The Man Who Fell to Earth van Nicolas Roeg: David Bowie als tragische icarus

jan 12, 2016   //   by Ivo De Kock   //   actueel, cult, film, genre, necrologie, sciencefiction  //  No Comments
man-who-fell2

THE MAN WHO FELL TO EARTH: Pop- en filmster David Bowie

Met het enigmatische The Man Who Fell to Earth realiseert de Britse cineast Nicolas Roeg in 1976, een jaar voor Star Wars, een sciencefiction drama mijlenver verwijderd van de space opera. Rockster David Bowie debuteert als androgene buitenaardse bezoeker in een film die door zijn bizarre structuur en uitdagende ambiguïteit Roegs reputatie van experimenteel cineast versterkt. Veertig jaar later blijft de cultfilm overeind door zijn visuele pracht en emotionele kracht.

NICOLAS ROEG

Voor Nicolas Roeg (°1928) is The Man Who Fell to Earth “een mysterieus Amerikaans liefdesverhaal” maar voor de toenmalige critici bleek de film te verwarrend en complex. “Het vraagt een leap of the imagination om Roegs film ernstig te nemen” schreef Roger Ebert , “het lijkt een verzameling schetsen voor een meer afgeronde film die nooit gemaakt is”.

Het kon Roeg niet van zijn stuk brengen: “Ik ga niet voor the triumph of the immediate”. Hij maakte films voor de toekomst, overtuigd dat het publiek wel volgt. “Er is een juiste manier voor de tijd en dan is er een andere manier” schrijft Roeg in ‘The world is ever changing’ om daarna de titel van zijn boek te duiden: “Ik merk dat onze zintuigen constant beproefd worden en veranderen. Een zin uit The Man Who Fell to Earth vat het perfect samen: ‘The world is ever changing, Mr Farnsworth, like the universe”.

THE MAN WHO FELL TO EARTH

In die veranderende wereld is de waardering voor het wonderlijke filmobject van Roeg wel gegroeid, maar zijn soort cinema is helaas meer dan ooit alien. Het publiek mag dan geëvolueerd zijn, de industrie volgde Roeg niet. Sinds Puffball (2007) zit hij in ballingschap.

De man die onze verbeelding prikkelt

The Man Who Fell to Earth verstrengelt genres, speelt met complexiteit en incoherentie, tart logica met bizarre beelden. Het is – zoals Performance, Walkabout, Don’t look now, Bad Timing, Eureka, Insignificance en Track 29 – een zowel cerebraal als emotioneel anti-logisch werkstuk.

Roeg wil geen antwoorden opdringen maar vragen oproepen. Door af te stappen van de klassieke narratieve structuur en de eenduidige verklaringen maakt hij het voor de kijker moeilijker maar ook boeiender. Zijn associatieve stijl prikkelt onze fantasie.

Elke film is voor de cineast een trip met één doel: de kijker de objectieve realiteit doen overstijgen en laten belanden in een subjectieve, irrationele wereld. In The Man Who Fell to Earth gebruikt hij daarvoor een gefragmenteerde narratieve structuur, crosscutting montage, visionaire beelden en contrasterende popmuziek.

THE MAN WHO FELL TO EARTH

Het resultaat is een audiovisuele puzzel door Mayersberg omschreven als een aaneenschakeling van scènes “die circusacts lijken die elkaar opvolgen en afwisselend grappig, gewelddadig, beangstigend, triest, gruwelijk en spectaculair zijn”.

Roeg elimineerde elke tijdsindicatie en trachtte het vertrouwde op nieuwe wijze te laten zien door klassieke overgangen te verwijderen, flashforwards en flashbacks te mixen, de camera te bewegen en beelden terug te spoelen.

Het verhaal van deze verfilming van Walter Tevis’ boek is nochtans eenvoudig. David Bowie speelt Thomas Jerome Newton, een lieve alien die in New Mexico landt met een Britse paspoort en een resem elektronische uitvindingen.

THE MAN WHO FELL TO EARTH

Door vooruit te zijn op de tijd kan hij een communicatiebedrijf oprichten dat hem rijk maakt. Newton knoopt ook een relatie aan met twee aardbewoners: de verwarde hotelmeid Mary-Lou die zijn geliefde wordt en de cynische chemicus Bryce die hem bijstaat als medewerker.

Newton wil graag energie opwekken om zijn zieltogende planeet (waar zijn vrouw en twee kinderen de droogte trachten te overleven) te helpen. Maar concurrerende bedrijven slorpen Newtons firma op en onderwerpen hem aan allerlei medische onderzoeken. Een ingreep zorgt er uiteindelijk voor dat de extra-terrestrial niet meer naar zijn originele lichaamsvorm kan terugkeren en gedoemd is een aardbewoner te worden.

De onschuldige die verdrinkt in de woestenij

De buitenaardse bezoeker is een tragische Icarus, een fundamenteel onschuldig (kinderlijk) wezen dat eenzaam, verslaafd en (in een menselijk lichaam) gevangen achterblijft in een vijandige (volwassen) wereld. Walter Tevis legt hierbij de link naar het mythische: de gevallen Icarus is een neergedaalde Christus (het eerste deel van het boek is ‘Icarus descending’) die te maken krijgt met een Grieks koor (televisie & overheid) en gekruisigd wordt (‘Icarus drowning’ titelt het slotdeel).

