Interview Marc Munden: Oorlog, moed en The Mark of Cain

jun 4, 2017   //   by Ivo De Kock   //   actie, actueel, drama, film, genre, interview  //  No Comments

THE MARC OF CAIN

Ook Britse cineasten buigen zich over het Irakconflict. Heel direct en krachtig want in hun controversiële films belichten ze militair wangedrag. Documentarist Nick Broomfield liet zich voor de fictiefilm Battle for Haditha (07) inspireren door een Amerikaanse mariniers aangerichte slachtpartij, tv-regisseur Marc Munden voor The Mark of Cain door een Brits schandaal dat ontstond toen bezwarende, door soldaten gemaakte foto’s opdoken.

“Ik verwacht niet dat de film box office records zal breken” zei regisseur Marc Munden (Miranda) toen we hem tijdens het Filmfestival van Gent vroegen of het publiek wel klaar was voor Irakfilms zoals The Mark of Cain. “Het probleem met films over waargebeurde feiten is dat mensen denken dat ze het verhaal kennen, waardoor het moeilijk wordt om hen in de zalen te krijgen,” aldus de Britse cineast, “wat ze onderschatten is dat wanneer ze uiteindelijk een dergelijke film zien, ze een sterker emotioneel begrip krijgen van wat er aan de hand is”.

THE MARC OF CAIN

The Mark of Cain haalde bij ons zelfs de zalen niet, maar gelukkig kan deze op het Festival van Rotterdam met een ‘Movies That Matter Award’ bekroonde film via dvd zijn publiek vinden. Het verhaal draait rond twee 18-jarige vrienden, Shane Gulliver en Mark ‘Treacle’ Tate, die in 03 met het Britse leger in het Iraakse Basra actief zijn. Wanneer de populaire kapitein Godber tijdens een patrouille om het leven komt, reageren heel wat soldaten hun frustratie op gevangenen af.

Bij hun terugkeer naar huis duiken compromitterende foto’s op die Shane en Treacle verplichten om voor de krijgsraad te kiezen tussen waarheid en loyaliteit. Vooral het eerste deel van de film, waarin chaotische actie de verwarde personages tekent, maakt indruk maar ook het tweede luik, dat rond morele keuzes draait, is sterk. De verdienste van Munden is dat hij intensiteit aan complexiteit koppelt.

Hoe onstond The Mark of Cain?
MARC MUNDEN: Alles begon bij scenarist Tony Marchant die iets over Irak wou doen maar niet meteen een invalshoek zag. We spreken over 2002 en ineens verscheen er, kort na de invasie, een krantenartikel over een soldaat die in Groot-Brittannië zijn foto’s naar het ‘meteen klaar’ fotolabo Snappy Snaps bracht. Het winkelpersoneel ontwikkelde de foto’s, bekeek ze en merkte dat het beelden waren met aan vorkliften vastgebonden mensen, gesimuleerde seks… Ze stuurden de foto’s naar de politie, waarop de soldaat werd gearresteerd. Na dat voorval doken ook de berichten over Abu Ghraib op. Even later begon dan de krijgsraad van een Brits militair. Dat alles zette de scenarist aan om zo’n 50 soldaten en hun ouders te interviewen om zo een realistische indruk te krijgen van wat er in Irak gebeurde.

THE MARC OF CAIN

Het was jaren wachten op de eerste Vietnamfilm. Hoe komt het dat de Irakfilms er zo snel komen, terwijl het conflict nog aan de gang is?
MUNDEN: Dat heeft ongetwijfeld te maken met het feit dat in de huidige gemediatiseerde wereld de nieuwsberichten en beelden uit Irak een heel directe impact hebben; ze geven dat conflict voor ons een gevoel van nabijheid en intensiteit. Video en film komen constant recht in onze huiskamer en ze houden in onze geest de oorlog levendig. Maar The Mark of Cain is voor mij niet zozeer een film over Irak. Het draait essentieel om wat we in Groot-Brittannië whistleblowing noemen, een boekje opendoen over iets, er een einde aan maken, de morele moed hebben om uit te komen voor iets waarin je gelooft. Ondanks tegenkanting, ondanks het mogelijk verlies van loyaliteit.

