Jordan Voight-Roberts Kong: Skull Island: Een gigantische aap in het hart van de duisternis

aug 19, 2017   //   by Ivo De Kock   //   actueel, Algemeen, dvd, film, genre, horror, regisseur, sciencefiction  //  No Comments

KONG: SKULL ISLAND

In Kong: Skull Island krijgen we niet enkel de meest humeurige en agressieve King Kong ooit te zien, maar ook de grootste. Moet ook wel omdat hij gedoemd is om het ‘MonsterVerse‘ van Legendary Entertainment de strijd aan te binden met de nucleaire gigant Godzilla. Als opwarming geeft hij reuze dieren en ‘gewone’ mensen partij.

KONG: SKULL ISLAND

Kong: Skull Island is geen King Kong prequel en evenmin een reboot van de franchise via een remake van de versies van 1933 (Cooper & Schoedsack), 1976 (Guillermin) of 2005 (Jackson). Regisseur Jordan Voight-Roberts (The Kings of Summer) heeft ook geen boodschap aan een lange opbouw naar het tonen van ‘het monster’ (zoals de drie King Kong versies) en evenmin aan een aap-drama van Shakespeariaanse proporties zoals de nieuwe Planet of the Apes-cyclus (War for the Planet of the Apes is een subliem stukje immersieve cinema gedreven door de morele crisis van Caesar).

Hij gaat resoluut voor een klassiek kitsch spektakel dat eerder monsters wil tonen dan een verhaal tracht te vertellen. Waarbij de reuze-aap meteen in beeld komt en filmplezier voortvloeit uit gigantisme, reuzengroei die van vertrouwde wezens angstaanjagende monsters maakt. Het resultaat is geen grote cinema (we zitten mijlenver van Jack Arnolds klassieker The Incredible Shrinking Man) of een groots filmspektakel maar een genietbare avonturenfilm. Eentje die door een spel met de ‘grootte’ van dingen en creaturen terugkeert naar de roots van film als kermisattractie.

KONG: SKULL ISLAND

Scepticisme leek nochtans op zijn plaats. Kong: Skull Island is geen verzinsel van een filmauteur maar eerder van een marketingafdeling die wil inspelen op de DC en Marvel trend om geen films te maken maar een universum, een ‘MonsterVerse‘ te creëren. Warner startte de operatie met Gareth Edwards Godzilla (2014) en wil na Kong: Skull Island de gigantische monsters verder opvoeren in Godzilla: King of Monsters (2019) en laten strijden in Godzilla vs.Kong (2020).

Het dient echter gezegd, de studio heeft lessen getrokken uit Roland Emmerichs afgrijselijke Godzilla (1998) dat de slogan Size does matter” illustreerde maar vergat dat proporties eigenlijk belangrijker zijn dan afmetingen. Grote monsters zijn enkel indrukwekkend wanneer ze bekeken worden vanuit het perspectief van kleine, menselijke getuigen. Mensen die niet zozeer helden zijn maar wel figuren die de toeschouwer toelaten om plaats te nemen in het spektakel en zich te vergapen aan het kermisachtige spektakel. Dat werd vrij goed uitgespeeld in Edwards Godzilla en nu quasi perfect in Kong: Skull Island.

KONG: SKULL ISLAND

Regisseur Jordan Vogt-Roberts stipt niet toevallig Princesse Mononoké van Miyazaki, Pokémon en Ishiro Honda’s King Kong vs Godzilla aan als inspiratie. Bovendien is hij meer een copy-paste cineast dan een auteur. Zijn film is immers een visuele (Apocalypse Now, Platoon, Predator, Cannibal Holocaust, The Lost World) en auditieve (Creedence Clearwater Revival, Jefferson Airplane) jukebox en geen klassiek cinefiel bioscoopspektakel.

Het verhaal en de personages zijn even eenvoudig als bijkomstig: in 1973, net na de Vietnamoorlog, belanden (militaristische) avonturiers met destructieve plannen op een nog onbekend eiland (de nieuwe biotoop van een piloot die er tijdens W.O. II strandde) waar de gigantische aap Kong als een soort sheriff de vrede bewaart. De indringers brengen ongewild een chaotische ‘oorlog’ tussen megagrote dieren – en tussen de monsters en de mensen – op gang. Een zelfvernietigende cyclus die enkel door een altruïstische ‘King’ Kong gestopt kan worden.

KONG: SKULL ISLAND

Daar waar Edwards Godzilla teruggreep naar de oude dystopische rampenfilm, voert Kong: Skull Island ons terug naar de prehistorische avonturenfilm. Vandaar dat magie en verwondering de plaats innemen van angst en paranoia. Wat de cineast puik doet is het scheppen van een fantasierijk universum met gigantische dieren. Zoals de reuze waterbuffel die plots uit het water verrijst, gigantische insecten die schrik aanjagen of Pterosauriërs die met een man-met-koffer aan de haal gaan.

Tijdens die haast surrealistische scènes overtuigt de film. Maar ook tijdens de intense, fysieke gevechten van Kong met een mega octopus, een vloot legerhelikopters en grote reptielen met doodshoofden. Titanengevechten die werken omdat de kleine, menselijke avonturiers voor perspectief zorgen en zijn menselijke karakter de reuze aap sympathie oplevert. Al valt het antropomorfisme wel mee, dat menselijke karakter slaat eerder op ‘dierlijke’ verbetenheid dan op het maken van morele keuzes.

KONG: SKULL ISLAND

De rode draad door de nieuwe Godzilla-Kong films is dat de mens geen eigendomsrecht heeft op Moeder Aarde en dat misbruik dodelijke gevolgen kan hebben. Niet dat die ecologische boodschap er in geramd wordt. Net zomin als de politieke boodschap – regisseur Voight-Roberts heeft het over een parabel die aangeeft hoe “de V.S. als militaire mogendheid verslonden werd door de Vietnamese jungle” – heel prekerig wordt gebracht.

Kong:Skull Island blijft een vooral onderhoudende film vol filmische en muzikale hommages maar met beperkte diepgang. Een amusante popversie van Conrads ‘Heart of Darkness’ die vooral de verdienste heeft het ‘gigantische’ van zijn ‘monsters’ op een intelligente en creatieve wijze uit te spelen.

IVO DE KOCK

(Verschenen bij www.filmmagie.be)

KONG: SKULL ISLAND: Jordan Voight-Roberts, USA 2016, 118′; met Tom Hiddleston, Brie Larson, Samuel L. Jackson, John Goodman, John C. Reilly; extra’s: commentaar, verwijderde scènes, documentaires; dis. Warner.

KONG: SKULL ISLAND

Leave a comment