Filmfestival van Cannes 2013: Na regen komt meer regen

mrt 28, 2016   //   by Ivo De Kock   //   actueel, filmfestivals  //  No Comments
20130919151330-La-Vie-d_x27_Adele-11

GOUDEN PALM LA VIE D’ADELE

Aan het einde van een andermaal uitgeregend Filmfestival van Cannes ging de Gouden Palm opnieuw naar een Franse productie. Abdellatif Kechiche’s La Vie d’Adèle – Chapitre 1 & 2 volgde tot vrij algemene, en zeker Franse, tevredenheid Michael Haneke’s Amour op. Al verweet een enkeling Kechiche seksisme in zijn portretering van sensuele vrouwen en hun expliciet seksuele relatie.

“Je me souviens que François Truffaut disait que les cinéastes seraient bientôt jugés par des gens n’ayant pas vu Sunrise: A Song of Two Humans de F.W. Murnau. Nous y sommes” schrijft festival-baas Gilles Jacob in zijn recentste boek, ‘Les pas perdus’ (Flammarion, 2013, 172 pag.). Een deels bittere, deels melancholische uitspraak met een hoog ‘de tijd van toen’-gehalte die duidelijk maakt waarom de organisatoren van het Filmfestival van Cannes zich uitsloofden om de jury van deze 66ste editie voldoende cinefiel (want voorzien van historisch besef) te maken.

THE GREAT GATSBY

THE GREAT GATSBY: OPENINGSFILM

Uit dankbaarheid voor die erkenning leverde de ploeg van Steven Spielberg een palmares af dat voor elk wat wils bood. Aangevuld met een vurig pleidooi voor ‘l’exception culturelle’ (de nationale cultuurondersteunende maatregelen die de filmsector uit de Amerikaans-Europese handelsonderhandelingen wilden houden; wat na het festival ook bleek te lukken al fulmineerde Barosso dat “de Franse houding reactionair is”). De Fransen hoorden het maar wat graag. Merçi, monsieur Steven.

Waar blijven de jonge Turken?

Maar deze krampachtige verdediging van cinefilie en filmkunst drukt ook een zeker wantrouwen t.o.v. vernieuwing en verjonging uit, wat zich vertaalde in een voorzichtige officiële selectie boordevol gekende namen. Een, weliswaar getalenteerde, oudere generatie maakt de macht uit in Cannes. Hun films krijgen dankzij het festival het aureool van betere cinema (niet meteen een garantie voor commercieel succes maar prima voor de eigen status) terwijl een jongere garde aan de zijlijn blijft (moet blijven) en zo gedwongen wordt in de marge te opereren. Een nieuwe wind is nodig aan de Azurenkust; en natuurlijk ook de terugkeer van de al twee edities verbannen zon. No more rain! En minder gevestigde waarden!

Dat de programmatoren al meteen onder vuur lagen had ook veel te maken met een interne Franse aangelegenheid; de moeizame onderhandelingen over collectieve conventie die volgens critici vooral de films met kleine budgetten bedreigden. Kleine films die bovendien op het grote festival veroordeeld lijken om een bescheiden rol te spelen. Ten nadele van de grotere, mainstream producties. Vreemd aangezien de auteurcinema die Cannes zegt te verdedigen per definitie eigenzinnig, afwijkend, origineel, marginaal, uitdagend; kortom, ànders is. Moet zijn. Een beetje onvolwassen eigenlijk. En vooral heel erg fris.

_DON0070.nef

ONLY LOVERS LEFT ALIVE

Aan de start van Cannes 2013 drongen twee conclusies zich op. Terugkijkend; de revelaties van de laatste jaren (Benh Zeitlin, Xavier Dolan, Nadav Lapid, Jeff Nichols, Valérie Donzelli) zaten nooit in de Officiële Selectie. Toch niet met de film die hen op de kaart zette. En kijkend naar de huidige selectie; enkel heel uitzonderlijk (Amat Escalante met Heli) haalt een cineast jonger dan 40 de selectie. En zonder afbruik te doen aan het talent van een Steven Soderbergh of James Gray, het is erg jammer dat steeds dezelfde namen terugkeren. Jaar na jaar. Het mag dan leuk zijn die vertrouwde auteurs (in extremis werd ook Jim Jarmusch met zijn Only Lovers Left Alive – blindelings? – toegevoegd aan de competitie) terug te zien, wanneer de dosering niet juist zit (er geen plaats meer is voor de Soderbergh of Gray van morgen) is er een probleem.

