Le gamin au vélo: De gebroeders Dardenne schakelen naar een hogere versnelling

mrt 9, 2017   //   by Ivo De Kock   //   actueel, Algemeen, Belgische cinema, drama, film, genre, regisseur  //  No Comments

LE GAMIN AU VELO

“Ik hou van de manier waarop ze het echte leven en onze samenleving tonen,” zegt Cécile de France, “de Dardennes zíjn België! Zij filmen ons land op een ongelooflijk subtiele wijze”. Jean-Pierre en Luc Dardenne houden onze nationale eer hoog door voor de vijfde keer op rij mee te dingen naar de Gouden Palm op het Filmfestival van Cannes. Na Rosetta (Gouden Palm), Le fils (Beste acteur), L’enfant (Gouden Palm 2) en Le silence de Lorna (Beste scenario) is ook Le gamin au vélo kandidaat voor een prestigieuze prijs. De Dardennes zuigen ons in hun vertrouwde universum via een ongewoon zonnig sprookje en een protagonist die als een brok rauwe energie achter liefde aan fietst. Humane en aan de ribben klevende cinema met een ware revelatie: de jonge Thomas Doret.

We filmen graag de lichamen van acteurs” bekent Luc Dardenne. In de openingsscène van Le gamin au vélo smijt een handgehouden camera zich midden in de actie, dicht op de lichamen van een kind en een volwassene. Ze worstelen om een (vaste) telefoon waarop de jongen woest een nummer blijft tokkelen. Ondanks een mechanisch “dit nummer is niet in gebruik”. “Je vader is vertrokken” zegt de man. “Dan had hij mijn fiets teruggegeven” repliceert de twaalfjarige.

LE GAMIN AU VELO

De man is een opvoeder in het tehuis waar Cyril door zijn vader geplaatst is met de belofte hem ‘later’ te komen halen. “Kalmeer je” smeekt de opvoeder die alsmaar herhaalt dat de vader weg is. Maar de zoon wil het niet geloven en blijft het telefoonnummer vormen. Cyril is rusteloos, constant in beweging. Hij loopt weg. Een keer, twee keer, drie keer. Ook na de confrontatie met het lege appartement van zijn vader blijft hij zoeken naar die onvatbare figuur.

In zijn vlucht vindt hij Samantha door zich letterlijk aan haar vast te klampen. Het fysieke contact doet het moederinstinct in de kapster van de cité ontwaken. Ze snort de fiets van Cyril op. Dat zijn vader die verkocht had wil hij niet geloven. “Misschien had hij geld nodig voor gas en elektriciteit?” – “Nee, dat had hij nooit gedaan”. Even later ziet Cyril in het benzinestation het kaartje waarop zijn vader de fiets te koop aanbood. Cyril zwijgt, duwt zijn hoofd in de spoelbak van de kapster die hem ondertussen in de weekends opvangt.

Maar Cyril wil geen ersatz-familie, weigert naast Samantha’s vriend in een kermisattractie te zitten. “Ik wil mijn vader!” gromt hij ‘s nachts. Samantha reageert rustig: “Je adem is warm”. Ze brengt vader en zoon uiteindelijk in contact. Na een waarschuwing: “Ik wil niet dat je ontgoocheld bent wanneer het niet wordt zoals je gedroomd hebt”. Het nuchtere antwoord “Ik droom niet” wordt tegengesproken door de moeizame ontmoeting. Vader duikt niet op, reageert koeltjes wanneer zoonlief verschijnt in het restaurant waar hij werkt en geeft Cyril op aansporen van Samantha zelf de pijnlijke boodschap: “Kom me niet meer zoeken; blijf in het centrum en bij haar”.

ROSETTA

“Bel je me nog?” “Ik weet ‘t niet. Nee”. De slag komt aan bij Cyril die zich rustig, onderdanig en begripvol (“Het is niet erg dat je mijn fiets verkocht hebt omdat je geld nodig had”) toont om toch maar liefde te krijgen van de ouder die hem afwijst. Terwijl hij agressief reageert op pleegmoeder Samantha die hem onvoorwaardelijk liefde geeft en voor hem kiest wanneer ze door haar vriend voor de “hij of ik”-keuze wordt gesteld.

De emoties van pijn, verdriet en woede die opborrelen na de afwijzing door zijn vader leiden bij Cyril achteraf (in de wagen van Samantha) tot zelfverminking. Het litteken op zijn gezicht toont wat hij denkt en voelt, symboliseert de verbetenheid waarmee hij als ‘pitbull’ bij de boefjes van de cité respect afdwingt wanneer hij achter zijn gestolen fiets aangaat. Wes (“uit Resident Evil!”) wordt zijn vriend. Denkt een vaderfiguur zoekende Cyril. Hij gaat in op het voorstel om een dagbladhandelaar te overvallen. Niet voor 500 euro maar “voor jou”. Maar Wes blijkt een manipulator, vader Guy wil geen vergiftigd geschenk en alleen Samantha doet de deur open voor Cyril. Ondanks een eerdere steekwonde.

