Documentaire Man tegen Macht: De burger versus vuilbakdemocratie

mei 15, 2016   //   by Ivo De Kock   //   actueel, documentaire, film, genre, nieuws  //  No Comments
Man tegen macht

MAN TEGEN MACHT: Documentaire van Jef Maes

Op vrijdag 4 april dreigt Sint-Niklaas weer een beetje op stelten te staan. Die avond gaat immers Man tegen macht in première en de dramatische documentaire van Jef Maes over de controverse die vorig jaar ontstond omtrent de reorganisatie van de stedelijke reinigingsdienst en het genegeerde referendum zorgt voor enige nervositeit in het stadhuis. Maar, “wie recht in zijn schoenen staat hoeft niet nerveus te zijn,” knipoogt de filmmaker.

Het gaat goed met de Vlaamse film. Ook al deelden recente releases zoals Witse en Halfweg niet bepaald in het succes; volgens regisseur Geoffrey Enthoven de schuld van een te zonnige maand maart. Maar toch missen we iets in ons filmlandschap: heel eigenzinnige onafhankelijke producties én nadrukkelijk geëngageerde films.

Af en toe duikt er een bizarre no-budget productie zoals De maagd van Gent (of Schellebelle 1910 vorig jaar) op maar uit verontwaardiging geboren films zoals de dramatische documentaire Man tegen macht zijn al te zeldzaam.

Regisseur Jef Maes heeft de status van Vlaamse Michael Moore nog niet verworven maar met The Muffin Man, zijn aanklacht tegen voedselverspilling, en Man tegen macht, dat vrijdag 4 april in première gaat (voor info zie www.singeling.be), levert hij wel zijn bijdrage aan de revival van de Vlaamse politiek geëngageerde film.

Een verhaal van privatisering en schijndemocratie

Met Man tegen macht blikt Jef Maes terug op een voor Sint-Niklaas bewogen 2013, het jaar waarin het stadsbestuur de privatisering van de stedelijke reinigingsdienst aankondigde en ondanks een volksraadpleging ook (in ijltempo) doorvoerde.

Het droge feitenrelaas voert ons van de bekendmaking van de beslissing in februari over stakingsacties en pro forma onderhandelingen naar een petitie die een volksraadpleging afdwingt en het uiteindelijk met weinig enthousiasme van de lokale bewindmakers georganiseerd referendum op 1 september.

Met voldoende opgedaagde kiesgerechtigden (17%) en een ruime meerderheid die stemde voor het behoud van de openbare reinigingsdienst (84%) leken de initiatiefnemers van de volksraadpleging gewonnen spel te hebben maar het stadsbestuur besliste nog diezelfde dag om de privatisering toch door te voeren. Tegen december was die een feit.

Het hele gebeuren sloeg diepe wonden. Niet enkel bij de slachtoffers van de privatisering, de arbeiders van de stedelijke reinigingsdienst. Ook de Sint-Niklaase bevolking voelde zich gemanipuleerd (via selectieve informatie), tegengewerkt (alle middelen waren goed om de volksraadpleging tegen te houden), bedrogen (de overeenkomst met MIWA om de reinigingsdienst over te dragen naar een aanbesteding was al getekend toen het referendum doorging), mishandeld (stemmen bij het referendum werd zo moeilijk mogelijk gemaakt) en belogen (ondanks plechtige verklaringen dat met de uitslag van het referendum rekening zou worden gehouden bleek het tegendeel waar).

“De stem van de burger telt niet” was na dit weinig fraai staaltje van schijndemocratie het overheersende gevoel. Wat leidde tot gevoelens van ontgoocheling en woede bij alle betrokkenen. En het besef dat dit verhaal een mijlpaal zou blijven in de strijd voor burgerparticipatie.

Een film over vuilbakdemocratie

Als inwoner van Sint-Niklaas maakte filmmaker Jef Maes een en ander van zeer dichtbij mee. Via Singeling, een vzw waarin hij actief is op het vlak van film en culturele activiteiten, kwam hij ook in contact met directe betrokkenen. Vuilnismannen, vakbondsafgevaardigden en de indieners van de aanvraag tot referendum.

“Op een brainstorm tijdens het Manifiësta-weekend in Bredene kwamen er allerlei verhalen naar boven,” aldus Maes, “het was zo’n straffe zaak die het Waasland overstijgt dat het duidelijk was dat we dit moesten vastleggen in een document dat ook gebruikt kon worden in andere gemeenten”.