Dat probleem blijkt dubbel. Enerzijds worden ruwe parels steevast in de nevensectie ‘Un Certain Regard’. Dit jaar waren absolute revelatie L’inconnu du Lac (Alain Guiraudie), Grand Central (Rebecce Zlotowski) en Les Salauds (Claire Denis) de belangrijkste slachtoffers. Anderzijds viel het op hoeveel generatiegenoten de in 1960 geboren selectiebaas Thierry Frémaux opnam in de competitie. Naast de uiteindelijke Palmwinnaar Abdellatif Kechiche (La Vie d’Adèle – Chapitre 1 & 2) ook Arnaud des Pallières (Michael Kohlhaas), Arnaud Desplechin (Jimmy P.), Kore-Eda Hirokazu (Like Father, Like Son), Takashi Miike (Shield of Straw), Alexander Payne (Nebraska) en Valeria Bruni Tedeschi (Un château en Italie). Verder geen jonge honden en amper één oude meester, festival-favoriet Roman Polanski met de Franse productie La Vénus à la fourrure/Venus in Fur.

Inconnu 1

L’INCONNU DU LAC

Deze angst voor verjonging (lees: dit streven om jonge Turken ‘op hun plaats’, in de marge, te houden) bedreigt de vitaliteit van een festival dat op zich al een gigantische commerciële machine is. De weg naar de terugkeer van een soort ‘cinéma de papa’ wordt geplaveid met eerbetonen aan gevestigde waarden. Wanneer nu enkel de filmgoden van gisteren gevierd worden, krijgen de filmgoden van morgen niet de kans om te ontkiemen.

Waar zitten de financiers?

Toen Thierry Frémeaux in 2010 voorstelde het voor televisie gemaakte epos Carlos van Olivier Assayas te programmeren, reageerde Gilles Jacob aanvankelijk alsof de barbaren de cultuurtempel Cannes dreigden over te nemen. Maar nog geen drie jaar later nemen veel van zijn geliefde auteurs hun toevlucht tot televisie: Todd Haynes, David Fincher, de Wachowski’s, de Coens, Gus Van Sant, Michael Mann en Martin Scorsese. Voor Jane Campion, die geëerd werd met een Carosse d’or door de Quinzaine des Réalisateurs en daar twee afleveringen van haar reeks Top of the Lake voorstelde, is dit niet meer dan logisch: “Televisie biedt onafhankelijke filmmakers perspectieven die ze van filmstudio’s niet meer krijgen; voor een andere blik, een intiem onderzoek van ons bestaan of een gedurfde visuele stijl kan je bij series terecht”. David Lynch was een pionier toen hij in de jaren negentig uitpakte met een reeks zoals Twin Peaks en het is veelzeggend dat hij een comeback overweegt via het kleine scherm.

Picture shows: G,J. (HOLLY HUNTER) © See-Saw (TOTL) Holdings Pty Ltd

TOP OF THE LAKE

De (voorlopig?) laatste passage van Steven Soderbergh in Cannes was dan ook meteen de start van een nieuwe carrière. Na de biopic Behind the Cantalabre, “too gay for Hollywood” dixit Soderbergh, begint de regisseur die in Cannes zijn carrière startte met de Gouden Palm-winnaar Sex, lies, and videotape aan enkele ambitieuze televisieprojecten. “Omdat ik me niet meer kon vernieuwen met films” aldus Soderbergh. “Omdat Hollywood implodeert en geen volwassen, weinig spectaculaire onderwerpen wil produceren” verkondigde Steven Spielberg toen hij terug in Californië zat.

The trouble with movies as an art is that it’s a business, and the trouble with movies as a business is that it’s an art”; zo omschreef Charlton Heston in een zeldzaam helder moment de filmindustrie. Die waarheid als een koe inspireerde regisseur James Toback om samen met acteur Alec Baldwin de intelligente en onderhoudende documentaire Seduced and Abandoned te draaien. Een doc met een dubbele zoektocht. Enerzijds wil de film duidelijk maken hoe moeilijk het is een film geproduceerd te krijgen, anderzijds is het de bedoeling met een camera die werkt als vlieg op de muur pogingen te documenteren een specifiek project gefinancierd te krijgen.

Seduced 3

SEDUCED AND ABANDONED

Die zoektocht is de MacGuffin van de film waarin we zien hoe regisseur en acteur tijdens het festival van Cannes 2012 geld trachten te versieren voor een project dat ze omschrijven als een vrije remake van Last tango in Paris gesitueerd in Irak. Naast een reeks moneymen (Jeffrey Katzenberg, Mike Medavoy, Ron Meyer, Mark Damon en de vreemde magnaat Taki Theodoracopulos) spreken ze ook met journalisten (The Hollywood Reporter-criticus Todd McCarthy), acteurs (Ryan Gosling, Jessica Chastain) en filmmakers als Bernardo Bertolucci, Francis Ford Coppola, Martin Scorsese en Roman Polanski. Die laatsten maken het pijnlijk duidelijk dat zelfs de grootste regisseurs rekening moeten houden met de grillen en wensen van financiers.