De discussie over morele moed die de rode draad door het filmverhaal vormt, is iets dat buiten Irak kan worden gesitueerd, al is het in dit geval verbonden met de politieke discussie over de oorlog. Ik zie The Mark of Cain dan ook niet zozeer als een oorlogsfilm. Films over de Vietnamoorlog onderzochten meestal wat er in Amerika fout liep.

THE MARC OF CAIN

Maar het blijft een manier om de oorlog te verwerken, om er mee om te gaan.
MUNDEN: In dit geval is het vooral een manier om om te gaan met de wijze waarop Iraakse burgers werden mishandeld en vernederd in twee incidenten die berucht werden in Groot-Brittannië. We verwerken de schandalen niet door er een documentaire neerslag van te maken maar door ze in een fictieverhaal te gieten.

Je had de gevechtsscènes kunnen stileren maar je verkoos een realistische benadering. Waarom?
MUNDEN: Omdat ik wou dat de situatie authentiek aanvoelde. Eigenlijk is het gestileerd om het echt te laten lijken. Want het ziet er echt uit omdat het bewust zo is geconstrueerd. Wanneer er een explosie is of iemand schiet, mis je net de actie. Je hoort iets en vat het kort daarna. Je bent te traag om actie en impact samen te zien. Dat is allemaal heel gestileerd; als cineast gebruik ik mijn vakmanschap om het echt te laten lijken. Om documentaire waarachtigheid in fictie te creëren heb je dat soort stijl nodig.

Dat heeft ook te maken met wat Sam Fuller, een regisseur die als soldaat meevocht tijdens WO II, zei: “In een oorlog mis je altijd de actie”. Het gaat zo snel dat je slechts de impact ziet en blijft zitten met de vraag ‘Wat gebeurde er?’
MUNDEN: Dat is inderdaad realistisch. Daarom mis ik schijnbaar het moment waarop de soldaat de hond neerschiet. Het is een verwarde, nerveuze situatie. Wanneer de Saxon pantserwagen door een raket wordt getroffen en in vlammen opgaat, ben je bij de schuilende soldaten die er naar kijken. In Hollywood zou men een camera recht voor het voertuig plaatsen en de explosie frontaal tonen. Maar voor mij is dat incident bijzaak; waar het me om gaat, is wat er in de hoofden van de soldaten omgaat. Daarom blijf ik bij hen.

THE MARC OF CAIN

De hitte die gepaard gaat met dergelijke explosies is intens. Ook op een filmset. Het is niet echt gevaarlijk maar het is voor een korte periode heel erg intens. Hoe goed je er ook op voorbereid bent, telkens weer heb je die ‘verdorie, wat was dat?’-reflex. Je doet het op de set maar een keer maar het is heel shockerend. Vooral voor die jonge, onervaren acteurs die nog niet met effecten zijn vertrouwd. Daarom zijn hun verbijsterde reacties zo ècht.

Was het een weloverwogen keuze om niet te werken met bekende gezichten?
MUNDEN: Acteurs brengen altijd een zekere bagage mee. Alle rollen die ze reeds vertolkten spoken als geesten door de gedachten van het publiek. We castten 18- en 19-jarige acteurs en er zijn sowieso weinig wereldberoemde acteurs van die leeftijd. Gerard Kearns, de jongeman die Treacle speelt, is bekend in Groot-Brittannië omdat hij in de tv-reeks Shameless speelt, maar hij is geen filmster of vertrouwd gezicht. Voor ons was het cruciaal dat de leeftijd van de acteurs klopte, dat ze geloofwaardig waren als onervaren en soms naïeve jongens. Dat ze geen herkenbaar, afleidend imago hadden was een nevenvoordeel.

De enige motivatie om een ster te casten is voor mij dat je zo gemakkelijker publiek in de zalen krijgt. Want het is niet eenvoudig om mensen te overtuigen een film te gaan zien. Wat betreft identificatie; alle acteurs spelen een rol en je moet hoedanook die rol specificeren voor er van identificatie sprake kan zijn. Elk personage, of ie nu door Leonardo Di Caprio wordt vertolkt of door Gerard Kearns, moet uitgediept zijn, dient situaties en dialogen te krijgen waardoor het mogelijk wordt dat een ‘karakter’ zich aftekent.