“Omdat ik niet gefilmd had tijdens de gebeurtenissen van maart tot september nam ik contact op met TV Oost en de VRT om te zien of we beeldmateriaal te pakken konden krijgen. Zij stelden hun archiefbeelden ter beschikking waardoor het mogelijk werd de film te maken”.

Daarmee overdrijft Maes niet want een van de sterkste momenten van deze dramatische documentaire is het contrast tussen het optreden van sp.a schepen Christel Geerts in de Zevende Dag (waar ze verklaart dat er rekening zal worden gehouden met de uitslag van het referendum) en de ijzige persconferentie in de stadhuis (waar de bewindvoerders enkele uren later verklaren unaniem beslist te hebben door te gaan met de privatisering).

Met dank dus aan het historisch materiaal. Maar de regisseur heeft ook een stevige eigen inbreng. Vooral de interviews met de ‘mannen van de vuilkar’, met vakbondsafgevaardigden, met de indieners van het referendum en met politieke commentatoren zijn informatief en emotioneeel sterk. Het verhaal en zijn impact wordt helder en krachtig verteld.

De ingelaste geënsceneerde fragmenten zijn soms leuk (een vuilnisman die zijn buurvrouw met de brommer naar het verre stemlokaal rijdt) en soms stuntelig (de verhoogde werkdruk bij privatisering velt een vuilnisman). Ze geven aan dat het niet evident is om zich met beperkte middelen te ontpoppen tot Vlaamse Michael Moore.

Brechtiaans vervreemdingseffect

Maes besloot ook om Man tegen macht te laten balanceren op de grens tussen fictie en realiteit door de film te doorspekken met scènes waarin acteurs Daan Hugaert, Marijke Pinoy en Dirk Tuypens ‘de burgemeesters’ spelen en de standpunten van het beleid vertolken.

Dit vervreemdingseffect is zowat de achilleshiel van een verder overtuigende film. Het opzet is satire te brengen maar de weinig subtiele en overnadrukkelijke manier waarop dit gebeurt schaadt de boodschap die reeds in de interviews meer dan duidelijk gebracht wordt.

Zich aan overacting bezondigende acteurs met champagne-glas in de hand de spot laten drijven met de burger komt geforceerd, kunstmatig en karikaturaal over waardoor de uitspraken ongeloofwaardig dreigen te worden voor een publiek dat ruimer is dan politiek overtuigden en lokale betrokkenen.

En dat is is jammer omdat Maes benadrukt dat “90% van wat er door de burgemeesters wordt gezegd ook effectief gezegd is. Wanneer je alles op een rijtje zet is het te gek om los te lopen”.

Te gek voor woorden

De bedoeling van Maes met deze Brechtiaanse scènes was goed: de kijker tot nadenken aanzetten. “Aan de ene kant wilden we duidelijk maken wat de visie van de macht eigenlijk inhoudt zonder dat het de bedoeling was hen aan het woord te laten, als ze al zouden willen meewerken aan de film” zegt de regisseur.

“Anderzijds was er ook het gevoel dat het een tragi-komisch gebeuren was, je zat met de vraag of het nu om te lachen of om te huilen was”. Tijdens research naar de visie van het stadsbestuur bleken “al deze dingen tijdens onderhandelingen, interviews en publieke debatten gezegd te zijn”.

Maes voorziet verschillende reactie: “Mensen van Sint-Niklaas herkennen de figuren en weten wie er wat heeft gezegd. Anderen niet maar dat is bijzaak want het gaat om een algemene mentaliteit van de machtshebbers”.

“De redenering ‘jullie hebben de kans gehad ons te verkiezen, wij zijn verkozen, wij bepalen het beleid en jullie hebben daarbij niets meer in de pap te brokken. Die houding leeft bij zoveel besturen dat we dit op een ludieke manier wilden aanklagen”.

Filmmaker tegen macht

Dat Maes van het sociaal-artistieke project Man tegen macht een aanklacht kon maken dankt hij aan zijn onafhankelijkheid. En aan zijn houding die een mengeling is van respect voor de mannen van de vuilkar en wantrouwen t.o.v. de macht.

