Hybride documentaire The Land of the Enlightened: De waarheid is vreemder dan de wereld die we kunnen verzinnen

mei 26, 2016   //   by Ivo De Kock   //   actueel, Algemeen, Belgische cinema, documentaire, film, genre, regisseur  //  No Comments
The Land of the Enlightened

THE LAND OF THE ENLIGHTENED

Afghanistan is al zo lang in het nieuws dat we denken het land te kennen. Toch prijkt het als reisbestemming op het lijstje van weinig mensen. Op dat van enkele documentairemakers na. Want Gentenaar Pieter-Jan De Pue, die met zijn documentaire The Land of the Enlightened (2016) indruk maakte tijdens het gereputeerde Sundance Film Festival begin 2016, was niet de eerste rare snuiter die met camera en crew naar Afghanistan reisde.

Het Amerikaanse duo Tim Hetherington & Sebastian Junger (Restrepo, 2010) en de Deen Janus Metz Pedersen (Armadillo, 2010) gingen hem vooraf. Ze trokken als embedded documentairemakers in het spoor van respectievelijk het Amerikaanse en Deense leger door dit land in oorlog.

The Land of the Enlightened

THE LAND OF THE ENLIGHTENED

Voor hen was er de jonge Amerikaanse documentairemaker Christian Johnston die zijn hybride realiteitsfictie September Tapes (2004), een found footage film over de zoektocht naar Osama Bin Laden, in Afghanistan situeerde. Alleen was het maar de vraag of deze filmmaker ooit een voet zette in het land op het moment dat de strijd tegen de Taliban in volle hevigheid woedde. Toen we Johnston spraken tijdens het filmfestival van Deauville in 2004 verzekerde hij ons dat hij in Afghanistan gedraaid had om zijn fictieverhaal (de filmgeneriek vermeldt acteurs) een documentair karakter te geven.

Achteraf lekte uit dat heel wat zaken in scène gezet waren tijdens opnamen in Indië; al zou er ook in Afghanistan gedraaid zijn. Toch is September Tapes meer dan een cynische marketingoperatie van een cineast op zoek naar zijn vijf minuten roem (en een visitekaartje voor Hollywood). Het is een film die toeschouwers aan het denken zet. “Door het mengen van fictie en realiteit hou je de kijker alert,” zei Johnston, “je zorgt ervoor dat ie nadenkt over wat echt is en wat niet, in deze film en bij uitbreiding in alle nieuws- en filmbeelden”.

Nieuw is dit niet. Het spanningsveld tussen fictie, documentaire en realiteit heeft altijd al voor reflectie en discussie gezorgd. De uitspraak van de legendarische Franse filmer Jean Renoir (La grande illusion, La règle du jeu, Le déjeuner sur l’herbe) “alles wat beweegt op een scherm is cinema” werd door sommigen geïnterpreteerd als “alles is fictie” terwijl anderen “alles is documentaire” lazen.

Voor regisseur Jean-Luc Godard (A bout de souffle, Le Mépris) ligt de waarheid in het midden: “alle grote fictiefilms neigen naar de documentaire, alle grote documentaires naar fictie. Wie begint met het ene eindigt noodzakelijk bij het andere”. Dat liet Chris Marker toe om bij Le Joli Mai te concluderen dat “de realiteit zelden zo verzonnen diende te worden”. Het fantaseren van een werkelijkheid zag deze vooral in de tweede helft van de 20ste eeuw actieve Franse regisseur (La Jetée, Sans Soleil) en scenarist (Twelve Monkeys) als een manier om een diepere waarheid te onthullen.

Ondertussen is het publiek zijn naïviteit al lang kwijt. Toen de broers Auguste en Louis Lumière in 1895 hun korte film over de aankomst van een trein in het station van La Ciotat vertoonden stormden de Parijzenaars nog in paniek buiten. Ze waren er immers van overtuigd dat die trein hen zou verpletteren. Het hedendaagse publiek weet dat het niet alles moet geloven wat het ziet, dat (zelfs schijnbaar documentaire) beelden niet noodzakelijk overeenstemmen met de realiteit.

The Land of the Enlightened

THE LAND OF THE ENLIGHTENED

Toch laat datzelfde publiek zich nog graag ‘vangen’, meeslepen door beelden. Getuige ook het recente succes van immersive cinema zoals Mad Max: Fury Road, Son of Saul en The Revenant. Op voorwaarde dat het niet te experimenteel wordt want Terrence Malicks meest recente films (To the Wonder, Knight of Cups) worden door veel toeschouwers als te enigmatisch poëtisch en te vaag contemplatief ervaren.

Met zijn hybride documentaire The Land of the Enlightened tracht debuterend regisseur Pieter-Jan De Pue het midden te houden tussen meeslepende en spirituele cinema, tussen fictie en documentaire, tussen droom en realiteit. We zouden het resultaat poëtische werkelijkheidscinema willen noemen. Een publieksvriendelijke kijkervaring zonder nadrukkelijke les die draait rond de vaststelling dat de wereld vreemder is dan we kunnen verzinnen.

