Brian De Palma’s Phantom of the Paradise: Nachtmerrie voor en achter de schermen

mrt 22, 2016   //   by Ivo De Kock   //   cult, De Palma, genre, muzikale film, regisseur  //  No Comments
phantom3

PHANTOM OF THE PARADISE

Nog voor zijn doorbraakfilm Carrie draaide Brian De Palma in 1974 de meest waanzinnige film uit zijn carrière. Phantom of the Paradise is een Faustiaanse versie van Gaston Lerouxs ‘Het spook van de opera’, combineert Hollywoodiaanse kitsch met Duits expressionisme en mixt slapstick met musical, horror en satire. Het duurde vijf jaar voor het idee een film werd die in extremis nog dreigde het scherm niet de halen. Het nachtmerrie-aspect van de productie is ondertussen vergeten maar dit nachtmerrieverhaal groeide uit tot dè cultfilm van de regisseur van Dressed to Kill, Scarface en The Black Dahlia.

Op spoken staat geen leeftijd. Toen Phantom of the Paradise begin dit jaar werd heruitgebracht in wereldhoofdstad van de reprises Parijs bleek deze 40-jarige muzikale horrorkomedie geen greintje gedateerd te ogen. De seventies look (met kapsels, pakken en maquillages) verstrengelde immers met het nachtmerrieverhaal in een tijdloze, universele filmopera en de film boette door zijn onschuldig en experimenteel karakter niets in van zijn charme, kracht en vitaliteit.

Phantom 1

PHANTOM OF THE PARADISE

De jonge Amerikaanse lefgozer Brian De Palma was toen nog niet de ervaren Hitchcockkoesterende auteur Brian De Palma; de perfectie ontbrak nog maar het complexloos enthousiasme maakt veel goed. Het is geen wonder dat deze buitenissige film commercieel flopte (overal, behalve in het cinefiele Frankrijk). Maar het is ook geen wonder dat deze lang onvertoond gebleven film met de jaren uitgroeide tot een cultfilm.

Faust in de showbusiness

Toen Phantom of the Paradise in 1974 werd uitgebracht was Brian De Palma 34 jaar oud en al enigzins bekend omwille van de horrorthriller Sisters. Het idee voor de film dateert echter uit 1969, een jaar waarin De Palma wel geen debutant meer is (hij heeft de experimentele films Murder à la Mod, Greetings en The Wedding Party afgewerkt) maar evenmin naam heeft gemaakt. Het was dan ook in losse gesprekken met filmstudenten dat een idee viel waar De Palma dacht mee aan de slag te kunnen.

Phantom affichePhantom affiche 3

“Een van de jongeren opperde het idee van ‘Phantom of the Fillmore’,” aldus De Palma, “ik zei: ‘dat is geweldig!’”. Het idee voor de stijl en het verhaal ontstond toen De Palma in een lift een tot muzak omgevormd Beatles-liedje hoorde. “Het leek me interessant om een sterke song te nemen en die uit te voeren in verschillende muzikale genres,” aldus De Palma, “de Beach Boys-stijl, hard rock, rockabily. Parallel versmolt ik drie klassieke verhalen: ‘Phantom of the Opera’, ‘The Portrait of Dorian Gray’ en ‘Faust’”.

Op enkele weken tijd schreef De Palma samen met Louisa Rose (die hem ook hielp bij Sisters) een scenario over een bedrogen componist die rondspookt in de coulissen van de Fillmore, het legendarische rockpaleis van Bill Graham in San Francisco. Dat script beviel de onafhankelijke producent Marty Ronsohoff en hij beloofde De Palma de film te zullen produceren. Zijn partner Ray Stark was op dat moment echter vooral in de weer met Barbra Streisand musicals en wist niet wat aan te vangen met het bizarre script. De Palma kocht daarom samen met producent Ed Pressman het scenario terug.

phantom1

PHANTOM OF THE PARADISE

Nog waren alle problemen niet van de baan. Omdat Bill Graham weigerde de naam Fillmore te laten gebruiken diende de filmtitel veranderd te worden. Daardoor begon geldschieter American International Pictures te twijfelen. Gelukkig wisten Pressman en De Palma zakenman Gustave Bern te overtuigen de film voor de helft te financieren. In zijn zoektocht naar geld was De Palma bij A&M Records op songwriter Paul Williams gebotst. “Plots ontstond het beeld van een bizarre rock impresario – de Napoleon van rock – in mijn hoofd,” aldus De Palma, “tegelijk met het idee om Williams de filmmuziek te laten componeren. En aangezien hij een goed acteur is leek het ook gepast om hem een rol te geven”.

Ook al omdat Williams, in ruil voor een rol, tevreden was met een lagere fee voor de score. Williams zag zich de Phantom vertolken, een rol die eigenlijk voorbestemd was voor De Palma’s trouwe medewerker Bill Finley. Gerrit Graham zou platenproducent Swan spelen en Finley dreigde uit de boot te vallen. Tot Williams twee weken voor de start van de repetities er niet langer van overtuigd is dat hij de angstaanjagende maskerscènes tot een goed einde kan brengen. Hij vraagt De Palma de rol van Swan. Goed nieuws voor Finley die opnieuw in beeld komt als Winslow/Phantom, slecht nieuws voor Graham die uit het project dreigt te tuimelen. Tot de rock ‘n’ roll revival groep Sha-na-nas moeilijk doet en De Palma hen dumpt. Het personage Beef wordt verzonnen en Graham heeft opnieuw een rol.

