David en Brandon Cronenberg: Verontrustende virale cinema van vader en zoon

feb 22, 2016   //   by Ivo De Kock   //   actueel, Cronenberg, regisseur, thema  //  No Comments
045166

ANTIVIRAL

Imitatie wordt vaak gezien als de eerlijkste vorm van vleierij. Vanuit dat standpunt moet David Cronenberg wel heel erg tevreden zijn geweest met Antiviral, het filmdebuut van zijn zoon Brandon. Want Brandon haalde overduidelijk de mosterd bij de vroege body-horrorfilms (The Parasite Murders, Rabid, Scanners) van vader David en verbond een pervers high concept met culturele commentaar en een lo-fi aanpak. Brandon geeft een sardonische Cronenberg-draai aan een actueel onderwerp: de extreme verheerlijking van beroemdheden. En zoals het een goede Cronenberg betaamt draait het verhaal rond ziekte en aftakeling.

David en Brandon Cronenberg waren in mei 2012 het eerste vader en zoon team dat op hetzelfde moment een film in de officiële selectie van het festival van Cannes had lopen. Pa David zat met Cosmopolis in competitie terwijl Antiviral van zoon Brandon deel uitmaakte van de sectie Un Certain Regard.

“Het was geweldig om Brandon over de rode loper de trappen te zien oplopen,” klonk het trots bij David, “het duurde 20 jaar vooraleer ik in Cannes werd uitgenodigd terwijl hij hier al met zijn eerste film is”. De Cronenbergs pakten uit met verwante films van een erg verschillend niveau. Maar het apocalyptisch karakter van hun dystopische filmverhalen bewijst dat de obsessie voor virussen en een zieke maatschappij in het familiaal DNA schuilt.

Tijdens een persconferentie sloofde het tweetal zich nochtans uit om woorden zoals erfenis, invloed en overeenkomsten te vermijden. Brandon bleek als de dood voor het label ‘Cronenberg’: “Ik heb het lang uitgesteld om filmmaker te worden omdat mensen me met allerlei vooroordelen en foute verwachtingen benaderden vanwege het feit dat ik de zoon van mijn vader ben”.

Maar het bloed kroop waar het niet gaan kon: “Toen ik 24 werd besloot ik om me niet langer iets aan te trekken van de verwachtingen van de buitenwereld en de erfenis van mijn vader. Ik koos resoluut voor film omdat het een kunstvorm is die alles combineert waarmee ik bezig ben: literatuur, visuele kunst en technische disciplines nodig om dingen te produceren”.

Untitled David Cronenberg Film

EASTERN PROMISES: De obsessies van vader David Cronenberg

Dat vergelijkingen niet zouden uitblijven beseften vader en zoon natuurlijk wèl. Daarom schilderden ze mogelijke parallellen als louter toeval af. “Ik denk niet dat Brandon eigenlijk een van mijn films gezien heeft” opperde de regisseur van The Fly, Dead Ringers, Eastern Promises en A Dangerous Method. “Ik geloof dat ik ooit Fast Company bekeken heb, een film over drag racing” pikte Brandon gretig in. “Geen typische film voor mij, al ben ik er trots op” sloot David af.

Kon er dan geen portie vaderlijke goede raad af? Met “Ik bleef mijn scenario onder zijn slaapkamerdeur schuiven maar hij weigerde opmerkingen te maken” sloot Brandon ook die piste. Kortom, de Cronenbergs trachtten de invloed van familiebanden op hun artistiek werk te minimaliseren.

Ook al was er een precedent. In het privéleven van David Cronenberg is er immers een sleutel voor zijn werk te vinden. De Canadese filmmaker maakte van dichtbij de dood van zijn door kanker getroffen vader mee. Deze literaire uitgever die zijn zoon een passie voor boeken bijbracht, bleef tot het einde erg lucide (in 2015 zou David Cronenberg zijn literair debuut maken met ‘Geconsumeerd’, een roman die alle thema’s van de filmregisseur bevat).

