschiedenis afgeleverd. Daarvoor is de film te kitscherig, bombastisch en melodramatisch. Maar hij heeft wel geschiedenis geschreven door de Armeense genocide (“It’s one of the great forgotten catastrophes of the 20th century” dixit George) met een mainstream film (“Producing a piece of entertainment is an effective way to educate people” stelt de cineast) onder de aandacht van een ruim publiek te brengen. Met empathie en het nodige respect.

HOTEL RWANDA

Daarmee roeit hij tegen de stroom op in Hollywood. “De studio’s hebben beslist dat ze tentpole movies (blockbuster melkkoeien) willen maken met actiehelden i.p.v. ernstig drama,” zegt George, “ze stimuleren oogsnoepjes en een schorre lach maar er zijn ook nog emoties zoals empathie, woede, verdriet en vreugde. Die emoties moeten ook gestimuleerd worden. Ik was kapot toen in The Killing Fields zag. Of Schindler’s List. Die emoties zijn nu verloren. Ik hoop dat de slinger terug de andere richting uitgaat en men opnieuw wil investeren in ernstig drama. In films waarover men wil discussiëren na het verlaten van de zaal.” Zo’n film is The Promise toch wel.

IVO DE KOCK

THE PROMISE: Terry George, S – USA 2016, 134′; met Oscar Isaac, Charlotte Le Bon, Christian Bale; FILM: *** / EXTRA’S: 0; dis. eOne.

TERRY GEORGE

Leave a comment