Film Fest Gent 2013: De 40e editie is een Amerikaans feestje

mrt 8, 2016   //   by Ivo De Kock   //   actueel, filmfestivals  //  No Comments
0005-Blue_Ruin4_ScavengerLLC

BLUE RUIN

De veertigste Gentse Filmfeesten starten op dinsdag 8 oktober met het door de Belgische Tax Shelter ondersteunde The Fifth Estate, een als onderzoeksthriller opgevatte biopic over WikiLeaks-oprichter Julian Assange. Tijdens de jubileum-editie wordt er gefeest en teruggeblikt maar vooral ook gefocust op de toekomst. Het programma oogt cinefiel én Amerikaans, wat geen contradictie hoeft te zijn.

Van Patrick Duynslaegher, voormalig filmcriticus en huidig artistiek directeur van Film Fest Gent (zoals het Filmfestival van Gent nu plechtig heet), is geweten dat zijn respect en sympathie voor de Amerikaanse regisseur Martin Scorsese groot is. Dat heeft alles te maken met de passie voor film én het talent van de maker van Taxi Driver.

Hij citeert de grootste levende Amerikaanse cineast dan ook graag om films kijken en vertonen – voor sommigen een futiel gebeuren in crisistijden – een zin te geven: “Nu meer dan ooit is er de nood om met elkaar te praten, naar elkaar te luisteren en te begrijpen hoe we naar de wereld kijken, en film blijft het beste medium om dit te doen”.

Taxi Driver

TAXI DRIVER VAN MARTIN SCORSESE

Het is dan ook geen toeval dat Scorsese zowat de patroonheilige van de 40ste editie van het Gents filmfestival is. Zoals het ook geen toeval is dat Scorsese niet geëerd wordt met een uitgebreide retrospectieve (naast Mean Streets en Taxi Driver komt enkel het minder bekende kortere werk van de meester in beeld) maar met een tentoonstelling in het Caermersklooster én het ‘Scoring for Scorsese’ concert in Bijloke.

Film is meer dan het witte doek en een festival blijft niet opgesloten in een donkere zaal. Zoals een festival niet langer beperkt blijft tot een vaste datum op de kalender maar ook steeds meer een gans jaar en op meerder locaties in beeld blijft.

Het is duidelijk: dit voormalig filmgebeuren wil mee zijn met zijn tijd en heeft angst om als een getto-evenement afgedaan te worden. Met één oog op de sponsors en subsidiërende overheden en een ander oog op de toekomst. Vandaar ook het omhelzen van de sociale media en interactieve initiatieven zoals het door het publiek (via stemming) laten toevoegen van een film aan de rond muziek (“muziek zit in het dna van het festival” benadrukken de organisatoren) gecentreerde competitie.

Tijdens de persconferentie van Film Fest Gent verontschuldigden Duynslaegher en programmator Wim De Witte zich er haast voor dat met 44 films het festival dit jaar wel bijzonder Amerikaans kleurt. “Maar de andere helft van het programma bestaat uit global cinema” klonk het voorzichtig en “dit jaar kwamen toevallig een aantal thema’s samen”.

Waarmee verwezen wordt naar de secties ‘American Indies’ (met onafhankelijke producties) en ‘Paranoia USA’ (met oude en nieuwe – Penny Lane’s Our Nixon – films over de moord op JFK) die samen met de ‘Scorsese Tribute’, de competitiefilms (Ain’t Them Bodies Saints van David Lowery, The Immigrant van James Gray) en avant-premières (Carrie van Kimberley Pierce, The Canyons van Paul Schrader, Lovelace van Epstein & Friedman, What Maisie Knew van McGehee en Siegel), Parkland van Peter Landesman en All is Lost van JC Chandor) voor het overwicht zorgen.