David was diep verontwaardigd dat de menselijke geest gedoemd was te verdwijnen omdat het lichaam de strijd opgaf. Dit gevoel van woede – dat hem opnieuw overviel bij zijn in The Brood weerspiegelde echtscheidingsperikelen – werd een inspiratiebron voor de Cartesiaanse lichaam/geest tweedeling die de rode draad vormt door zijn werk.

Deze dichotomie wordt vertaald in verontrustende verhalen. “Ik kijk uit naar nieuwe Cronenberg-films,” aldus regisseur Martin Scorsese, “ik wou dat ik dat niet deed. Cronenbergs beste films hebben nog het vermogen om een soort Jungiaanse cultuurschok te veroorzaken”. Het centrale thema – de kwetsbaarheid van de mens – vloeit voort uit het dramatisch conflict tussen rationaliteit en irrationaliteit. Rationeel beseffen we dat een scheiding lichaam/geest onmogelijk is en toch overvalt ons vaak het irrationele gevoel met een scheiding te maken te hebben.

David Cronenberg onderzoekt of lichaam en geest geïntegreerd kunnen worden. Maar hij peilt ook naar de wederzijdse invloed van lichaam en geest. Dat resulteert in films waarin het organische domineert over het geestelijke (The Parasite Murders, Rabid, The Fly), waarin het mentale het fysieke overheerst (The Brood, Scanners, Videodrome, The Dead Zone, Naked Lunch, eXistenZ, A History of Violence, A Dangerous Method) of waarin een poging tot integratie van lichaam en geest plaatsvindt (Dead Ringers, M. Butterfly, Crash, Spider, Eastern Promises, Cosmopolis).

Een ding is daarbij duidelijk, de mens is bij David Cronenberg een over-rationeel dier dat het contact met het eigen lichaam kwijtspeelde. Met zijn geest creëert elk individu een rationele orde die een ontkenning impliceert van het instinctieve, het fysische, het onbewuste en de dood. Wat leidt tot een constante strijd tussen rationele morele waarden en anarchistische driften.

In Cronenbergs existentialistische visie is alles verbonden met een als een organische machine beschouwd menselijk lichaam. “Het bewustzijn van het lichaam en van de dood is de bron van horror” benadrukt de cineast. Hij confronteert ons met de eigen irrationele angsten en verdrongen obsessies. Het individuele wordt daarbij verbonden met het collectieve, chaos en doodsangst worden nauwelijks verhuld.

???????????????????

A HISTORY OF VIOLENCE: Vader en zoon verhaal

Dat is zo in pure horrorfilms (Rabid) en fantastische verhalen (Videodrome) maar ook in psychologische melodrama’s (A History of Violence) en metaforische satires (Cosmopolis). “De wereld is zoals hij is,” laat hij Freud zeggen in A Dangerous Method, “dat begrijpen en accepteren is de weg naar geestelijke gezondheid”. De uitdaging voor filmmakers is volgens Cronenberg “te speuren naar wat verborgen zit achter de officiële versie van de cultuur, naar de duistere dingen waarover mensen niet praten en die ze niet begrijpen”.

Het verborgene kadert voor Cronenberg in een pessimistisch, donker wereldbeeld. Hij sluit aan bij de romantische literaire traditie die seksualiteit, horror en dood verstrengelt via een fusie van schoonheid en aftakeling. Seksueel genot en fysiek lijden vullen elkaar aan in plaats van tegenstrijdig te zijn.

Zijn personages blijven verstoken van het geloof in de eigen mentale en fysieke integriteit en in het eigen vermogen om niet enkel schijn en realiteit te ontwarren maar ook lichaam en geest uit elkaar te houden. Bovendien verbergt ‘normaliteit’ bij Cronenberg altijd iets. Ofwel een geheimzinnig gezwel, nieuw lichaamsdeel of transformerende geest; ofwel een buitenissige verbeelding en een extreme fascinatie voor fysieke en mentale malaises.

