Nick Broomfields Whitney: Can I Be Me: Het pop icoon dat enkel een aardig mens wou zijn

okt 27, 2017   //   by Ivo De Kock   //   actueel, Algemeen, documentaire, dvd, film, genre, regisseur  //  No Comments

WHITNEY: CAN I BE ME

Ze zullen me zich herinneren zoals zij dat willen. Er zullen boeken en films zijn, iedereen een eigen visie. Ik wil herinnerd worden als een heel aardig persoon. Iemand die zich bekommerde om anderen en alles juist wilde doen. Als ze me maar geen heks vinden.” Met deze quote van Whitney Houston sluit documentairemaker Nick Broomfield Whitney: Can I be Me af. Een portret dat de wens van de tragisch overleden Amerikaanse zangeres respecteert en haar voorstelt als een aardig, spontaan en warm mens. Een door de industrie tot pop-icoon omgevormde gospelzangeres met een fenomenale stem. Tot het leven en verslavingen hun tol eisten.

WHITNEY: CAN I BE ME

Whitney: Can I be Me opent met geluidsopnamen van een 911-oproep (over een bewegingsloze 49-jarige vrouw in de Beverly Hills Hilton), beelden van zenuwachtig rondlopende hulpdiensten en flikkerlichten, helikopterbeelden van de omgeving en een stem die in voice-over poneert “They said Whitney Houston died from a drug overdose, I know she died from a broken heart.Genoeg om enkele alarmbellen te doen afgaan. Hier lijkt een documentaire te gaan bezwijken onder een overdosis sensatiezucht en sentimentalisme. Zeker wanneer het verderop pathetisch “She changed history and paid a price for itklinkt.

WHITNEY: CAN I BE ME

Maar ondanks dergelijke dooddoeners valt het al bij al best mee. Regisseur-scenarist Nick Broomfield (documentaires Kurt & Courtney en Biggie and Tupac, oorlogsdrama Battle for Haditha) weet de clichés van de klassieke ‘rise and fall‘ biografieën grotendeels te vermijden en focust hardnekkig op de mens achter de superster. Met unieke, en nooit vertoonde, achter de schermen beelden die Rudi Dolezal opnam tijdens Whitneys Europese tour van 1999, fragmenten uit interviews van de zangeres, livebeelden van optredens en interviews met vertrouwelingen tracht hij vooral een psychologisch portret van de zangeres te schetsen.

WHITNEY: CAN I BE ME

Daarbij komen onzekerheden die stammen uit haar jeugd, de rol (“Cissy was everything”) van haar dominante moeder Cissy (die zelfs jaloers was op het succes van haar dochter), de complexe relatie met haar vader (met wie ze op het einde van zijn leven in een financieel conflict verwikkeld was), de destructieve relatie met Bobby Brown (ze haalden het slechtste uit elkaar) en de impact van vriendin Robyn (een hechte vriendin die uiteindelijk onder druk van haar omgeving wegviel) aan bod.

Het beeld van de onzekere, kwetsbare en eenzame zangeres verklaart gedeeltelijk hoe ze door slechte keuzes en afhankelijksheidsproblemen de greep op haar stem en ook haar leven verloor. Broomfield wijst ook op de verantwoordelijkheid van Houstons hofhouding: “er is niemand in haar kring die niet verantwoordelijk is voor de ondergang van die mooie vrouw” stelt een man die werd ingehuurd (maar even snel weer werd afgevoerd) om een doorlichting te maken van Houstons begeleiding.

WHITNEY: CAN I BE ME

Met het succes groeide immers ook de groep mensen (waarbij ook haar ouders hoorden) die geld verdienden aan haar en er alle belang bij hadden dat het fabriekje Whitney Houston bleef draaien. Ongeacht de noden, verlangens en fysieke en geestelijke limieten van deze jonge vrouw die eigenlijk enkel wilde zingen. Want niet toevallig stelde Houston “mijn dierbaarste herinneringen zijn toen ik als twaalfjarige gospel liederen zong in de kerk.” Een muziekcarrière was nooit haar droom: “Ik wilde mijn ouders niet teleurstellen en God hield me in de gaten.”

