Film Fest Gent 2014: Een feestje met de f van Fellini en Franse cinema

mrt 9, 2016   //   by Ivo De Kock   //   actueel, filmfestivals  //  No Comments
Adieu

ADIEU AU LANGAGE

De 41ste Gentse Filmfeesten starten op dinsdag 14 oktober met een van de meest gehypete en geanticipeerde films van de laatste jaren, Erik Van Looys Amerikaanse versie van The Loft. Tot 25 oktober is het genieten van een focus op de Italiaanse grootmeester Federico Fellini, een dwarsdoorsnede van de hedendaagse Franse cinema en een ruime waaier films van jonge talenten en gevestigde waarden.

Sinds voormalig filmcriticus Patrick Duynslaegher aangesteld werd als artistiek directeur heeft Film Fest Gent een nieuwe dynamiek gevonden. Dat vertaalt zich ook dit jaar in eigenzinnige accenten zoals een focus op Franse cinema, een eerbetoon aan Federico Fellini en het onder de aandacht brengen van Vlaamse arthouse films zoals Lucifer van de hypertgetalenteerde Gust Van den Berghe.

Het is alvast uitkijken naar de grote tentoonstelling over het oeuvre van Federico Fellini – de Italiaanse regisseur van La Strada, La dolce vita en Amarcord – die loopt van 16 oktober tot 25 januari in het Caermersklooster en het concert ‘Rota/Fellini’ op donderdag 23 oktober in Muziekcentrum De Bijloke waar het Brussels Philharmonic onder leiding van Dirk Brossé de muziek brengt die componist Nino Rota schreef voor Fellini.

Dolce Vita

LA DOLCE VITA: Federico Fellini’s klassieker

Een ander (muzikaal) evenement zijn de ondertussen gerenommeerde World Soundtrack Awards. Centrale gast is de voormalige drummer van de Red Hot Chili Peppers Cliff Martinez. Na een jaar onderbreking knoopt het festival ook de samenwerking met kunstencentrum Vooruit weer aan via o.m. performances, lezingen en concerten.

Focus op Frankrijk

Met een award voor componist Francis Lai slaat Film Fest Gent een bruggetje naar de Franse film. Tijdens de voorstelling van het festivalprogramma sprak Patrick Duynslaegher de ambitie uit om “Franse films weer bij de mensen te brengen”. Frankrijk tekent immers nog altijd voor uitdagende en stimulerende cinema maar de populariteit van de Franse film is in Vlaanderen sterk afgenomen.

Gent wil daar iets aan doen door nieuw werk te vertonen van iconische regisseurs zoals Jean-Luc Godard (Adieu au langage) en François Ozon (Une Nouvelle amie), van gevestigde waarden zoals Robert Guédiguian (Au Fil d’Ariane) en Laurent Cantet (Retour à Ithaque), van omstreden auteurs zoals Bruno Dumont (P’tit Quinquin) en van debutanten zoals Marianne Tardieu (Qui Vive), Guillaume Brac (Tonnerre) en Vincent Mariette (Tristesse Club).

Petit QUINQUIN

P’TIT QUINQUIN: Grappige Bruno Dumont

Dat ‘oudere’ films meer en meer naar filmmusea verwezen (en van televisie geweerd) worden is een jammerlijke trend en Film Fest Gent tracht enigszins tegen de stroom op te roeien door twee Franse klassiekers te vertonen waarin actrice Catherine Deneuve (die de festivalaffiche siert) een glansrol speelt: Belle de jour van Luis Bunuel en La sirène du Mississipi van François Truffaut.

Hopelijk zet dat bescheiden intitiatief (van een eche retrospectieve is er geen spoor) nieuwe generaties filmliefhebbers aan om te gaan grasduinen in de rijke Franse filmgeschiedenis en het werk van pakweg Marcel Carné, Jean Renoir, Jacques Becker, Robert Bresson en Jean Eustache te ontdekken. Via andere kanalen dan wel.

La sirene 4

LA SIRENE DU MISSISSIPPI: Miskende François Truffaut film met Belmondo & Deneuve

Cultuur onder vuur

“Cinema is een kunst zonder toekomst” voorspelden Louis en Auguste Lumière, de Franse uitvinders van de zevende kunst. Dat draaide enigzins anders uit maar ondertussen is volgens nogal wat betrokkenen de toekomst van de Franse cinema bedreigd. Op een ogenblik dat cultuur in Vlaanderen onder druk staat is het interessant om over de grenzen te kijken en te peilen naar de ‘gezondheid’ van de Franse film.

Reeds tijdens de uitreiking van de Césars in 2007 gooide cineaste Pascale Ferran (Lady Chatterley, Bird People) een knuppel in het hoenderhok: “Het financieringssysteem leidt aan de ene kant tot alsmaar ‘rijkere’ films en aan de andere kant tot extreem ‘arme’ films”. De crisis was de crisis is van de vertrouwde ‘Franse kwaliteit’, volgens Ferran doordat “het economische geweld de smaak van het publiek naar beneden haalt”.

In een rapport over de toestand van de Franse filmindustrie somden Ferran & co enkele verbeteringsmogelijkheden op. Dat leidde tot aanpassingen. “Op het vlak van productie is er een en ander veranderd,” zei Ferran onlangs aan DeWereldMorgen.be, “er zijn enkele goede hervormingen doorgevoerd, minder sterk dan we gewild hadden, maar het ging wel de juiste richting uit. Helaas heeft men zich niet ontfermd over de zaaluitbating en de distributie van films, waardoor de zaken op dat vlak problematisch blijven”.

Bovendien is 2014, met de invoering van een nieuwe collectieve arbeidsovereenkomst voor de sector en de opstart van Netflix, een chaotisch jaar in Frankrijk. De strijd omtrent de convention collective heeft wonden geslagen en de invoering ervan baart de filmindustrie grote zorgen.