“Het bioscoopscherm is een spiegel die het vlees en bloed van mijn dromen weergeeft” schreef Jean Cocteau. Cronenberg vult die spiegel met seksuele driften, onbewuste verlangens en doodsdrift. Zaken die niet enkel Sigmund Freud en Carl Jung in A Dangerous Method maar ook de spookachtige trader Eric Packer van de Don de Lillo-adaptatie Cosmopolis bezig houden.

Packer is een psychotische, masochistische narcist die in een ‘ondoordringbare’ limousine door New York rijdt wanneer hij dreigt zijn geld en zijn leven te verliezen. Zijn suïcidale tocht weerspiegelt een kapitalisme dat rituele zelfmoord pleegt. David Cronenberg geeft in Cosmopolis vorm aan een idee; de langzame zelfvernietiging van het kapitalistische lichaam en de algoritmische geest in de hedendaagse geglobaliseerde wereld.

Hij stelt vast dat het dominante socio-economische systeem – met een zieke, virtueel geworden financiële wereld (“een monster zonder organen” aldus Cronenberg) en een kloof tussen de 1% groep en de 99% van de Occupy-beweging – de pedalen kwijt is. Net zoals in A History of Violence brokkelt de koele normaliteit langzaam af om plaats te maken voor een emotionele chaos waarin de in een malaise verkerende personages hun ziekte omarmen.

Zo is de anti-held van Cosmopolis blij wanneer zijn huisdokter een asymmetrische prostaat ontdekt en zijn kapper hem een asymmetrische haarsnit bezorgt. Want onevenwicht en aftakeling wijzen op leven. De Wall Street nerd zoekt loutering via zijn tocht door de stedelijke hel maar kan die enkel vinden in desintegratie en een confrontatie met zijn getraumatiseerde en om ‘verlossing’ smekende belager Benno. Deze ‘slaaf’ is echter niet in staat om af te rekenen met zijn ‘meester’, waardoor de oude orde nog even overeind blijft. Het systeem blijkt taai maar gedoemd.

045168

ANTIVIRAL: Virussen en mutaties bij Brandon Cronenberg

Het wereldbeeld van Brandon Cronenberg is niet minder somber. In zijn debuutfilm Antiviral symboliseert een op hol geslagen medische industrie de ontsporing van het kapitalistisch systeem. In een nabije toekomst is de beroemdheidscultus zo uit de hand gelopen dat mensen alles willen delen met hun idolen, ook ziektes. Een bedrijf biedt fans virussen aan waarmee zij zich kunnen laten injecteren om “hetzelfde te voelen”.

In deze futuristische cybermedische sciencefiction vampierenthriller zien we kliniekbediende Syd March in de loop van de film aftakelen nadat hij besmet is geraakt door een mysterieus virus geplukt uit het lichaam van starlet Hannah Geist. Syd en zijn collega’s buiten het verlangen van fans uit om dichter bij hun idolen te komen; ze injecteren levende virussen in hun lichaam om een soort vereniging te bereiken.

Syd gaat een stap te ver door zichzelf te injecteren met het exotische virus en ontwaakt uit een trance om te ontdekken dat de ster gestorven is. Wat volgt is een mix van industriële spionage, bedrog en moordaanslagen. Op smaak gebracht door injectienaalden, verminkingen en lichaamssappen.

“Toen ik in mijn filmschool aan een scenario werkte werd ik zwaar ziek,” zegt Brandon Cronenberg, “er zat een virus in mij waardoor ik niet enkel koortsig en misselijk werd maar ook begon te hallucineren. Wat leidde tot een out of body-ervaring. Dat zette me aan het denken. Wat als iemand een virus in je lichaam inbrengt dat je doet veranderen? Er een virus van een beroemdheid van maken bood de kans om af te rekenen met de beroemdheidscultuur”.