Waarom introduceert een officier het concept ‘the mark of Cain’, het merkteken van Kain?
MUNDEN: Hij geeft een peptalk aan zijn troepen met een toespraak die verwijst naar een speech van een legerleider aan de vooravond van de Irakinvasie. De originele speech is heel bekend want hij werd in het tv-nieuws getoond. Kolonel Tim Collins sprak over de nood aan edelmoedigheid in militaire overwinningen en refereerde eigenlijk aan een toespraak van admiraal Lord Nelson over het belang om zichzelf niet op te dringen aan de mensen die men bevrijdt.

Zij zijn niet de slachtoffers, jij staat hen ten dienste; dat is de geest van de redevoering. Je bent daar om hen te dienen hield Collins zijn troepen voor toen ze op het punt stonden Irak binnen te trekken. De mark of Cain verwijst naar het morele merkteken dat ze zouden verwerven wanneer ze vergaten dat ze er waren om burgers te helpen. Het verhaal van Kain en Abel gaat natuurlijk over twee broers en ook die parallel zit in de film.

Peptalk lijkt echter ook vaak aan de basis van de problemen te liggen. Zo nemen de soldaten de richtlijnen over het uitvoeren van een opdracht soms nogal letterlijk.
MUNDEN: De sequentie waar jij naar verwijst is die waarin een officier opdraagt “you must search and detain rigorously”, je moet streng verdachten zoeken en aanhouden, en dat wordt vertaald als “vigorously”, gespierd. Het verschil tussen rigor en vigor, strengheid en gespierdheid, is heel groot. Het toont hoe bevelen bij het afdalen door de gelederen veranderen, hoe het gesofisticeerd taalgebruik van officieren – waarbij ze impliciet zeggen dat ze iets gedaan willen hebben – verloren gaat.

Feit is dat het waarschijnlijk een juistere interpretatie is van wat de officieren willen maar niet durven uitdrukken. Tegen de tijd dat het bevel bij de korporaal komt, is het “we moeten hen bij de lurven pakken, de schurken die dit gedaan hebben met majoor Godber”.

Tijdens de gevechten en bij de confrontatiescènes plaats je de camera midden in de groep. Waardoor dit nooit een afstandelijk exposé wordt.
MUNDEN: Ik wil dat je als kijker hun ervaring deelt, met inbegrip van de verwarring. Wanneer ze de jonge kerel in de binnenplaats van zijn huis arresteren, ontspint er zich een discussie tussen hem en een oudere man die de jongeman vraagt zich over te geven omdat hij niets te vrezen zou hebben. Er vliegen woedende woorden in het rond terwijl ook de moeder tussenkomt. We vertalen hier niets van omdat de Britse soldaten het ook niet begrijpen en we die onzekerheid willen overbrengen.

Zonder de bezwarende foto’s van de soldaten zelf, was er waarschijnlijk nooit een proces geweest. Geeft dat niet aan hoe belangrijk beelden in onze samenleving werden?
MUNDEN: Ik zou zeggen dat dit karakteristiek is voor deze oorlog maar dat klopt eigenlijk niet. Er waren al de beelden van het bloedbad dat Amerikaanse soldaten anno 1968 in My Lai aanrichtten. Beroemde beelden van door gefrustreerde militairen gedode onschuldige burgers. Die foto’s waren van een nieuwsfotograaf, ditmaal gaat het om beelden gemaakt door soldaten met hun telefoons en dat is een heel groot verschil. Iedereen is nu op een of andere manier fotograaf, iedereen is nu documentairemaker.

Nu verslaggevers ‘embedded journalists’ (betrokken journalisten) werden, zijn de soldaten ongewild reporters geworden.
MUNDEN: Maar je kan niet méér ‘embedded’ zijn dan als soldaat natuurlijk, dus je zou denken dat ze de officiële lijn volgen, conformistischer dan journalisten zijn. Dat blijkt niet zo te zijn. De meest shockerende beelden werden door soldaten gefilmd, waarbij ze hun collega’s in beeld brengen. Het opmerkelijke aan het verhaal van de korporaal die zijn foto’s naar Snappy Snaps bracht was dat hij niet besefte dat er iets mis was met zijn beelden. Hij zag helemaal niet in dat ze onkies en shockerend waren. Dat is waarschijnlijk de reden
waarom de beelden van soldaten zo extreem zijn; ze zijn doordrongen van heftige emoties maar de betrokkenen zien er niets abnormaals aan.