Het Engels en Farsi gesproken The Land of the Enlightened opent met een droog radiobericht; de stem van de Amerikaanse president Obama die aankondigt dat het Amerikaanse leger Afghanistan gaat verlaten. Een groep kinderen luistert zwijgzaam. Meteen daarop krijgen we mooie beelden van het Afghaans landschap en een voice-over stem die bezwerend begint te vertellen: “Duizend jaar zwierf de rusteloze ziel van de heilige krijger over het dak van de wereld. Zolang er vreemdelingen in dit land zijn, zal de ziel van de krijger geen rust kennen”. De stap van documentair realisme naar sprookjesachtige fictie is meteen gezet.

Een verteller knoopt aan met een legende die wil dat God bij het verdelen van de aarde de bescheiden Afghaanse vertegenwoordiger Nasrullah over het hoofd zag. Waardoor die begon te huilen wanneer hij hoorde dat er geen land meer overschoot. “Iedereen weet dat de tranen van een Afghaanse man zelfs God aan het huilen krijgt,” klinkt het, “God sloeg een arm om Nasrullahs schouder en zei ‘dit is helemaal mijn schuld. Eigenlijk heb ik nog een stuk land over maar dat wilde ik gebruiken als mijn tuin. Omdat ik me zo heb vergist geef ik mijn tuin aan jou’.”

Gods eigen tuin bleek echter een vergiftigd geschenk, de natuurlijke schoonheid en rijkdommen trokken buitenlandse heersers aan en zorgden voor interne verdeeldheid. Genghis Khan slachtte als een van de eerste de Afghanen af, “sindsdien heeft het ene leger na het andere Gods tuin geplunderd. De Afghanen wachten nog altijd op de terugkeer van hun (gevluchte) koning”.

Fotograaf en filmmaker Pieter-Jan De Pue ontdekte Gods tuin tijdens zijn werk voor humanitaire organisaties zoals het Rode Kruis en Caritas. Door veel tijd met de lokale bevolking door te brengen maakte hij kennis met de verhalen van kinderen die overleven door het verzamelen van explosieven of het helpen bij het ontginnen van edelstenen, het smokkelen van wapens en het telen van opium. De Pue merkte dat de kinderen leefden als mini-volwassenen. Die realiteit wou hij in een filmverhaal gieten. Het effectief ontwikkelen van dat verhaal en het uiteindelijk verfilmen ervan werd een onderneming die jaren in beslag nam.

The Land of the Enlightened

THE LAND OF THE ENLIGHTENED

De Pue keerde verschillende keren terug naar Afghanistan vooraleer hij effectief begon te filmen. “Het vertrouwen van mensen win je door daar fysiek aanwezig te zijn,” vertelde hij aan De Filmkrant, “doordat ik de cultuur en de taal kende, kon ik rechtstreeks met de kinderen communiceren. Dat was een voorwaarde om de film op zo’n intieme manier te kunnen draaien”.

Toen De Pue merkte dat de kinderen nadachten over hoe Afghanistan eruit zou zien bij een eventueel vertrek van de Amerikanen, besloot hij zich niet enkel te concentreren op hun dagelijkse realiteit maar ook hun dromen en toekomstvisies in beeld te brengen.

Een mooi uitgangspunt maar in de praktijk bleken filmopnamen in Afghanistan ontzettend moeilijk. Uiteindelijk zou De Pue acht jaar werken aan The Land of the Enlightened. Dat had alles te maken met het gebrek aan filmtraditie in Afghanistan, de gevaarlijke omstandigheden (eenmaal werd de crew overvallen door de Taliban), de onherbergzame streken waar gefilmd werd, het feit dat enkel tijdens korte periodes met een beperkte crew gewerkt kon worden en de beperkte financiële middelen.

Met dit waanzinnig avontuur leek De Pue – die (uit noodzaak) ook nog zelf de 16mm camera hanteerde – wel op de set van Coppola’s Apocalypse Now of in een Werner Herzog-film (Fitzcarraldo of Aguirre, the wrath of God) terecht te zijn gekomen. Of vrienden en familieleden vonden dat hij verdacht begon te lijken op Klaus Kinski weten we niet, maar naar naar verluid kreeg hij wel het verwijt dat hij te veel risico’s nam. En wel heel ambitieus was als onervaren debutant.

Maar het ‘gekkenwerk’ leverde wel een indrukwekkend sterk debuut op, een hybride vertelling die zweeft tussen een documentaire, poëtische fictie en een mythisch verhaal. The Land of the Enlightened is geen westerse film maar ook geen staaltje van politiek-correcte wereldcinema; het is een oprechte poging de toeschouwer te doen kijken door de ogen van jonge Afghanen. Maar vooral ook te doen nadenken.

De Pue vertelt in het persdossier dat een Amerikaanse officier hem zei dat hun missie erin bestond “deze mensen vertrouwd te maken met de materiële wereld, zodat ze iets hebben om voor te vechten”. Het inspireerde de filmmaker om juist te focussen op een spirituele wereld en op de visie en fantasie van de lokale bevolking. Wat hem boeide was de realiteit zoals de Afghanen die ervaren. Het is deze waarheid die De Pue wil tonen.