Maar de kritiek gaat verder en dieper: Brandon viseert de consumptielogica en de uitbuiting eigen aan een koel mercantiel systeem. Dit donker universum, het sombere toekomstbeeld, de dichotomie tussen lichaam en geest, de verminkingen en (geestelijke en fysieke) aftakeling, kritiek op moderne mythologieën (“iconen blijven ook na hun dood verder leven in de collectieve geest” aldus Brandon), de dodelijke cyclus op gang gebracht door verlangen, het misbruik van medische wetenschap en de impact van besmetting door mysterieuze virussen lijken wel na een copy-paste oefening van de films van vader Cronenberg in Antiviral beland te zijn.

Vader en zoon delen een doel: het verontrusten van de toeschouwer. Daar loopt het bij Brandon echter fout. Hij imiteert het kleurenpallet van de vroege ‘body horror’ films van zijn vader maar slaagt er niet in de nihilistische, surrealistische toon van The Parasite Murders, Scanners of Videodrome te evenaren.

Wat kil en rauw is bij David, wordt koel en gekunsteld bij Brandon. Kortom, zielloos. Hij claimt een eigen stijl, thematiek en verhaal maar serveert een flauw doorslagje van het werk van zijn vader. De debutant bootst de films van de ancien die hij zogezegd niet zag nauwgezet maar inspiratieloos na, maar slaat de belangrijkste raad van zijn vader in de wind.

Een auteur is niet iemand die steeds hetzelfde op identieke wijze herhaalt, wel integendeel: “Je moet alles vergeten wat je in het verleden gedaan hebt, behalve het vertrouwen in je kunst. De andere films zijn niet relevant meer. Dat is moeilijk voor critici die je graag in hokjes teken. Ik denk dat geen enkele regisseur daar een meerwaarde in ziet. Het huidige project is echt belangrijk. Je moet naar de film luisteren en hem zo geven wat hij nodig heeft. Ik hou me niet echt bezig met wat ik wel of niet mag doen, of het wel bij Cronenberg past. Die gedachten zijn me totaal vreemd”.

Het verschil tussen Cosmopolis en Antiviral is meer dan het verschil in ervaring tussen vader en zoon, het is ook een andere visie op de relatie tussen vorm en inhoud. Daar waar het verontrustende in de cinema van David Cronenberg zowel in de vorm als de inhoud zit (chaos is zowel een stijl als een thema, middelpuntvliedende krachten halen zowel het verhaal als de personages uit evenwicht), is de vorm bij Brandon Cronenberg even bestudeerd en gecontroleerd als de inhoud.

Daar waar David Cronenberg een instinctief auteur is die zijn bagage (ervaring, kennis, obsessies) op directe manier gebruikt, blijft Brandon Cronenberg (voorlopig?) een cinefiel die analyses en het verleden op een nadrukkelijke manier verwerkt. De zoon neemt cinema veel ernstiger dan de vader. “Ik zie film als een kunstmatig en vrolijk spel,” stelt David Cronenberg, “ik probeer het kind in mij nooit te vergeten”.

Met zijn zoon deelt hij “interesse in biologie, de natuur en insecten. Ik hield eraan hem in Toronto op te voeden en niet in Hollywood, waar cinema alomtegenwoordig is”. Toch kon hij cinema niet helemaal bannen. De tragiek van Brandon is niet zozeer de loodzware erfenis van zijn vader, maar eerder zijn krampachtig verlangen ernstig genomen te worden en volwassen te zijn. Antiviral is een verdienstelijke en genietbare film, maar echt volwassen zal Brandon Cronenberg pas worden als hij het kind in zich (her)ontdekt.

IVO DE KOCK

(Artikel verschenen in STREVEN, oktober 2012)

045167

ANTIVIRAL van Brandon Cronenberg

Leave a comment