Seduced and Abandoned illustreert hoe moeilijk het huwelijk tussen geld en kunst is. Tegelijk is het ook een ode aan al die filmgekken die tegen de stroom oproeien om ‘hun’ films te kunnen maken. De titel ontleende Toback aan een prent van Pietro Germi en “vat samen waar de filmbusiness om draait. Het is een geliefde die je aantrekt, verleidt en dan in de steek laat maar je keert telkens weer”. De film is erg grappig (een Griekse reder klaagt op zijn jacht van het ‘racisme’ waar biljonairs het slachtoffer van worden) maar ook contemplatief en het is geen toeval dat de aaneenschakeling van afwijzingen en teleurstellingen leiden tot bedenkingen over sterfelijkheid en de geweldadigheid van kunst. Wat leidt tot een slotcitaat van schrijver (en filmmaker) Norman Mailer: “Film is a phenomenon whose resemblance to death has been ignored for too long”.

Waar vind je nog pure cinema?

Daar waar Ryan Gosling in Drive nog een geweldadige macho-held was, cast Nicolas Winding Refn hem in Only God Forgives als een zwakkeling, een impotente geweldenaar die een machteloos kind wordt wanneer zijn dominante moeder opduikt in zijn Thaise bokszaal. “Ik vind het interessant om het archetype van een held in een actiefilm te nemen en die dan te castreren,” stelt Gosling, “mijn personage is niet in staat om maar de minste beslissing te nemen zonder de toestemming van zijn moeder. Dat is paradoxaal en vaak zelfs grappig. Hij is schijnbaar hard maar met zijn moeder wordt hij een baby”.

Deze trip door de Oosterse onderwereld heeft een hoog Oedipus-gehalte (en Kristin Scott Thomas gaat magistraal over the top als gestoorde mater familias) maar is vooral ook een fraai staaltje mise-en-scène. Het verhaal van deze techno-noir film is eenvoudig. Twee broers runnen een bokszaal in Bangkok als dekmantel voor hun lucratieve drugshandel. Wanneer Billy vermoord wordt door de politie nadat hij een hoer doodde, duikt moederlief op om Julian te verplichten wraak te nemen. De confrontatie met de politie loopt daarbij fel uit de hand.

5

SUZANNE

Dit verhaal van afrekeningen tussen politie en gangsters, van rivaliteit tussen broers, van boosaardige moeders en bloederige wraaknames is een brutaal sprookje met bijbelse en freudiaanse motieven, film noir themas en actieclichés dat draait rond castratatie, onmacht en eenzaamheid. Via een spel van licht en kleur laat Refn de actie haast in slowmotion lopen in een zintuigelijke droomwereld. Resultaat is een visueel ballet waarin stijl primeert op inhoud. Dit is pure en contemplatieve cinema; tegelijk fascinerend, mysterieus en bezwerend.

“Ik maak films zoals een pornoregisseur,” daagde Refn uit, “ik film wat me opwindt”. En wat is zo opwindend? “Ik denk niet dat het gaat om het geweld op zich,” stelt de cineast, “maar ik geloof dat kunst een act of violence is; er zit een zeer gewelddadig element in een performance. Het is zoals seks en penetratie, je dringt jezelf op aan het publiek. De gewelddaden die ik ensceneer begrijp ik niet helemaal. In kunst zit ook heel wat wanhoop; het is zoals een bevalling, altijd gevaarlijk en steeds mysterieus”.

De vraag of Amerika wel bestaat als democratie hield F. Scott Fitzgerald bezig, vooral in zijn roaring twenties roman ‘The Great Gatsby’. De antiheld die fungeert als hoofdpersonage streeft net als het land naar een onmogelijke combinatie van materialisme en idealisme, geld en het verlangen naar liefde. “Jay Gatsby is geen mens maar de belichaming van de twee tegengestelde ideeën over hoop en hopeloosheid,” benadrukt Graa Boomsma in ‘De Multatuli’s van Amerika’, “Gatsby is de ultieme uitdrukking van de Amerikaanse Droom die verder wenst te gaan dan de kreet ‘ik wil meer, ik wil nog meer’. Gatsby verbeeldt de eeuwige zelfschepping waar de Amerikanen zo goed in kunnen zijn”. Dat verbond Baz Luhrmann in openingsfilm The Great Gatsby met spektakel en passie, met dromen en bedrog, met muziek en kleur.