Phantom 5

PHANTOM OF THE PARADISE

Williams kwam ook op de proppen met songwriter Jeffrey Comanor en de acteurs-zangers Peter Elbling en Archie Hahn om de muziek en performances van Swans drie groepen (Juicy Fruits, Beach Bums en Undead) te ontwikkelen. Voor de rol van zangeres Phoenix wordt even aan rock diva Linda Ronstadt gedacht maar uiteindelijk besluit De Palma voor een onbekende actrice te gaan. Williams ontdekt tijdens de audities Jessica Harper. Hij hoort Harper achter de schermen ‘Superstar’ van de Carpenters tot zichzelf zingen, slaagt erin haar die privéperformance ook publiek te laten brengen en iedereen is meteen overtuigd.

Trouble in paradise

Ook al zijn alle knopen doorgehakt, de opnamen verlopen niet automatisch vlekkeloos. Producent Pressman heeft het over “moeilijke opnamen”, actrice Harper (die later in Dario Argento’s Suspiria opduikt) heeft het over “trial by fire”. Bil Finley kwam zelf op het idee van een vogelachtig Phantom-masker (dat uiteindelijk ontwikkeld werd door Jack Fisk) maar kreeg er snel spijt van. Het bleek erg onconfortabel en zo geluidswerend dat hij de regie-instructies niet kon horen.

Een dure dakscène-met-regenmachine moest daardoor herdaan worden. De Palma maakte het zich ook moeilijk door de Beach Boys persiflage ‘Upholstery’ te laten filmen met twee camera’s met het oog op een splitscreen weergave. Het feit dat er naast studio-opnamen in LA en Dallas ook een locatieshoot in New York was resulteerde uiteindelijk in een veel langere draaiperiode.

phantom2

PHANTOM OF THE PARADISE

Na de opnamen staken juridische problemen de kop op. Univeral Pictures zwaaide met het copyright van hun Phantom of the Opera en omdat de makers van Phantom of the Paradise vreesden dat hun film bij een juridisch dispuut lang op het schap zou blijven liggen én verdeler 20th Century Fox dreigde het distributiecontract naar beneden aan te passen, besloten ze te betalen. Erger werd het toen de rockgroep Led Zeppelin net voor de filmrelease de naam van hun nieuw label publiek maakten: Swansong Records, exact het label van Swan. De aanpassing naar Death Records vereiste handmatige frame-per-frame aanpassingen telkens het zichtbaar was. Een helse job met de seventies technologie.

Na alle inspanningen werd de uiteindelijke release een behoorlijke afknapper. Ondanks een ruime release deed Phantom of the Paradise het enkel in LA enigzins goed. Fox trok de film snel terug. De Palma en Pressman kochten hun film terug en probeerden het met een nieuwe release (en poster). Zonder veel succes in de VS; enkel in Frankrijk en Canada werd de film een grote hit. Maar, zoals later met The Rocky Horror Picture Show zou gebeuren, langzaam werd de film én de soundtrack een cultsucces met ruime schare fans. “Voor mij blijft het een ontgoocheling,” aldus De Palma, “ik had echt gedacht dat de film meteen succesvol zou zijn en dat was niet het geval”.

He sold his soul to rock ‘n’ roll

Een voice-over introduceert “Swan – he has no other name” als een legendarische, mysterieuze muziekproducent. De Palma gebruikt de stem van Twilight Zone-producent Rod Serling in de proloog “omdat de film horror, musical en komedie mixt. Dat moest snel duidelijk gemaakt worden aan de kijker. De sombere en onheilspellende proloog legt de link met horror terwijl de generiek met het Juicy Fruits-nummer ‘Goodbye, Eddie, Goodbye’ de muzikale en komische elementen benadrukt”.

Phantom 4

PHANTOM OF THE PARADISE

Daarop volgt een vervreemdingseffect met talentscout Philbin die tegen de camera lijkt te spreken terwijl Swan naar de pianospelende Winslow Leach kijkt en uitroept “After all these years I’ve finally found it!”. De mysterieuze impressario doelt op de muziek waarmee hij zijn Paradise Theatre wil heropenen. Swan steelt Winslows muziek en laat hem in de gevangenis werpen. Winslow ontsnapt en verminkt zichzelf in een poging de platenpersen van Swan te vernietigen.

Een handgehouden camera volgt de schreeuwende man naar de rivier. Hij springt in het water en verdwijnt. Om later terug te keren als een door de coulissen van de Paradise ronddwalend gemaskerd spook. Hij tekent – met zijn bloed – een contract met Swan in de hoop zijn geliefde Phoenix, een meisje dat hij ontmoette tijdens audities, naar sterrendom te leiden. “My music is for Phoenix,” klinkt het, “Only she can sing it. Anyone else who tries, dies”. Maar Swan is uiteraard niet te vertrouwen, door het contract verkocht de Phantom zijn ziel aan de duivel en bij de uiteindelijke wraakname vernietigt hij ook zichzelf.