Cyrils “sorry” luidt een wedergeboorte in. Zijn nieuw bewustzijn doet hem even later uit de dood opstaan. Het bundeltje zenuwen en rauwe energie is gekalmeerd door contact met iemand met wie hij geen biologische band had. Cyrils rusteloosheid is die van vroegere Dardenne-personages, voor wie niet toevallig een (motor)fiets ook belangrijk was. De Dardennes maken doorgaans harde, donkere maar vooral ook humane films over de geboorte van een bewustzijn.

Reeds in La Promesse (1996) injecteren ze hoop in een wilde en ruwe wereld van uitbuiting en vernedering dankzij een personage dat verantwoordelijkheidsgevoel in zichzelf ontdekt. In het hart van de chaos blijkt het mogelijk om rust te vinden. In Rosetta (1999) jaagt de
rusteloze jonge protagoniste op een job die haar kan redden uit een lethargisch werklozenbestaan. De Dardennes tonen hoe deze brok tomeloze energie tegen een muur loopt, meer door haar eigen onderhuids verlangen en de manier waarop ze de kapitalistische logica
verinnerlijkt dan door ‘het systeem’ zelf.

Het realisme van de Dardennes werd soms verward met naturalisme maar het wraak- en louteringsverhaal Le Fils (2002) was duidelijk
een allegorische christelijke fabel over het traject van kwaad naar goed. Nadat in L’enfant (2005) een stuurloze jongeman zonder gevoel
voor verantwoordelijkheid en vaderschap zijn baby verkoopt, groeit bij hem langzaam het besef van de zwaarwichtigheid en de impact
van de feiten.

In Le silence de Lorna (2008) draait alles om een jonge vrouw die alle redenen heeft om wanhopig te zijn maar blijft geloven dat alles mogelijk is. Door die naïviteit en door haar sociale situatie ziet ze geen graten in een plan om via een schijnhuwelijk illegalen aan papieren te helpen. Het dwingt haar tot een keuze: het aanvaarden of verwerpen van de dood van een mens. Ook hier eindigen we met een nieuw bewustzijn en een gelouterd individu. Geen happy end maar wel een morele conclusie. De wereld verandert niet bij de Dardennes, maar in hun humane cinema evolueren mensen wel.

De Luikse broers gooien graag de filmconventies (shot en tegenshot, point-of-view opnames, overzichtshots) overboord en kiezen voor een empathische, dynamische visuele stijl die de kijker via beelden met het personage laat meedenken en -voelen. Ze verzoenen de Amerikaanse en de Europese filmtradities: enerzijds ‘action speaks louder than words’ (en beelden zeggen meer dan dialogen) en anderzijds ‘de dynamiek van de beelden versterkt de actie in het beeld’. Vorm en inhoud overlappen perfect; een fysieke cinema brengt fysieke personages in beweging. Via motion komen we bij emotion. De kijker begrijpt personages door wat ze doen. Er is geen reflectie nodig om hen te verstaan.
Het volstaat om de gezichten van met “wat ga je doen?” worstelende mensen te bestuderen.

De Dardennes huiveren van psychologische motivatie of symboliek, alles is meteen en nadrukkelijk duidelijk. Hun films zijn in zekere zin vrij
simpel, maar die eenvoud is een kunst omdat de beelden en personages de kijker ‘bewegen’. De films zinderen na omdat ze ons raken, niet omdat ze een boodschap serveren. “We hopen altijddat onze films mensen aanspreken en verstoren, maar we hopen nooit dat ze de wereld veranderen” verkondigt Luc Dardenne.

Jean-Pierre & Luc Dardenne werken met een eigen filmfamilie: DOP Alain Marcoen, monteuse Maire-Hélène Dozo, acteurs zoals Jérémie Renier en Olivier Gourmet (hier een cameo als cafébaas). Maar daarnaast laten ze natuurtalenten zoals Emilie Dequenne (Rosetta), Déborah François (L’enfant) en Thomas Doret ( Le gamin au vélo) debuteren en werken ze nu voor het eerst met een gerenommeerde actrice zoals Cécile de France (Quand j’étais chanteur, Soeur Sourire, Hereafter).

Maar alleen omdat ze als Belgische actrice verankerd is in de regio (“Ze heeft een licht accent maar we wilden het niet overbenadrukken” dixit Jean-Pierre) en omdat ze volgens Luc “wisten dat we met haar alle psychologie vermeden, haar lichaam en gezicht volstaan”.