Waar puren we grondstof voor onze memoires?

In ‘Buster Keaton lacht nooit’ onderstreept Arnon Grunberg dat het bekijken van Martin Scorseses documentaire Il mio viaggio in Italia hem versterkte in zijn overtuiging dat de films en boeken waarvan we houden “de grondstof moeten zijn van onze memoires”. Ze zijn immers veel meer dan entertainment: “Je zou alleen over film als afleiding mogen praten als je je eigen leven als afleiding ziet”.

De filmbeelden uit zijn jeugd die Scorsese toont, zijn meer dan persoonlijke herinneringen. Ze zijn een excuus om te spreken “over zijn ‘echte’ liefdesleven, zijn liefde voor een aantal Italiaanse films. Hij is zo’n liefhebber voor wie zijn leven lijkt samen te vallen met de films die hij heeft gezien (en gemaakt uiteraard) en die hem niet hebben losgelaten”. De documentaire is Scorseses liefdesverklaring aan de film maar ook “een poging nieuwe minnaars te vinden voor de films die hem hebben gevormd, de films waarvan hij heeft gehouden, waarvan hij nog steeds houdt”.

LE DERNIER DES INJUSTES 3

LE DERNIER DES INJUSTES

“Net als romans zijn films voor mij, soms zelfs in de eerste plaats, een vorm van kennisoverdracht, een manier om in de wereld door te dringen”, schrijft Grunberg. Elk festival zijn er zo een paar films. Zoals de magistrale 3u38 durende documentaire Le Dernier des Injustes waar Shoah-regisseur Claude Lanzmann wroet in het geheugen via de tragische en ambiguë geschiedenis van de Shakespeariaanse anti-held Benjamin Murmelstein, leider van de controversiële Jodenraad die in Theresienstadt samenwerkte met Adolf Eichmann. Leidraad zijn Lanzmanns gesprekken met Murmelstein en het verhaal wordt er een van moed en lafheid, van menselijkheid en monsterlijkheid.

Een andere parel is Alain Guiraudie’s naturalistische fabel L’inconnu du Lac, een gay thriller (winnaar van de Queer Palm) met een beperkt aantal locaties (een meer met strand, bosjes en een parking), situaties en (louter mannelijke) personages. Leidraad is de driehoeksrelatie van de jonge levensgenieter Franck, zijn viriele en mysterieuze minnaar Michel en de melancholische dertiger Henri die Francks anker en Michels slachtoffer wordt.

De cocktail passie, angst, liefde, seks en dood zorgt voor betovering en opwinding. “Ik geloof dat we de terugkeer van het puritanisme beleven,” zei Guiraudie toen we hem in Cannes vroegen naar de anti-homomanifestaties in Frankrijk, “met de expliciete enscenering van de seksscènes wou ik seks opnieuw in passie injecteren. Neemt niet weg dat, alhoewel ik een genieter ben, ik afgestapt ben van de utopie die werd gepromoot door de seksuele revolutie en dat ik vragen stel. Hoe zit het met onze seksuele vrijheid? Wat met dat eindeloze zoeken naar plezier?”.

Er waren natuurlijk nog tal van sterke films te bewonderen in Cannes. Met stip noteren we Jimmy P. Van Arnaud Desplechin, Like Father, Like Son van Kore-Eda Hirokazu, Grisgris van Mahamat-Saleh Haroun, Le Passé van Asghar Farhadi, Grand Central van Rebecca Ziotowski, Suzanne van Katell Quillévéré en The Congress van Ari Folman. Maar die cruciale grondstof voor onze memoires puurden we uit de films van Lanzmann en Guiraudie.

Twee buitenbeentjes voor wie narcisme niet vreemd is (ze komen ook nadrukkelijk in beeld in hun films) maar die heel open staan voor de wereld. Een brutale wereld zonder franjes maar met des te meer menselijkheid. En daarin schuilt de hoop. Het is zoals Rabindranath Tagore zei “If you cry because the sun has gone out of your life, your tears will prevent you from seeing the stars”. En zoals Grunberg schreef kunnen films een manier zijn om in de wereld door te dringen. Omdat dat enkele keren lukte was Cannes 2013 voor ons een goed festival. Ook al kwam er na regen nog meer regen.

IVO DE KOCK

(Artikel verschenen in CINEMAGIE 2013)

20130919151330-La-Vie-d_x27_Adele-13

LA VIE D’ADELE

Leave a comment