De strikte, en verhoogde, loonbarema’s doen immers de kosten stijgen. Twee soorten productie ontspringen de dans: films met een budget van minder dan 3 miljoen euro kunnen de eerste vijf jaar rekenen op een afwijking en films met een budget kleiner dan 1 miljoen euro hoeven de conventie niet te respecteren.

Het probleem is dat de pluimgewichten van de filmindustrie, de films uit de twee kategorieën die recht hebben op een uitzonderingspositie, een kleine minderheid vormen. Het gaat om films met microbudgetten zoals La Chambre Bleue van Mathieu Amalric of Bande de Filles van Céline Sciamma.

31ca0ce0b554dd82c1647687307375c3

CLOUDS OF SILS MARIA

Terwijl kleine maar ambitieuze auteursfilm zoals Bird People, Clouds of Sils Maria (Olivier Assayas) en Saint Laurent (Bertrand Bonello) toch snel aan een budget van 7 miljoen euro zitten en dus getroffen worden.

Erger nog is dat televisie niet langer zijn voortrekkersrol in de Franse cinema vervult. Er wordt minder geïnvesteerd in Franse films en voor kleinere auteursfilms is er niet langer plaats in de programmaschema’s. Bovendien is dvd niet meer de melkkoe van weleer waardoor ook op dat vlak mogelijk aanvullende financieringsbronnen wegvallen.

Bijkomend probleem is dat ondanks het feit dat Frankrijk over een recordaantal zalen beschikt (bijna 5.500) fragiele films door saturatie moeilijk toegang krijgen tot her reguliere circuit. Rigoureuze releaseschema’s, een overdaad aan films en een hysterisch releaseritme zorgen ervoor dat er steeds minder verrassingssuccessen zijn en de auteurcinema maar moeilijk een plaats vindt.

Tenslotte is er Netflix, de wereldleider op het vlak van streaming via abonnement die sinds 15 september actief is in Frankrijk. Met een ondernemingszetel in Amsterdam omzeilt de Amerikaanse gigant de Franse regelgeving. Netflix ontsnapt zo aan de verplichting om te investeren in Franse cinema wat Franse zenders zoals Canal+ uit concurrentieel oogpunt bijna verplicht dit voorbeeld te volgen.

De Franse cinema vertoont dan ook flink wat ziektesymptomen, maar het positieve is dat die ook als dusdanig erkend worden en dat overtuiging leeft dat er iets aan gedaan moet worden. Cultuur in het algemeen en filmcultuur in het bijzonder worden in Frankrijk immers nog altijd gekoesterd. Dat dit ook iets oplevert, namelijk mooie films, bewijst de sectie ‘Cinéma français’ van Film Fest Gent. Een lesje voor wie louter schermt met cijferlogica.

Belgen in en buiten competitie

Dat Film Fest Gent en het Filmfestival van Oostende de laatste jaren stevig bikkelen om het imago van meest Vlaamsvriendelijke festival heeft ongetwijfeld te maken met de gevoeligheid van de subsidiërende overheid. Vandaar ook dat Gent trots aankondigt 10 Vlaamse films op het programma te hebben staan.

De echte verdienste van Gent is dat daar ook enkele gedurfde en originele films tussenzitten. Zoals de donkere psychologische thriller Waste Land, waar regisseur Pieter Van Hees in de psyche van een labiele politierechercheur duikt en zijn verhaal laat balanceren op de grens van fantasie en realiteit.

Waste Lande 2

WASTE LAND: Pieter Van Hees

De derde film, na Linkeroever en Dirty Mind, van Pieter Van Hees is opgenomen in de competitie van Film Fest Gent, net als Je suis à toi van David Lambert en Violet van Bas Devos. Samen met o.m. Black Coal, Thin Ice van Diao Yinan; Jauja van Lisandro Alonso, Gente de bien van Franco Lolli, The Kindergarten Teacher van Nadav Lapid, Leviathan van Andrey Zvyagintsev; Une nouvelle amie van François Ozon; Reality van Quentin Dupieux; Still The Water van Naomi Kawase en White God van Kornél Mundruczó dingt de prent naar de gunsten van een jury geleid door schrijver en would be filmmaker Bret Easton Ellis.

Buiten competitie zijn er nog tal van blikvangers: Miss Julie van Liv Ullman (naar August Strindberg), de artiestenportretten Mr. Turner van Mike Leigh en Pasolini van Abel Ferrara, Pride van Matthew Warchus (het relaas van het bondgenootschap tussen stakende mijnwerkers en een groepje homoactivisten tijdens het Thatcher-tijdperk), Amour Fou van Jessica Hausner, Devil’s Knot van Atom Egoyan, 20.000 days on earth van Iain Forsyth en Jane Pollard (een rond Nick Cave gedrapeerde fictieve documentaire) en Maïdan van Sergei Loznitsa (het verslag van de protesten die in 2013 ontstonden op het Onafhankelijkheidsplein in Kiev).

Persoonlijk kijken we uit naar Lucifer, het slotluik van Gust Van den Berghes met En waar de sterre bleef stille staan gestarte en met Blue Bird verdergezette trilogie. In deze adaptatie van het gelijknamige treurspel van Joost Van den Vondel belandt de opstandige gevallen engel Lucifer in een klein Mexicaans dorpje in Mexico waar de de duivel een oude vrouw doet twijfelen aan haar geloof en haar kleindochter verleidt. Benieuwd hoe radicaal en verbluffend de vertelstijl blijft.

IVO DE KOCK

(Artikel verschenen bij DeWereldMorgen.be, 30 september 2014: Film Fest Gent)

Lucifer

LUCIFER

 

Leave a comment