Je verbindt loyaliteit met overlevingsinstinct en angst. Waardoor duidelijk wordt hoe moeilijk het is om in dit soort situaties morele keuzes te maken.
MUNDEN: Dat is de essentie van de film. In het leger wordt gesproken over morele moed, het maakt deel uit van de opleiding. Theoretisch is
het mogelijk om een bevel te negeren of je er tegen uit te spreken. Maar in de realiteit blijkt dat erg moeilijk omdat mensen je leven verdedigen. Zoals gezegd wordt in de film: “Wanneer je dat niet doet zal niemand je nog rugdekking geven”. Maar uiteindelijk verzamelt Shane de morele moed om er over te praten.

Zie je dit als een politieke film?
MUNDEN: Het is aan anderen om dat te bepalen. Ik heb uiteraard politieke standpunten en scenarist Tony Marchant wou bepaalde dingen zeggen maar het is, hoewel sommigen het tegendeel beweren, geen anti-legerfilm. Er is empathie voor heel wat dingen. We bekritiseren het leger voor het chaotische krijgsraadsysteem, waarbij officieren bepalen of soldaten al dan niet voor de krijgsraad moeten verschijnen. We staan kritisch t.o.v. het intimideren dat gebeurt in het leger; er zijn heel wat bewijzen dat soldaten zelfmoord pleegden omdat ze werden gepest.

Op die twee vlakken zijn we kritisch en in die zin zou je het politiek kunnen noemen. Maar het is een film die je wil verleiden om het leven van twee jonge kerels te volgen. We keuren niet goed wat ze deden maar we leven met ze mee. Daarom is het een complexe film. Maar de echte zaken zijn veel shockerender dan de film. Het is onvermijdelijk dat in dit verhaal de morele verwarring van de oorlog, het feit dat soldaten er emotioneel en intellectueel niet voor waren uitgerust, aan bod komt.

Het lijkt ook of de soldaten de politiek beu zijn. Ze zijn heel cynisch.
MUNDEN: Zo voelen soldaten zich ook. Dat was 2003, nog vroeg in de oorlog, dus het is nu nog erger geworden. Groot-Brittannië heeft een koloniale traditie op het vlak van fungeren als politieagent van de wereld en vanuit die mentaliteit gingen ze naar Irak, denkend dat ze vrede zouden kunnen brengen. Ze kwamen terecht in een oorlogszone en hoe kan je daar de vrede bewaren? Daardoor kwam het moreel van de troepen onder druk te staan.

Heb je de Amerikaanse films over het conflict gezien? Redacted, In the Valley of Elah, Grace is Gone?
MUNDEN: Nog niet, we maakten deze film vorig jaar en we wisten dat er nog andere films werden gedraaid maar meer ook niet.

Brian De Palma werd verweten dat door wandaden te tonen hij het leven van Amerikaanse soldaten in gevaar bracht…
MUNDEN: Ook ons werd dat verweten! En het is onzin. Denken dat een film mensen kwader zal maken dan de acties van een regering of van een leger, is belachelijk. Er zijn op het internet veel opruiender dingen te zien dan wat The Mark of Cain toont. Maar de rechtse Britse pers schreef dat wij onze soldaten in gevaar brachten. Dat argument is hypocriet; het is de regering die ervoor koos om oorlog te voeren en soldaten in gevaar te brengen. Bovendien, de Iraki’s hebben geen film nodig om te weten wat er aan de hand is. Ze kennen allemaal wel iemand die met een of andere vorm van mishandeling kennismaakte.

De week dat onze film op televisie zou worden vertoond, in april 07, nam men hem van het programma omdat in Iran Britse soldaten gevangen waren genomen nadat ze zich in Iraanse territoriale wateren begaven. Een rechtse Britse krant die niet van de film hield belde naar de vaders van de gevangen soldaten en vroeg hen wat ze van de film dachten. Uiteraard zeiden ze dat het schandalig en onverantwoord was. Channel Four moest de film van het programma schrappen. Later werd The Mark of Cain wel vertoond en veel mensen waardeerden de authenticiteit van het drama en de personages. Dat deed me plezier.

INTERVIEW FILMFESTIVAL VAN GENT – 13 OKTOBER 07

IVO DE KOCK

(Artikel verschenen in FILMMAGIE, n° 583, maart 2008)

THE MARK OF CAIN; Marc Munden; GB 2007; 90’; met Gerard Kearns, Matthew McNulty; beeldformaat 16:9; FILM: **** / EXTRA’S: 0; dis. Paradiso.

 

Leave a comment