THE MAN WHO FELL TO EARTH

Maar Newton blijft een raadsel. “Je weet niets over mijn geest omdat je een mens bent,” zegt hij tegen Bryce, “ben ik veranderd in iets nieuw of in iets oud?” Zelf gaat hij als stranger in a strange land op zoek naar betekenissen. De bezoeker probeert zich die vreemde cultuur eigen te maken door televisie te kijken. Maar hoe meer schermen Newton aanschaft, hoe meer hij ziet, hij minder hij begrijpt en hoe suffer hij wordt.

“Wat me beviel aan het boek is dat het tussen sciencefiction en realisme zit,” zegt Roeg, “het is met al zijn plots verwarrende fictie. Gek, vreemd maar toch een beetje begrijpbaar. Bovendien spraken thema’s zoals in de geest van mensen kruipen en bedrijven die mensen controleren me aan”.

Dat laatste kan als visionair, maatschappijkritisch en ecobewust worden beschouwd maar “ik ben nooit een politiek filmmaker geweest,” benadrukt Roeg, “al gaat de film over globale opwarming, het verdwijnen van water en bedrijven die de wereld gaan controleren. Op een onbewuste manier was ik daar mee bezig”.

THE MAN WHO FELL TO EARTH

Roeg wil de desoriëntatie van Newton op de kijker overdragen, via vervreemdingseffecten tracht hij te tonen hoe absurd en verstoord de ‘normale’ wereld is. Corrupte overheidsfiguren laten Farnsworth executeren, televisie werkt afstompend en zowel drank als religie remmen het zelfbewustzijn af.

De aardse beschaving en samenleving is ook voor iedereen een woestenij waarin ze dreigen te verdrinken. Maar alleen de outsider krijgt als Alice inzicht krijgt in (een donker) Wonderland.

De filmmakers focusten volgens Mayersberg op “het emotionele aspect terwijl sciencefiction verhalen meestal niet over persoonlijke verhalen gaan maar over op de vlucht zijn en dingen ontdekken. Niet over menselijke relaties. We zetten een driehoeksrelatie op tussen Newton, Mary-Lou en Bryce; een emotionele driehoek die leidt tot verraad. Wanneer je iets opwindend bezit wil men het je afnemen en gaan mensen je verraden”.

THE MAN WHO FELL TO EARTH

Inspiratie vormde Jack Arnolds It came from outer space, de eerste film die sympathieke buitenaardse wezens opvoerde. “Newton heeft geen donkere kant en daardoor komt hij over als naïef,” aldus Mayersberg, “we wilden geen loutering creëren maar tonen hoe individuen door deze ervaring gaan.

Het verloop van tijd was erg belangrijk. Newton leert dingen maar wordt niet oud, de mensen rondom hem verouderen wel. Ouder worden was een belangrijk thema, niet alleen fysieke veroudering maar veranderende attitudes. Hoe ouder mensen worden, hoe gematigder en minder intens ze worden. We eindigen bij berusting”.

De bezoeker die niet meer naar huis kan

De beelden van Newtons planeet ogen als flashbacks, herinneringen. Mayersberg wijst erop dat het ingewikkelder ligt: “er zijn parallelle tijdsvlakken met dingen uit het verleden die nog moeten gebeuren en feiten uit het heden die ook in het verleden plaatsvinden.

THE MAN WHO FELL TO EARTH

Je denkt in het heden te zijn maar eigenlijk zit je in de toekomst of het verleden. Het is allemaal reeds gebeurd of het moet nog gebeuren. Dat is verbonden met de relativiteitstheorie”. Wanneer Newton en Mary-Lou met een auto door het platteland rijden ziet hij een pioniersfamilie uit het verleden.

Die figuren uit het verleden zien hem ook. “We wilden geen rechtlijnige tijdslijn maar de tijd parallel laten lopen. Wanneer Newton Bryce voor het eerst ziet zegt die in voice over ’toen Newton in mijn leven kwam, ging mijn oude leven het venster uit’. Later wordt Bryce uit het venster geworpen. In dergelijke momenten van onbewuste voorgevoelens gaat de tijd van de ene of de andere richting”.

Het menselijke stond centraal. “We dachten niet aan wetenschappelijke vernieuwingen,” stelt Mayersberg, “maar aan hoe mensen zich aanpassen aan nieuwe dingen. We wilden een portret van Amerika in een nabije toekomst schetsen.

THE MAN WHO FELL TO EARTH

Daarom behoort elke scene tot een Amerikaans filmgenre. Western, musical, apocalyptisch drama,…” Terwijl Roeg aanvult dat hij “graag een alien society leert kennen, ik wil binnendringen in een gesloten samenleving”.

Een samenleving die bezoekers opsluit zodat ze niet meer naar huis kunnen. Lees: ze niet kunnen ontsnappen aan de hersenspoeling. The Man Who Fell to Earth is een portret van Amerika dat aangeeft dat de dagelijkse realiteit er vreemder is dan gelijk welke fictie.

IVO DE KOCK

(artikel verschenen in FILMMAGIE 660, december 2015)

pdf2: The man who fell to earth

THE MAN WHO FELL TO EARTH: Nicolas Roeg, GB 1976; 137′; met David Bowie, Rip Torn, Candy Clark, Buck Henry; FILM: **** / EXTRA’S: ** (interviews, documentaire); dis. Studio Canal.

David Bowie in Nicolas Roeg's THE MAN WHO FELL TO EARTH (1976). Courtesy Rialto Pictures/StudioCanal.

THE MAN WHO FELL TO EARTH: David Bowie

Leave a comment