Phantom 8

PHANTOM OF THE PARADISE

Phantom of the Paradise is een van De Palma’s meest cartooneske en buitensporige films, een kritische satire die de Faustiaanse mythe verplaatst naar de showbusiness. “He sold his soul for rock ‘n’ roll” lezen we op de eerste release-affiche (op wondermooie re-release affiche van enkele maanden later staat “He’s been maimed and framed, beaten, robbed and mutilated. But they still can’t keep him from the woman he loves”).

De Palma rekent af met de muziekindustrie van de jaren 70 maar toont zich ook een pessimistisch visionair op filmvlak. “No one cares what anything’s about!” klaagt de talentscout en die triomf van vorm over inhoud zegt alles over commercialisering en de terreur van cijfers. Met artiesten die bereid zijn hun ziel aan de duivel te verkopen voor succes én een extreem manipulatieve entertainmentindustrie.

Vintage De Palma

De film is een voor De Palma ongewoon emotioneel en tragisch verhaal van een kunstenaar die beroofd wordt van zijn werk, zijn stem en zijn gelaat. Via een mengeling van melancholie, ernst en luchtigheid, rauwe energie en donkere humor rekent de cineast af met cynisme en onmenselijkheid. Hij introduceert ook al zijn latere thema’s: geweld, voyeurisme (Swan bewaakt iedereen en de Phantom gluurt naar een wereld die de zijne niet meer is), dubbelgangers (de held ziet in de ander de weerspiegeling van het monster dat hij had kunnen worden) en het paradijs-met-zondeval. Ook zijn technieken zet De Palma hier op punt. Er wordt heel slim gebruik gemaakt van point of view opnamen (wanneer we Winslow vanuit zijn eigen standpunt het Phantom-masker zien aandoen), slow en fast motion opnamen worden afgewisseld, er zijn splitscreen opnamen en de regisseur schrikt niet terug van lange takes en tracking shots.

Bovendien vormt cinema zoals steeds een referentiekader. Phantom of the Paradise verwijst naar de Hollywoodcinema uit de jaren 30 (de klassieke monsterfilms), naar film noirs zoals Orson Welles Touch of Evil (een gelijkaardige bomscène wordt via splitscreen verteld), uiteraard naar Alfred Hitchcock (de tracking shots van Rope) maar ook naar Michael Powells The Red Shoes. De scène waarin Swan vanachter een spiegel de audities observeert refereert naar de scène in Powells film waar alles bekeken wordt vanuit een loge. “The Red Shoes is de beste film ooit gemaakt over artistieke creatie,” bevestigt De Palma, “het ballet is een metafoor voor alle kunstwerken”.

Phantom 3

PHANTOM OF THE PARADISE

Dat geldt ook voor de rockopera die de psychopatische producer Swan ziet als zijn levenswerk in Phantom of the Paradise. Veertig jaar na datum wordt duidelijk dat De Palma’s meesterwerk eeuwig jong blijft. Getuige de scène waarin Winslow als The Phantom zijn vernietigde stem opnieuw vorm hoort krijgen dankzij Swans elektronische knopjes. Pijn, lijden en lelijkheid transformeren in vreugde, opwinding en schoonheid. Het monster wordt opnieuw menselijk via kunst en technologie.

Naar verluid inspireerde deze scène George Lucas tot het idee van het metale stemtimbre van Dark Vador. De Palma zou die passie voor het registreren en bewerken van geluid – voor enscenering en tragiek – centraal plaatsen in een ander miskend meesterwerk, het uit 1981 daterende Blow Out. Ook andere cineasten – van de Wachowski’s tot Leos Carax – lieten zich inspireren door deze cultfilm. En muzikale fenomenen zoals Alice Cooper en Kiss zijn duidelijk schatplichtig aan De Palma.

Maar Phantom of the Paradise blijft uniek. Een kitsch-spektakel dat er emotioneel inhakt. Wanneer Winslow zingt over “all the good guys and the bad guys that I’ve been” of wanneer Phoenix ontroert met “our love is an old love, baby; it’s older than all our years”. Zelden was een Faustiaans drama zo modern.

IVO DE KOCK

(Artikel verschenen in FILMMAGIE, n° 649, november 2014)

PHANTOM OF THE PARADISE; Brian De Palma; USA 1974; 92′; met William Finley, Paul Williams, Jessica Harper, Gerrit Graham; FILM: **** / EXTRA’S: 0; dis. DeAgostini/Fox

Prod DB © Harbor Productions / DR PHANTOM OF THE PARADISE (PHANTOM OF THE PARADISE) de Brian De Palma 1974 USA avec Paul Williams et William Finley musique, vendre son âme au diable, compositeur, masque, console, orgue, chantage, costume en cuir, studio d'enregistrement film culte musical, variation autour du FANTOME DE L'OPERA de gaston Leroux et du PORTRAIT DE DORIAN GRAY d'Oscar Wilde

PHANTOM OF THE PARADISE

Leave a comment