Vanuit het stadsbestuur er is heel wat druk uitgeoefend op mensen van de vuilkar en de vakbonden”, stelt Maes, “er is geprobeerd om deze film zoveel mogelijk af te remmen maar dankzij mijn vrijheid en onafhankelijkheid kon ik doen wat ik gedaan heb”.

“Ik volgde een filmopleiding maar gelukkig moet ik niet van mijn filmwerk leven. Films maak ik in mijn vrije tijd. Het feit dat ik niet afhankelijk ben van subsidies geeft me een zekere vrijheid”.

Bovendien kiest hij bewust voor ultra-lowbudgetproducties. Wat mogelijk is omdat eigen kosten niet in rekening werden gebracht, componist Koen De Gendt gratis werkte en er op heel wat vrijwiliggers kon worden gerekend.

Toch spreken we volgens Maes nog “over een budget van een 5.000 euro. Je hebt immers materiaalkosten, je moet postproductie doen, archiefbeelden aankopen,…” Maar “we trachten zelfbedruipend te zijn en niet afhankelijk te worden van subsidies”.

De vzw Singeling stond borg voor het financieel risico maar kon ondertusssen “de helft van de kosten al recupereren via sponsoring door de vakbonden ACV en ABVV. Voor de andere helft mikken we op de verkoop van de dvd”.

Een gok? Misschien, maar “ik vind het wel de moeite waard want anders kan je zulke films nooit maken. En met The Muffin Man zijn we op een zelfde manier uit de kosten geraakt. Het kan dus”.

De première is maar een begin

De voorverkoop voor de première van vrijdag 4 april loopt als een trein en met de aanwezigheid van heel wat betrokkenen verwacht Maes een bewogen vertoning, “voor hen is dat een heel emotioneel gegeven. Voor de mensen van het Waasland wordt een stuk geschiedenis vereeuwigd maar ik verwacht ook behoorlijk wat mensen van buitenaf”.

“Daarom hoop ik dat de film geen eindpunt is van een periode in het Waasland maar een vertrekpunt om een debat op gang te brengen over privatisering en over hoe je omgaat met democratie”.

“Ik hoop dat Man tegen macht door heel veel mensen in vakbonden, bedrijven en verenigingen zal vertoond worden. Mensen van de vuilkar en de vakbonden die meewerkten zijn ook bereid toelichting te komen geven”.

Dat er voor de eerste vertoning in Sint-Niklaas spanning in de lucht hangt is duidelijk. In en rond het stadhuis loopt men op de toppen van de tenen. “De verantwoordelijke voor de reinigingsdienst en de MIWA, sp.a schepen Christel Geerts, is natuurlijk het meest zenuwachtig,” aldus Maes, “haar uitspraak tijdens De Zevende Dag achtervolgt haar. Daar zei ze de volksraadpleging te zullen volgen terwijl ze dat vijf uur later unaniem met het schepencollege het tegendeel besloot”.

Los van de commotie is Man tegen macht een film die gemaakt moest worden. Omwille van het historisch belang van het gebeuren en het aansnijden van relevante thema’s zoals privatisering, burgerparticipatie, basissyndicalisme en democratie.

Maar ook omdat aangetoond wordt dat achter elke principekwestie mensen en emoties schuil gaan. De optredens van ‘de burgemeesters’ mogen dan mislukte agitprop toneeltjes zijn, de ngetuigenissen van de betrokkenen zijn dat niet.

Wat bijblijft zijn reacties zoals die van de syndicaliste bij het ontdekken van een nieuwe actie-tool (“de ijskar kreeg een zeer warme reactie”) en de indiener van de referendumaanvraag die spreekt over “het meest emotionele uit mijn leven. Maar we hebben het niet gehaald en dat is pijnlijk”.

Op een beperkte en bescheiden manier knopen films zoals The Muffin Man en Man tegen macht aan bij de uit de jaren 60 en 70 daterende traditie van verzetsfilms, van een geëngageerde cinema die de kijker een geweten wou schoppen en de strijd tegen onrecht trachtte aan te binden.

“Ik zou graag hebben dat dergelijke films opnieuw gemaakt werden,” zegt Jef Maes, “het probleem is dat de financiële middelen om dat spoor te volgen ontbreken. Ik ken mensen die graag meer geëngageerde films zouden maken maar wanneer je ervan moet leven is het bijna geen haalbare kaart”.

IVO DE KOCK

(Artikel verschenen bij DeWereldMorgen.be, 1 april 2014,  Man tegen macht )

Leave a comment