Naast Houstons persoonlijkheid en de rol van haar omgeving ziet Broomfield nog een verklaring voor haar ondergang (die er ook voor zorgde dat haar dochter Bobbi Christina “geen kans had” en een tragisch kort leven zou kennen): de druk van de buitenwereld. Houston zat in een ‘no win’ situatie: voor de hippe muziekscène miste ze ‘street credibility’ omwille van haar ‘commerciële’ muziek en de traditionele, gelovige, zwarte gemeenschap voerde de druk enorm op omwille van haar ‘ongepaste’ relatie met haar ‘rechterhand’ en toeverlaat Robyn.

WHITNEY: CAN I BE ME

Voor beide groepen primeerde het eigen gelijk op de mens Whitney Houston. “Er waren problemen met drugs in die familie (haar broers waren stevige gebruikers) en men focuste op haar geaardheid” zegt een vertrouweling schuddebollend. Terwijl haar bodyguard benadrukte hoezeer Houston kapot was van het boe-geroep toen ze tijdens de Soul Train Awards als winnares werd afgeroepen.

Dezelfde manier onderstreept dat Houston met de externe druk en haar identiteit worstelde. “Vaak zei ze tegen me ‘Can I be me?‘.” De verdienste van de Brit Nick Broomfield is dat hij als outsider met Whitney: Can I be Me ook op de witte olifant in de kamer wijst: het racisme in de Amerikaanse samenleving en de gevolgen die dat heeft voor het leven en de loopbaan van Afro-Amerikanen. Zaken die doorgaans onvermeld blijven in Amerikaanse documentaires maar waarvan insiders en de (zowel film- als muziek-)industrie zich maar al te bewust van zijn. Meer nog, waar nadrukkelijk wordt op ingespeeld zoals Broomfield duidelijk maakt.

WHITNEY: CAN I BE ME

“Hoe werd Whitney in de blanke markt gezet?,” zegt Tony Anderson (Head of Promotion Arista Records), “door niet meer naar het verleden te kijken. Daar hielden we ons aan. Dat klinkt misschien onbelangrijk maar dat was het niet. We zijn een heel raciaal land. En racisme tegen een zwarte artiest, of welk beroep ze ook uitoefenen. Er wordt meestal te veel naar de achtergrond gekeken.” Maar ook: “In onze cultuur zing en dans je. Je bent zo. Wanneer iemand je bij het publiek introduceert speel je een rol. We wilden geen vrouwelijke James Brown, we wilden Barbra Streisand. Ze deed dat heel goed, ze had klasse. Haar moeder was Cissy Houston, haar tante Diane Warwick, maar ze was altijd Whitney.”

Enig minpunt aan Whitney: Can I be Me: de muziek en het talent van Whitney Houston komen onvoldoende aan bod. Bij het focussen op de aftakeling van de zangeres worden zowel haar markante songs als legendarische vertolkingen uit het oog verloren. Met name haar intense, passionele vertolking van ‘The Star-Spangled Banner’ en de live-versie van ‘Greatest Love of All’ voor de uit Irak terugkerende militairen.

WHITNEY: CAN I BE ME

Die laatste song was ook sterk autobiografisch, een schreeuw uit het hart, een wensdroom ook: I decided long ago never to walk in anyone’s shadows; If I fail, if I succeed; At least I lived as I believed; No matter what they take from me; They can’t take away my dignity; Because the greatest love of all is happening to me; I’ve found the greatest love of all inside of me.

En met haar, door Broomfield aangebrachte, immense liefde voor haar dochter in het achterhoofd: I believe the children are our future; Teach them well and let them lead the way; Show them all the beauty they possess inside; Give them a sense of pride to make it easier.Een artiest vertelt veel over zichzelf via zijn kunst en daar had Nick Broomfield beter gebruik van kunnen maken. Wat niet belet dat Whitney: Can I be Me een boeiende documentaire is.

IVO DE KOCK

WHITNEY: CAN I BE ME: Nick Broomfield, UK-USA 2017, 105′; met Whitney Houston, Bobby Brown, Bobbi Christina Brown, Robyn Crawford, Cissy Houston; FILM: *** / EXTRA’S: 0; dis. Periscoop.

WHITNEY: CAN I BE ME: BRITSE AFFICHE SQUAD FORMAAT

Leave a comment