John Sturges’ The Magnificent Seven: De laatste grote, klassieke western

THE MAGNIFICENT SEVEN

Niet zozeer de vuurgevechten maar wel de krachtige portrettering van de westernhelden, de scherpe dialogen en de meeslepende score van Elmer Bernstein maakte van John Sturges’ The Magnificent Seven een van de leukste westerns ooit gemaakt. En een van de sterkste remakes. Met dank aan Akira Kurosawa.

De beste westerns werden gemaakt door John Ford, Howard Hawks en Sam Peckinpah. Maar voor de populairste moet je bij Sergio Leone en John Sturges zijn. Toen in 1960 het studiosysteem op zijn einde liep, zorgde vakman Sturges voor de laatste grote, klassieke western. The Magnificent Seven was een remake van Seven Samurai, Akira Kurosawa’s poging om de Amerikaanse western met het Japanse gevechtsgenre te verzoenen.

De samurai werden Amerikaanse cowboys die Mexicaanse boeren beschermen tegen een boevenbende. Niet zozeer de vuurgevechten maar wel de menselijke portretering van de (prima vertolkte) helden, de scherpe dialogen en de krachtige score van Elmer Bernstein maakten van de film zowat de leukste (maar niet de meest vernieuwende) western aller tijden.

 De ‘special edition’ dvd staat niet bol van de extra’s maar biedt wel kwaliteit. Vooreerst een heldere widescreen filmversie. Daarnaast ‘Guns for hire’, een puike 45 minuten durende documentaire waarin naast de nog in leven zijnde medewerkers ook fans van de film (Lawrence Kasdan, John Carpenter) aan het woord komen. Carpenter legt uit waarom The Magnificent Seven een scharnierwestern was (tegelijk dood van het genre en transformatie in iets anders) en hoe de film uitgroeide tot een populaire ‘template’.

Kasdan benadrukt het ‘economische script’ en wijst erop hoe aan het slot de romantische westernheld een eenzame figuur is. Getuigen belichten verder de productiegeschiedenis, de ego-botsingen op de set, het conflict rond de niet gecrediteerde scenarist Walter Newman en de moeilijkheden met de tijdens de opnamen aanwezige Mexicaanse censor. Acteurs James Coburn en Eli Walach, producent Walter Mirisch en regieassistent Robert Relyea behandelen dezelfde dingen in een onderhoudende audiocommentaar.

Ze voegen er een erg nadrukkelijke lofzang op John Sturges aan toe. Sturges de perfectionist, de acteurscoach, de specialist van grote spektakels en parallelle verhaallijnen, de doorzetter op het vlak van eigenzinnige casting: het komt allemaal aan bod. De betrokkenen geven ook toe dat het succes van de film onverwacht was. Meer nog, was de film geen hit geworden in Europa dan zou het nooit tot een tweede en cruciale release in de V.S. zijn gekomen. Kortom: het land van de western importeerde niet enkel het idee maar ook de appreciatie voor deze klassieker.

IVO DE KOCK

THE MAGNIFICENT SEVEN: John Sturges; USA, 1960, 125’; met Yul Brynner, Eli Wallach, Steve McQueen, Charles Bronson, James Coburn, Robert Vaughn, Horst Buchholz, Brad Dexter; dis. MGM