Op zoek naar de mythe Jean-Luc Godard: Godard, a portrait of the artist at 70

mrt 26, 2016   //   by Ivo De Kock   //   actueel, boek, Geen categorie, Godard, regisseur  //  No Comments
Jean-Luc Godard

JEAN-LUC GODARD

 

Jean-Luc Godard filmt nog steeds, dat bewees hij in 2014 met Adieu au langage en Ponts de Sarajevo, maar hij wordt steeds onzichtbaarder. Wat in dit multimedia- en internet tijdperk vrij ongewoon is. Maar hij blijft een naam, een gezicht, een icoon. Gelukkig zijn er interessante boeken die de mythe JLG trachten te vatten en duidelijk. Zoals Colin MacCabe’s onorthodoxe biografie ‘Godard, a portrait of the artist at 70’.

Jean-Luc Godards modernisme stelt vragen bij de beeldcultuur en voet een spel op rond de filmauteur. Het is zowel ernstig als geestig. Met gags zoals “Tout ce qui est incontestablement nouveau est automatiquement très ancien” (Bande à part) zette JLG schrijvers van lijvige studies op het verkeerde been. Terwijl hij met zijn mysterieus imago jarenlang potentiële biografen afhield. Tot professor en filmproducent Colin Mac Cabe van een samenwerking (The Old Place) gebruik maakte om de cineast als eerste te portreteren.

‘Godard, a portrait of the artist at 70’ werd evenwel geen conventionele biografie. Ook al omdat de auteur op het selectieve geheugen van Godard borste en vaststelde dat “de periode van 1946 tot 1956 vol onverklaarde afwezigheden en gaten zat”. Het portret is géén aaneenschakeling van data en feiten (Godards zelfmoordpoging blijft zelfs onvermeld) maar wèl een evocatie van Godards wereld.

-Jean-Luc-Godard-007

JEAN-LUC GODARD

MacCabe’s invalshoek is de context waarin de Cahiers du cinéma criticus en Nouvelle Vague-cineast evolueerde. Zo staat hij uitgebreid stil bij de invloed van het protestantisme, het belang van taal in de familie Godard en de impact van oorlog. Daarnaast passeren cruciale figuren de revue: Henri Langlois, André Bazin, François Truffaut en Philippe Sollers.

Voorst benadrukt MacCabe de bepalende rol van Anne-Marie Miéville de jongste dertig jaar en stipt hij aan dat “het probleem met (Godards eerste twee vrouwen) Anna Karina en Anne Wiazemsky was dat ze tot hem kwamen als beelden, ze waren creaties van het scherm en geen reële vrouwen”.

Soms duwen uitweidingen Godard wat naar de achtergrond. Zoals bij boeiende bespiegelingen over het verdwijnen van Bazins cinema en de dood van de filmkritiek. Op ander momenten oordeelt MacCabe dan weer verrassend scherp over Godards fases (zijn geflirt met het maoïsme), zijn opvattingen (zijn vaak primitief anti-Amerikanisme) en films (de King Lear catastrofe). Affectie lijkt gereserveerd voor de betreurde André Bazin.

Ook al weigert MacCabe voorspellingen te doen (“daarvoor zou ik zekerder moeten zijn van de toekomst”), toch besluit hij dat Godards “work never failed to intrigue, to illuminate and to inform. Much of it requires repeated viewings before it begins to yield its treasure. Some of it is very uneven. But the worst is never less than intelligent, and the best is the best there is“.

IVO DE KOCK

(Artikel verschenen in FILM & TELEVISIE, n° 545, oktober 2004)

Colin MacCabe, Godard, a portrait of the artist at 70, Bloomsbury, London, 2003, 432 pag., geïllustreerd.

Godard

 

Leave a comment