Filmcultuur: Cinefilie, een passie gehuld in een ziekte

mrt 11, 2016   //   by Ivo De Kock   //   actueel, filmkritiek  //  No Comments
Metropolis nw 5

METROPOLIS: Fritz Lang

Lang leeft” titelde les Inrockuptibles n.a.v. een grote Fritz Lang retrospectieve én tentoonstelling in de Cinémathèque française (die liep eind 2011). “Niet bij jonge would be cineasten” kloeg Adrian Martin die tijdens een BAM Seminarie met afschuw meldde dat zijn studenten de expressionistische meester van M compleet irrelevant vinden. Voor de Australische prof een signaal om in Gent, waar de Giorgo Morodor-versie van Langs Metropolis vertoond werd, een lans te breken voor filmcultuur en cinefilie. Zoals het hoort, met verve en passie.

Thuis in de wereld. Zo voelt de aan het departement Filmcultuur van de Monash University in Melbourne verbonden Adrian Martin zich. Dat vertelde hij deelnemers aan een BAM-conferentie over Vlaamse filmcultuur tijdens het Filmfestival van Gent. Zijn liefde voor film heeft daar veel mee te maken. Zijn passie voor filmcultuur nog meer. Een passie verbonden met nieuwsgierigheid. Alle soorten films kunnen ons prikkelen, inspireren, verwarren, betoveren of motiveren maar alleen wanneer we er ons open voor stellen.

In een veranderende mediamaatschappij nemen gidsen (“mensen die je helpen een pad te navigeren”) de rol over van de ‘kritische autoriteit’ genre Pauline Kael. “Film kan een intense, zinnelijke ervaring zijn,” stelt Martin, “mensen die met die ervaring iets doen – erover schrijven of discussiëren, ervaringen en associaties uitwisselen, mensen die films op het programma van een lokale vertoner trachten te krijgen of die zelf screenings organiseren,… die handelen vanuit een zeker militantisme en vanuit een drang naar uitwisseling, voor mij zijn dat cinefielen”.

En de cinefiele criticus? Die wordt gedreven door de drang “bij kijkers een verlangen op te wekken om iets te zien, te ontdekken en er over te praten”. Martin recycleert de grote Franse criticus Serge Daney, de verdediger van “een passie die gehuld gaat in de naam van een ziekte: cinefilie”. In het autobiografische ‘Volharden’ liet Daney optekenen dat een cinefiel iemand is “die vergeefs zijn ogen openspert, maar nooit tegen iemand zal zeggen dat hij niets heeft kunnen zien”.

Metropolis nw 3

METROPOLIS

Die cinefiel is niet “iemand die terugverlangt naar een gouden eeuw die hij al dan niet heeft meegemaakt en die volgens hem sindsdien nooit meer is geëvenaard. Een cinefiel is iemand die zelfs bij een film die net is uitgebracht, een film van nu, al voelt hoe de schim van ‘dat was eens’ voorbijvliegt”. Wat volgens Daney de cinefiel van films eist, “is dat ze als films blijven voortduren, uiteindelijk wordt de film een soort levend wezen, een personage, een portret van Dorian Gray dat mij laat zien hoe ik ouder wordt”. Niet niks wist ook Daney, “een cinefiel is iemand die te veel van film verwacht”.

Die overschatting vormt het hart van de strijd om filmcultuur die Martin ziet losbarsten in een veranderend film- en medialandschap. Filmcultuur wordt volgens hem gevormd door welke films er gemaakt, gezien en besproken worden. “Wat kan je gemakkelijk zien en wat kan je zeggen over wat je ziet”. Of anders: welke ruimte krijgen films van distributiekanalen en van media? Technologie en Internet zorgden daarbij voor alternatieve manieren van verspreiding, promotie (Youtube helpt om cinefiele honger te creëren) en duiding (via sites, blogs en het delen van links).

Martin benadrukt dat het filmaanbod en het kritisch discours complementair zijn in het promoten van een levende filmcultuur, volgens hem “een soort ecologisch systeem dat idealiter in evenwicht hoort te zijn”. Daarbij vecht hij tegen het feit dat de aandacht van het ruime publiek gedomineerd wordt door mainstream cinema en Hollywoodfilms. Zonder anti-Amerikaans te zijn – Terrence Malicks The Tree of Life illustreert voor hem hoe film ons kan blijven verrassen en doen nadenken – pleit Martin voor blikverruiming.

Auteurfilms, wereldcinema en klassiekers moeten meer in beeld komen. “Vooral het verleden wordt vergeten,” zegt Martin, “terwijl een continue dialoog met het verleden, met de geschiedenis van film, juist voor inspiratie zorgt”. Daarom blijft Lang relevant. Als cineast die ondanks de druk van de industrie een eigen visie bleef ontwikkelen (“hij gebruikte een tweede script naast het officiële scenario”) en volgens cinefiel François Truffaut steeds hetzelfde verhaal vertelde, “dat van de morele eenzaamheid van een individu dat helemaal alleen tegen een half-vijandig, half-onverschillig universum vecht”.

IVO DE KOCK

(Artikel verschenen in FILMMAGIE, n° 619, november 2011

The Tree of Live

THE TREE OF LIFE: Terrence Malick

Leave a comment