Nu was het beslist een goed idee om het feestvierende festival via Scorsese vooral cinefiel te profileren. Het gevaar dat het evenement onder sponsordruk meer een mondaine aangelegenheid wordt is al groot genoeg en de Scorsese-expo (na Berlijn en Turijn is Gent pas de derde stad die deze tentoonstelling aandoet) is een boeiende ode aan cinema. “Gezien de link tussen het profane en het sacrale in Scorsese’s oeuvre is de locatie, de voormalige kerk van een klooster, gepast” stipte Duynslaegher fijntjes aan.

FRUITVALE

FRUITVALE STATION: Voortijdig einde van een leven

Verder is het ook goed dat de Amerikaanse onafhankelijke filmmakers aandacht krijgen. Al te vaak belanden hun films immers in het niemandsland tussen arthouses en multiplexen. En films zoals Blue Ruin (Jeremy Saulnier), Fruitvale Station (Ryan Coogler), Go For Sisters (John Sayles), Prince Avalanche (David Gordon Green), Upstream Color (Shane Carruth), Short Term 12 (Daniel Cretton) en Night Moves (Kelly Reichardt) verdienen een beter lot.

Alleen ware het misschien beter geweest soms iets strenger te selecteren. Want zo is Robert Redford inderdaad een belangrijk icoon voor de Amerikaanse onafhankelijke cinema (omwille van het Sundance festival en instituut) maar het overlevingsdrama All is lost dat hij als acteur nadrukkelijk ‘draagt’ overstijgt het niveau ‘interessant concept’ amper. En cinema is toch ook creatief omspringen met ideeën.

Deze schoonheidsfoutjes wegen echter niet op het festival. Daarvoor worden er te veel films vertoond die het predikaat ‘verplichte kijkvoer’ verdienen. Zo zouden we naast Caroline Strobbe’s I Am The Same, I Am An Other ook een hele reeks andere films willen tippen: het Palestijnse Omar (van Paradise Now-regisseur Hany Abu-Assad), het Japanse Like Father, Like Son (Hirokazu Koreeda), het Franse Suzanne (Katell Quillévéré), het Britse The Selfish Giant (Clio Barnard), het Chinese A Touch of Sin (Jia Zhang-ke), het Poolse Walesa, Man of Hope (Andrzej Wajda) en het Iraanse Closed Curtain (Jafar Panahi & Kamboaziya Partovi).

Deep in a dream of you

I’M THE SAME, I’M AN OTHER

Maar vooral ook de Queer Palm van Cannes, de naturalistische fabel L’Inconnu du Lac van de Fransman Alain Guiraudie. Deze gay thriller heeft een hoog hypnotisch gehalte en is tegelijk erg extreem (vol frontaal naakt en expliciete seks) en bijzonder eenvoudig. Een hypnotiserende film met een beperkt aantal locaties (een meer met strand, bosjes en een parking) en steeds weerkerende situaties en personages.

Leidraad is de driehoeksrelatie van de jonge levensgenieter Franck, zijn viriele en mysterieuze minnaar Michel en de melancholische dertiger Henri die Francks anker en Michels slachtoffer wordt. Een andere driehoek is die tussen drift, verlangen en gevaar.

Wanneer het lijk van een van de draguers opduikt, verschijnt een politie-inspecteur op het toneel maar diens onderzoek verstoort de dagelijkse routine amper. Het slachtoffer mag dan bekend zijn, niemand ligt wakker van zijn lot. Of van de ermee verbonden dreiging. Een homofobe seriemoordenaar remt de driften niet af. Gevaar blijkt verbonden met verlangen. De erotische passie bevat een tikkeltje angst, een vleugje liefde, een portie seks en een snuifje dood.

Dit is geen film over homoseksualiteit,” zei acteur Pierre Deladonchamps in Cannes, “het gaat over iets libertairs en utopisch, een uitnodiging om zich open te stellen voor alle verlangens”. Het levert alleszins een fraai staaltje uitgepuurde en zinderende cinema op. In Cannes uit competitie geweerd, maar in Gent in de running voor de prijzen.

IVO DE KOCK

(Artikel verschenen bij DeWereldMorgen.be, 2 oktober 2013: Film Fest Gent)

short_term_12_67000070_st_7_s-high

SHORT TERM 12

Leave a comment