Le gamin au vélo past perfect in het oeuvre van de broers maar toch is de toon lichtjes anders. Door voor het eerst in de zomer te filmen wijzigt hun kleur- en lichtpalet en door uitzonderlijk muzikale accenten (Beethoven) te leggen krijgen de documentaire filmstijl en het intense, fysieke acteren een droomachtig karakter. De gamin wordt niet ondergedompeld in een sociaal-realistisch drama maar in een sprookje dat hem doet evolueren van onrust naar rust, van onbewust naar bewust, van eenzaam kind tot verbonden jongeman.

“In een sprookje moet er een ontwikkeling zijn,” stelt Luc Dardenne, “met emoties en een nieuwe start. De muziek leek ons een kalmerende streling voor Cyril”. In vele sprookjes is er een bos en hier is dat een plaats van opwinding en gevaar. Cyril verdwijnt erin om te vechten of te vluchten en leert er – via repetities met Wes als regisseur – een boefje worden. De overval wordt ontleed als een ritueel maar wat de gebroeders interesseert, is de spanning op het gelaat van de zich met baseball bat schuilhoudende Cyril.

De adrenaline kan de twijfel niet verdringen. Maar zijn koppigheid en gewelddadigheid nemen over. De malaise en crisis leiden tot een
loutering maar de statische verzoening (rond een tafel) blijkt wankel. Een toevallige ontmoeting in het benzinestation – de plaats van overgang tussen stad en natuur – lijkt een nieuwe tragische spiraal op gang te trekken. Maar de Dardennes schakelen naar een hogere, poëtische versnelling. Op de fiets is er nog plaats voor dromen.

IVO DE KOCK

(Artikel verschenen in FILMMAGIE, n° 615, mei-juni 2011)

LE GAMIN AU VELO: drama / reg. & sce. Jean-Pierre & Luc Dardenne / fot. Alain Marcoen / mon. Marie-Hélène Dozo / act. Thomas Doret (Cyril), Cécile de France (Samantha), Jérémie Renier (Guy Catoul), Fabrizio Rongione (dagbladhandelaar), Egon Di Mateo (Wes), Olivier Gourmet (cafébaas) / pro. Jean-Pierre & Luc Dardenne, Denis Freyd / BE / 2011 / 84’ / dis. Cinéart

 

HET FICTIEPARCOURS VAN JEAN-PIERRE & LUC DARDENNE
1987 IL COURT…IL COURT LE MONDE
De overgang van documentaires naar fictie loopt via een kortfilm die op satirische wijze de draak steekt met de moderne obsessie voor snelheid.
1987 FALSCH
Voor hun langspeeldebuut verfilmen de Dardennes in hun Brechtiaanse documentaire stijl een autobiografisch toneelstuk van de Belgische schrijver René Kalisky.
1992 JE PENSE À VOUS
Dit “ongelukkig avontuur” zet de Dardennes aan om hun productiehuis ‘Les Films du Fleuve’ op te richten om zo in de toekomst wèl controle en final cut te bewaren.
1996 LA PROMESSE
Een realistische en intense filmstijl verankerd in zenuwachtige beelden, authentieke dialogen en rauwe dramatiek charmeren het publiek in Cannes.
1999 ROSETTA
Deze parabel over het gewicht van beslissingen valt in Cannesin de prijzen: behalve de Gouden Palm wint Emilie Dequenne de prijs voor beste actrice.
2002 LE FILS
Olivier Gourmet wordt in Cannes bekroond voor zijn vertolking in deze morele relatiestudie waar misdaad voor een problematische band zorgt.
2005 L’ENFANT
Opnieuw een Gouden Palm in Cannes voor de broers die in hun werkdagboek ‘Au dos de nos images, 1991-2005’ hun methode maar niet hun thema’s belichten.
2007 DANS L’OBSCURITÉ
In het kader van het 60ste Filmfestival van Cannes duiken de Dardennes voor hun bijdrage aan de omnibusfilm ‘Chacun son cinéma’ in de bioscoop.
2008 LE SILENCE DE LORNA
Actrice Arta Dobroshi beklijft in dit, met de scenarioprijs in Cannes gelauwerd drama over leven en dood, schuld- en verantwoordelijksheidsgevoelens.
2011 LE GAMIN AU VÉLO
“Dit verhaal speelde al lange tijd in onze hoofden,” aldus Luc Dardenne, “een vrouw die een jongen helpt ontsnappen aan het geweld dat hem gevangenhoudt”.

DE GEBROEDERS DARDENNE

 

Leave a comment