The Land of the Enlightened

THE LAND OF THE ENLIGHTENED

Daarbij legt hij soms de vinger op het wederzijds onbegrip. Wanneer De Pue een Amerikaans militair filmt die tijdens een bijeenkomst dorpshoofden tracht te overtuigen niet met de Taliban samen te werken (“We are here to help”) maakt hun gering enthousiasme duidelijk dat zijn overtuigingskracht onbestaande is. Terwijl de in bendes opererende jongeren niet begrijpen wat die buitenlanders bezielt. “Ik weet niet waarom ze onze bergen willen heroveren,” zegt een kind, “ik heb geen idee waarom ze dit belangrijk vinden”.

Maar ook de Amerikanen lijken verloren in dit vreemde land; ze zijn de speelbal van een politieke strategie die hen ontgaat. De verveelde militairen schieten achteloos hun wapens leeg en geraken opgewonden bij een treffen. Meteen reageert een van hen nuchter: “He man, denk je dat dit een computerspel is?”. Terwijl een ander op zijn gitaar tokkelt en “samen vergaten we de angst en het gevaar” zingt.

De Pue vertrekt hier van de dagelijkse realiteit om uit te komen bij de fantasie, hij verlaat het land van verwoesting om dat van de verbeelding te bereiken. De verbeelding van een Amerikaanse soldaat die er van droomt koning van Afghanistan te worden wanneer zijn landgenoten weg zijn, “ik wil een leger van kinderen, die zijn afschrikwekkend omdat ze onschuldig lijken”. Die kinderen zijn ook allesbehalve onschuldig bij De Pue. De bende weesjongetjes die hij volgt lijkt wel te spelen wanneer ze met hun paarden over weidse vlaktes galopperen, met yaks over bergtoppen trekken, landmijnen uitgraven of op verroestte Russische tanks kruipen. Maar ze opereren vooral als een genadeloze roversbende die gefixeerd is op overleven.

Het geweld en de extreme oorlogsomstandigheden ervaren ze volgens De Pue “in een mix van droom en werkelijkheid. De bedoeling is in hun hoofd te laten kijken”. De jongens dromen van het heroveren van het paleis van Kaboel en van een heroïsch leven (“ik wordt nooit soldaat, wel een khan, een koning in een kasteel”).

The Land of the Enlightened 2

THE LAND OF THE ENLIGHTENED

Maar vooral ook van een ander leven. Wanneer ze uiteindelijk met hun paarden arriveren in het kapotgeschoten vesting lezen we de verbijstering in hun ogen. Maar de slotdialoog is hoopvol en positief. “Het is helemaal verwoest; we zoeken alle stukken bij elkaar en bouwen het opnieuw op”. “Ja, laten we het opnieuw opbouwen!”.

Zoals dit einde aangeeft heeft The Land of the Enlightened een verhaallijn met plot maar het blijft summier en van veel didactische zingeving is er geen sprake. De Pue gebruikt zijn camera, een kleine en wendbare 16mm Bolex, om een impressionistisch visueel gedicht te creëren dat baadt in een droomsfeer. De beelden zijn van een verbluffende schoonheid. Een dwarrelende rode zak (die symbool staat voor de dwalende, rusteloze krijger) verbindt hemel een aarde, een verre karavaan glijdt over een bevroren hoogvlakte, kinderbendes galopperen over weidse vlakte.

Dat levert beelden op die tegelijk abstract en concreet zijn, die zowel documentaire als fictie zijn, en voortgedreven worden door zowel tempowisselingen als muziek (Pink Floyds ‘Set the controls for the heart of the sun’ ritmeert een heuse beeldenstorm). De Pue heeft geen woorden nodig om de buitenlandse inmenging (van eerst de Sovjet-Unie en later de V.S.) te hekelen en zowel de gruwel als de futiliteit van oorlog te duiden.

Zijn beelden en zijn jonge acteurs (voor wie de rol en het echte leven elkaar overlappen) zeggen meer dan duizend woorden. Over het kruitvat dat een vruchtbare voedingsbodem is voor geweld en fundamentalisme maar ook over de onverwoestbare verbeelding van nochtans als volwassenen levende kinderen.

Door trefzeker en op energieke wijze een donkere documentaire realiteit met een poëtische coming-of-age fictie te combineren, creëert The Land of the Enlightened magische cinema. Een hybride documentaire die zowel verhalend als registrerend is en tegelijk hypnotiserend en verontrustend werkt. Een meeslepende film die weigert om de toeschouwer netjes bij de hand te nemen en die eigenzinnig blijft zonder puur experimenteel te worden.

De regisseur voelt zich als een vis in het water ergens tussen de immersive cinema van Iñárritu (The Revenant) en het poëtisch experiment van Malick (Knight of Cups). The Land of the Enlightened zorgt voor betovering maar niet voor vervreemding. Maar vooral ook: vorm creëert hier inhoud en dat is een hele krachttoer. Pieter-Jan De Pue is een talent om in het oog te houden.

IVO DE KOCK

(Artikel verschenen in STREVEN, juni 2016)

Land 6

PIETER-JAN DE PUE

 

Leave a comment